Recht vd EU week 7 Flashcards

1
Q

Melkpoederarrest

A

Art. 258 → Rechtsbescherming
Het EG-verdrag beperkt zich niet tot het in het leven toepen van wederkerige verplichtingen tussen de verschillende rechtsgenoten waarop het van toepassing is, maar stelt een nieuwe rechtsorde in, die de bevoegdheden, rechten en verplichtingen van genoemde justitiabelen regelt, evenals de procedures welke tot het vaststellen en sanctioneren van eventuele verdragsschendingen moeten worden gevolgd. Verder brengt de structuur van het verdrag voor de lidstaten een verbod van eigenrichting met zich mee. Tot slot betekent het niet uitvoeren van de Raad van haar verplichtingen, geen ontheffing voor een lidstaat in de nakoming haar verplichtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belgische houtzaak

A

Art. 258
de aansprakelijkheid van een lidstaat wegens niet-nakoming van een verdragsverplichting kan worden aangenomen ongeacht de vraag welk orgaan daadwerkelijk uitvoering geeft aan de verplichting. Alle organen van een lidstaat zijn dus gehouden de verplichtingen van de verdragen na te leven. Als het handelen van constitutioneel onafhankelijke organen de niet-nakoming veroorzaakt, dan kan ook de aansprakelijk worden aangenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rewe-Zelntralfinanz

A

Procedurele autonomie
dat derhalve moet worden geantwoord dat het gemeenschapsrecht in zijn huidige stand niet verbiedt dat aan de rechtzoekende die een besluit van een nationaal overheidslichaam bij de nationale rechter aanvecht wegens strijd met het gemeenschapsrecht, het laten verlopen van volgens het nationale recht geldende beroepstermijnen wordt tegengeworpen, met dien verstande dat de procesregels voor de vordering in rechte niet ongunstiger mogen zijn dan die voor soortgelijke nationale vorderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Manfredi

A

Procedurele autonomie
Grenzen aan nationale procedurele autonomie
> Rewe-Zentralfinanz, verduidelijkt in Manfredi:
Gelijkwaardigheidsbeginsel: regels van nationaal procesrecht die gelden voor op het Unierecht gebaseerde vorderingen mogen niet ongunstiger zijn dan de regels die gelden voor soortgelijke nationale vorderingen \
Doeltreffendheidsbeginsel: regels van nationaal procesrecht mogen de uitoefening van door het Unierecht verleende rechten niet (nagenoeg) onmogelijk of uiterst moeilijk maken

> Voorbeelden van regels van nationaal procesrecht die mogelijk strijd opleveren met het doeltreffendheidsbeginsel zijn:
Beroepstermijnen en bezwaartermijnen (Manfredi)
Strikte regels m.b.t. bewijsvoering
Hoge griffierechten die de toegang tot de rechter belemmeren
Geen mogelijkheid tot een voorlopige voorziening (Factortame I)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Factorame

A

Procedurele autonomie
Het is aan de lidstaat om ervoor te zorgen dat de rechtstreekse werking van het gemeenschapsrecht niet in het geding komt
Regels van nationaal recht die de in art. 177 VWEU voorziene procedure verhindert. Moet buiten toepassing worden gelaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Van Schijndel

A

Het nationale procesrecht mag de toepassing van EU-recht niet zo beperken dat het de effectieve bescherming van door EU-recht gewaarborgde rechten onmogelijk of buitensporig moeilijk maakt.
arrest is relevant in situaties waarin een partij nalaat zich te beroepen op EU-recht en de vraag rijst of de nationale rechter dit alsnog ambtshalve moet toepassen
Een nationale rechter hoeft EU-recht niet ambtshalve toe te passen als dat in strijd is met fundamentele nationale procesbeginselen.
Dit geldt vooral als het nationale procesrecht expliciet bepaalt dat de rechter zich moet beperken tot de door partijen aangevoerde argumenten en rechtsgronden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mostazo Claro

A

Een nationale rechter moet ambtshalve toetsen of een arbitrageclausule in een overeenkomst onder de werking van de Richtlijn oneerlijke bedingen valt en mogelijk oneerlijk is, ook als de consument deze niet heeft aangevochten tijdens de arbitrageprocedure. Dit is noodzakelijk om de door EU-recht gewaarborgde bescherming van consumenten te waarborgen.
nationale rechter verplicht is ambtshalve te toetsen of een beding onder de Richtlijn valt en mogelijk oneerlijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kuhne en Heinz

