Globalisering - Hoofdstuk 2 - begrippen Flashcards

1
Q

absolute afstand

A

Afstand die hemelsbreed wordt gemeten in kilometers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

absolute ligging

A

Ligging van een plaats op de aarde, vastgelegd in een coördinatenstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

afstandsverval

A

De afname (van de intensiteit) van een verschijnsel naarmate de afstand ten opzichte van een centraal punt toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

amerikanisering

A

Overname van Amerikaanse waarden en normen, maar ook van economische elementen, in andere cultuurgebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

andersglobalist

A

Persoon die deel uitmaakt van een politieke beweging die de globalisering in zijn geheel of op belangrijke onderdelen afwijst vanwege de negatieve gevolgen op bijvoorbeeld de democratische besluitvorming, de duurzaamheid of de sociale ongelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

BRICS-landen

A

Politieke en economische organisatie van Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika die zich (met uitzondering van Zuid-Afrika) in een vergelijkbaar stadium van economische ontwikkeling bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

burgerschap

A

De rechten en de plichten die voortvloeien uit de nationaliteit van een persoon, zoals zijn politieke rechten en het recht op onderwijs of medische voorzieningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

centrumland

A

Land in een hoogontwikkelde rijke regio van het wereldsysteem, waarin de economische en politieke macht is geconcentreerd. Heet ook wel kernland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dekolonisatie

A

Het staatkundig soeverein worden van een vroegere kolonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

europeanisering

A

Overname van Europese waarden en normen, maar ook van politieke en economische elementen, in andere cultuurgebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fragmentarische modernisering

A

Het naast elkaar voorkomen van moderne en traditionele economische activiteiten in hetzelfde gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

global shift

A

De verschuiving van het economische zwaartepunt in de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hegemoniale staat

A

Staat die met economische, financiële, politieke en militaire middelen een dominerende rol speelt in het wereldsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

imperialisme

A

Proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen uitbreiden door gebieden te veroveren en te controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

informatietechnologie

A

De techniek die wordt ingezet voor de verzending of uitwisseling van informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

internationale arbeidsverdeling

A

De verdeling van de agrarische, industriële en dienstverlenende activiteiten over de landen van het wereldsysteem

17
Q

kapitaalstroom

A

De verplaatsing van geldstromen die te maken hebben met investeringen in de productiecapaciteit van een het wereldsysteem

18
Q

kolonialisme

A

Systeem waarin vooral Europese landen (overzeese) gebieden bezetten uit economische en/of strategische overwegingen of als potentieel vestigingsgebied

19
Q

mondiaal transnationaal netwerk

A

Economisch en/of sociaal netwerk van bedrijven, instellingen en personen, dat zich over een groot aantal landen (wereldwijd) uitstrekt

20
Q

multinationale onderneming

A

Onderneming met vestigingen in landen verspreid over de hele wereld

21
Q

multipolaire wereld

A

Wereldsysteem met meerdere economische machtscentra

22
Q

nieuwe internationale arbeidsverdeling

A

Veranderende verdeling van economische activiteiten over de landen van het wereldsysteem

23
Q

opkomende grootmacht

A

Een economisch snelgroeiend land, dat zijn politieke invloed in de wereld sterk zou kunnen uitbreiden

24
Q

Pacific Rim

A

Regio’s of landen rondom de Grote Oceaan die een snelle economische groei doormaken

25
Q

periferie

A

Regio in het wereldsysteem waar de economische activiteiten sterk zijn afgestemd op de belangen van de kernlanden. Er is een lage productiviteit en een laag inkomen per inwoner, een eenzijdige economische structuur en een fragmentarische ontwikkeling

26
Q

productieketen

A

Alle schakels in het productieproces, vanaf het winnen van de delfstoffen of het voortbrengen van de landbouwproducten tot aan de verkoop van de eindproducten

27
Q

relatieve afstand

A

Afstand die uitgedrukt wordt in tijd, moeite of kosten

28
Q

relatieve ligging

A

Ligging ten opzichte van andere locaties uit het oogpunt van bereikbaarheid en toegankelijkheid

29
Q

semiperiferie

A

Regio die qua economische en politieke macht een middenpositie inneemt tussen centrum en periferie. Wordt gekenmerkt door een behoorlijke industrialisatiegraad en een behoorlijke afzet van de productie in de kernregio’s van het wereldsysteem

30
Q

staat

A

Begrensd gebied waar de bewoners soeverein zijn en dat bestuurd wordt door een gezaghebbend orgaan

31
Q

tijd-ruimtecompressie

A

Proces van afnemende relatieve afstanden, vooral als gevolg van de technologische ontwikkeling en nieuwe vormen van infrastructuur

32
Q

transportnetwerk

A

Netwerk van vervoersstromen met hubs (knooppunten) en spokes (de verbindingen daartussen)

33
Q

transporttechnologie

A

Technische middelen die gebruikt worden voor het vervoer van goederen, mensen en informatie

34
Q

triade

A

Driedeling van het wereldsysteem, waarbij de delen aangestuurd worden vanuit Noord-Amerika, Europa en Japan

35
Q

uitschuiving

A

Verplaatsing van economische activiteiten vanuit een economisch verder ontwikkeld gebied naar gebieden met lagere lonen

36
Q

Wereldhandelsorganisatie (WTO)

A

Organisatie die gericht is op het liberaliseren van de wereldeconomie

37
Q

wereldsysteem

A

Samenhangend geheel van landen met hun onderlinge politieke, culturele en economische relaties, bestaande uit kernlanden, perifere en semiperifere gebieden

38
Q

Zuid-Zuidinvestering

A

Buitenlandse investering tussen de landen die gerekend worden tot de periferie of de semiperiferie