Athena Slides 3 Flashcards

1
Q

Waar richt functionele geriatrie zich op?

A

Herstel van functioneren
Zelfredzaamheid
Kwaliteit van leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar staat het SFMPC model voor?

A

Somatisch, functioneel, maatschappelijk, psychisch en communicatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt gevolgendiagnostiek in?

A

Kijkt naar anatomische, fysiologische en pathologische afwijkingen
Gevolgen voor dagelijks functioneren
Verdere zorgbehoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarin zijn de gevolgen van ziekten ingedeeld?

A

Stoornis = afwezigheid/afwijkingen van lichamelijke structuur of functie
Beperking = vermindering/afwezigheid van mogelijkheid tot normaal leven
Handicap = nadelige positie van persoon als gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van slechtziendheid op latere leeftijd?

A

Maculadegeneratie
Glaucoom
Cataract
Diabetische retinopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van cataract?

A

Vertroebeling lens
Slechter zien in donker
Last van verblinding/schitteringen
Wazig zien
Kleuren vervagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van maculadegeneratie?

A

Vervorming/metamorfopsie
Vlek in midden van zicht
Wazig zien
Moeite met lezen
Problemen met herkennen van gezichten
Relatie met roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van veneuze vaatocclusie?

A

Scotomen
Wazig zicht
Metamorfopsie
Floaters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van diabetische retinopathie?

A

Slechte regulatie DM
Wisselende visus
Floaters
Moeite met kleuren zien
Donkere vlekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerken van presbyacusis?

A

Beide oren aangedaan
Mannen eerder dan vrouwen
Moeite met horen van hoge tonen
Problemen met verstaan van spraak/gesprekken
Oorsuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn algemene klachten van slechthorenden?

A

Extra inspanning
Duizeligheid en oorsuizen
Verminderd discriminatievermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de belangrijkste oorzaak van niet-reversibele blindheid op oudere leeftijd?

A

Maculadegeneratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is neuropathische pijn?

A

Ontstaat door zenuwbeschadiging
Tintelend of branderig van aard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is nociceptieve pijn?

A

Duidt op weefselschade
Voelt stekend of zeurend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is centrale pijn?

A

Pijnprikkels worden na schade zelf gegenereerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn gevolgen van pijn bij ouderen?

A

Verminderde sociale contacten
Verminderde zelfredzaamheid
Angst
Verminderde kwaliteit van leven
Slaapproblemen

17
Q

Wat is de niet-medicamenteuze behandeling voor pijn?

A

Pijneducatie
CGT
Oefentherapie
Krachtoefeningen

18
Q

Wat is de definitie van polyfarmacie?

A

Chronisch gebruik > 5 voorgeschreven middelen over periode van minimaal 3 maanden

19
Q

Waar kan polyfarmacie toe leiden?

A

Meer bijwerkingen
Meer contra-indicaties en interacties
Therapieontrouw
Overbehandeling
Onnodige kosten

20
Q

Wanneer wordt een medicatiebeoordeling gedaan?

A
  • Patiënt > 65 jaar
  • > 5 geneesmiddelen
  • minstens 1 risicofactor
21
Q

Wat zijn de risicofactoren bij medicatiebeoordeling?

A

Verlaagde nierfunctie
Verlaagde cognitie
Verhoogd valrisico
Therapieontrouw
Niet zelfstandig wonend
Ziekenhuisopname

22
Q

Waaruit bestaat de farmacotherapeutische analyse?

A

Welke medicatie wordt ingenomen
Bijwerkingen
Over-/onderbehandeling
Interacties
Evaluatie toedieningsvorm en dosering

23
Q

Waarbij werkt een NSAID heel goed?

A

Gewrichtsproblemen

24
Q

Wat is een belangrijke bijwerking van een ACE-remmer?

A

Hyperkaliëmie

25
Q

Wat is een belangrijke bijwerking van hydrochloorthiazide?

A

Hypokaliëmie en dehydratie

26
Q

Wat is de CHA2DS2-VASc score en waar dient het voor?

A

Tromboserisico (3-6 pt = hoog risico)
- Congestive heart failure
- Hypertension
- Age > 75 years
- Diabetes
- Stroke
- Vasculair disease
- Age 65-74 years
- Sex category (female)