Taak 4 Flashcards

1
Q

Wat is de essentie van een histrionische persoonlijkheidsstoornis (HDP)?

A

Een continu patroon van overdreven emotionaliteit en aandachtzoekend gedrag, beginnend in de vroege volwassenheid en aanwezig in meerdere contexten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe reageren individuen met HDP als ze niet in het middelpunt van de aandacht staan?

A

Ze voelen zich oncomfortabel of ongewaardeerd. Ze kunnen proberen aandacht te trekken door charmant of levendig te zijn, en als dit niet lukt, maken ze vaak een scène of verzinnen een dramatisch verhaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke rol speelt uiterlijk bij mensen met HDP?

A

Ze besteden veel tijd en geld aan hun uiterlijk en gebruiken dit consistent om de aandacht op zichzelf te vestigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe is de spreekstijl van mensen met HDP te kenmerken?

A

Hun spreekstijl is vaak impressionistisch, met weinig detail. Ze uiten sterke meningen met dramatische flair, maar geven vaak geen duidelijke redenen of feiten voor hun standpunten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn mogelijke psychodynamische verklaringen voor HDP?

A
  1. Een onderliggend conflict over acceptatie en relaties met het andere geslacht.
  2. Inconsistente attitudes van opvoeders over seks (seks als zowel vies als opwindend/spannend).
  3. Koude, controlerende opvoeding in de kindertijd, leidend tot een zoektocht naar liefde en zekerheid.
  4. Een dochter-vader band waarbij de dochter flirterig gedrag naar de vader vertoont vanwege het gebrek aan aandacht van de moeder.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke specifieke Early Maladaptive Schemas (EMS) passen bij Histrionische Persoonlijkheidsstoornis (HDP)?

A

Sociale isolatie
Entitlement
Emotionele geremdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat concludeerde het onderzoek van Specht et al. (2009) over het schemadomein ‘beperkte limieten’ in relatie tot cluster B-stoornissen?

A

Het schemadomein ‘beperkte limieten’ medieert de relatie tussen ouderlijke afwijzing en cluster B-stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke schema modes passen bij Histrionische Persoonlijkheidsstoornis (HDP)?

A

Het impulsieve kind
Aandacht zoekend en goedkeuring zoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was het resultaat van het experiment bij taak 2 in de studie van Yovel, Revelle & Mineka (2005) over aandacht bias bij OCPD en HDP?

A

OCPD-mensen waren gepreoccupeerd met kleine details en toonden een lokaal interferentie-effect.

Er was geen bevestiging dat HDP-mensen een globaal interferentie-effect vertoonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke veronderstelling wordt vaak gemaakt over afhankelijkheid in relationele behoeften bij Dependent PD (DPD) en Histrionische PD (HDP)?

A

Er wordt verondersteld dat afhankelijkheid en afhankelijkheid-gerelateerde behoeften een prominente rol spelen in zowel Dependent PD als Histrionische PD, hoewel de stoornissen verschillend zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe verschilt de afhankelijkheid in Dependent PD (DPD) en Histrionische PD (HDP) qua zelfinzicht?

A

Mensen met DPD hebben enigszins inzicht in hoe hun afhankelijkheid hun gedrag beïnvloedt, terwijl mensen met HDP weinig tot geen inzicht hebben in hun afhankelijkheidsbehoeften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke copingstrategieën gebruiken mensen met DPD om hun afhankelijkheid te maskeren?

A

Mensen met DPD gebruiken rationalisatie van verwaarlozend/misbruikend gedrag door verzorgers en ontkenning van interpersoonlijke conflicten om relaties te behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe gaan mensen met HDP om met hun afhankelijkheidsbehoeften volgens Bornstein (1998)?

A

Mensen met HDP gebruiken verplaatsing, ontkenning en onderdrukking om hun afhankelijkheidsbehoeften uit hun bewustzijn te houden en de schijn van onafhankelijkheid te behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe verschillen DPD en HDP in hun oriëntatie op afhankelijkheidsbehoeften?

A

DPD is geassocieerd met een openlijke afhankelijke stijl (passief en submissief), terwijl HDP geassocieerd is met een actieve, manipulatieve oriëntatie die functioneert om onderliggende afhankelijkheid te maskeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke persoonlijkheidsstoornissen zijn vaak geassocieerd met hoge of lage afhankelijkheidsbehoeften?

A
  • Hoge afhankelijkheidsbehoeften: Borderline en narcistische persoonlijkheidsstoornissen.
  • Lage afhankelijkheidsbehoeften: Schizoïde en antisociale persoonlijkheidsstoornissen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de definitie van Narcistische Persoonlijkheidsstoornis volgens de DSM-IV?

A

Een pervasief patroon van grandiositeit, behoefte aan bewondering en gebrek aan empathie, beginnend op jongvolwassen leeftijd en aanwezig in verschillende contexten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe zien mensen met Narcistische Persoonlijkheidsstoornis zichzelf in vergelijking met anderen?

A

Ze geloven dat ze ‘bijzonder’ en uniek zijn en alleen begrepen kunnen worden door andere bijzondere mensen of instellingen met een hoge status.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe gaan mensen met Narcistische Persoonlijkheidsstoornis om met anderen?

A

Ze exploiteren anderen, gebruiken hen voor eigen voordeel of gewin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe verklaart de psychodynamische theorie het ontstaan van Narcistische Persoonlijkheidsstoornis?

A

NPD ontstaat door kindertijdervaringen met koude, afwijzende ouders, wat leidt tot een kwetsbaar zelfvertrouwen en een behoefte aan erkenning en bewondering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een alternatieve theorie over het ontstaan van Narcistische Persoonlijkheidsstoornis?

A

Het kan voortkomen uit te liefhebbende ouders die het kind onrealistische ideeën over grandiositeit geven, wat vaker voorkomt bij eerstgeborenen en enige kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke Early Maladaptive Schemas (EMS) passen bij Narcistische Persoonlijkheidsstoornis?

A

Mistrust, sociale isolatie, kwetsbaarheid voor schade, entitlement, emotionele geremdheid.

22
Q

Welke schema modes passen bij Narcistische Persoonlijkheidsstoornis?

A

Self-aggrandizer, detached self-soother, attention/approval seeker, bully/attack.

23
Q

Wat zijn de positieve gevolgen van narcisme?

A

Narcisten zijn minder depressief, extravert, worden vaak in het begin aardig gevonden en hebben betere publieke prestaties.

24
Q

Wat zijn de negatieve gevolgen van narcisme?

A

Narcisten zoeken veel aandacht, hebben te veel zelfvertrouwen en een gebrek aan empathie, wat samenwerken moeilijk maakt.

25
Q

Welke groep beroemdheden scoorde het hoogst op narcisme?

A

Reality-tv persoonlijkheden scoorden het hoogst op narcisme, gevolgd door comedians, acteurs en musici.

26
Q

Wat verklaart de hoge narcisme scores bij reality-tv persoonlijkheden?

A

Reality-tv biedt beroemdheid zonder talent, wat aantrekkelijk is voor narcisten. Daarnaast kunnen narcisten vanwege hun drama en likeability vaker gecast worden.

27
Q

Welke narcistische eigenschappen scoorden reality-tv persoonlijkheden het hoogst op?

A

Reality-tv persoonlijkheden scoorden het hoogst op trots (ijdelheid) en zelfvoorziening.

28
Q

Welke beroemdheden scoorden het hoogst op exhibitionisme en superioriteit?

A

Comedians scoorden het hoogst op exhibitionisme, superioriteit, autoriteit, uitbuiting en het gevoel van bevoorrecht zijn.

29
Q

Hoe verschillen vrouwelijke beroemdheden van mannelijke beroemdheden op het gebied van narcisme?

A

Vrouwelijke beroemdheden vertoonden meer narcistische trekken dan mannen, vooral op exhibitionisme, superioriteit en ijdelheid.

30
Q

Wat is grandioos narcisme?

A

Grandioos narcisme wordt gekenmerkt door arrogantie, exploitatie van anderen, gebrek aan empathie, en een overtuiging dat anderen jaloers zijn. Deze personen geloven dat ze superieur zijn en kunnen soms agressief of exhibitionistisch zijn.

31
Q

Wat is kwetsbaar narcisme?

A

Kwetsbaar narcisme wordt gekenmerkt door een laag zelfbeeld, gevoelens van hulpeloosheid, schaamte, en een sterke gevoeligheid voor kritiek. Deze personen trekken zich terug wanneer hun speciale behoeften niet vervuld worden en reageren met woede of schaamte als hun status bedreigd wordt.

32
Q

Wat zijn de verschillen in persoonlijkheidsprofielen tussen grandioos en kwetsbaar narcisme? (Neuroticisme)

A

Grandioos narcisme gaat samen met vijandigheid, extraversie en laag neuroticisme. Kwetsbaar narcisme gaat samen met hoog neuroticisme, wat duidt op emotionele instabiliteit.

33
Q

Welke kwetsbare eigenschappen werden vaak gezien bij grandioos narcisme?

A

Bij personen met grandioos narcisme kwamen kwetsbare eigenschappen naar voren zoals: reageren met schaamte of boosheid bij een bedreigde status, niet goed reageren op kritiek, extreem overstuur zijn als ze onjuist behandeld worden, en een behoefte aan bewondering.

34
Q

Welke grandioze eigenschappen komen soms voor bij kwetsbaar narcisme?

A

Personen met kwetsbaar narcisme vertonen soms grandioze eigenschappen zoals: aandacht zoeken, een opgeblazen zelfbeeld, agressief gedrag, gedrevenheid naar succes, en manipulatief gedrag voor eigen gewin.

35
Q

Wat was een belangrijke bevinding over grandioos en kwetsbaar narcisme?

A

Zowel clinici als professoren rapporteerden dat mensen met grandioos narcisme ook periodes van kwetsbaar narcisme vertoonden, terwijl er minder bewijs was voor het omgekeerde (kwetsbare personen die grandioze eigenschappen vertoonden).

36
Q

Wat suggereert de studie over de fluctuatie tussen grandioos en kwetsbaar narcisme?

A

De studie ondersteunt het idee dat personen met grandioos narcisme periodes van kwetsbaar narcisme kunnen hebben, wat suggereert dat deze twee vormen van narcisme kunnen fluctueren binnen dezelfde persoon.

En dan voornamelijk grandioos -> kwetsbaar

37
Q

Hoe verschilt de relatie tussen narcisme en agentic versus communal zelfbeelden?

A

Narcisme is positief gecorreleerd met zowel expliciete als impliciete agentic zelfbeelden (zoals dominantie), maar niet met expliciete of impliciete communal zelfbeelden (zoals vriendelijkheid).

38
Q

Wat liet de Thematic Apperception Test (TAT) zien over narcisme?

A

De TAT toonde dat narcisten impliciet positief reageren op agentic domeinen zoals macht, maar negatief op communal domeinen zoals intimiteit en verbinding.

39
Q

Hoe beïnvloeden agentic en communal domeinen de associatie tussen narcisme en zelfbeeld?

A

De associatie tussen narcisme en impliciet zelfvertrouwen hangt af van of de metingen gericht zijn op agentic domeinen (positief gecorreleerd) of communal domeinen (niet gecorreleerd).

40
Q

Wat zegt een studie over het idee dat narcisme een masker is voor een laag zelfbeeld?

A

De studie wijst erop dat narcisme niet een positief zelfbeeld is dat een negatief zelfbeeld verbergt. In plaats daarvan hebben narcisten een ongebalanceerd zelfbeeld, met positieve agentic zelfbeelden en neutrale communal zelfbeelden

41
Q

Wat blijkt uit onderzoek over hoe narcisten zichzelf zien op impliciete metingen?

A

Narcisten hebben een positief zelfbeeld als het gaat om eigenschappen zoals dominantie en succes. Ze hebben echter geen sterk positief of negatief zelfbeeld als het gaat om sociale eigenschappen zoals vriendelijkheid.

42
Q

Wat zegt een studie over de zelfperceptie van narcisten?

A

De resultaten suggereren dat narcisten geen verborgen negatieve gevoelens over zichzelf hebben. In plaats daarvan hebben ze een sterk positief zelfbeeld als het gaat om assertiviteit en macht, maar een neutraal zelfbeeld als het gaat om sociale relaties en verbinding.

