Stop de bleoding Flashcards

1
Q

Hoeveel mensen overleden er jaarlijks aan de gevolgen van een verwonding in Nederland?

A

3500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Jaarlijks overlijden in Nederland 3500 mensen aan de gevolgen van een verwonding. Bij hoeveel procent komt dit door verbloeding?

A

40%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe snel kan een slachtoffer bij een slagaderlijke bleoding overlijden?

A

3 - 5 minuten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaraan kun je een levensbedreigende bleoding herkennen?

A
  • Bloed dat uit de wond spuit;
  • Bloed dat uit de wond blijft stromen;
  • Bloed dat zich verzamelt in een plas op de grond;
  • Met bloed doorweekte kleding;
  • Met bloed doorweekte gazen;
  • (Gedeeltelijke) amputatie van een ledemaat; en
  • Symptomen passend bij hypovolemische shock. Bij een hypovolemische shock stroomt er na
    verloop van tijd minder bloed uit de wond, omdat de bloeddruk daalt en het bloedvolume is
    afgenomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaraan kan een tourniquet aangelegd worden?

A

een ledemaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe lang kan een tourniquet veilig blijven zitten

A

2 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie mag een tourniquet losmaken of verwijderen?

A

ambulanceverpleegkundige of arts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn overgangsgebieden?

A

hals, schouders (inclusief oksels) en liezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarmee wordt een wond gestopt in overgangsgebieden bij levensbedreigend bloedverlies?

A

gewonde of hemostatische gazen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor werking heeft Kaolien in hemostatisch gaas?

A

Kaolien bevordert de
snelheid van de stollingscascade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor werking heeft chitosan in homeostatisch gaas?

A

Chitosan, een
bestanddeel van het chitinepantser van schaaldieren, gaat
een reactie aan met erytrocyten en trombocyten, waardoor
stolselvorming wordt bevorderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Instructies opstoppen van een wond bij overgangsgebieden

A
    1. Ga op zoek naar de plaats van de bloeding in de wond.
      Verwijder het bloed, maar niet de stolsels. Laat eventuele voorwerpen die in de wond
      steken, zitten.
  1. Maak een propje van het afgerolde gaas en breng dat aan op de plaats van de bloeding.
    Blijf druk geven met je hand op de plaats van de bloeding.
  2. Maak weer een propje van het afgerolde gaas en plaats dit bovenop het vorige propje,
    terwijl je nog steeds druk blijft geven.
    1. Herhaal dit totdat al het hemostatisch gaas zich in de wond bevindt.
      Verwijder je hand en geef directe druk met twee platte handen op elkaar loodrecht op de
      wond. Blijf zitten totdat professionele hulp is gearriveerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Instructies leggen an een tourniquet?

A
            1. Doe de tourniquet om de aangedane ledemaat, 5 tot 8 cm boven de bloedende wond.
              Trek de band zo strak aan, dat je er niet meer dan 3 vingers onderdoor kunt schuiven.
              Plak het klittenband vast tot de spilclipsluiting.
              Draai de spil aan totdat de bloeding stopt. Maak maximaal 3 slagen van 180°.
              Haak de spil achter de spilclip.
              Voer de rest van het klittenband door de spilclip over de spil en plak het klittenband verder
              vast.
    1. Zeker de spil met de spilclipsluiting.
      Noteer de tijd waarop de tourniquet is aangebracht op de spilclipsluiting.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer maak je gebruik van directe druk?

A

Geef stevige druk direct op de wond wanneer men niet beschikt over een Stop-de-Bloeding set
(tourniquet/(hemostatische) gazen) en na het opstoppen van de wond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Instructies directe druk?

A
    1. Maak van een, bij voorkeur, schoon stuk textiel een prop.
      Druk de prop op wond in de richting van de bodem. Prop, bij een diepe wond, eerst een
      stuk van het textiel in de wond.
  1. Blijf met beide handen druk geven, totdat professionele hulp is gearriveerd. Vraag,
    eventueel een omstander, om het geven van directe druk over te nemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gebruik je bij kinderen dezelfde technieken?

A

Ja