Disability 1 Flashcards

1
Q

Wat is het doel van Disability 1

A

De neurologische status wordt gecontroleerd
Er wordt beoordeeld of er sprake is van traumatisch hoofd-/hersenletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Protocol disability

A
  1. Kracht op hoofd/nek, HET, aanwijzingen voor hoofd-/hersenletsel?
    –> Ja? Ga naar disability 1
  2. Ga naar disability 2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer wordt het protocolonderdeel disability 1 doorlopen?

A
  • Wanneer er een kracht heeft ingewerkt op
    het hoofd of de nek van het slachtoffer;
  • Wanneer er sprake is van een HET; of
  • Wanneer er aanwijzingen zijn voor hoofd-/
    hersenletsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Protocol Disability 1 (BIJ bewustzijn)

A
  1. Ongevalsmechanisme?
  2. Bepaal EMV score
  3. Uitvragen hoofd hersenletsel: bewusteloos geweest, antero grade/retrograde amnesie, (alarm)symptomen
  4. Traumatisch hoofd-/hersenletsel aannemelijk?
    –> Ja? ga naar subprotocol
  5. Ga naar disability 2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarvoor wordt de EMV-score gebruikt?

A

Ter beoordeling van het bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op basis waarvan wordt de EMV score bepaald?

A

De Glasgow Coma Scale (GCS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat de schaal van de EMV-score?

A
  1. Het actief openen van de ogen (E-score);
  2. De motorische reactie aan de armen
    (M-score); en
  3. De verbale reactie (V-score).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tussen welke scores kan de EMV-score variëren?

A

De opgetelde EMV-score (somscore) varieert van 3 (minimale score) - 15 (maximale score) punten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke EMV-score is er sprake van een coma?

A

Bij een EMV-score van 8 of lager is er sprake van coma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar kun je de pijnprikkel toedienen?

A

Geef een pijnprikkel door te drukken boven de oogkas,
te knijpen in de m. trapezius, te drukken met een pen op
het nagelbed of te knijpen in de handrug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een alternatief voor de GCS?

A

De AVPU-score

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar staat AVPU voor?

A

Alert - slachtoffer reageert spontaan
Vocal - slachtoffer reageert op aanspreken
Pain - slachtoffer reageert alleen op pijnprikkel(s)
Unresponsive - slachtoffer reageert in het geheel niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wil je uitsluiten bij Disability 1?

A
  1. Of het slachtoffer bewusteloos is geweest
  2. Of er sprake is van anterograde amnesie
  3. Of er sprake is van retrograde amnesie
  4. Of er alarmsymptomen aanwezig zijn die passen bij hoofd-/hersenletsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat vraag je om anterograde amnesie uit te sluiten?

A

“Weet u wat er sinds het ongeval gebeurd is??

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat vraag je om retrograde amnesie uit te stellen?

A

“Weet u waar u bent? Welke dag is het vandaag? Wat zijn de kleuren van de Nederlandse vlag? Hoe heet de koning?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn (alarm)symptomen van hoofd-/hersenletsel

A
  • Anisocorie: een ongelijkheid in de diameter
    van de pupillen van het oog.
  • Battle sign: blauwe plek (hematoom) achter
    het oor.
  • Bloed of hersenvocht (liquor cerebrospinalis)
    uit neus en/of oren.
  • Brilhematoom (panda eyes, raccoon sign):
    blauwe plek rondom de ogen (1- of 2-zijdig).
  • Lateralisatie: uitvalsverschijnselen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

In welke gevallen moet je 112 bellen bij disability 1?

A

Bel 112 bij anterograde/retrograde amnesie en
(alarm)symptomen voor hoofd-/hersenletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Protocol Disability 1 (BUITEN bewustzijn)

A
  1. ONgevalsmechanisme?
  2. Bepaal EMV score
  3. Hoofd-/hersenletsel?
    –> Ja? Ga naar subprotocol
  4. Ga naar Disability 2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waardoor kunnen stoornissen in het bewustzijn worden veroorzaakt?

A

Stoornissen in het bewustzijn kunnen worden
veroorzaakt door een trauma, bloeding,
infarct, inklemming, ontsteking, metabole
stoornis, intoxicatie en epilepsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Bij welke leeftijden treden de meeste hoofdtrauma’s op?

A

De meeste hoofdtrauma’s treden op bij jonge
kinderen en ouderen ≥ 85 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Door wat worden de hersenen omsloten?

A

de schedel (cranium)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Uit wat is de schedel opgebouwd?

A

de aangezichtsschedel, de schedelbasis en
het schedeldak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waaruit bestaat het schedeldak?

A

Het schedeldak bestaat uit acht gewelfde schedelbeenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe zijn de schedelbeenderen met elkaar verbonden?

A

door middel van schedelnaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Met wat zijn de schedelnaden bekleed?

A

De schedelnaden zijn bekleed met bindweefsel, kleine bloedvaten, lymfevaten en dunne zenuwvezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Door wat wordt de schedel aan de buitenkant beschermd?

A

De schedel wordt aan de buitenkant
beschermd door een spierlaag, vet, huid
en haren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is de functie van de haren op je hoofd?

A

De haren vormen tevens een
isolatielaag voor hitte en kou.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke drie hersenvliezen liggen onder de schedel? Van buiten naar binnen gekeken?

A
  • Dura mater (harde hersenvlies)
  • Arachnoidea (spinnenwebvlies)
  • Pia mater (zachte hersenvlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is de dura mater?

A

Het buitenste vlies, het
harde hersenvlies (dura mater), is vrij dik
en stevig. Het is de voering van de schedel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is de arachnoidea?

A

Het middelste vlies is het spinnenwebvlies
(arachnoïdea).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is de Pia mater?

A

Het zachte hersenvlies
(pia mater) sluit aan op de hersenschors
en vormt het binnenste vlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat bevindt zich tussen de arachnoidea en de Pia mater?

A

liquor cerebrospinalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is de functie van liquor cerebrospinalis?

A

Tussen de
arachnoïdea en de pia mater bevindt zich
liquor cerebrospinalis wat functioneert als
stootkussen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Welke structuren zijn te vinden tussen de hersenvliezen?

A

Tevens bevinden zich arteriën en
venen tussen de hersenvliezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Waardoor wordt het ruggenmerg beschermd?

A

Het ruggenmerg wordt beschermd door
het bot van de wervelkolom en drie lagen
ruggenmergvliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat bevindt zich tussen de ruggenmergvliezen?

A

liquor cerebrospinalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat bevindt zich tussen het beenvlies in het ruggenmerg?

A

Als extra bufferzone heeft het
ruggenmerg nog een laag vet en bindweefsel
tussen het beenvlies met daarin bloedvaten
(periost) van de wervels en de dura mater.

38
Q

Wat is primair hoofd-/hersenletsel?

A

Primair
hoofd-/hersenletsel is de schade die ontstaat
direct door het letsel.

39
Q

Wat is secundair hoofd-/hersenletsel?

A

Secundair hoofd-/
hersenletsel is de schade die optreedt als
gevolg van het primaire letsel (bijvoorbeeld
door een bloeding of oedeem).

40
Q

Door welke drie mechanismen kan traumatisch hersenletsel ontstaan?

A
  1. Een rotatietrauma waarbij een roterende
    schudbeweging van de hersenen een
    wijdverspreide beschadiging van de
    hersenen veroorzaakt
  2. Een acceleratie-deceleratie trauma met
    coup-contre-coup letsel.
  3. Een penetrerend letsel door een voorwerp.
41
Q

Wat voor hersenschade ontstaat er bij een rotatietrauma?

A

Een rotatietrauma waarbij een roterende
schudbeweging van de hersenen een
wijdverspreide beschadiging van de
hersenen veroorzaakt. De schade bestaat
vaak uit hele kleine bloedingen en
scheurtjes in de witte stof.

42
Q

Wat voor hersenschade ontstaat er bij een acceleratie-djceleratie trauma met coup-contre-coup letsel?

A

Het coup-letsel
is lokale schade op de plaats van de klap.
Door inwerkende kracht op de schedel zal
er schade ontstaan aan het onderliggende
weefsel. Het contre-coup letsel ontstaat
aan de andere kant van de hersenen. De
hersenen reageren als een bal op een klap,
en schieten door tegen de andere kant van
de schedel. Het contre-coup letsel is vaak
ernstiger dan het coup-letsel.

43
Q

Wat voor hersenletsel ontstaat er bij een penetrerend letsel?

A

Een penetrerend letsel door een voorwerp.
Het letsel is vaak lokaal waardoor schade,
indien belangrijke punten niet geraakt zijn,
beperkt is.

44
Q

Is het mogelijk om op straat onderscheid te maken tussen matig en ernstig traumatisch hoofd-/hersenletsel?

A

Nee

45
Q

Wat is de EMV-score volgens GCS bij LTH?

A

13-15

46
Q

Wat is de EMV-score volgens GCS bij MTH/ETH?

A

< 13

47
Q

Wat is de duur van de bewusteloosheid bij LTH?

A

< 15 minuten

48
Q

Wat is de duur van de bewusteloosheid bij MTH/ETH?

A

> 15 minuten

49
Q

Wat is de duur van anterograde amnesie bij LTH?

A

< 24 uur

50
Q

Wat is de duur van anterograde amnesie bij MTH/ETH?

A

> 24 uur

51
Q

Wat is de kans op secundair hoofd-/hersenletsel bij LTH?

A

kleine kans

52
Q

Wat is de kans op secundair hoofd-/hersenletsel bij MTH/ETH?

A

Grote kans

53
Q

Welke professionele hulp moet gebeld worden bij LTH?

A

Bel huisarts of spoedpost van huisartsen

54
Q

Welke professionele hulp moet gebeld worden bij MTH/ETH?

A

Bel 112

55
Q

Wat zijn niet-specifieke symptomen van hoofd-/hersenletseL?

A

misselijkheid
braken
duizeligheid
bleek zien

56
Q

Wat zijn symptomen van hoofd-/hersenletsel?

A
  • bewustzijnsveranderingen
  • anterograde/retrograde amnesie
  • suf worden
  • traagheid
  • onrust
  • irritatie
  • verwardheid
  • sensibiliteitsstoornissen
  • overgevoeligheid voor licht en geluid
  • epileptisch insult na trauma
57
Q

Wat zijn alarmsymptomen bij hoofd-/hersenletsel?

A
  • Anisocorie
  • Battle sign
  • Bloed of hersenvocht (liquor cerebrospinalis)
    uit neus en/of oren
  • Brilhematoom (panda eyes, raccoon sign)
  • Lateralisatie
58
Q

Welke professionele hulpdienst moet je bellen bij alarmsymptomen en MTH/ETH?

A

Bel 112

59
Q

Welke professionele hulpdienst moet je bellen bij (vermoeden op) LTH en de aanwezigheid van risicofactoren?

A

Huisarts of de spoedpost van de huisartsen

60
Q

Wat zijn risicofactoren bij hoofd-/hersenletsel?

A
  • stollingsafwijkingen in voorgeschiedenis
  • gebruik van anti-stollingsmedicatie (anticoagulantia)
  • drugs en/of alchoholintoxicatie
  • kinderen
  • leeftijd ≥ 40
61
Q

Waar moet je op letten als je het slachtoffer met een coldpack of ijs op het hoofd na hoofd-/hersenletsel verzorgd?

A

Bescherm het slachtoffer tegen bevriezing

62
Q

Welke professionele hulp moet je bellen als het slachtoffer pas in de eerste dagen of weken na het ongeval klachten ervaart?

A

De huisarts of spoedpost
–> zelfs als het slachtoffer meteen na het ongeval door een arts is onderzocht

63
Q

Welke professionele hulp bel je voor een bewusteloos slachtoffer met hoofd-/hersenletsel?

A

112
–> volg het DRS.ABCDE voor bewusteloos

64
Q

Mag je een bewusteloos slachtoffer met hoofd-/hersenletsel in de stabiele zijligging leggen?

A

Nee, imv verdenking op nek-/wervelletsel

65
Q

Hoe is de bouw van de schedelbasis (stevig?)

A

De schedelbasis is een stevig en relatief
moeilijk te breken bot.

66
Q

Met welke soort TH gaat een schedelbasisfractuur meestal gepaard?

A

ETH

67
Q

Welke structuren kunnen makkelijk beschadigd worden bij een schedelbasis?

A

Door de
schedel­ basis lopen tal van bloedvaten en
zenuwen die kunnen beschadigen door een
fractuur.

68
Q

Waarop moet je altijd bedacht op zijn bij een schedelbasisfractuur?

A

Wees altijd bedacht op bloedingen
in de schedel en ander hersenletsel, zoals een
epiduraal hematoom/subduraal hematoom

69
Q

Symptomen fracturen van voorste schedelbasis?

A
  • vloed van bloed
  • liquor cerebrospinal uit neus
  • brilhematoom
70
Q

Symptomen middelste schedelbasis?

A
  • vloed van bloed
  • liquor cerebrospinal uit oren
  • aangezichtsparese ((on)volledige verlammingen van het gezicht door en laesie van de n. facialis in het rotsbeen)
  • battle sign
71
Q

Hoe handel je bij hoofd-/hersenletsel?

A
  1. Vraag hoofd hersenletsel uit
  2. Laat slachtoffer plat op de grond liggen
  3. Maak onderscheid tussen LTH of MTH/ETH
    –> LTH –> bel huisarts of psoedpost van huisartsen
    –> ga naar disability 2
  4. MTH/ETH? bel 112
  5. Observeer slachtoffer en bepaal EMV score
  6. gan aar disability 2
72
Q

Hoe handel je bij schedelbasisfractuur?

A
  1. Voer nekstabilisatie uit
  2. Bel 112
  3. Begeleid het slachtoffer naar de grond om te voorkomen dat het slachtoffer zich bezeert bij het verliezen van bewustzijn
  4. Observeer slachtoffer en bepaal regelmatig EMV-score
73
Q

Moet je vloed van bloed en/of liquor cerebrospinalis uit oren af dekken?

A

Vloed van bloed en/of liquor cerebrospinalis
uit de oren hoeft niet steriel afgedekt te
worden, omdat bloedstolsels de gehoorgang
afsluiten.

74
Q

Waar bevindt zich een epiduraal hematoom?

A

Tussen het schedeldak en de dura mater

75
Q

Wat voor soort bloeding is een epiduraal hematoom?

A

arterieel bloeding

76
Q

Hoe ontstaat een epiduraal hematoom?

A

Een epiduraal hematoom ontstaat
door een verscheuring van de arteriën van
de meningen (meningeale arteriën).

77
Q

Met wat gaat een epiduraal hematoom vaak gepaard bij volwassenen?

A

Bij volwassenen gaat een epiduraal hematoom
vaak gepaard met een schedelfractuur, zoals
een pariëtotemporaal schedelfractuur met
een bloeding van de a. meningea media
(‘bromfiets arterie’).

78
Q

Wat zijn de symptomen van een epiduraal hematoom?

A
  • het bewustzijn daalt in kort tijdsinterval zonder uitvalsverschijnselen
  • wijde lichtstijve pupil (aan kant van hematoom)
  • halfzijdig verlamming (aan kant van contralaterale kant van hematoom)
79
Q

Wat houdt ‘they talk and die’ in bij een epiduraal hematoom?

A

Bij een verdere toename van de verplaatsing van
het hersenweefsel en inklemming, kan het
slachtoffer overlijden (‘they talk and die’).

80
Q

Hoe moet je handelen bij een epiduraal hematoom?

A
  1. Nekstabilisatie
  2. Bel 112
  3. Begeleid slachtoffer naar de grond
  4. Observeer slachtoffer
  5. Bepaal regelmatig EMV-score
    6.. Kijk naar pupillen
81
Q

Wat voor soort bloeding is een subduraal hematoom?

A

Veneuze bleoding

82
Q

Waar bevindt zich een subdurfal hematoom?

A

Tussen de dura mater en arachnoidea

83
Q

Hoe ontstaat een subduraal hematoom?

A

Een subduraal hematoom
ontstaan door verscheuring van venen
(ankervenen).

84
Q

In wat voor tijdspannes kan een subdurfal hematoom ontstaan?

A

Een subduraal hematoom
kan acuut, subacuut (enkele dagen) en
chronisch (enkele weken) ontstaan

85
Q

Wat voor prognose heeft een acuut subduraal hematoom?

A

Een acuut
subduraal hematoom heeft vaak een slechte
prognose.

86
Q

Bij welke leeftijd komen subacute en chronische hematomen voor?

A

Subacute en chronische subdurale
hematomen komen vooral voor bij ouderen.

87
Q

Welke mensen hebben een verhoogd risico op een subduraal hematoom als gevolg van een val?

A

Slachtoffers met een verhoogd valrisico (zoals
ouderen), problematisch alcoholgebruik of
patiënten die anticoagulantia gebruiken,
hebben een verhoogd risico op een subduraal
hematoom als gevolg van een val.

88
Q

Wat zijn symptomen van een subduraal hematooM?

A
  1. gedaald bewustzijn
  2. neurologische uitval
  3. hoofdpijn
  4. het bewustzijn kan dalen met ontstaan van wijde lichtstijve pupil (aan kant van hematoom)
  5. halfzijdig verlamming (aan contralaterale kant van hematoom)
  6. psychische veranderingen
    - vermindering initiatief en interesse
    - toegenomen slaperigheid
89
Q

Wat kan het risico zijn van verdere toename van verplaatsing van het hersenweefsel en inklemming?

A

overlijden van slachtoffer

90
Q

Hoe moet je handelen bij een subduraal hematoom?

A
  1. Voer nekstabilisatie uit
  2. Bel 112
  3. Begeleid slachtoffer naar de grond
  4. Observeer het slahcotffer
  5. Bepaal regelmatig EMV-score
  6. Kijk naar pupillen