Begrippen strafrecht 3 Flashcards
1
Q
Verhoor
A
Alle vragen aan een door een opsporingsambtenaar als verdachte aangemerkt
persoon betreffende diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit (rechtstreekse confrontatie)
2
Q
Verdachte in formele zin
A
Wanneer de persoon is aangehouden
3
Q
Verdachte in materiele zin
A
Waneer sprake is van een vermodelijk geconstateerd strafbaar feit of redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit