Tentamens Flashcards
Wat zijn de vier dimensies in palliatieve zorg?
Fysiek
Psychisch
Sociaal
Spiritueel
Wat kun je patiënten met COPD voor therapie aangeven als er geen sprake is van exacerbatie en de medicatie niet helpt tegen de dyspnoe?
Starten opioiden
Wat wordt bedoeld met de surprise question?
“zou het mij verbazen als deze patiënt binnen een termijn van 6 maanden zou overlijden?”
Een mevrouw van 86 woont sinds kort in een kleinschalige voorziening. Ze woont daar samen met vier andere cliënten. Ze heeft dementie. Ze
heeft het goed naar haar zin en is gedurende de dag goed aanspreekbaar. Het douchen verloopt echter niet soepel. Mevrouw verkrampt en
toont duidelijk verzet: ze gaat schreeuwen, slaan en schoppen. Het personeel besluit op dat moment wel om haar te douchen. Daarbij wordt ze
ook vastgehouden door een medewerker.
Welke vorm van onvrijwillige zorg wordt ingezet?
Beperking in de vrijheid het eigen leven in te richten
Wat betekent subsidiariteit in onvrijwillige zorg?
Er zijn géén andere, minder ingrijpende maatregelen mogelijk om hetzelfde doel te bereiken.
De verplichte zorg moet dus bestaan uit de lichtste maatregelen waarmee het doel van de verplichte zorg bereikt kan worden.
Welke rollen kan de specialist ouderengeneeskunde vervullen volgens de Wet zorg en dwang?
WZD-functionaris
Behandelaar
Externe deskundige
Zorgverantwoordelijke
Noem twee redenen waarom het een meerwaarde heeft voor de echtgenote, om de syndroomdiagnose dementie gesteld te krijgen bij haar
man.
- Het stellen van de diagnose dementie is een opstap naar passende zorg en soms om deze zorg gefinancieerd te krijgen. Zoals inzet van thuiszorg die met
name in de ochtend kan ondersteunen bij wassen en aankleden van meneer of het opstarten van dagopvang. Beide ter ontlasting van echtgenote. - Meer begrip voor hem als zij begrijpt waar bepaalde gedraging of vragen uit voortkomen
Wat zijn twee redenen om niet te starten met sonde voeding bij een afwerende patiënt met dementie?
Geen effect van sonde voeding bij vergevorderde dementie
Risico op negatieve effecten bij afwerend gedrag
- plaatsen lastig
- risico op zelf verwijderen –> aspiratie pneumonie
Waardoor kan het dat er zowel hypercalciemie als verhoogd PTH bestaat bij nierinsufficiëntie?
Als het niet lukt PTH te onderdrukken bij hypercalciëmie, past dat bij een primaire hyperparathyreoidie, of een hypercalciëmie door een andere oorzaak, waarbij het PTH niet onderdrukt kan worden door het nierfalen.
Een 55-jarige patiënt komt op het spreekuur in verband met langzaam progressieve, chronische nierschade. De bloeddruk is 150/95 mmHg, in
het plasma is het hemoglobine 7.0 mmol/l (ref 8.5 – 11 mol/L), kalium 4.3 mmol/l (ref 8.5 – 11 mol/L), fosfaat 1.40 mmol/l (ref 1.2 – 1.6
mmol/L), de eGFR 40 ml/min.1.73 m2, de albuminurie 35 mg/mmol creatinine. De verwachting is dat hij langdurig onder behandeling moet blijven.
Welke behandeling kan het beste als eerst worden ingezet?
Bloeddrukverlaging
Een 70-jarige vrouw met hypertensie en diabetes komt op de nierfalenpoli omdat haar nierfunctie de laatste jaren steeds verder achteruit gaat.
Momenteel bedraagt haar eGFR 17 ml/min. U gaat het gesprek aan over de verschillende behandelingen die mogelijk zijn als de nierfunctie
verder achteruitgaat.
Welke vier behandelopties moet je bespreken?
Welke metabole complicaties kun je verwachten?
- Hemodialyse
- Peritoneaaldialyse
- Niertransplantatie
- Conservatieve therapie
anemie, metabole acidose, hyperfosfatemie, hypocalciemie, secundaire hyperparathyreodie, hyperkaliemie, uremie.
Naar welke aspecten moet worden gekeken binnen een farmacotherapeutische analyse volgens de richtlijn polyfarmacie bij ouderen?
Onder- of overbehandeling;
Effectiviteit van de medicatie;
(onacceptabele) bijwerkingen;
contra-indicaties en interacties;
onjuiste doseringen (in het bijzonder bij een sterk verminderde nierfunctie);
problemen met gebruik van geneesmiddelen (signalen van verminderde therapietrouw)
Wat is oxybutinine? Wat is een belangrijke bijwerking? Bij welke patiënten liever niet voorschrijven?
Urologisch spasmolyticum. Obstipatie als bijwerking. Ouderen met cognitieve achteruitgang.
Een man van 82 jaar heeft de huisarts gevraagd om een huisbezoek. Hij merkt dat hij achteruitgaat. Hij was altijd actief, liep iedere dag een
blokje om, ging wekelijks biljarten en deed samen met zijn vrouw de boodschappen in de winkel om de hoek. De laatste tijd merkt hij dat hij
nauwelijks uit de stoel op kan staan en heeft hij moeite met zichzelf te douchen en aan te kleden. Bij navragen heeft hij door de lockdown zijn
activiteiten beëindigd. Zijn kinderen doen de boodschappen en hij komt eigenlijk alleen buiten als het niet anders kan.
Leg uit wat er met patiënt aan de hand kan zijn.
Hoe kan dit vastgesteld worden en wat kan gedaan worden om zijn situatie te verbeteren?
Sarcopenie. Handknijpkracht is een test. Te bestrijden middels intensieve krachttraining en eiwitrijke voeding.
Wat is de formule voor de aniongap?
Aniongap=[Na+]−([Cl−]+[HCO3−])
Waardoor krijg je een heel laag bicarbonaat bij een diabetische ketoacidose?
Door de overmatige productie van H+ verbruik je bicarbonaat.
Er blijkt ook sprake te zijn van een urineweginfectie. De oorzaken voor de incontinentie bij deze patiënt zijn multifactorieel. Ook de behandeling
bestaat daarom uit meerdere componenten.
Zet de stappen in de behandeling in de juiste volgorde:
- Antibiotica
- Fysiotherapie voor training kracht en mobilteit
- Blaastraining
- Bekkenbodemtherapie
Welke kenmerken kunnen gebruikt worden bij het herkennen van een patiënt zonder prognostische modellen met een korte levensverwachting
(korter dan een jaar)?
-frequente heropnames voor hartfalen met exacerbaties
-persisterende symptomen ondanks optimale behandeling
-significant gewichtsverlies
-afhankelijkheid bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL)
-ernstige comorbiditeit
-negatief antwoord op de surprise question: Zou het mij verbazen als deze patiënt binnen 12 maanden overlijdt?
-geen mogelijkheden voor harttransplantatie of LVAD of de patiënt wijst dit af
Wat is het aangewezen beleid om reutelen te verminderen?
Zijligging
Scopolminebutyl
Wat zijn belangrijke signalen van een naderende dood?
Belangrijke signalen van de naderende dood zijn:
- niet of nauwelijks meer eten en drinken
- ernstige vermoeidheid en verzwakking leidend tot volledige bedlegerigheid (Karnofsky
- Performance Status ≤ 30)
- verminderde urineproductie
- snelle, zwakke pols
-koud aanvoelende, soms cyanotische extremiteiten,
- lijkvlekken
- spitse neus (de huid over neus en jukbeenderen verstrakt)
-mverminderd bewustzijn, vaak tot uiteindelijk volledig verlies van bewustzijn enkele uren voor het overlijden
- toenemende desoriëntatie, soms gepaard gaand met hallucinaties en terminale onrust (‘terminal restlessness’ = terminaal delier)
- hoorbare, reutelende ademhaling
- onregelmatige ademhaling kort voor overlijden (Cheyne-Stokes-ademhaling)
Mevrouw Politiek is een 89-jarige weduwe bij wie 3 jaar geleden de diagnose vasculaire dementie is gesteld. Ze woont zelfstandig in een ruim
huis aan de Vinkeveense plassen. Ze heeft 1 betrokken dochter, die met haar gezin in Amsterdam woont (circa 20 minuten rijafstand van haar
moeder). Met de inzet van eenmaal daags thuiszorg, een vaste vrijwilliger, eenmaal per week huishoudelijke hulp en minimaal tweemaal per
week bezoek van dochter blijft het thuis wonen nog prettig en veilig. De laatste weken speelt echter het probleem dat mevrouw overdag buiten
gaat lopen. Zij heeft dan onvoldoende kleding aan die haar tegen de kou beschermd, loopt zeer dicht bij de waterkant en kan vaak haar huis niet
meer terugvinden.
