Studietaak 5 Flashcards
Welke 4 als-dan rederneringen zijn er?
- Modus ponens.
-> geldig. - Modus tollens.
-> geldig. - Bevestigen van het consequent.
-> ongeldig. - Ontkennen van het antecedent.
-> ongeldig.
Wat zijn de twee bepalende factoren voor de sterkte van een inductieve generalisatie?
- Grote steekproef.
- Represenatativiteit.
Welke twee typen schattingen gebruiken onderzoekers om te generaliseren naar de populatie?
- De 9relatieve) frequentie van bepaalde gebeurtenissen.
- De (relatieve) frequentie van combinaties van gebeurtenissen.
Onvoorwaardelijke kansen berekenen
Dee de randfrequenties door het algemene totaal.
Beschrijf de 3 stappen van de hypothetisch-deductieve methode
- Verklarende hypothese opstellen.
- Voorspelling.
- -> passief observeren of actief creëren.
-> op basis van de hypothese en de voorgestelde actie kunnen we nu een voorspelling afleiden in een als-en-dan schema.
en= de voorgetelde actie; de manier van aanpak.
Voorwaardelijke kansen berekenen
gegeven dat… P (donder-bliksem) een cel delen door het rijtotaal.
Voorzichtige voorspelling
Heel algemeen, weinig specifiek.
Zegt weinig over het waarheidsgehalte.
Wat stel je eerst op in de H-D methode: een hypothese of een voorspelling?
De hypothese
Beschrijf het als-en-dan-en-daarom schema
- Als
-> hypothese/theorie. - En
-> Actie. - Dan
-> voorspelling. - En
-> resultaten. - Daarom
-> conclusie.
Samenhang
Het gegeven dat sommige gebeurtenissen relatief vaker voorkomen in combinatie met andere gebeurtenissen.
Gedurfde voorspelling
Een lage waarschijnlijkheid om uit te komen; hierdoor is het informatief voor het waarheidsgehalte.
-> want als het uitkomt is het niet waarschijnlijk dat het door toeval komt.
Op welke als-dan-logica zijn de confirmatie en de falsificatie methoden gebasseerd?
- Confirmatie-> Bevestigen van het consequent.
- Falsificatie-> modus tollens; deductief en logisch juist.