A

Voorrang van gemeenschapsrecht
Alsnog plicht tot heroverweging van definitief en onaantastbaar geworden besluiten wegens strijd met EU-recht?
Vier criteria (r.o. 26)
Op grond van nationaal recht heeft het betreffende bestuursorgaan de bevoegdheid om op het besluit terug te komen;
Het betreffende besluit is definitief geworden door een uitspraak van een nationale rechterlijke instantie. Deze besluiten zijn niet voor beroep vatbaar;
in het betreffende besluit is, na verzoek om een prejudiciële beslissing, het Europees recht door het Europees Hof verkeerd uitgelegd;
belanghebbende van het besluit heeft direct na kennisneming van het ‘nieuwe’ Europese recht een verzoek ingediend bij het betreffende bestuursorgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dorsch Consult

A

Art. 267 VWEU → prejudiciële vraag procedure
Op grond van art. 267 VWEU kunnen alleen rechterlijke instanties van een lidstaat een prejudiciële vraag stellen. Of een verwijzende instantie een rechterlijke is, kan alleen worden bepaald worden aan de hand van het Unierecht. Of men kan stellen dat er sprake is van een rechterlijke instantie hangt af van een combinatie van verschillende elementen. Zoals de wettelijke grondslag van het orgaan, het solide karakter, de verplichte rechtsmacht, het uitspraak doen na een procedure op tegenspraak, het toepassen van rechtsregels en de autonomie van het orgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Da Costa

A

Art. 267 VWEU → prejudiciële vraag procedure
gaat het om de verduidelijking van ‘acte éclairé’. Een nationale rechter hoeft geen prejudiciële vragen te stellen wanneer het Hof die vraag al in een eerdere procedure heeft beantwoord en dus al ‘verduidelijkt’ is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

CILFIT

A

Art. 267 VWEU → prejudiciële vraag procedure
Twee uitzonderingen plicht tot stellen prejudiciële vragen:
Acte éclair en Acte claire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Krizan

A

Art. 267 VWEU → prejudiciële vraag procedure
De nationale rechter die niet als hoogste rechter rechtspreekt is bevoegd om een prejudiciële vraag te stellen en het antwoord daarop is bindend.
Nationale rechter is niet gebonden aan nationale procesorde voor het stellen van een prejudiciële vraag
De nationale rechter moet onverenigbaar nationaal recht buiten toepassing laten om het nuttig effect van het EU-recht te verzekeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Plaumann

A

263 VWEU → beroep tot nietigverklaring
Wanneer is er de beroepsmogelijkheid tegen een beschikking die tot een ander gericht is → Men moet er individueel door worden geraakt, hetgeen betekent dat de beschikking betrokkenen raakt ‘uit hoofde van zekere bijzondere hoedanigheden of van een feitelijke situatie welke hem ten opzichte van een ieder ander karakteriseert en dus individualiseert op soortgelijke wijze als de adressaat’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Jego-Quere

A

Art. 263 VWEU → beroep tot nietigverklaring
Individu moet individueel en rechtstreeks worden geraakt
De voorwaarde dat een natuurlijke of een rechtspersoon tegen een verordening slechts beroep kan instellen indien hij niet alleen rechtstreeks maar ook individueel wordt geraakt, moet weliswaar, gelet op de uiteenlopende situaties die een verzoeker kunnen individualiseren, worden uitgelegd in het licht van het beginsel van daadwerkelijke rechterlijke bescherming, maar een dergelijke uitlegging mag deze voorwaarde, die uitdrukkelijk door het Verdrag is gesteld, niet onwerkzaam maken. Anders zouden namelijk de grenzen van de door het Verdrag aan de gemeenschapsrechter verleende bevoegdheden worden overschreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Microban

A

Art. 263 VWEU → beroep tot nietigverklaring
Het bestreden besluit moest worden gezien als een regelgevingshandeling in de zin van art. 263 lid 4 VWEU, omdat het een handeling van algemene strekking is → regelgevende handeling die bezoekers rechtstreeks raakt en geen uitvoeringshandeling met zich meebrengt → niet-ontvankelijkheid moet worden afgewezen, zonder dat hoeft te worden onderzocht of verzoekers ook individueel geraakt zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Inuit Tapiriit Kanatami

A

Art. 263 VWEU → beroep tot nietigverklaring
Op grond van artikel 263 (4e alinea) EU-Werkingsverdrag kan iedere natuurlijke of rechtspersoon beroep instellen tegen handelingen die tot hem gericht zijn of die hem rechtstreeks en individueel raken, alsmede tegen regelgevingshandelingen die hem rechtstreeks raken en die geen uitvoeringsmaatregelen met zich meebrengen.
Is tegen zo’n wetgevingshandeling alleen beroep mogelijk als je individueel en rechtstreeks geraakt bent? Het gerecht had bepaald van wel, omdat onder het begrip “regelgevingshandelingen” geen wetgevingshandelingen vielen. Het baseerde zich hierbij onder andere op de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 263 EU-Werkingsverdrag.

17
Q

Telefonica

A

263 VWEU → beroep tot nietigverklaring
Right to property vs. privéleven art 17 Handvest & art 1 protocol EVRM Promusicae Telefonica de espana Promusicae wilde persoonsgegevens ontvangen van een internetprovider van personen die muziek illegaal downloaden. Leden van promiscueen hadden de rechten tot die muziek. Spaanse rechter vraagt aan HvJ of dat moet. HvJ ziet geen reden in het EU recht voor Spanje om deze verplichting wettelijk op te nemen. De lidstaten moeten verder zorgen dat ze vertrouwen op een interpretatie van de richtlijnen die een fair balance toestaan tussen de verschillende fundamentele rechten
Wanneer een regelgevingshandeling uitvoeringsmaatregelen met zich meebrengt, is de rechterlijke toetsing van de naleving van het EU-recht gewaarborgd.

18
Q

Schwarze

A

267 VWEU → prejudiciële vraag procedure
De prejudiciële procedure is een samenwerking tussen de nationale rechter en het Hof van Justitie. Het Hof stelt hierover “(…) doch dat zulks niet geldt op het zeer bijzondere gebied van de door artikel 177 ingestelde rechterlijke samenwerking waarbij de nationale rechter en het Hof van Justitie (elk volgens hun eigen competentie) geroepen zijn om rechtstreeks en wederzijds bij te dragen tot het vinden van een beslissing waardoor de uniforme toepassing van het gemeenschapsrecht in alle Lidstaten wordt gewaarborgd”.
dat het de taak van het Hof is, bedoelde rechter rechtstreeks van voorlichting te dienen, zonder hem eerst te noodzaken zijn toevlucht te nemen tot zuiver dilatoire formaliteiten, welke met de eigen aard der in art. 177 geregelde procedure onverenigbaar zijn
Het Hof verwijst uitdrukkelijk naar de rechterlijke samenwerking als basis voor de eenvormige toepassing van het communautaire recht. De verhouding tussen het Hof van Justitie en de nationale rechter is in beginsel gekleurd door nevenschikking en samenwerking.

19
Q

Foto-frost

A

Art. 67 VWEU → prejudiciële vraag procedure
De nationale rechterlijke instanties kunnen een onderzoek instellen naar de geldigheid van een gemeenschapshandeling en, indien zij menen dat de door partijen aangevoerde middelen van ongeldigheid gegrond zijn, deze verwerpen door vast te stellen dat de handeling ten volle geldig is. Door zo’n uitspraak wordt het bestaan van de gemeenschap immers niet in gevaar gebracht. Zij zijn daarentegen niet bevoegd om handelingen van de Gemeenschapsinstellingen ongeldig te verklaren. Verschillen van inzicht tussen de rechterlijke instanties van de lidstaten over de geldigheid van de gemeenschap handelingen zouden de eenheid van de communautaire rechtsorde zelf in gevaar kunnen brengen en afbreuk kunnen doen aan het fundamentele vereiste van rechtszekerheid.
In het kort: de nationale rechterlijke instanties zijn niet bevoegd om zelf de ongeldigheid van de handelingen van de gemeenschapsinstellingen vast te stellen.

20
Q

Bergaderm

A

Art. 268 jo. 340 VWEU → schadevergoeding
Wat betreft de aansprakelijkheid van de lidstaten voor aan particulieren toegebrachte schade heeft het Hof verklaard, dat het gemeenschapsrecht een recht op schadevergoeding toekent als aan drie voorwaarden is voldaan:
de geschonden rechtsregel strekt ertoe aan particulieren rechten toe te kennen,
er sprake is van een voldoende gekwalificeerde schending en,
er een direct causaal verband bestaat tussen de schending van de op de staat rustende verplichting en de door de benadeelde personen geleden schade.
het is van belang of de geschonden regel beoordelingsvrijheid toekent aan de lidstaat. Als dit niet het geval is, volstaat de inbreuk voor de vaststelling van een ‘voldoende gekwalificeerde schending’. Er moet een direct verband tussen de schending van de communautaire verplichting en de schade. De schending van het communautaire recht dient de bepalende oorzaak van de schade te zijn.
Na deze uitspraak geldt niet langer het onderscheid tussen wetgevende en uitvoerende handelingen.