De dochter heeft steeds meer moeite met de situatie. Ze piekert veel, heeft de neiging om vaker naar haar toe te gaan, ondanks dat haar gezin
en haar baan ook de nodigde tijd en aandacht vragen. Ze vraagt eerder dan gebruikelijk een gesprek aan met de casemanager dementie om de
situatie te bespreken.
Noem drie onderwerpen die de casemanager zal willen bespreken, in het kader van de zorgdiagnostiek bij de situatie van mevrouw Politiek.
- Behoefte aan uitbreiden praktische zorg (thuiszorg, huishoudelijke hulp)
- Behoefte aan hulpmiddelen zoals GPS systeem (ivm dwalen)
- Nader uitvragen van draagkracht/draaglast mantelzorger (gezien de combinatie van taken nl mantelzorger, gezin en baan)
- Nagaan veiligheid in de thuissituatie (ivm dwalen in de kou nabij het water)
Noem twee behandelopties om verdere progressie van de contracturen te vertragen.
Mobiliteitstraining door fysiotherapie
Hulpmiddelen als spalken
Benoem twee gevolgen van contracturen.
Pijn en huidletsel
Toenemende immobiliteit
Wat kunnen uitingen zijn van pijn bij patiënten met cognitieve problemen die niet meer verbaal duidelijk kunnen maken dat ze pijn
hebben?
kreunen, grimassen, het versterken van de rimpels in het voorhoofd, het vasthouden van een ledemaat, agitatie, het zich verbijten of een verdrietige blik,
kenmerken van een delier
Hoe is de pijnbeleving bij patiënten met vasculaire dementie ten opzichte van patiënten zonder hersenziekte?
Toename pijnbeleving
Beschrijf hoe in het algemeen fosfaat en het FGF23 elkaar beïnvloeden. Wat kan een verhoogds fosfaat verklaren?
Negatieve feedback tussen fosfaat en FGF23. Hoog fosfaat stimuleert FGF23 en een hoog FGF23 zorgt voor daling fosfaat.
Het lukt niet om het fosfaat te laten dalen. Fosfaatdaling door FGF23 is afhankelijk van een normale nierfunctie.
Welk type incontinentie kan ontstaan ten gevolge van het gebruik van antipsychotica?
Overloopincontinentie
Wat zijn symptomen van een retentieblaas?
pijn in de onderbuik
voortdurend aflopen van een klein beetje urine
gevoel niet te kunnen plassen
Tumor in de onderbuik (dat zal ze waarschijnlijk niet zelf noemen))
acute verwardheid
Wat kun je deze patiënt vertellen over de overleving en het aantal doorgebrachte dagen in het ziekenhuis als je hemodialyse vergelijkt met
conservatieve therapie?
Patiënten die starten met dialyse hebben een langere overleving dan patiënten die kiezen voor conservatieve therapie. De overleving hangt af van de co-morbiditeit en de leeftijd. Mensen die voor hemodialyse kiezen, brengen echter de helft van de winst in overleving door in het ziekenhuis.
Wat zijn drie opties voor vaattoegang voor dialyse?
- Een nieuwe arterioveneuze fistel
- Een loopshunt (graft)
- Dialyse over een centraal veneuze lijn (getunneld of ongetunneld)
Waarom moet je een hyperfosfatemie behandelen?
Vanwege secundaire of teriaire hyperparathyreoïdie
Waar kan polyfarmacie toe leiden?
(meer) bijwerkingen
(meer) interacties
onderbehandeling
overbehandeling
therapie(on)trouw
(onnodige) ziekenhuisopname
(onnodige) kosten, bv. eigen bijdrage geneesmiddelen of verbruik eigen risico
acetylsalicylzuur
hydrochloorthiazide
lisinopril
metoprolol
paroxetine
temazepam
Welke drie kunne leiden tot elektrolyt-/nierfunctiestoornissen?
Hydrochloorthiazide
Lisinopril
Paroxetine
Welke NSAID is gecontra-indiceerd bij hartfalen?
Diclofenac
Wat voor middel is paroxetine?
SSRI
Noem drie bloeddrukregulatie (hypotensie) stoornissen die vooral bij oudere patiënten kunnen optreden en leg uit wat er gebeurt bij deze stoornissen.
- orthostatische hypotensie: systolische bloeddrukdaling van 20 mmHg of meer binnen enkele minuten na overeind komen.
- Postprandiale hypotensie: systolische bloeddrukdaling van 20 mmHg of meer binnen 1,5 uur na maaltijd.
- sinus caroticus syndroom: hypersensitiviteit sinus caroticus, waardoor bloeddrukdaling bij situaties als hoofd draaien, scheren en dragen strakke boord.
Wat is een renale tubulaire acidose?
Metabole acidose met te weinig bicarbonaat door te veel verlies van bicarbonaat of te weinig aanmaak door de nieren. (kan voorkomen bij Sjögren)
Wat is cetirizine? Heeft het valrisico? Wat voor effect op valsrisico?
Antihistaminicum
Geeft spierverslapping en invloed op reactievermogen.
Welke factoren vergroten in het algemeen de kans op gezond ouder worden?
Bewegen, genetische factoren, voldoende groente en fruit, positieve instelling, niet roken, weinig alcohol, geen overgewicht
noem drie oorzaken van hypercalciëmie
Secundaire/tertiaire hyperparathyreoidie
Multipel myeloom (ziekte van Kahler)
Botmetastasen
Op welke wijze kan nierinsufficiëntie leiden tot een ulcus?
Versnelde atherosclerose kan leiden tot perifeer vaatlijden
Wat zijn de DSM-criteria voor een delier?
- Bewustzijnsstoornis met verminderd vermogen om de aandacht te richten, vast te houden of te verplaatsen.
- Een verandering in de cognitieve functie (zoals geheugenstoornis, desoriëntatie, taalstoornis) of de ontwikkeling van een waarnemingsstoornis
die niet eerder is toe te schrijven aan een reeds aanwezige, vastgestelde of zich ontwikkelende dementie. - De stoornis ontwikkelt zich in korte tijd en neigt ertoe in het verloop van de dag te fluctueren.
- Er zijn aanwijzingen vanuit anamnese, lichamelijk onderzoek of laboratoriumuitslagen, dat de stoornis veroorzaakt is door een somatische aandoening.
Je ziet een patiënte van 53 jaar met een langzaam progressieve nierinsufficiëntie regelmatig op de polikliniek. Nu haar klaring onder de 25ml/min
is gedaald heeft zij ook klachten gekregen.
Welke klachten verwacht je bij deze patiënt?
Misselijkheid + maagklachten (uremische toxinen); vermoeidheid (anemie); hyperventilatie (bij metabole acidose); jeuk (uremische toxinen;hyperfosfatemie).
Bij ernstig nierfalen treedt hyperfosfatemie op, terwijl het PTH verhoogd is. PTH geeft normaal gesproken fosfaturie (uitplassen van fosfaat).
Waarom is het fosfaat bij ernstig nierfalen dan toch verhoogd?
(1) Verminderde GFR dus verminderde klaring van fosfaat;
(2) verminderde gevoeligheid van tubuluscellen voor PTH waardoor fosfaat niet goed
wordt uitgescheiden in de urine;
(3) enorm fosfaataanbod uit het bot.