Taak 2 Flashcards
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van vermijdende persoonlijkheidsstoornis?
- Vermijding van sociale situaties en gevoelens van ontoereikendheid.
- Hypersensitief voor negatieve evaluatie en kritiek.
- Gedrag komt naar voren in de late kindertijd of vroege adolescentie.
- Problemen in verschillende contexten: werk, sociale situaties en persoonlijke interacties.
Hoe beïnvloeden angst en onzekerheid het gedrag van mensen met een vermijdende persoonlijkheidsstoornis?
- Ze zijn bang voor kritiek, afkeuring en afwijzing.
- Automatische veronderstelling dat anderen ook kritisch zijn.
- Vermijden school, werk en groepsactiviteiten door deze angsten.
Welke sociale interacties vermijden mensen met een vermijdende persoonlijkheidsstoornis?
- Vermijden interacties met vreemden.
- Nemen geen risico’s, participeren niet in nieuwe situaties.
- Accepteren geen promoties die meer verantwoordelijkheid met zich meebrengen.
Wat is de relatie tussen vermijdende persoonlijkheidsstoornis en sociale fobie?
- Klachten lijken op die van sociale fobie.
- Mensen met deze stoornis ervaren verlegenheid en sterke geremdheid.
- Schaamte voor innerlijke of uiterlijke tekortkomingen, die sterk uitvergroot worden.
Wat geloven sommige clinici over vermijdende PS en sociale angststoornis?
Clinici beschouwen beide stoornissen als onderdeel van een breder sociaal angstspectrum.
Dit wordt ondersteund door bewijs dat de symptomen van vermijdende PS verergeren als deze comorbide is met SAD.
Wat is de genetische link tussen vermijdende persoonlijkheidsstoornis (PS) en sociale angststoornis (SAD)?
Er is bewijs van een genetische link tussen de twee stoornissen.
Individuen gediagnosticeerd met een van de twee hebben een verhoogde kans (2-3 keer) dat hun eerstegraadsfamilieleden ook gediagnosticeerd worden met een van de stoornissen.
Wat is de relatie tussen familiegeschiedenis en vermijdende persoonlijkheidsstoornis (ADP)?
De kans op ADP verhoogt binnen families als iemand de diagnose krijgt.
Dit is vergelijkbaar met de relatie tussen ADP en sociale fobie (SP).
Welke kindertijd- en adolescentiefactoren worden geassocieerd met vermijdende persoonlijkheidsstoornis (ADP)?
Slechtere atletische prestaties in de kindertijd en adolescentie
Minder betrokkenheid in hobby’s
Minder populair tijdens de adolescentie
Hogere niveaus van fysieke en emotionele mishandeling
Hoe kan lage zelfwaarde en schaamte bij ADP verklaard worden?
ADP is geassocieerd met lage zelfwaarde en gevoelens van schaamte en schuld.
Dit kan voortkomen uit negatieve ervaringen in de kindertijd en slechte prestaties in de kindertijd.
Het is echter onduidelijk of deze ervaringen oorzaken of gevolgen van ADP zijn.
Welke twee belangrijke EMS’s (Early Maladaptive Schemas) zijn geïdentificeerd bij afhankelijke persoonlijkheidsstoornis (DPD)?
- Verlating/Instabiliteit
- Falen
Deze schema’s weerspiegelen zorgen over gehechtheid en afhankelijkheid, waarbij individuen bang zijn voor verlating en zich niet in staat voelen zelfstandig te functioneren.
Wat beschrijft de theorie van Millon (1967) over vermijdende persoonlijkheden?
Vermijdende personen zijn hypersensitief voor mogelijke afwijzing en vernedering en vermijden sociale situaties.
Ze hebben een lage tolerantie voor negatieve emoties en gebruiken vermijdende strategieën om zichzelf te beschermen tegen pijn veroorzaakt door emoties.
Door constante gevoelens van ontoereikendheid en negatieve zelfwaarde lijden ze aan pijnlijke gedachten die ze actief proberen te onderdrukken.
Wat zegt de theorie van Beck en Freeman (1990) over vermijdende persoonlijkheidsstoornis (APD)?
Hoewel vermijding normaal is, is het bij APD veel intensiever en alomtegenwoordig.
