Strafrecht week 3 Flashcards
Colozza tegen Italie
EHRM: verdachte heeft recht om deel te nemen aan de berechting
- Niet aan de verdachte om te bewijzen dat hij wel aanwezig wilde zijn
- Maar aan staat om te bewijzen dat verdachte niet aanwezig wilde zijn
- Autoriteiten hebben verantwoordelijkheid
- Inspannen om adres of verblijfplaats te achterhalen
- Verdachte op hoogte stellen van dag terechtzitting
- Enkele feit dat de autoriteiten aan hun informatieplicht hebben voldaan, wil
nog niet zeggen dat de berechting bij verstek gerechtvaardigd is
De Salvador Torres/Spanje
Casus: Kon voldoende voorbereiden op verduistering van publieke middelen
nu de OvJ en het ziekenhuis dit standpunt van de onderzoeksrechter
overnamen.
● Doet niet aan af dat rechter in eerste aanleg verduistering van
publieke middelen niet bewezen achtte → het gaat erom of de
informatie de de verdachte over de beschuldiging heeft gekregen hem
in staat heeft gesteld zich te verdedigen tegen de feiten waarvoor hij is
veroordeeld.
Pélissier en Sassi/Frankrijk
Casus: Verdachten werden verdacht van plegen van verduistering.
Uiteindelijk oordeelde de rechter dat er sprake was van medeplichtigheid aan
verduistering. EHRM nam schending art. 6 lid 1 en 3 onder a en b aan, nu
verdachte medeplichtigheid niet ten laste was gelegd en medeplichtigheid en
plegen noemenswaardig verschillen
HR Aanhoudingsverzoeken en aanwezigheidsrecht
Overzichtsarrest inzake met het aanwezigheidsrecht samenhangende verzoeken
door of namens de verdachte om de behandeling van zijn zaak aan te houden
wegens zijn verhindering of de verhindering van zijn raadsman bij de behandeling
aanwezig te zijn:
- De Hoge Raad zet uiteen op welke wijze deze verzoeken dienen te worden
onderbouwd en door de rechter dienen te worden beoordeeld.
- Het gaat bij deze uiteenzetting uitsluitend om verzoeken tot aanhouding van
het onderzoek ter terechtzitting die verband houden met het in art. 6 lid 3
onder c EVRM gewaarborgde aanwezigheidsrecht, waaronder ook wordt
begrepen het recht van de verdachte om zich in zijn afwezigheid ter
terechtzitting door een daartoe uitdrukkelijk gemachtigde raadsman te doen
verdedigen.
Saidi/Frankrijk
Artikel 6 EVRM geeft het recht aan verdachten om getuigen te ondervragen. Dit recht
mag achterwege worden gelaten, indien de verdedigingsbelangen van de verdachte
hierdoor niet geschaad worden of wanneer er sprake is van onmogelijkheid van het
ondervragen van getuigen of andere zwaarwegende gronden. Dit recht wordt echter
wel geschonden, indien de bewezenverklaring in overwegende mate op de
getuigenverklaring berust en de verdachte ondanks verzoeken niet de kans heeft
gekregen om zijn getuigen te ondervragen.
Ambtshalve oproeping
Wanneer bepaalde omstandigheden zich voordoen kan de rechter een plicht hebben
om getuigen ambtshalve op te roepen. Hierbij is het van belang dat er gewicht wordt
toegekend aan de betreffende verklaring van de getuige. De veroordeling mag niet
uitsluitend worden gebaseerd op de verklaringen waarbij de verdachte geen
mogelijkheid heeft gehad tot ondervragen.
Half gemachtigde raadsman
Half gemachtigde raadsman mag slechts verzoeken tot aanhouding van de zaak en
toelichten waarom verdachte niet is verschenen. Rechter onderzoekt de machtiging
van de raadsman niet (gelooft hem op zijn woord).
Horen getuigen
De Hoge Raad stelde vast dat:
De verdediging het recht heeft om getuigen te (laten) ondervragen als hun verklaringen doorslaggevend zijn voor de bewezenverklaring.
Indien een getuige niet kan of mag worden ondervraagd, moet worden beoordeeld of de betrouwbaarheid van diens verklaring voldoende kan worden getoetst.
Als de veroordeling in beslissende mate steunt op een niet-ondervraagde getuige, kan dit in strijd zijn met artikel 6 EVRM, tenzij er voldoende compenserende waarborgen zijn.
Dev Sol
De rechter heeft in dit geval een discretionaire bevoegdheid. Het beginsel van interne
openbaarheid wordt voldoende gerespecteerd als alleen de raadsman inzage krijgt
aan de hand van specifieke omstandigheden
Amsterdams Experiment I
Er zijn twee conclusies uit te trekken:
- Een te globale of een te kwalificatieve omschrijving van het feit kan (partiële)
nietigheid tot gevolg hebben.
- Het inkleuren van het verwijt door bestanddelen voor het eerst te noemen in
de bewezenverklaring kan een grondslagprobleem opleveren.
Rotterdamse hennepkweker
In verschillende arresten is reeds vastgelegd dat een onjuiste
opgave in de tenlastelegging van de plaats van het delict niet meteen
van strafrechtelijk belang is. Als de verdachte heel goed weet
waaromtrent de tenlastelegging handelt, dan volstaat een vrijspraak
van het betreffende onderdeel, en kan te verdachte dus nog gewoon
veroordeeld worden.