Systeem Aarde 2.1 Flashcards
Noem de vier sferen op aarde
- atmosfeer
- lithosfeer
- hydrosfeer
- biosfeer
Noem de vier lagen van de atmosfeer in volgorde van laag naar hoog
- troposfeer
- stratosfeer
- mesosfeer
- thermosfeer
Noem van elke van de vier lagen van de atmosfeer een kenmerk
troposfeer: het weer speelt zich er af
stratosfeer: ozon/toename temperatuur
mesosfeer: afname temperatuur
thermosfeer: hele ijle lucht
In welke laag van de atmosfeer zitten de broeikasgassen?
In de troposfeer
Wat doet ozon?
Ozon houdt de schadelijke straling van de zon tegen en beschermt tegen huidkanker
Hoe verandert de hydrologische kringloop tijdens een ijstijd?
Tijdens een ijstijd zijn er minder planten, dus minder transpiratie. Er zal wel water uit de oceaan verdampen, evaporatie. Die zal in plaats van als regen in de vorm van sneeuw vallen op het land. Daardoor groeien de ijskappen. Er zal minder ijs smelten, dus er zal minder water via infiltratie en afvoer via de rivieren in de zee komen. De zeespiegel zal dalen.
Waaruit blijkt dat er stralingsbalans moet zijn?
De temperatuur op aarde blijft over langere tijd vrij constant.
Hoe komt het dat er meer warmte kan worden uitgestraald vanaf de aarde dan er zonne-energie wordt geabsorbeerd door het aardoppervlak?
De warmte die wordt teruggestraald vanaf het aardoppervlak wordt door wolken en broeikasgassen teruggekaatst naar het aardoppervlak. Zo kan er meer worden uitgestraald dan er geabsorbeerd wordt.
Hoe heeft de breedtegraad invloed op de energiebalans?
- hoe hoger de breedtegraad, hoe verder de zonnestralen moeten reizen, en hoe meer warmteverlies
- hoe hoger de breedtegraad, hoe groter het gebied waarover de zonnestralen verdeeld moeten worden
Hoe worden de extreme plaatselijke verschillen in energiebalans op aarde gecompenseerd/verminderd?
Het overschot bij de tropen leidt tot een transport van warmte naar de polen toe en andersom.