43
Q

Wat is ego-dreiging en hoe beïnvloedt het narcisten?

A

Ego-dreiging verwijst naar situaties waarin mensen kritiek ontvangen of zich niet gerespecteerd voelen. Narcisten, met hun fragiele zelfbeeld, reageren vaak agressief op ego-dreigingen. Dit wordt “narcistische woede” genoemd en is sterker in situaties van vernedering of kritiek.

44
Q

Welke vormen van agressie worden geassocieerd met narcisme?

A

Narcisme is gerelateerd aan verschillende vormen van agressie, zoals fysieke agressie (slaan, schoppen), verbale agressie (schelden, schreeuwen), directe agressie (gericht op een persoon) en indirecte agressie (roddelen). Narcisten plegen ook vaak offline pesten, meer dan online pesten.

45
Q

Wat zijn reactieve en proactieve agressie in relatie tot narcisme?

A

Narcisten vertonen zowel reactieve agressie (impulsieve reacties op bedreigingen) als proactieve agressie (gecalculeerde acties om doelen te bereiken, zoals dominantie). Ze zijn gevoeliger voor provocatie, wat leidt tot meer reactieve agressie, maar kunnen ook strategisch agressief gedrag vertonen.

46
Q

Hoe beïnvloedt provocatie de agressie van narcisten?

A

De link tussen narcisme en agressie is sterker onder provocerende omstandigheden, zoals kritiek of bedreigingen voor status. Agressie kan ook optreden zonder directe provocatie, omdat narcisten anderen als inferieur beschouwen en daardoor agressief reageren.

47
Q

Hoe verschillen grootheidsnarcisme en kwetsbaar narcisme in relatie tot agressie?

A

Zowel grootheidsnarcisme (overdreven zelfbeeld) als kwetsbaar narcisme (hypersensitiviteit en onzekerheid) zijn verbonden met agressief gedrag. Grootheidsnarcisten zijn vaak openlijk arrogant, terwijl kwetsbare narcisten defensief en emotioneel reageren op bedreigingen. Beide vormen zijn echter geassocieerd met verhoogde agressie.

48
Q

Wat is het verschil tussen normaal narcisme en pathologisch narcisme?

A

Normaal narcisme en pathologisch narcisme zijn beide gerelateerd aan agressie, maar pathologisch narcisme (zoals bij Narcistische Persoonlijkheidsstoornis) toont een sterkere correlatie. Dit komt door de ernstiger psychologische problemen bij pathologische narcisten, wat hun agressie kan verergeren.

49
Q

Wat is het verband tussen narcistische kwetsbaarheid en PTSS?

A

Narcistische kwetsbaarheid vergroot de kans op het ontwikkelen van PTSS, omdat mensen met narcisme traumatische gebeurtenissen ervaren als een aantasting van hun narcistische zelfbeeld. Dit gebeurt doordat ze zich onkwetsbaar en sterk voelen, en een trauma hen confronteert met hun kwetsbaarheid.

50
Q

Wat gebeurt er met het zelfbeeld van narcisten na een traumatische gebeurtenis?

A

Na een traumatische gebeurtenis kunnen narcisten niet langer ontkennen dat ze ook kwetsbaar zijn. Hun gevoel van uniekheid en onschadelijkheid verdwijnt, en ze worden geconfronteerd met angsten en gevoelens van inadequaatheid.

51
Q

Wat zijn de belangrijkste bevindingen met betrekking tot narcistische kwetsbaarheid en PTSS?

A

Personen die acute en chronische PTSS ontwikkelden, hadden significant hogere niveaus van narcistische kwetsbaarheid in de eerste week na de traumatische gebeurtenis. De scores op narcistische kwetsbaarheid voorspelden PTSS met een hoge sensitiviteit.

52
Q

Hoe goed voorspelt narcistische kwetsbaarheid de ontwikkeling van PTSS?

A

De scores op narcistische kwetsbaarheid voorspelden de ontwikkeling van PTSS met een sensitiviteit van 81.6% na 1 maand en 85.1% na 4 maanden, maar de specificiteit was lager, met 40.4% en 38% respectievelijk.

Dus hoe hoger het level van Narcistische kwetsbaarheid hoe meer kans op PTSS.