Response Flashcards

1
Q

Doel response

A

Bij response wordt vastgesteld of het slachtoffer bij of buiten bewustzijn is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Protocol response

A
  1. Spreek slachtoffer duidelijk en rustig aan
  2. Reageert slachtoffer?
    –> Nee? Schud voorzichtig aan beide schouders (in lengterichting)
    –> Reageert slachtoffer?
    –> Nee? Overweeg voorrangshandelingen
    –> Ga naar shout for help
  3. Ga nadat er gebeurd is en wat de klachten zijn
  4. Overweeg voorrangshandelingen
  5. Ga naar shout for help
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe moet je naar het slachtoffer toelopen?

A
  • Loop aan de kant van de voeten van het slachtoffer, om het slachtoffer heen.
  • Kniel )op beide knieën) naast het slachtoffer. - - Ga niet op de hurken zitten om te voorkomen dat je op het slachtoffer valt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe moet je het slachtoffer benaderen?

A
  • Benader het slachtoffer aan de kant van het gezicht om beweging van de wervelkolom te voorkomen in verband met mogelijk nek-/wervelletsel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe spreek je het slachtoffer aan?

A
  • Maak oogcontact en spreek het slachtoffer duidelijk en rustig aan
    –> ‘Goedendag meneer/mevrouw ik ben Ella Kemp, eerstehulpverlener. Wat is er gebeurd?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat vraag je als het slachtoffer reageert?

A
  • ‘Waar heeft u op dit moment last van/waar heeft u pijn?’
  • Probeer globaal de klachten van het slachtoffer uit te vragen
  • Ga door met het protocol als het lsahctoffer geen duidelijk antwoord kan geven en vraag na het controleren van de vitale functies, nogmaals aan het slachtoffer (of de omstanders) wat er gebeurd is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doe je als het slachtoffer niet reageert?

A
  • Schud voorzichtig aan beide schouder sin de lengterichting van de wervelkolom (richting van de voeten)
  • Vraag: ‘Meneer/mevrouw, kunt u uw ogen openen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly