Studietaak 3 Flashcards

1
Q

Tegen welke drie assumpties over de aard van wetenschappelijke kennis en vooruitgang verzet Kuhn zich?

A

Tegen de assumpties van de logisch positivisten:

  1. Dat wetenschappelijke kennis zich cumulatief vergroot-> truth approximation.
  2. Dat wetenschappelijke kennis objectief is.
  3. Dat wetenschappelijke ontwikkeling een rationeel proces is.
  4. Dat wetenschappers zelf kritisch zijn (Popper).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Paradigma

A

Een overkoepelend begrip dat de algemene benadering binnen een wetenschappelijke discipline kenmerkt. Een paradigma is dus veelomvattender dan een theorie of een denkkader. Het is een coherent geheel aan theorieën, geaccepteerde meetinstrumenten, onderzoeksmethodieken en basisaannamen.
-> genereerd onderzoeksvragen: puzzels.
-> Steeds meer uitbreiding en verfijning.
-> voorbeeld in de psychologie; behaviorisme, cognitivisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem de 4 stadia van wetenschappelijke ontwikkeling volgens Kuhn.

A
  1. Pre-paradigmatische fase.
  2. Normale wetenschap.
  3. Crisis.
  4. Revolutie/ paradigmaverschuiving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pre-paradigmatische fase

A

In dit stadium zijn er nog geen gedeelde basisaannamen of theorieën. Er bestaat ook nog geen overeenstemming over welke problemen nu precies essentieel zijn voor het onderzoeksgebied. Er is ook nog geen gedeeld vocabulaire.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe/ waardoor vindt de overgang van de pre-paradigmatische fase naar de fase van normale wetenschap plaats?

A

Door een belangrijk boek of studie, die het probleemveld herdefinieert of nieuwe onderzoeksmethoden uitvindt-> vervolgens wordt dit uitgediept.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Normale wetenschap

A

De fase waarin niet meer wordt getwijfeld aan de juistheid van het paradigma: er vindt verdere uitbreiding en verfijning plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke drie oplossingen zijn er wanneer een crisis een kritische houding ten opzichte van het paradigma veroorzaakt?

A
  1. Er worden oplossingen binnen het paradigma gevonden.
  2. Het wordt voorlopig genegeerd.
  3. Het blijft onopgelost; tot er een oplossing komt van buiten het paradigma-> revolutie/ paradigmaverschuiving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Crisis fase

A

Er ontstaan anomalieën, met vier mogelijke gevolgen:
1. Het wordt weg verklaard.

  1. Het wordt genegeerd.
  2. Er worden aanpassingen aangebracht, zodat het alsnog binnen het paradigma past.
  3. Er ontstaat een kritische houding ten opzichte van het paradigma.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Incommensurabiliteit

A

Niet meetbaar met een en dezelfde maatstaf. Kuhn stelt dat paradigma’s incommensurabel zijn omdat ze zo fundamenteel van elkaar verschillen dat er geen gedeelde standaard is waarmee ze goed met elkaar vergeleken kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Revolutie/ paradigmaverschuiving

A

Wanneer er na een crisis een nieuw paradigma wordt aangenomen.
-> Er gaat meestal een generatie overheen, volgens Kuhn, voordat dit paradigma weer in de fase van normale wetenschap verkeert.
(de pre-paradigmatische fase wordt hierbij overgeslagen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke drie vlakken uit incommensurabiliteit zich?

A
  1. In manieren van observeren.
    -> theoriegeladenheid en de nadruk op verschillende fenomenen.
  2. Onderzoeksmethoden.
    -> paradigma’s hanteren verschillende standaarden over wat geldt als goede en slechte wetenschap.
  3. Taalgebruik.
    -> Andere concepten, definities en verhoudingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is oncommensurabiliteit zo belangrijk volgens Kuhn?

A

Omdat we volgens Kuhn niet kunnen spreken over cumulatieve groei van wetenschappelijke kennis: omdat je het dus niet met elkaar kunt vergelijken.

De cumulatieve groei vindt alleen plaats tijdens een periode van normale wetenschap, omdat er dan op een en dezelfde manier ‘‘puzzels’’ opgelost worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kunnen we dan nog wel spreken van wetenschappelijke vooruitgang na een paradigmaverschuiving volgens Kuhn?

A

Het valt volgens Kuhn niet vast te stellen of het ene paradigma objectief beter is dan de andere.
+ vaak is er verlies van het verklarend vermogen (minder breed, specifieker).
+ Wel oplossingen voor anomalieën, maar niet voor de andere concepten van het oude paradigma.

Conclusie: Het is geen zuivere en cumulatieve groei van wetenschappelijke kennis, maar volgens Kuhn vindt deze wel plaats bij een paradigmaverschuiving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Epistemisch relativisme

A

Het idee dat er geen absolute waarheid bestaat, er geen objectieve feiten bestaan en dat alle kennis afhankelijk is van de sociale, culturele en individuele standaarden.

-> maakt wetenschap onmogelijk.
-> !!! Naar aanleiding van geen objectieve maatstaf en incommensurabiliteit, werd Kuhn hiervan beschuldigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat was Kuhn’s reactie op de beschuldiging een Epistemisch relativist te zijn?

A

Hij blijft bij zijn standpunt dat het niet objectief is, maar hij zegt wel dat je via het puzzel oplossend vermogen kunt vaststellen of het ene paradigma beter is dan de andere.

-> Zou Kuhn dan beter bij het pragmatisme passen? (Praktijk en theorie aan elkaar verbinden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
14
Q

Benoem de vijf richtlijnen voor goede wetenschap volgens Kuhn.

A
  1. Accurate uitspraken doen.
  2. Consistent zijn met andere theorieën.
  3. Een brede reikwijdte hebben.
  4. Eenvoudig zijn.
  5. Vruchtbaar zijn.