Stofwisseling Flashcards
Stofwisseling
geheel van chemische processen in de cel
Dissimilatie
- Afbraak
- Exotherm
- Energie vrijmaken
- ADP + Pi –> ATP
Assimilatie
- Opbouw
- Endotherm
- Energie vastleggen
- ATP –> ADP + Pi
Eigenschappen enzymen
- versnelt reacties = katalysator = verlaagt activeringsenergie
- evenwichtsreactie = substraat + enzym –> product
- Reactiespecifiek
- eindigen op -ase
Hoe werkt omzetting substraat met co-enzym
Sommige enzymen (apo enzymen) hebben een co-enzym nodig om een substraat te kunnen binden
- Apo enzym + co enzym –> actief enzym
–> deze kan een substraat binden.
Hoe wordt de hoeveelheid substraat die per tijdseenheid wordt omgezet beïnvloed?
- Temperatuur
–> hoge koorts zorgt voor denaturatie - pH
Denaturatie
- waterstofbruggen tussen aminozuren gaan kapot
- irreversibel (onomkeerbaar)
Glycolyse (waar & opbrengst)
- In cytoplasma
- +2ATP & 2NADH
Wat is de functie van Acetyl-CoA
overbrengen acetylgroep naar citroenzuurcyclus
Citroenzuurcyclus (waar & opbrengst)
- in vloeistof mitochondriën
- wordt 2x doorlopen
- 8NADH & 2 ATP & 2FADH2
Oxidatieve fosforylering (waar & opbrengst)
- in binnenmembraan mitochondriën
- 10 NADH –> 30 ATP (1 –> 3)
- 2 FADH2 –> 4 ATP (1 –> 2)
Wat is de totale opbrengst van de aerobe dissimilatie?
36 ATP
(want er wordt 2 ATP verbruikt bij het transport uit de mitochondriën)
welke dissimilatie vindt plaats in rode bloedcellen en waarom?
anaerobe dissimilatie, want rode bloedcellen hebben geen mitochondriën.
Wat is chemosynthese?
koolstofassimilatie met behulp van energie verkregen uit de oxidatie van een anorganische stof
Wat zijn de 3 voorbeelden van chemosynthese?
- zwavelbacteriën oxideren waterstofsulfide (H2S) tot zwavel (S) en vervolgens tot zwavelzuur (H2SO4)
- Nitrietbacteriën oxideren ammoniak (NH3) of ammoniumionen (NH4+) tot nitrietionen (NO2-)
- Nitraatbacteriën oxideren nitrietionen tot nitraationen
Wat is voortgezette assimilatie?
- Vorming van organische stoffen (koolhydraten, vetten en eiwitten) uit glucose
- ATP is altijd de energiebron
Wat is polymerisatie?
monosachariden kunnen aan elkaar gekoppeld worden en disachariden vormen. Deze kunnen ook weer koppelen en zo ontstaan er grotere suikers.
Wat is glycogeen?
- polysacharide
- koolhydraatreserve van de mens
- ligt grotendeels opgeslagen in de lever en voor een klein deel in de spieren
- kan omgezet worden naar glucose doormiddel van glucagon.
Wat is transaminering?
- vorming van aminozuren uit niet-essentiële aminozuren
- een zijtak van aminozuur 1 wordt geruild met een zijtak van een ketonzuur
–> nieuw aminozuur - wanneer hier iets mis gaat ga je ketonen vormen.
Hoe is een aminozuur opgebouwd?
- CH groep
- COOH groep
- NH2 groep
- restgroep, geeft verschil tussen verschillende aminozuren.
Wat is gluconeogenese?
- wanneer het lichaam geen glucose ontvangt en na 1,5-2 uur ook het glycogeen op is begint de gluconeogenese
- nieuwvorming van glucose uit lactaat, aminozuren, glycerol
Waar komen de stoffen en energie voor de gluconeogenese vandaan?
- Aminozuren zijn afkomstig van de afbraak van eiwitten
- Lactaat komt vanuit de glycolyse
- Glycerol is afkomstig van de afbraak van vetten
- energie komt van de beta-oxidatie
Wat is beta-oxidatie?
= afbraak van vetten
–> oxidatie van vetzuren tot acetyl CoA
- 1 cyclus levert op 1 NADH en 1 FADH2
- gebeurd vooral bij anorexia en suikerziekte
- cyclus wordt 8x doorlopen, 2-C per keer
Waarom is glucose per se nodig als we ook ATP kunnen krijgen uit verbranding van vetten?
De hersenen kunnen alleen werken op glucose, dus dit moet aangemaakt worden.