Steden en burgers - 1 Flashcards

1
Q

Noem drie verbeteringen in de landbouw tijdens de Late Middeleeuwen.

A
  • invoeren drieslagstelsel
  • verbetering werktuigen, bv keerploeg ipv haakploeg
  • inpoldering
  • ontginning van bos en heide
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor konden steden groeien tijdens de Late Middeleeuwen? Oorzaak-gevolg.

A

Door verbeteringen in de landbouw groeide de bevolking en bleef er voedsel ‘over’. Er kwam een toename in handel waardoor de nijverheid ook toenam en de steden groeiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke verandering in de functie die steden tav handel hadden vond er plaats in de Late Middeleeuwen?

A

Steden kregen een regio-functie tav de handel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was het doel van de wisselbrief?

A

De geldeconomie kwam in de Late Middeleeuwen terug. Om grotere bedragen veilig te kunnen vervoeren/makkelijker overal te kunnen verkrijgen werd de wisselbrief uitgevonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstonden er ‘burgers’ als een groep in de steden i/d Lage Landen? En wat hield die groep in?

A

Rijke stedelingen wilden steeds meer inspraak op stadszaken. Ze onderhandelden met landsheren voor privileges en betaalden voor voorrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de Hanze?

A

Een handelsverbond tussen steden in Noord-Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke vier veranderingen deden zich in de Late Middeleeuwen in Europa voor?

A
  • de landbouw veranderde
  • de bevolking groeide
  • de handel bloeide op
  • er ontstond weer een monetaire economie van grotere omvang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waardoor ontstond er weer een monetaire economie van grotere omvang?

A

Door het toenemen van de internationale handel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem drie oorzaken voor het feit dat in de Lage Landen (het eerst in Vlaanderen) één van de meest verstedelijkte gebieden van Europa zich ontwikkelde.

A
  • gunstige geografische omstandigheden (rivieren, mondingen, gunstige plekken voor handel/verkeer)
  • meer bescherming van landsheren, hoge edelen en geestelijken
  • meer samenwerking tussen steden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waardoor lukte het de steden in Noord-Europa zelfbestuur in de vorm van stadsrechten te bemachtigen?

A

Stedelingen bevochten en kochten zelfbestuur in de vorm van stadsrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat hielden stadsrechten in?

A
  • geen verplichtingen meer tegenover de grootgrondbezitter
  • zelf bestuur en rechtspraak regelen
  • zelf bepalen wie poorter (stadsburger) was en wie niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke gevolgen had de marktfunctie voor steden?

A

Doordat in elke stad een jaarmarkt werd gehouden, ontstonden er niet alleen netwerken in elk verzorgingsgebied maar ook tussen de steden onderling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly