Organische chemie Flashcards

1
Q

R-X

A

(halogeen alkanen)
fluor
positie cijfer + broom + naam hoofdketen
chloor
jood
bv: 1-chloorpropaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

R-O-R’

A

(ethers)
positiecijfer(O) + alkoxy + hoofdketen naam

bv: 1-methoxypropaan/ 2-methoxy-3-methylpropaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

N-R

A

amine
(Butaan-2-amine)
hoofdketen naam + positiecijfer(O) + Amine

of (bij meerdere functionele groepen)

Amino + ….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

R-OH

A

alcoholen
positiecijfer(OH) + hoofdketen + OL

of (bij meerdere functionele groepen)

Hydroxy + …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

R-CO-R’

A

ketonen

hoofdketen + positiecijfer(O) + ON

pentaan-2-on

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

R-CHO

A

alhyden

hoofdketen + AL

propanal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

R-CO-NH2

A

amiden

hoofdketen + amide

butaanamide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

R-COO-R’

A

esters

alkyl + hoofdketen + OAAT

methylethanoaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

R-COOH

A

carbonzuren

hoofdketen + zuur

ethanzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

systematische naam en formule schrijven van:

methaan

A

alkaan

methaangas = hoofdbestanddeel in aardgas en wordt dus gebruikt als energiebron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

systematische naam en formule schrijven van:

ethyn

A

alkynen

ethyn = brandergas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

systematische naam en formule schrijven van:

chloroform

A

halogeen alkanen

chloroform= trichloormethaan = roesmiddel (hoofdpijn, slaperigheid en bewusteloosheid veroorzaakt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

systematische naam en formule schrijven van:

ether

A

ether= diëthylmethaan= verdovingsmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

systematische naam en formule schrijven van:

ethanol

A

alcoholen

ethanol = drankalcohol en ontsmettingsmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

systematische naam en formule schrijven van:

aceton

A

ketonen

aceton = propanon = nagellakverwijderaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

systematische naam en formule schrijven van:

formolaldehyde

A

aldehyden

formolaldehyde = methanal = conserveermiddel

17
Q

systematische naam en formule schrijven van:

azijnzuur

A

carbonzuren

azijnzuur= ethaanzuur = conserveermiddel voor eten

18
Q

IUPAC regels toepassen om vanuit gegeven formule naam te vormen en omgekeerd

A

1 Hoofdketen
a)keten met belangrijkste functionele groep
b) keten met meeste meervoudige bindingen
c) langste koolstofketen
b) keten met meeste vertakkingen
2 positiecijfers
a) belangrijkste groep -> kleinste positiecijfer
b) driedubbele>dubbele bindingen kleinste positiecijfer
c) gebruikte cijfers zo klein mogelijk
3 Naam: alle zijtakken + hoofdketen + achtervoegsel
a) zijketen alfabetisch
b) positiecijfer van zijketen (indien verwarring)
c) bij zelfde ketens di, tri, tetra, …

19
Q

systematische naam en formule schrijven van:

paraffine

A

paraffine = propaan

voor het vervaardigen van kaarsen en waxlichtjes

20
Q

systematische naam en formule schrijven van:

glycerol

A

glycerol = propaantriol = vocht vasthoudend middel gebruikt in cosmetica

21
Q

systematische naam en formule schrijven van:

glycol

A

glycol= ethaan-1,2- diol =antivries middel in radiateurs van auto’s

22
Q

systematische naam en formule schrijven van:

white spirit

A

white spirit = terpentine= verdunner of oplosmiddel van verf

23
Q

structuurformule

A

alle atomen aan elkaar gebonden weergave in 2D

bv: H-C=C-H

24
Q

verkorte structuurformule

A

de C’s worden weergegeven met het aantal H’s

bv: CH2CH2

25
Q

definitie isomeren

A

isomeren zijn stoffen met dezelfde brutoformule maar een andere structuurformule. Ze hebben hierdoor andere chemische eigenschappen en dus ook een andere naam

26
Q

keten-isomeren

A

andere hoofd- en zijketens

27
Q

plaats-isomeren

A

positie op de hoofdketen is anders

28
Q

functie isomeren

A

andere functionele groep

29
Q

CIS-trans-isomeren

A

CIS-vorm: de groepen staan elk op een andere C van de binding, maar aan dezelfde kant van de dubbele binding
Trans-vorm: elk aan een andere kant van de dubbele binding (beneden en onder)

30
Q

optische isomeren

A

groepen staan anders georiënteerd rond een asymmetrische koolstof
een asymmetrische koolstof = een koolstof met 4 bindingspartners