Systeem Aarde 1.1 Flashcards

1
Q

Wat is het actualiteitsbeginsel?

A

Principes/processen die vroeger golden gelden nu nog steeds, en andersom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef een korte uitleg van hoe het zonnestelsel is ontstaan.

A

Ongeveer 4.6 miljard jaar geleden.
In een kleine nevel ontstonden door samentrekking en zwaartekracht concentraties van deeltjes. De grootste massa werd een ster (de zon), daar rondom planeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken van de kern

A

Bestaat uit voornamelijk ijzer
Binnenkern: hard gesteente
Buitenkern: vloeibaar gesteente
Temperatuur tussen 5000 en 6000 C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kenmerken van de aardmantel

A

Bestaat voornamelijk uit magnesium en ijzer
Temperatuur tussen 2800 en 1800 C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kenmerken aardkorst, met onderscheid tussen continentaal en oceanisch

A

Buitenste, dunne laag.
Continentaal: 30-70 km, veel graniet
Oceanisch: vanaf 7 km, basalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lithosfeer

A

Bestaat uit de aardkorst en het harde/vaste deel van de buitenmantel
60 tot 150 km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Astenosfeer

A

Ligt onder de lithosfeer
Plastisch gesteente
60 tot 400 km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem een inwendige en een uitwendige bron van warmte voor de aarde.

A

Inwendig:
- radioactiviteit van sommige gesteenten
- bij het ontstaan van de aarde kreeg ze al warmte mee
- warmte die vrijkwam bij vroegere meteorietinslagen hoopte zich in de aarde op
Uitwendig:
- de zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly