Scheikunde Flashcards

1
Q

door welke bindingen zijn aminozuren met elkaar verbonden en hoe zien deze eruit?

A
  • peptide bindingen
    o=c-n-h
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe zijn in de tertiaire structuur van eiwitten de alpha-helix en beta-sheet met elkaar verbonden?

A

Zwavelbruggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt in de secundaire structuur van eiwitten een alpha helix gevormd?

A

de keten vormt waterstofbruggen met zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zijn vetten onderling met elkaar verbonden?

A

met esterverbindingen

o=c-o

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zijn koolhydraten onderling met elkaar verbonden?

A

etherverbindingen -o-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

d.m.v welke reactie worden koolhydraten, vetten en eiwitten afgebroken?

A

hydrolyse reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurd er bij een reductie?

A

deeltje neemt elektronen op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurd er bij een oxidatie?

A

deeltje geeft elektronen af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn voorbeelden van 2 verschillende condensatiereacties

A
  • zuur + alcohol = esterverbinding
  • zuur + amine = peptideverbinding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly