Studietaak 2 Flashcards

1
Q

Wat zijn de kernwaarden van de logisch positivisten?

A

Ze streven naar een objectieve en waardevrije filosofie en wetenschap-> zuivering van de metafysica.
Definitiekwesties (analytisch) en empirische (synthetische) uitspraken zijn volgens de logisch positivisten als enige betekenisvol.
Empirische methodes leveren ook nieuwe kennis op (definitiekwesties niet), het leunt op inductie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Operationele defintie

A

Door alleen waarde te hechten aan verifieerbare beweringen is dit ontstaan. Het biedt een manier om op het eerste gezicht niet-verifieerbare uitspraken alsnog verifieerbaar te maken. Gelijkstelling van een niet-waarneembaar concept (bv gevoelens of IQ) aan hoe dit gemeten wordt (bv een score op een IQ test).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is een operationele definitie waardevol voor de logisch positivisten?

A

Omdat op die manier het alsnog mogelijk is om empirisch verifieerbare uitspraken te doen over een niet direct waarneembaar concept.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Inductieprobleem

A

De vraag of het gerechtvaardigd is om te rederneren via inductie.
Inductie verhoogd de waarschijnlijkheid, maar stelt het nooit met zekerheid vast-> er hoeft maar 1 keer het tegendeel bewezen te worden en de bewering klopt niet meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Inductie

A

Specifiek naar algemeen: observatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Deductie

A

Algemeen naar specifiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Falsificationisme
-> Popper

A

Het opzoek gaan naar argumenten die een theorie onderuit zouden kunnen halen.
Er is een kritische attitude.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de voordelen van het falsificationisme?

A

-Er is zekerheid over de onwaarheid van een bewering, via een deductieve weerlegging.
-De afwezigheid van falsificaties biedt corroboratie van waarheid van een bewering of theorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het probleem van falsificatie?

A

De haalbaarheid.
De vraag of observaties wel objectief genoeg zijn om een bewering te falsifiëren: observaties kunnen theorie geladen zijn.
-> het is ook te streng: er zijn altijd wel uitzonderingen op de regel.
-> Het is ook vaak onduidelijk of een falsificatie erop wijst dat een theorie zelf onwaar is, of dat een of meer ondersteunende theorieën niet kloppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Theoriegeladen

A

Houdt in dat bepaalde niet direct observeerbare variabelen door ons tot concepten worden gevormd. Voor dei concepten worden meetinstrumenten ontwikkeld: maar deze zijn dus theorie geladen-> het is geen directe observatie, maar een bedachte route.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Duhem-quine probleem

A

De stelling dat het nooit gemakkelijk is om een bewering of theorie in isolatie te testen, omdat er altijd meerdere beweringen tegelijk getest worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Versimilitude

-> als de oplossing voor de moeilijkheden met falsificatie.

A

Gelijkenis of nabijheid met de waarheid (closeness to the truth). De ene theorie is minder onwaar (of meer waar) dan de andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de drie criteria van Popper om de versimilitude te bepalen?

A

De voorkeur voor een theorie die:
1. Meer specifieke beweringen/ voorspellingen doet.

  1. Meer observaties kan verklaren.
  2. Meer testen heeft doorstaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke kwaliteit zou volgens Popper de versimilitude van theorieën kunnen verhogen?

(geen garantie volgens Popper)

A

Voortschrijdend onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly