Stoichiometrie: grootheden en een heden Flashcards
relatieve atoommassa
Ar= ma/ mu
relatieve molecuulmassa
Mr= M(x)/ mu
of
Mr= de som van alle Ar(x)
mu = ?
1,661 . 10^-23 g
het is de referentie, dit getal is eigenlijk de massa van 1 proton. Het maakt het vergelijken en opschrijven van atoommassa’s eenvoudiger (omdat het gewicht van atomen mega klein is)
1 mol = ?
6,02 . 10^23 deeltjes
aantal mol formule
n(x)=N(x)/ Na
N(x)= aantal deeltjes Na= 6,02. 10^23 deeltjes/mol
wat is Molaire massa
=relatieve molaire massa met eenheid “g/ mol”
massa van stof in gram
Mr(x)= m(x)/ n(x) of n(x) = m(x)/ M(x)
Mr(x) = relatieve molecuulmassa in g/ mol n(x) = aantal mol m(x)= massa van de stof in gram
Molaire gasdruk
pm= p/ n = V.T/ n (= druk uitgeoefend door 1 mol gasdeeltjes)
p= druk in de gas
n= aantal deeltjes
pm bij norm omstandigheden = 2270 Pa/ mol
molaire gasvolume
Vm= V/n = p. T/ n
massadichtheid
ρ= m/V
molaire concentratie
c(x)= n(x)/ V (= mol/l)
massaconcentratie
Cm= m(x)/ V
=g/l
massaconcentratie (V)
Cv= V(x)/ V
=ml/l
massaprocent
M%= M(x). 100% / Mtot
volumeprocent
V%= V(x). 100% / Vtot