Mensen met APD geloven dat ze negatieve emoties niet kunnen verdragen, wat leidt tot gedragsmatige vermijding.
Deze disfunctionele overtuigingen houden de vermijding in stand en versterken negatieve emoties zoals angst en dysforie.
Hoe beschrijft Cloninger’s psychobiologische theorie mensen met APD?
Er is een sterke associatie tussen APD en schadevermijding.
Mensen met APD vermijden zoveel mogelijk risico’s en zoeken geen opwinding.
Deze vermijdingsdrang is gericht op het beschermen tegen emotionele schade en nieuwe ervaringen.
Welke vier dimensies van emotionele vermijding zijn er?
- Cognitieve uitingen van emotionele vermijding
- Gedragsmatige uitingen van emotionele vermijding
- Negatieve overtuigingen over het ervaren van emoties
- Sociale angsten over het uiten van emoties
Mensen met APD vermijden ook positieve emoties, wat consistent is met hun hypersensitiviteit voor negatieve evaluaties.
Wat concludeerden Lobbestael & Arntz (2012) over studenten met vermijdende overtuigingen?
Studenten met vermijdende overtuigingen waren sneller geneigd te denken dat mensen hen afwijzen in sociale situaties.
Wanneer niemand de hoofdpersoon begroette, gingen ze ervan uit dat mensen liever met anderen praatten.
Welke overtuigingen en gedragingen vertonen mensen met vermijdende persoonlijkheidsstoornis (APD) in verband met emoties?
Mensen met APD hebben meer negatieve overtuigingen over het ervaren van emoties.
Ze vermijden positieve emoties en maken zich meer zorgen over het tonen van emoties in sociale situaties in vergelijking met anderen.
Wat is de rol van negatief affect in de variatie van vermijdende persoonlijkheidsstoornis (APD)?
Negatief affect verklaart een groot deel van de variatie in APD.
Emotionele, nieuwe en niet-sociale vermijdingspatronen dragen slechts een klein deel bij.
Vermijding ontstaat vaak als reactie op verschillende interne en externe gebeurtenissen.
Wat zijn de twee dimensies van het “circumplex model of interpersonal behavior”?
De verticale as kwantificeert de status, macht of controle die iemand claimt -> vaak dominantie genoemd.
De horizontale as beschrijft hoeveel vriendelijkheid of liefde iemand toont -> vaak affiliatie genoemd.
Hoe worden narcistische, histrionische en afhankelijke persoonlijkheidsstoornissen geassocieerd met interpersoonlijk gedrag? Dominatie/affiliatie
Narcistische PD: hoge dominantie.
Histrionische PD: zowel hoge dominantie als affiliatie.
Afhankelijke PD: lage dominantie, maar redelijk hoge affiliatie
Wat is het belangrijkste verschil in niet-assertief gedrag tussen afhankelijke en vermijdende persoonlijkheidsstoornissen?
Afhankelijke mensen zijn niet assertief uit angst om verlaten te worden.
Vermijdende mensen zijn niet assertief door hun negatieve zelfbeeld.
Wat werd er onverwacht gevonden over gedragsvariabiliteit bij mensen met persoonlijkheidsstoornissen?
Mensen met persoonlijkheidsstoornissen vertoonden meer variabiliteit in hun gedrag tijdens rollenspellen, wat suggereert dat er geen vermindering van gedragsvariabiliteit is bij PD.
Wat zijn de twee vormen van disfunctie in afhankelijke persoonlijkheidsstoornis (DPD) volgens Lobbestael & Arntz? En met welke ems correleert het?
Gehechtheid: correleert met het EMS ‘verlating/instabiliteit’.
Afhankelijkheid: correleert met het EMS ‘falen’.
Zijn de EMS stabiel
Sommige meer dan anderen, 3 van de 12 niet.
EMS zou daarnaast een prognose indicatie kunnen geven voor therapie uitkomst
Hoe beïnvloeden overbeschermde of autoritaire ouders de autonomie van hun kinderen?
Kinderen van overbeschermde of autoritaire ouders ontwikkelen vaak geen gevoel van autonomie. Ze kunnen afhankelijk worden van anderen omdat ze niet de kans krijgen om zelf beslissingen te nemen of onafhankelijk te handelen.