Systeem Aarde 2.3 Flashcards

1
Q

Wat is het (belangrijkste) verschil tussen verwering en erosie?

A

Bij erosie schuurt er wat, bij verwering niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de typen verwering

A
  1. mechanische/fysische verwering
  2. chemische verwering
  3. organogene verwering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem twee vormen van mechanische verwering en leg ze uit.

A
  1. vorstverwering: regenwater sijpelt in kleine scheuren van gesteente. ‘s Nachts bevriest het en zet het uit. Overdag dooit het weer. Uiteindelijk kan het gesteente compleet splijten.
  2. door temperatuurverschillen: overdag wordt het gesteente heet en ‘s nachts koelt het weer af. Het zet uit en krimpt, waardoor er kleine scheuren ontstaan. Uiteindelijk valt het uit elkaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is chemische verwering?

A

De samenstelling van een gesteente verandert tijdens het uiteenvallen en lost op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem twee voorbeelden van organogene verwering en bij welk ander type verwering je zou kunnen indelen.

A
  1. door groeiende plantenwortels (mechanisch/fysisch)
  2. door zuren van dieren/planten (chemisch)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heten oplossingsverschijnselen in kalksteen?

A

karstverschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem vier soorten erosie.

A
  1. door gletsjers
  2. door de wind
  3. door rivieren en smeltwater
  4. door de zee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vorm hebben dalen uitgesleten door gletsjers?

A

U-dalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is morene?

A

Puin dat wordt meegevoerd en neergelegd door gletsjers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke vorm hebben dalen uitgesleten door rivieren?

A

V-dalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de stootoever en wat is de glijoever van een rivier?

A

Bij een meanderende rivier is de stootoever de kant waar de oever wordt uitgesleten en de glijoever waar sedimentatie voordoet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer meandert een rivier?

A

Wanneer een rivier door een vlak gebied stroomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly