SR hoorcollege slides Flashcards

1
Q

burgerlijke vordering voor de strafrechter

A

heeft geen ander wettelijk doel dan de herstel van de door het misdrijf veroorzaakte privaatrechtleijke schade. Een louter belang bij de bestraffing is onvoldoende om zijn burgerlijke partijstelling op te steunen.
□ Kan strekken tot teruggave en of schadevergoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

teruggave

A

doelt op het herstel in natura van de schade die het misdrijf veroorzaakte. Kan louter gaan om het teruggeven van geoderen die aan de eigenaar werden ontnomen, in handen van gerecht zijn gekomen en bijgevold niet moeten worden verbeurdverklaard. Kan ook verwijzen naar alle maatregelen die ervoor zorgen dat de materiele gevolgen van een misdrijf verdwijnen. Men beoogt het eherstel van de feitelijke toestand zoals die bestond voor het misdrijf werd gepleegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

burgerlijke vordering is onderworpen aan algemene voorwaarden van rechgtsvordering bepaald in art 17 ger W dat toepasselijk is in strafzaken:

A

hoedanigheid, belang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoedanigheid

A

wijst op het verband dat moet bestaan tussen mateirele procespartij en het voorwerp van de eis. Art 3 VtSv dat bepaalt dat de rechtsvordering tot herstel van de scahde door een misdrijf veroorzaakt behoort aan het die de schade hebben geleden (slachotffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

belang

A

ieder materieel of moreel voordeel dat e peroson die de vordering instelt mag verwachten en dat zijn huidige rechtstoestand kan wijxigen of verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

burgerlijke vordering is onderworpen aan specifieke voorwaarden van rechgtsvordering

A

ontvankelijkheid, Geen brugerlijke vordering hangende voor de brugerlijke revhter?
Beweren benadeeld te zijn:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Strafrechter moet overgaan naar 5voudige controle van het plausibel karatker van de bewerking van de kandidaat burgerlijke paritj:

A
  1. De beweerde schade moet reeel zijn
    2. Bewering moet betrekking hebben op een schade die de kandiaat burgelrijke partij zelf persoonlijk heeft geleden . Kan ook aantasting goede naam of reputatie zijn
    3. De beweerde schade moet zijn veroorzaakt door het misdrijf dat het voorwerp uitmaakt van de strafvordering
    4. De strafrechter is bevoegd om schadevergeoding toe te kennen
    De benadeeld vraagt de vergeoding van de schade. Benadeelde kan geen afstand doen van zijn vraag tot vergeoding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

opsporingsonderzoek

A

art 28bis §1 Sv
○ PK kan zelf mbt de misdrijven die tot zin bevoegdheid behroen aanvullende info winnenn om het gevolg te boordelen dat aan de zaak moet worden gegeven.
§ Art 47 en 64 Sv
○ Tijdens opsoringsonderzoek zijn dwangmaatregelen of schendingen van idnividuele rechten en virjehden in beginsel onmogelijk art 28bis §3 Sv
§ Enkel mogelijk wnnr de wet dit toelaat bijv
□ Bij heterdaad
§ Mini instructie
○ Inbeslagnemening is mogelijk bij opsporingsonderozke
○ Onderzoeksmaatregelen mogen niet aan journalisen en redactiemedewerkers gedeeld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Verantwoordelijkehid en rol vna OM in opsporingsonderzoek
A

○ Leiding en gezag van procereur des konings. Hij draagt hiervoor de verantwoordelijkhied. Leden van OM hebben dus dubbele functie. Enerzijds zijn zij als magistraat belast met de oefenning van de strafvordering anderzijds hebben zij deh hoedanigheid van hogere officier van gerechtelijke politie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

proactieve recherche

A

de mogelijkehid voor politieidensten om los van het onderozke naar een reeds gepleegd ocncreet strafbaar fiet, info te verzamelen die van nut zou kunnen blijken in latere concrete strafonderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De mini-instructie

A

maakt het toestaan en uitvoeren van dwangmaatregelen door de onderzoeksrechter mogelijk binnen het opsporingsonderzoek. De mini-instructie is geregeld in artikel 28septies van het Wetboek van Strafvordering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Facutlief evocatierecht

A

om de autonomie en de zeggenschap van de onderzoeksrechter te onderstrepen bij onderzoeken waar bepaalde dwangmaatregelen aan de orde zijn, heeft de wetgever aan de onderzoeksrechter een facultatief evocatierecht toegekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gerechtelijk onderzoek

A

art 55 Sv gerechtelijk onderzoek als het geheel van handelingen die ertoe strekken de daders van misdrijven op te sporen, te bewijzen te verzamelen en de maatregelen te nemen ide de rechtscolleges in staat moeten stellen met kennis van zaken uitspraak te doen
® Geen sprake van opsporen van misdrijven in vegelijking met opsporingsonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

onderozeksrechter

A

heeft als taak leiden zoektocht naar de waarheid. heeft recht en plicht om alle onderzoeksverrichtingen uit te voeren, die kunnen bijdragentot het ontdekken van de ware toedracht van de onderzochte feiten. Oordeelt of het noodzakelijk is dwang te gebruiken of inbreuk te maken op indiviudele rechten en vrijheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wie kan onderzoeksmaatregelen bevelen aan de onderzoeksrechter?

A

enkel KI. niet PK/BP/verdachte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waar is de onderzoeksrechter bevoegd voor

A

voor alle misdaden en wanbedrijven. Geldt dus ook voor de wanbedrijven die tot de bevoegdheid vd politierechtbank behroen. Eveneens voor overtredingen die samenhangen met misdaden of wanbedrijven die bij hem aanhangig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

terrirotirale bevoegdheid van onderz rechter heeft 3 alternatieve aankopingspunten

A

62bis Sv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

voeging

A

wanneer OM reeds een ger onderzoek vorderde, kan benadeelde zich voor deze feiten bij de onderzoeksrechter BP stellen bij wijze van . initiatief voegt dan enkel de burgerlijke vordering to aan de reeds aanhangige strafvordering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

◊ OR kan zichzelf adieren (aanhangig)maken op twee manieren:

A
  1. Geval van betrapping op heterdaad van een misdaad of wanbedrijf
    Kader van art 28septies Sv de mini instructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

onmiddelijke afsluiting van onderzoek

A

enkel mogelijk wanneer het ger ond “volledig” is, dit is wanneer de procedure in staat is om het voorwerp uit te maken van een beslissing van het onderzoeksgerecht hetzij over de feiten zelf hetzij over de bevoegdheid hetzij over een onontvankelijkskwestie. Mogelijk wanneer:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

afsluiting onderozek mogelijk wanneer

A

i. Wanneer de aangebrachte feiten, zelfs indien zij bewezen zijn, onder geen strafrechtelijke kwalificatie kunnen worden gebracht.
ii. Kan gebeuren dat onderzoeksrechter een onontvankelijkehids grond van de strafvordering opmerkt waardoor de feiten niet (bijv bij een beslissende verschoningsgrond) of niet meer (vrejaring of overlijden verdachte) vatbaar zijn voor vervolging

iii. Zaak kan eveneens onmiddellijk voor raadkamer worden gebracht wanneerh bij een urgerlijke partijstelling een onontvankelijkehidsgrond met betrekking tot de burgerlijke vordering bestaat en het OM zelf geen onderzoek heeft gevorderd. De BP is dan immers enige en noodzakleijk efundament van het bestaan vd SV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

saisine onderzoeksrechter mbt personen

A

® Onderzoek kan worden bepaald tegen personen of tegen onbekenden. Hij gaat onderozeken of en door wie de feiten zijn gepleegd. OR kan deze dan in verdenking stellen. Onderzoek loopt in beginsel tegen alle evt daders en medeplichtigen van het feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

saisine mbt feiten onderzoeksrechter

A

® OR is geaidieerd voor die feiten die zijn aangegeven in de akte van aanhangigmaking (vordering BP of OM). Hij mag niet zelf op zelfstandige wijze het ger ond uitbreidnen tot andere fieten dan deze vemrel din de akten van aanhangigmaking, zelfs niet wanneer hij van oordeel is dat de geviseerde fieten samenhangend kunnen zijn met de aangeduide feiten. Dat is aan de feitenrechter.
◊ Wanneer hij nieuwe feiten ontdekt -> PK art 56 §1 lid 3 en 6 Sv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

inverdenkinggestelden:

A

personen die de onderzoeksrechter zelf uitdrukkelijk in verdenking stede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

® Geheim: 3 redenen wrm onderzoek geheim moet blijven:

A

i) Bevordert afwezigheid van druk en van tussenkomst van de publieke opinie op het onderzoekswerk en de onpartijdigheid en onafhankelijkehid van de magistraten
ii) Behoedt de verdachte voor een nefaste publiciteit
iii) Belet het dat het publiek een bepaalde sensatiezucht ontwikkelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

procereul des konings

A

verantwoordelijk voor uitoefening van strafvordering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

niet-contradictoir onderzoeksfase

A

Geen debat en geen (of heel beperkte) deelneming van verdachte
OM of OR voert onderzoek
Privépartijen kunnen zich niet verzetten tegen bepaalde onderzoeksdaden (maar uitz.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

heterdaad

A

art 41 lid 1 Sv. geval waarin misdrijf is ontdekt terwijl het gepleegd wordt of terstond nadat het gepleegd is. Betekent: misdrijf moet nog actueel zij en dat de tijd die tusssen het begaan van het misdrijf en de onderzoeksdaden zijn niet langer is dan noodzakelijk om het stellen van deze ondererzoeksdaden toe te laten. De heterdaad blijft dus voortbestaan gedurende de tijd die redelijkerwijze nodig is om het optreden van een bevoegd officier mogeliijk te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

“openbaar geroep

A

de omgeving (bijv ded dader heeft zien weglopen) een bepaald persoon onmiddellijk na het misdrijf beschuldigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

§ Openbare geruchten:

A

slechts vage verdachtmakingen inhouden
Algemene bkendehid: algemene optie is omtrent de schuld van e

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Algemene bkendehid

A

algemene optie is omtrent de schuld van een bepaald persoon een zekere tijd na het msidrjf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Procesverbaal

A

officiele akte van een wettelijke bevoegrde officier of agent van gerechtelijke politie die strekt tot het beewijs van een misdrijf en ofwel de vaststelling van bepaalde feiten ofwel de verklaringen van bepaalde personen met evt aanvullende inlichtingen ne met begrip van de gedane opsporingen, inhoudt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

salduz rechtspraak

A

in 2008 EHRM in het arrest salduz t Tukrije werd uitdrukkelijk gezgd dat het recht op een eerlijk proces (art 6 EVRM) onder bepaalde omstandigheden het recht inhoudt op bijstand van een advocaat bij het politieverhoor. In 2011 heeft belgische wetgever uitiendelijk de mensenrechtelijke verplichitng tot bijstand van een advo bij politieverhoor die voortvloeit uit salduz rechtspraak van ehrm opgenomen in wettelijke regeling. Is in werking getreden in 2012.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Sanctionering art 47bis §6 9 Sv. De wettelijke snactie in dat artikel heeft op 3 wijzen een beperkt toepassingsgebied:

A
  1. De sanctie heeft enkel betrekking op de situatie waarin een verdachte i sondervraagd zonder voorafgaand vertrouwelijk overleg of de verieste bijstand van een advo of wnnr de verdahte niet in kennis is gesteld van zin recht op bijstand van een advo. Sanctie heeft geen betrekking op overige verplichtingen die het art oplegt.
    2. Sanctie is beperkt tot de persoon die de verklaringen zonder consultatie of bijstand van advo heeft afgelegd. Er zal dus een onderscheid moeten worden gemaakt naargelang de verklaringen als bewijs worden gebruikt tegen de persoon die de verklaringen heeft afgelegd dan wel tegen andere personen (mededaders, medeplichtigen)
    3. De sanctie uit art .. Sluit alleen uit dat een veroordeling zou zijn gegrond op verklaringen die zijn afgelegd zonder bijstand van een advo. Uit rechtspraak van het Hof van Cassatie volgt dat d eonderzoeksgerehcten verklaringen vna een verdachte afgelegd zonder voorafgaand overleg met advo of bijstand advo tijdens verhoor, niet kunnen nietig verklaren. Het artikel voorziet immers niet in een nietigheidssanctie en de betrouwbaarheid van het bewijs kan niet door de onderzoeksgerehcten worden onderzocht.
    Gebuik verklaring tegen verhoorde persoon: krachtens art 47bis §6 Sv verklaringen die zonder bijstand van advo werden afgelegd geheel niet mogen worden gebruikt. Een gebruik als steunbewijs is volgens deze bepaling ook niet mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

een persoon die is gearresteered zla in 4 gevallen toch kuynnen worden ondervraagd zonder bijstand van een advocaat:

A

i) Verhoor kan beginnen wanneer er twee uur na de verwittiging van de advocaat nog geen vertrouwelijk gesprek heeft plaatsgevonden. De advocaat kan zich later bij de ondervraging voegen
ii) Het verhoor in geval van overmacht starten nadat de betrokkene nogmaals is gewezen op zijn rechten
iii) Een meerderjarige verdachte in een schriftelijke verklaring afstand doen van zijn recht op een voorafgaand vertrouwelijk gesprek met een advo en of aanwezigheid van een advo tijdens het verhoor
Procereur of de gelaste onderzoeksrehcter in het licht van de bijzondere omstandigheden van de zaak en voor zover er dwingende redenen zijn, afwijkingen toestaan van het recht op een voorafgaand vertrouwelijk gesprek met een advocaat en of het recht op aanwezigheid van een advo tijdens het verhoor. Moet gebeuren met gemotiveerde beslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Een persoon die wordt verhoogd krijgt meer rechten naargelang zijn hoedanigheid (verdacht of niet verdacht), de ernst van het feit waarover hij als verdachte wordt verhoord (misdrijf waarop al dan niet een vrijheidssstraf staat) en de toestand waarin hij zich bevindt (al dan niet van zijn vrijheid beroofd). Op basis hiervan worden 4 categroeien met bijbehorende rechten:

A
  1. Rechten van personen aan wie geen msidrijf wordt ten laste gelegd (getuigen benadeelden aangevers en slachtoffers die worden verhoord in het raam van een vooronderzoek in strafzaken
    2. De rechten van verdachten die niet van hun vrijheid zijn benomen en worden verhoord over feitne di ehen ten laste kunnen worden gelegd en een misdrijf betreffen waarop geen vrijheidsstraf kan worden opgelegd
    3. Rechten van verdachten die niet van hun vrijheid zijn benomen en worden verhoord over feiten die hen ten laste kunnen owrden gelegd en een misdrijf betreffen waarvoor een vrijdheidsstraf kan worden opgelegd
    4. De rechten van verdachten die van hun vrijheid zijn benomen en worden verhoord aangaande feiten die hen ten laste kunnen worden gelegd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

inverdenkingstelling

A

Onderzoeksrechter gaat over tot inverdenkingsstelling van leke persoon tegen wie ernstige aanwijzingen van schuld bestaan art 61bis Sv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

getuige heeft geen zwijgrecht tenzij

A

uitzonderingen: journalisten mbt hun bronnen, personen gehouden door beroepsgeheim en de getuige die door een verklaring aft e leggen zichzelf aan vervolging zou blootstellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

getuigenverhoor

A

: art 71-86quinquies en 510-517 Sv behandelen getuigenverhoor uitvoerig. OR kan elke persoon ondervragen wie hij wil omtrent misdrijf of omstandigheden. getuige moet de waarheid zeggen. Meot eed afleggen, verplicht verklaring af te leggen, geen zwijgrecht (met 3 uitzonderingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

verhoor midnerjarigen en kwetsbare meerderjarigen

A

art 91bis Sv als zij getuige of slachtoffer zijn. Kwetsbare toestand van meerderjarige kan gevolg zijn van leeftijd zwangerschap ziekte of lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

polygraaftest

A

art 112duodecies Sv bevat welttelijke regeling. PK of onderzoeksrechter kan voorstellen aan getuigen verdachte fo slachtoffer om polygraaftest te doen. Geberud op vrijwillige basis. Wanneer tijdens of naar analeiidng van poly spontaan wordt ovegegaan tot bekentenissen wordt d eptest stopgezet en gaat men over tot regulier verhoor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Anonieme getuigengetuige

A

is een persoon die, in beginsel onder ede, t.o.v. een rechter een
verklaring aflegt, en wiens identiteit de onderzoeksrechter of de vonnisrechter geheimhoudt. De anonieme getuige is te onderscheiden van de infiltrant of tipgever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Plaatsbezoek:

A

artikel 62 Sv.
Na aangifte van een eventueel misdrijf kunnen naargelang het geval van de onderzoeksrechter, de procureurs des Konings en/of de politiediensten ter plaatse gaan om daar een onderzoek te verrichten en om alle nuttige vaststelling te doen. Aan een o0nderzoek ter plaatse zijn geen beperking verbonden, op de voorwaarde dat het uitgevoerd wordt op een openbare plaats. Dat wil zeggen, plaatsen die vanuit hun aard voor iedereen toegankelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Inkijkoperatie

A

De procureur des Konings kan de politiediensten machtigen om te allen tijde, buiten medeweten van de eigenaar of rechthebbende, of zonder hun toestemming, een private plaats te betreden. Artikel 46quinquinces bevat een limitatieve met redenen waarom een de procureur des konings een inkijkoperatie kan vorderen. Hierbij moet wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Huiszoeking

A

De huiszoeking is een onderzoeksmaatregel die en inbreuk uitmaakt op de onschendbaarheid van de woning en op het recht van het eerbiedigen van het privéleven. In dat opzicht kan slechts een inbreuk hierop plaatvinden in die gevallen, die de wet of het decreet bepaalt in de vorm van zijn voorschrift. De wettelijke basis hiervoor ligt in artikel 36 en 37 3n 87-90 Sv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat gebeurt er moet de in beslag genomen goederen

A
  • Bewaring ter griffie/ ter plaatse
  • Vermogensbestanddelen: kennisgeving aan het COIV
  • Evt. vervreemding (art. 28octies en 61sexies Sv.)
  • Opheffing van het beslag en teruggave (art. 28sexies en 61quater Sv.)
  • Verbeurdverklaring/ teruggave
  • Terbeschikkingstelling aan de politie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

De directeur bepaalt de termijn en alle inbeslaggenomen vermogensbestandsdelen komen hiervoor in aanmerking mits aan twee vereisten is voldaan

A

Het vermogensbestandsdeel moet eigendom zijn van de verdachte of de inverdenkinggestelde of dat de eigenaar niet binnen een redelijk termijn kan worden geïdentificeerd of bereikt
o Ten tweede moet het vermogensbestandsdeel in beslag zijn genomen tijdens een opsporings- of gerechtelijk onderzoek naar strafbare feiten die zijn gepleegd in het kader van een criminele organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

De directeur bepaalt de termijn en alle inbeslaggenomen vermogensbestandsdelen komen hiervoor in aanmerking mits aan twee vereisten is voldaan

A

Het vermogensbestandsdeel moet eigendom zijn van de verdachte of de inverdenkinggestelde of dat de eigenaar niet binnen een redelijk termijn kan worden geïdentificeerd of bereikt
o Ten tweede moet het vermogensbestandsdeel in beslag zijn genomen tijdens een opsporings- of gerechtelijk onderzoek naar strafbare feiten die zijn gepleegd in het kader van een criminele organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

vernietiging

A

De procureur des Konings kan met een gemotiveerd bevel inbeslaggenomen goederen die vatbaar zijn voor de verbeurdverkalring laten vernietigen in elk stadium van de strafprocedure. Tijdens een gerechtelijk onderzoek is de instemming van de onderzoeksrechter vereist. Goederen die uit hun aard gevaarlijk zijn, die niet meer in omloop mogen komen of waarvan de bewaring buitensporig duur is, komen in aanmerking voor vernietiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q
A

In spoedeisende gevallen
- Wanneer er geen gerechtsdeskundige beschikbaar is met de vereiste deskundigheid of
specialisatie
- Wanneer het nationaal register geen gerechtsdeskundige bevat die beschikt over de nodig
deskundigheid en specialisatie
- Wanneer het gaat om een coördinerende deskundige die niet is opgenomen in het register
toch optreden als gerechtsdeskundige voor de hem toegewezen opdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Opsporingsonderzoek:

A

algemeen beginsel
Hoewel er geen wettekst is die de mogelijkheid voorziet, is het algemeen aanvaard da de procureur des Konings, tijdens het opsporingsonderzoek, omtrent een tot zijn bevoegdheid behorende aangelegenheid, beroep kan doen op een man van het vak. Het gaat hier enkel om het inwinnen van informatie niet om een deskundigonderzoek in de strikte zin van het woord. Het is echter een ander geval wanneer de dader op heterdaad werd betrapt. Op basis van artikel 43-44bis en 49 Sv kunnen de procureur des Konings en zijn hulpofficieren bij heterdaad een deskundige aanstellen. Hier zo een licht onderzoek wel kunnen op basis van artikel 44bis inzake bloedmonsters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Gerechtelijk onderzoek:

A

zwakke wettelijke basis in 43-44 Sv
De onderzoeksrechter beslist onaantastbaar in feite of hij een deskundigenonderzoek beveelt. De onderzoeksrechter moet zich bij zijn keuze wel richten op jet nationaal register. Daarnaast geldt er een bijzondere regeling voor wat betreft het verrichten van gerechtelijke expertises op het gebied van de boekhoudige organisatie van de onderneming en de desbetreffende analyse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Principieel niet-contradictoir:

A

de verdachte is niet aanwezig bij het onderzoek van de
deskundige. Het onderzoek kan daarentegen wel contradictoir worden gemaakt door de magistraat wanneer het ervan overtuigd is dat dit het vermoeden van onschuld of de efficiëntie van het onderzoek niet aantast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

DNA-onderzoek
- Opsporingsonderzoek

A

De procureur des Konings kan in het kader van een opsporingsonderzoek laten overgaan tot een vergelijkend DNA-onderzoek. Dit onderzoek heeft tot doel de DNA-profielen van aangetroffen of afgenomen menselijk celmateriaal te vergelijken, om bij een misdrijf betrokken personen direct of indirect te identificeren, met het oog op het opheffen van de vermoedens die rusten op andere personen of om hun onschuld te bewijzen (artikel 3 DNA-wet).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Gerechtelijk onderzoek DNA

A

Op grond van artikels 90undecies en 90duodecies Sv kan de onderzoeksrechter de afname van menselijk celmateriaal van een persoon bevelen met het oog op een vergelijken DNA-onderzoek, indien het feit waarvoor hij gevat is, een strafbaar feit is waarvoor een gevangenisstraf van minimum 5 jaar staat. Dit onderzoek heeft tot doel de DNA-profielen van aangetroffen of afgenomen menselijk celmateriaal te vergelijken, om bij een misdrijf betrokken personen direct of indirect te identificeren, met het oog op het opheffen van de vermoedens die rusten op andere personen of om hun onschuld te bewijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

DNA Voorafgaande aanwijzingen

A

t.a.v. de verdachte moet de onderzoeksrechter beschikken over aanwijzingen van schuld bij het plegen van feiten waarbij de onderzoeksrechter geadieerd is. De onderzoeksrechter is bijgevolg niet bevoegd tot de afname van celmateriaal bij de persoon ten aanzien van bewijzen voor gelijkaardige feiten. Een afname bij niet-verdachten is enkel mogelijk indien de onderzoeksrechter over aanwijzingen beschikt dat de betrokkenen een directe band heeft met het gerechtelijk onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

DNA Bevel van onderzoeksrechter

A

De onderzoeksrechter kan deze maatregel enkel bevelen bij een met reden omklede beschikking, die hij mededeelt aan de procureur des Konings.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

DNA Uitvoering van de maatregel

A

De onderzoeksrechter vordert een officier van de gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings of een arts om een hoeveelheid wangslijmvlies of haarwortels af te nemen. Voor het afnemen van bloed kan de onderzoeksrechter enkel een arts vorderen (90undecies paragraaf 2 lid 1-2 en paragraaf 3 Sv). De toestemming van de betrokkene is niet vereist voor de uitvoering van de maatregel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Snelle bewaring van gegevens: artikels 39 ter en 39quater Sv

A

De snelle bewaring is een maatregel die snel gegevens moet worden om de gegevens in de schoot zelf van de persoon zelf die zich onder ze houdt ter bewaring om te voorkomen dat ze beschadigd raken of verloren gaan. In sommige gevallen kunnen de gegevens beter bewaard blijven dan in een databeslag of huiszoeking. De snelle bewaring onderscheidt zich dus van de inbeslagname omdat de gegevens niet aan de speurders worden overgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Registratie of lokalisering van elektronische communicatie:

A

artikel 88bis Sv
Deze maatregel laat toe de nummers van de telefoontoestellen van waaruit verbindingen werden of worden gemaakt met een bepaald telefoontoestel, en ook van telefoontoestellen die vanuit een bepaald toestel werden of worden opgeroepen. Ook de bestemming of oorsprong van de gesprekken of berichten kunnen aan de hand van deze bevoegdheid worden gelokaliseerd (artikel 88bis paragraaf 1 lid 1 Sv).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Materieel strafrecht

A

De rechtsnormen die bepalen wie, waarvoor, wanneer strafbaar is en waarom en welke sancties opgelegd kunnen worden
“Wat men niet mag” (let op: soms wat men niet mag weigeren te doen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Formeel strafrecht

A

De regels aangaande het verloop van het strafproces
Strafprocedure, strafvordering, strafrechtspleging, tenuitvoerlegging, rechtshulp
“Wat er moet gedaan worden als er een misdrijf is gepleegd”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Materieel strafrecht

A

Wat moet strafbaar zijn? (wat wordt verboden?)
Misdrijven

Wie moet gestraft worden?
Misdadigers (alleen mensen?)

Wanneer moet iemand gestraft worden voor iets wat strafbaar is?
Voorwaarden voor individuele aansprakelijkheid & strafrechtelijke sancties

Moeilijkste vraag: Wat zou strafrecht moeten doen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Preventie van laakbare gedragingen

A

Positieve: voorkomen dat daders/criminelen wederom in de fout gaan
Negatieve: voorkomen dat mensen (alle burgers) in de fout gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Modern Strafrecht – Verlichting

A

Montesquieu, Voltaire, Bentham, Feuerbach, Beccaria …

Rationaliseren
Wat is de grondslag van het recht op straffen?
Humaniseren (menselijker maken)
Vermijd willekeur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

Oorsprong van ‘klassieke school’ van strafrechtsdenken:

A

homo economicus met vrije wil
Strafrecht als ultima ratio (het laatste middel) – utilitarisme
Repressieve functie - beperkt tot schending van essentiële goederen (vb. leven, eigendom …)
Aandacht voor “criminele feiten” (meer dan voor dadersc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Verklaring van de rechten van de mens en de burger (26 Augustus 1789)

A

Artikel 5 - Schade
De wet heeft slechts het recht handelingen te verbieden, die schadelijk zijn voor de maatschappij
Artikel 7 – Legaliteit I
Niemand kan beschuldigd, aangehouden of gevangen worden dan in bij de wet bepaalde gevallen en in de vormen, die zij heeft voorgeschreven (+ verbod op willekeur)
Artikel 8 – Legaliteit II & proport. straf
De wet kan slechts strikte en weliswaar noodzakelijke straffen opleggen, en niemand kan gestraft worden dan door een wet die is vastgesteld en uitgevaardigd voorafgaand aan het delict en op wettige wijze toegepast
Artikel 9 - Vermoeden van onschuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Napoleontische tijd
Frans wetboek 1810

A

Blijft trouw aan sommige beginselen van de
Verlichting (vb. legaliteit)
maar uitbreiding van misdrijven tegen de veiligheid
en het politieke regime (absoluut regime)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Belgische onafhankelijkheid (1830)

A

Franse Code pénal 1810 van toepassing
Art. 139 G.W. 1831 “binnen de kortst mogelijke tijd”
Nieuw Strafwetboek 1867
op basis van Franse wetboek
heersend klassieke strafrechtsdenken
Vele nieuwe wetten
Invoering van bepalingen beïnvloed door de theorie van het nieuwe sociaal verweer (d.w.z. bescherming van de maatschappij tegen ‘gevaarlijke’ personen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

Strafrecht dient om maatschappij te beschermen
Preventieve functie

A

Aandacht voor de oorzaken van criminaliteit
Maatschappelijke oorzaken en biologische oorzaken
Aandacht voor de misdadigers (ook potentiële misdadigers), meer dan voor de criminele feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

Formeel SR – Strafvordering

A

Was/is er een misdrijf?
Wie heeft het gepleegd?
ontdekken van misdrijf (opsporen)
onderzoeken (of het mogelijk is dat er een misdrijf was)
beoordelen van zaak
veroordelen/vrijspreken (schuldig/onschuldig bevinden)

Welke straf zou opgelegd moeten worden?
veroordelen van misdadiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

Types van procedure

A

Uitkomst van afweging tussen tegenovergestelde belangen = variabel (tijd, plaats, onderliggende waarden & normen)

Meest bekende classificatie:
tegenstelling tussen accusatoire procedure en
inquisitoire procedure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

Accusatoir:

A

geschil tussen twee partijen op gelijke voet
Aanklager (slachtoffer) v. beklaagde
rechter als scheidsrechter (geen actieve rol)
openbare, tegensprekelijke en mondelinge procedure
Bv. VS, VK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

Inquisitoir:

A

geheime, niet-tegensprekelijke en schriftelijke procedure
geen gelijkheid tussen partijen
actieve rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

Doel strafprocedure

A

Misdrijven en daders opsporen
Waarheid vinden

Rechten van individu waarborgen

SPR:
Gebruik van macht en ingrijpende maatregelen (bv. arrestatie, huiszoekingen …) door Staat
toegelaten vorm van ingrijpen
Noodzaak fundamentele rechten (van verdachte/beklaagde/beschuldigde en van derden) te beschermen

Strafvordering: beschermende functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

Complementaire wetten wetten

A

Wetten die niet in Boek I van het Strafwetboek staan, maar …
die er logisch en integraal deel van uitmaken
Die soms ook specifieke regels inhouden (afwijking van algemeen deel: Boek I Strafwetboek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
77
Q

rechtshulp

A

Belgische autoriteiten bevoegd om procedurele handelingen te nemen alleen binnen het grondgebied van België
Bv. geen beslag in Frankrijk door BE autoriteiten, geen huiszoeking in Nederland door BE autoriteiten …
Dus: mogelijk om dader buitenlands misdrijf te straffen, maar onmogelijk om procedurele handeling in het buitenland te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
78
Q

Primaire rechtshulp:

A

=zaak overdragen van ene staat naar een andere (nieuw forum)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
79
Q

Secundaire rechtshulp:

A

uitvoering van procedurele handelingen:
Uitlevering (overdragen van verdachten/beklaagden/veroordeelden)
Kleine rechtshulp (interstatelijke strafprocessuele bijstand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
80
Q

Internationaal strafrecht, Veroordeeld door

A

Internationale misdrijven (bv. genocide, misdrijven tegen de mensheid)

Nationale gerechtshoven
Internationale gerechtshoven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
81
Q

europese dimensie

A

Europees strafrecht?
Nee (in de zin van Europese handhaving van strafrecht)

Maar Europese invloed!
EVRM/EHRM: beginselen (en toepassing van algemene beginselen – grote invloed door uitspraken)
EU: beginselen + bepalingen
Lissabon Verdrag + Handvest Grondrechten EU
Art. 83 VWEU: richtlijnen over harmonisatie van bepaalde misdrijven (verschil tussen § 1 en § 2)
Art. 82 VWEU: richtlijnen over harmonisatie van bepaalde aspecten van de procedure en rechtshulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
82
Q

Wat is het verschil tussen strafrecht en andere rechtsgebieden? Wat is kenmerkend voor strafrecht?

A

Het gaat om de verhouding tussen overheid en burgers
Civiel (‘burgerlijk’) recht: verhouding tussen burgers
Het gaat om straffen – strafrechtelijke sancties
Het gaat om sterkere waarborgen

Wat is de relatie met andere rechtstakken?

Integratiefunctie???

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
83
Q

Relatieve autonomie

A

Strafrecht eigen functie, begrippen, interpretatieregels en vooral eigen logica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
84
Q

Functionele autonomie SR

A

SR bevat ook eigen gedragsnormen, los van andere rechtstakken

SR eigen finaliteit - meer dan enkel handhaving van andere rechtstakken

Schending SR-regels = schending rechtsordening
SR handhaving ≠ burgerrechtelijke handhaving

stigma – impact
soms is de betrokkenheid bij een misdrijf al een straf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
85
Q

Conceptuele autonomie SR

A

Begrippen, definities en instellingen uit andere rechtstakken niet noodzakelijk zelfde betekenis
Interpretatie afhankelijk van rechtsgoederen die door misdrijven beschermd worden

Aparte definities in strafwet en belang rechtspraak

Uitzondering: art. 16 V.T.Sv. :
Misdrijf verband met uitvoering contract waarvan bestaan ontkend of uitlegging betwist wordt
Regels burgerlijk recht van toepassing op strafrechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
86
Q

Autonomie SPR t.a.v. gerechtelijk recht

A

Art. 2 Gerechtelijk Wetboek (Ger.W.):
Ger.W. toepasselijk op alle procedures, behalve wanneer geregeld door niet uitdrukkelijk opgeheven wetsbepalingen of door onverenigbare rechtsbeginselen
Dus: Ger.W. = aanvullend
Sv. gaat voor tenzij lacunes/geen regeling
Maar let op: bepaalde regels Ger.W. zijn niet te verzoenen met beginselen strafrechts(pleging) => niet toepassen
Bv. art. 736 Ger.W.(mededeling stukken aan tegenpartij) ↔ zwijgrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
87
Q

Strafrecht = publiekrecht

A

Verhouding individu (of rechtspersoon) & Staat
Strafwetten = openbare orde
Handeling van Staat tegen individu

Ook verhouding beklaagde-slachtoffer publieke dimensie
Bv. toestemming slachtoffer sluit misdrijf niet uit
Maar kan ook burgerlijke component hebben:
Burgerrechtelijke procedure binnen strafprocedure voor schadevergoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
88
Q

Algemeen SR

A

= Boek I Strafwetboek (bv. legaliteit, bepalingen over straffen en straftoemeting, poging, deelneming, herhaling, samenloop …) + complementaire wetten (buiten Sw.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
89
Q

Bijzonder SR

A

= Boek II Strafwetboek + bijzondere strafwetten (buiten Sw.)
Bv. drugswet, verkeersstrafrecht,
fiscaal strafrecht …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
90
Q

Artikel 100 Sw.:
Bij gebreke van andersluidende bepalingen in bijzondere wetten en verordeningen, worden de bepalingen van het eerste boek van dit wetboek toegepast op de misdrijven die bij die wetten en verordeningen strafbaar zijn gesteld, met uitzondering van hoofdstuk VII […] en van artikel 85.

3 uitzonderingen

A

Andersluidende bepalingen (lex specialis)
Hfdstk VII Boek I Sw. (= deelneming aan misdaad/wanbedrijf)
Artikel 85 Sw. (= verzachtende omstandigheden bij wanbedrijven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
91
Q

Hoofdstraffen

A

Zelfstandig, kunnen zonder enige andere straf worden opgelegd. Geen twee hoofdstraffen (verbod hoofdstraffen te cumuleren, art. 7 Sw.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
92
Q

Bijkomende straffen

A

Samen met hoofdstraffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
93
Q

Misdaden (criminele zaken):
straffen

A

Opsluiting (levenslang of tijdelijk)
Hechtenis (levenslang of tijdelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
94
Q

Correctionele en politiezaken:
straffen

A

Gevangenisstraf
Werkstraf
Elektronisch toezicht (ET) en autonome probatiestraf (APS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
95
Q

Bijkomende straffen (in criminele en correctionele zaken):

A

Ontzetting van bepaalde politieke en burgelijke rechten
Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
96
Q

Bijkomende straffen (in criminele, correctionele en politiezaken):

A

Geldboete
Bijzondere verbeurdverklaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
97
Q

Misdrijf =

A

een gedraging gesanctioneerd door de wet met sancties die formeel tot het strafrechtelijk gebied behoren
- formeel (nationaal) criterium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
98
Q

een gedraging gesanctioneerd met sancties andere dan strafrechtelijke sancties wanneer

A

de sanctie een reactie is t.a.v. het laakbare gedrag
de sanctie zo repressief is als een strafrechtelijke sanctie (bv. boete voor hetzelfde of groter aantal)
- inhoudelijk Europees criterium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
99
Q

legaliteitsbeginsel

A

Geen misdrijf, geen straf zonder wettelijke bepaling

Wortels in Verlichting (klassieke school)

Logica: vermijd willekeur (rechtsbeschermingsbeginsel/rechtszekerheid)
door wetgever
democratische beslissing over wat strafbaar is
genomen door representatieve instellingen (lex parlamentaria)
door rechter
geen straf(vordering) zonder wettelijke bepaling
die vóór de gedraging bestond
duidelijke bepaling (lex certa)
strikte plicht om wet toe te passen
= “juge bouche de la loi”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
100
Q

geen crime zonder…

A

lege scripta – schriftelijke wettelijke bepaling

lege praevia – op voorhand wettelijke bepaling

lege stricta (of certa) – heldere/duidelijke wettelijke bepaling (precisiegebod)

lege parlamentaria – parlementaire (of equivalente) wettelijke bepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
101
Q

legaliteit opgenomen in verschillende bronnen

A

Opgenomen in verschillende bronnen

1) Internationale bronnen
Artikel 15 IVBPR (Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten)
Artikel 7 EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens)
Artikel 49 HGEU (Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie

2) Belgische bronnen
Artikel 12 lid 2 en artikel 14 Grondwet (GW)
Artikel 2 Strafwetboek (Sw.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
102
Q

Legaliteit in formeel strafrecht (betekenis 1)

A

SPR pleegt inbreuk op fundamentele rechten (bv. huiszoeking, voorlopige hechtenis)
Legaliteitsbeginsel SPR (1) = geen schending van fundamentele rechten zonder wettelijke bepalingen

Vergelijkbaar met SR … maar … zelfde logica?
SPR: verschillende structuur, verschillende functie

SR: bepaalt wat verboden is
- ubi lex tacuit noluit – als de wet zwijgt, wil het niet

SPR: bepaalt de opeenvolging van stappen die moeten gezet worden om misdrijven vast te stellen
moeilijk een perfecte en foutloze procedure op voorhand te voorzien – dus meer interpretatiemarge

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
103
Q

bronnen van SR

A

Geen misdrijf/straf zonder wettelijke bepaling – Welke wet?

Internationale verdragen

Federale bronnen
Grondwet (GW)
Wetten
Bv. Strafwetboek (Sw.) & Wetboek van Strafvordering (Sv.)
Complementaire wetten (SR & SPR)
Uitvoeringswetgeving
Koninklijk Besluit (KB) & Ministerieel Besluit (MB)
Regionale bronnen

Lokale bronnen

Rechtspraak?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
104
Q
A

EVRM (Raad van Europa) andere verdragen raad van europa, VN-Pact inzake Burgerrechten en Politieke Rechten
Europees Verdrag (Europese UnieSchengen Verdrag (23 EU-lidstaten + 4 niet-EU-lidstaten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
105
Q

Schengen Verdrag (23 EU-lidstaten + 4 niet-EU-lidstaten)

A

Geen supranationale bepaling die op zich een daad strafbaar maakt op nationaal niveau (nationale implementatie nog nodig)
wel mogelijk directe werking van regels die de interpretatie van strafwetten beïnvloeden
mogelijk ook bindend effect tegenover wetgever om strabaarstelling van bepalde gedragingen in te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
106
Q

Europees Verdrag (Europese Unie)

A

Verdrag van Lissabon
Pijlers afgeschaft
Relevante bronnen: (EU) Verordeningen + Richtlijnen
Art. 83 VWEU: richtlijnen over harmonisatie van bepaalde misdrijven (verschil tussen § 1 en § 2)
Art. 82 VWEU: richtlijnen over harmonisatie van bepaalde aspecten van de procedure en rechtshulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
107
Q

EVRM (Raad van Europa)

A

Art. 7 – Legaliteitsbeginsel
Art. 2 – Recht op leven
Art. 3 – Verbod op foltering
Art. 4 – Verbod op slavernij
Art. 5 – Recht op vrijheid
Art. 8 – Recht op privacy
Art. 6 – Recht op eerlijk proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
108
Q

Grondwet

A

omvat geen bepaling die de strafbaarstelling van een daad expliciet stelt
Dwz. geen misdrijf in grondwet
Wel regels over de invoering/toepassing van wetten die de strafbaarstelling van een daad stellen (zoals Strafwetboek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
109
Q

behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere inbreuken door een decreet kunnen worden gesteld.”

“bijzondere inbreuken”

A

misdrijven die gerelateerd zijn aan de bevoegdheden van de Gemeenschappen en de Gewesten, m.a.w. aan schendingen van hun decretale voorschriften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
110
Q

Strafwetgever Gemeenschappen en Gewesten

A

Decreten en ordonnanties (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
Eigen inbreuken ~ handhaving van decreten/ordonnanties
Beperkte invloed op SPR
toekennen hoedanigheid agent of officier van gerechtelijke politie aan regionale ambtenaren;
bewijswaarde van pv’s;
sommige gevallen van huiszoekingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
111
Q

Lokale strafwetgever (provincies en gemeenten)

A

Wetten in materiële zin indien algemene draagwijdte
Maar veel aandacht voor GAS-boetes = administratiefrechtelijk
Alternatief voor SR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
112
Q

Hiërarchie der normen

A

Grondwet & internationale verdragen
, Wetten, decreten en ordonnanties (formele wetten)
, Koninklijke besluiten en besluiten van de Gemeenschaps- en gewestregeringen
Ministeriële besluiten
Lokale regelgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
113
Q

Legaliteitscontrole Hoven/rechtbanken: toepassing geldigheid SR wet
Toetsing van formele wetten aan hogere normen
Rechtstreeks door hoven en rechtbanken?

A

Nee, voor controle over overeenstemming formele wetten of decreten met GW
Ja, voor internationale bepalingen met directe werking (GW)
Ja, in geval van toepassing EU-recht: prejudiciële vragen aan Europese Hof van Justitie (bindend inter partes)
GwH (in geval van prejudiciële vragen of beroepen tot vernietiging)
Toetsing aan bepaalde bepalingen van GW (o.a. Titel II = art. 8-32)
Vernietiging (bindend erga omnes)
Beslissingen over prejudiciële vragen van lagere hoven en rechtbanken (bindend voor elk rechtscollege in dezelfde zaak)
Toetsing van materiële wetten die geen formele wetten zijn
Art. 159 GW: wettigheidstoezicht door hoven en rechtbanken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
114
Q

Interpretatie = betekenis aan bepaling geven

3 bronnen van interpretatie:

A

Wetgever (art. 84 en 133 GW)
Authentieke
bindend voor iedereen (inbegrepen rechters)
kan ook door latere interpretatieve wet of uitleggingswet
Contextuele

Jurisprudentiële – hoven en rechtbanken

Doctrinale – rechtsleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
115
Q

Jurisprudentiële interpretatie
Geen wettelijke bron!

A

Wel grote invloed
Hof van Cassatie zorgt voor eenheid in toepassing van het recht
Prejudiciële vragen
Voorrangbeginsel EU-recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
116
Q

Doctrinale interpretatie

A

Niet bindend, mogelijks wel invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
117
Q

Interpretatiemethoden

A

Traditionele regel: indien wet duidelijk, geen interpretatie nodig
Interpretatio non fit in claris

Rechter gebonden door wet motiveringsplicht (art. 149 GW)

Probleem: wet kan niet altijd perfect duidelijk zijn (zonder schending lex certa-vereiste)
Hoe mag strafrechter dan interpreteren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
118
Q

interpretatie methoden Toegelaten:

A

Taalkundige interpretatie: gewone taal tenzij specifieke definitie
Teleologische interpretatie: wat bedoelde de wetgever?
Progressieve of evolutieve interpretatie
Bv. drukpersmisdrijf via internet? Vraag: voorzienbaar?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
119
Q

interpretatiemethoden Niet toegelaten:

A

Wél in zijn/haar voordeel ~ rechtsbescherming!
Restrictieve interpretatie? Discussie
Analogie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
120
Q

analogie

A

Lacune/leemte in de wet
Toepassing van andere wet op vergelijkbare
gevallen die door wetgever niet geviseerd waren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
121
Q

ANALOGISCHE INTERPRETATIE IN NADEEL VERDACHTE

A

absoluut verbod
= grens die evolutieve en teleologische interpretatie niet mogen overschrijden
Analogie in voordeel verdachte? JA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
122
Q

interpretatiemethoden

A

Traditionele regel: indien wet duidelijk, geen interpretatie nodig
Interpretatio non fit in claris

Rechter gebonden door wet motiveringsplicht (art. 149 GW)

Probleem: wet kan niet altijd perfect duidelijk zijn (zonder schending lex certa-vereiste)
Hoe mag strafrechter dan interpreteren?

Belangrijk: voorzienbaar?
(inschatting burger – kenbaarheid?)
In dubio pro reo? Niets te maken met duidelijkheid wet, enkel met schuld van beklaagde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
123
Q

toegelaten interpretatiemethoden

A

Taalkundige interpretatie: gewone taal tenzij specifieke definitie
Teleologische interpretatie: wat bedoelde de wetgever?
Progressieve of evolutieve interpretatie
Bv. drukpersmisdrijf via internet? Vraag: voorzienbaar?

Uitbreiding van strafwet, rechtersrecht (Ancien Régime, willekeur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
124
Q

niet toegelaten interpretatiemethoden

A

Wél in zijn/haar voordeel ~ rechtsbescherming!
Restrictieve interpretatie? Discussie
Analogie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
125
Q

lex praevia

A

Schriftelijke wet die vóór het feit bestaat

Wat als er een verandering is?
Mildere wet (lichtere straf) van toepassing

Wat als het misdrijf afgeschaft wordt?
Geen straf (maar straf blijft als definitieve beslissing al genomen is)

Uitzonderingen: o.a. interpretatieve wetten; strafprocedure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
126
Q

Schriftelijke wet die vóór het feit bestaat

Nieuwe strafwet na feit

A

Niet strafbaar – verbod retroactieve toepassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
127
Q

Afschaffing wet na feit

A

Niet strafbaar
maar let op: straf blijft als definitieve beslissing al genomen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
128
Q

Verandering wet na feit
Mildere wet of strengere wet? (zwaardere of lichtere straf?)

A

Strengere wet niet retroactief
Mildere wet moet retroactief toepassen (art. 2, lid 2 Sw.)

Uitzonderingen: o.a. interpretatieve wetten; strafprocedure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
129
Q

Constitutieve bestanddelen

A

componenten van delictsomschrijving of van wettelijke incriminatie van een specifiek misdrijf (‘DNA’ van een misdrijf)
Delictstypische kenmerken
Bv. diefstal (art. 461, lid 1 Sw.)
wegneming;
andermans goed;
bedrieglijk opzet.
Minimumbewijslast (OM moet aanwezigheid van die elementen aantonen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
130
Q

Algemene of constitutieve elementen =

A

materieelrechtelijke voorwaarden die aan alle misdrijven gemeen zijn, ongeacht de specificiteit van het delict
Rechtsgrond voor bestraffing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
131
Q

Traditionele constructie:
materieel element v. moreel element

Verschillende constructies: tweedelige, driedelige, vierdelige constructie

Vierdelige constructie (< Leuvense school):

A

Delictstypiciteit (nullum crimen sine lege)
Wederrechtelijkheid (nullum crimen sine iniuria)
Schuld (nullum crimen sine culpa)
Strafwaardigheid (nullum crimen sine poena)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
132
Q

intedlingen misdrijven

A

algemene indeleing, grondwettelijke indeling, indeling volgens beschermde voorwaarden, indeling volgens de uitvoeringswijze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
133
Q

Algemene indeling:

A

Misdaden, wanbedrijven, overtredingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
134
Q

Grondwettelijke indeling:

A

Gemeenrechtelijke misdrijven, politieke misdrijven, drukpersmisdrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
135
Q

Indeling volgens beschermde waarden (of rechtsgoederen)

A

Bv. Boek II Sw., fiscale misdrijven, economische misdrijven ..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
136
Q

Indeling volgens de uitvoeringswijze

A

handeigns en verzuimmisdrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
137
Q

deifnitie misdrijf (supra)

A
  • Zie art. 216novies Sv. en art. 2 wet 4 oktober 1867
    **Voor sommige wanbedrijven, zie: art. 137 & 138 Sv.

Gedraging waaraan door de wet een straf als gevolg is vastgeknoopt (strafwaardige gedraging)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
138
Q

denaturatie (of ontaarding)

A

Aard van misdrijf kan veranderen tijdens strafprocedure

Waarom?
Aannemen van verzachtende omstandigheden (VO)
Strafverminderende verschoningsgrond (VSG)
correctionalisatie

//

Onderzoeksgerechten (raadkamer en kamer van inbeschuldigingstelling) kunnen beslissen om misdrijf te denatureren
Via aanname van verzachtende omstandigheden of strafverminderende VSG (Wet VO 1867)
Correctionalisatie: misdaad → wanbedrijf (enkel met – soms hoge – correctionele straffen strafbaar) → Corr. Rb.
Opgelet: potpourri II gedeeltelijk vernietigd door GwH 21/12/2017 (zie supra)!
Contraventionalisatie: wanbedrijf → overtreding (enkel met politiestraffen strafbaar) → Pol.Rb.

Denaturatie heeft terugwerkende kracht (impact op verjaringstermijn)!

contraventionalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
139
Q

correctionalisatie

A

Ontaarding misdaad in wanbedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
140
Q

contraventionalisatie

A

Ontaarding wanbedrijf in overtreding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
141
Q

gw specifieke misdrijven

A

drukspersmidrijven, drukpersmisdrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
142
Q

speciaal regime specifieke misdrijven gw

A

Speciaal regime
Art. 150 GW: recht op jury ongeacht type misdrijf
Behoudens voor drukpersmisdrijven die door racisme of xenofobie ingegeven zijn
Art. 148 GW: uitzondering openbare karakter van terechtzitting
Maar geen uitzonderingen op openbaarheid van uitspraak over vonnis (art. 149 GW)
Andere speciale regels
Bv. Afwijking regels deelneming voor drukpersmisdrijven - cascade systeem
Bv. verschillen in toepasbare straffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
143
Q

delictstypiciteit

A

Het geheel van de voor een specifiek misdrijf typische voorwaarden
Typisch = door de wet omschreven
Objectieve bestanddelen (typisch feit = typisch gedrag, typisch gevolg)
Subjectieve bestanddelen (vereist opzet / vereiste onachtzaamheid)
Consequentie van legaliteitsbeginsel

Dubbele functie van typiciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
144
Q

Dubbele functie van typiciteit

A

Rechtspolitieke beschermingsfunctie:
Crimineel-politieke waarschuwingsfunctie:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
145
Q

Rechtspolitieke beschermingsfunctie:

A

garantie tegen willekeurig overheidsoptreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
146
Q

Crimineel-politieke waarschuwingsfunctie:

A

ontrading van delictueel gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
147
Q

Objectieve bestanddelen

A

Descriptief, normatief, daad- of daderbetrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
148
Q

Subjectieve bestanddelen

A

Psychische ingesteldheid of voorstellingswereld van de dader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
149
Q

Procedurele uitvloeisels

A

bewijslast, motiversingsplicht, feit en kwalificiatie, bevoegdheid van rechters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
150
Q

Bewijslast

A

Alle typische bestanddelen van misdrijf moeten door OM (aanklager) bewezen worden
Vermoeden van onschuld: bewijslast voor OM
Indien geen bewijzen  geen veroordeling (geen bewijslast tegen beklaagde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
151
Q

Motiveringsplicht

A

Alle typische bestanddelen moeten door rechter uitgelegd worden in beslissing (in geval van veroordeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
152
Q

Feit en kwalificatie

A

Typische omschrijving van feit = basis voor juridische kwalificatie
Iura novit curia (rechter beslist over juiste kwalificatie van feiten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
153
Q

gedrag

A

= manier waarop iemand zich gedraagt
Uitwendig waarneembare, menselijke of als dusdanig gekwalificeerde gedraging, die de objectieve delictsinhoud van een wettelijke delictsomschrijving vervult: een verboden of geboden gedraging, of het veroorzaken van een gevolg

Uitwendig waarneembare gedraging
Geen voornemens
Geen opiniestrafrecht
Cogitationis poenam nemo patitur

Misdrijf ≠ Zonde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
154
Q

gedrag in de wetteksten voorbeelden

A

Art. 461 Sw. – diefstal
“Hij die een zaak die hem niet toebehoort, bedrieglijk wegneemt, is schuldig aan diefstal”
Art. 468 Sw. – diefstal door middel van geweld/bedreiging
“Hij die een diefstal pleegt door middel van geweld of bedreiging word gestraft …”
Art. 470 Sw. – afpersing
“… hij die met behulp van geweld of bedreiging afperst, hetzij gelden, waarden, roerende voorwerpen, schuldbrieven, biljetten, promessen, kwijtingen, hetzij de ondertekening of de afgifte van enig stuk dat een verbintenis, beschikking of schuldbevrijding inhoudt of teweegbrengt”
Art. 491 Sw. – misbruik van vertrouwen
Art. 496 Sw. – oplichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
155
Q

voorbeelden van misdrijf dat uit een bezig bestaat

A

Art. 505 Sw. (heling en witwasmisdrijven):
“Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig € tot honderdduizend € of met een van die straffen alleen worden gestraft:
1° […];
2° zij die zaken bedoeld in artikel 42, 3° [vermogensvoordeel van ander misdrijf], […] bezitten, bewaren of beheren, ofschoon zij op het ogenblik van de aanvang van deze handelingen, de oorsprong van die zaken kenden of moesten kennen”

  • Bezit van zaken strafbaar? (drugs, wapens – ook geld?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
156
Q

menselijk gedrag

A

Mensen (= natuurlijke personen) verwezenlijken het gedrag

Bedrijven? Rechtspersoon?
1. Oorspronkelijk:
Societas delinquere non potest = onmogelijk
RP kan geen handeling uitvoeren (alleen mensen)
Sommige misdrijven worden gepleegd in het belang/
volgens het beleid van de RP
2. Nuancering:
Societas delinquere potest sed puniri non potest
Onmogelijk om RP gevangen te zetten
3. Verdere evolutie
Societas delinquere et puniri potest  Art. 5 Sw.
Kunnen strafbare feiten plegen + gestraft worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
157
Q

twee types typische criminele feiten

A

gedragsmisdrijven, gevolgsmisdrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
158
Q

Gedragingsmisdrijven

A

slechts gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
159
Q

Gevolgmisdrijven

A

Gedrag dat een (verboden) gevolg veroorzaakt
Link tussen gedrag en gevolg nodig: causaliteitsverband
2 types van gevolg:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
160
Q

Gedrag dat een (verboden) gevolg veroorzaakt
Link tussen gedrag en gevolg nodig: causaliteitsverband
2 types van gevolg:

A

Materiële delictsomschrijvingen

b) Door het gevolg gekwalificeerde misdrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
161
Q

Materiële delictsomschrijvingen

A

Gevolg = constitutief bestanddeel van het misdrijf
bv. onopzettelijk doden (art. 419 Sw.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
162
Q

b) Door het gevolg gekwalificeerde misdrijven

A

Gevolg = verzwarende omstandigheid
bv. opzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg: art. 401 Sw. (≠ doodslag: art. 393 Sw.)
Lakmoestest: bestaat misdrijf wel of niet zonder gevolg?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
163
Q

andere vormen van gedrag

A

vereniging en criminele eorganisatie
art 322 Sw en 324 SW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
164
Q

causaliteitsverband

A

Oorzakelijk verband tussen gedraging en gevolg: hoe kunnen we het vaststellen?

Bv. verwonden van een man met gipsverband – huisarts opent gipsverband met daarvoor niet-geschikte schaar: wat is de oorzaak van infectie en weefselversterf van het onderhuidse weefsel?
Bv. asbest in bedrijfsgebouw: oorzaak van
kanker van werknemers?

Geen specifiek causaliteitsbegrip voor SR!
soms theorieën geïmporteerd uit burgerlijk recht

Verschillende theorieën:
Equivalentieleer (met of zonder nuancering)
Adequatieleer
Leer van efficiënte oorzaak/oorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
165
Q

Equivalentieleer of conditio sine qua non, dubbele stelling

A

a) Oorzaken zijn alle antecedenten zonder dewelke het gevolg niet was gebeurd
b) Alle antecedenten zijn gelijk, equivalent

Gedachte-experiment (ex post) met mentale verwijdering van antecedent(en): had het gevolg, zoals het in concreto is gebeurd, nog steeds kunnen gebeuren?
Neen?  dan is gedraging/onthouding een conditio sine qua non (noodzakelijke voorwaarde)  dus oorzakelijk verband tussen gedraging en gevolg
Ja?  dan geen conditio sine qua non en geen verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
166
Q

kritiek op equivalentieleer

A

Heel uitgebreide causaliteitsketen
Logisch probleem: elk antecedent heeft een antecedent zonder hetwelke het nooit had kunnen gebeuren

Wat met tussenkomende factoren?
Bv. fout of voorbestemdheid van slachtoffer, toedoen van derde, toeval: allemaal even belangrijk?

Onbillijke theorie bij gevolgen die wel noodzakelijk, maar niet normaal/voorzienbaar zijn
Voorstanders: gaat enkel over objectieve delictstypiciteit, daarnaast nog vereiste van subjectieve delictstypiciteit (gevaarlijke redenering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
167
Q

causaliteitsleer

A

Zelfde gedachte-experiment als equivalentieleer
= oorzaak van gevolg: alleen antecedenten die niet weggedacht kunnen worden zonder dat het gevolg wegvalt
Was het gevolg waarschijnlijk? (of normaal gevolg?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
168
Q

adequatieleer en leer van efficiente oorzaak

A

Ex ante-prognose (op het moment van het feit)
objectieve getuige
Leer efficiënte oorzaak:
Was het gevolg voorzienbaar?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
169
Q

zekerheid van oorzakelijk verband

A

Hoe zeker moet het zijn?

Bv. studie toont aan dat asbest oorzaak is van longkanker in 65% van gevallen
Werkgever verantwoordelijk voor dood van werknemers indien hij asbest van de werkplek niet wegnam?

Cursus: oorzakelijk verband moet helemaal zeker zijn (90% is onvoldoende)
Te sterke positie of niet?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
170
Q

causaliteit

A

verband tussen gedrag en gevolg
Equivalentieleer
Adequatieleer:
Efficiëntieleer:

Wetenschappelijke wetten, statistische wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
171
Q

Equivalentieleer:

A

antecedenten zijn gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
172
Q

Adequatieleer:

A

wat normaal gebeurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
173
Q

Efficiëntieleer:

A

wat normaal gebeurt
Efficiëntieleer: meest determinerende antecedent

Wetenschappelijke wetten, statistische wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
174
Q

twee types delinctstypische gedragingen

A

handelingsmisdrijven (commissiedelicten), verzuimmisdrijven (ommissiedelicten, nalatigheidsmisdrijven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
175
Q
  1. Handelingsmisdrijven (= commissiedelicten) – positieve handelingen
A

Meerderheid van misdrijven in Sw.
Dader doet iets wat niet mag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
176
Q
  1. Verzuimsmisdrijven (= omissiedelicten, nalatigheidsmisdrijven)
A

”negatieve” handelingen
Dader doet iets niet hoewel hij het zou moeten doen
Bv. schuldig verzuim (art. 422bis Sw.)
Bv. familieverlating (art. 391bis Sw.)
Komt vaak voor in bijzonder strafrecht:
bv. niet-aangifte van inkomen/goederen bij belastings- of BTW-administratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
177
Q

twee types verzuimmisdrijven

A

Eigenlijke omissiedelicten

Oneigenlijke omissiedelicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
178
Q

Eigenlijke omissiedelicten

A

Objectieve bestanddelen van het misdrijf hebben betrekking op een verzuim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
179
Q

Oneigenlijke omissiedelicten

A

Commissiedelict gepleegd door verzuim (commissie door omissie)
Bv. het doden van iemand door na te laten hem een levensnoodzakelijk geneesmiddel toe te dienen

Wanneer kan een onthouding het plegen van een gevolgmisdrijf zijn?
Er moet een plicht zijn (buiten de strafwet) die vereist dat een persoon handelt (geen plicht = geen relevante omissie)

Art. 422bis Sw. als substituut voor figuur commissie door omissie (maar straffen wel lager)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
180
Q

problemen verzuimisdrijven?

A

Aantal verzuimsmisdrijven sterk toegenomen
Oorspronkelijk alleen verzuim door ambtenaren, verzuim om onwettige vrijheidsberoving te doen ophouden (art. 155-156 Sw.) en verzuim schouwen te herstellen of te reinigen
Daarna: kinder- en familieverlating (in 1912), schuldig hulpverzuim (art. 422bis Sw.)

Zijn verzuimsmisdrijven problematisch? Waarom?

Grotere impact op individuele vrijheid
Verboden gedrag
Ik blijf vrij te doen wat ik wil, behalve wat verboden is
Geboden gedrag
Ik heb geen vrijheid, ik moet doen wat verplicht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
181
Q

causaliteit (oneigenlijke) omissiedelicten

A

Feitelijk niveau: gevolg is nooit veroorzaakt door onthouding
Juridische toekenning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
182
Q

causaliteit 2 stappen (oneigenlijke ommissiedelicten)

A
  1. Was er (in het voorliggend geval) een verplicht gedrag?
  2. Mentaal toevoegen van afwezig gedrag
    Contrafeitelijke redenering: “Wat had kunnen gebeuren als er een positief gedrag was geweest?”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
183
Q

Let op – causaliteit oneigenlijke omissiedelicten:

A
  1. Zich inbeelden dat verzuimde gedrag was gepleegd
  2. Zich afvragen “zou het gevolg zich hebben voorgedaan?”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
184
Q

indeling volgens materiele uitvoeringswijze

A

Handelingsmisdrijven v. verzuimsmisdrijven

Ogenblikkelijke (= aflopende) v. voortdurende misdrijven

Enkelvoudige v. voortgezette of collectieve misdrijven

Gelegenheidsmisdrijven v. gewoontemisdrijven

(Hoedanigheidsmisdrijven = ook eigen misdrijven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
185
Q

Ogenblikkelijke (= aflopende) misdrijven:

A

Gedraging gesteld = misdrijf voltrokken
Niet noodzakelijk kort
Ook indien blijvende gevolgen (d.w.z. die voortduren)
Bv. diefstal, heling, moord …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
186
Q

Voortdurende misdrijven:

A

Ononderbroken, door dader bestendigde delictuele toestand
Bv. familieverlating, gebruik valse stukken, instandhouding illegaal bouwwerk …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
187
Q

Wat gebeurt er indien nieuwe wet? bij ogenblikkelijk vs voortdurend misdrijf

A

Afschaffing
Geen vervolging meer/geen veroordeling

Mildere wet
Toepasselijk op gedrag o.b.v. art. 2 tweede lid Sv.

Strengere wet
Toepasselijk (!) op gedrag o.b.v. art. 2 eerste lid Sv. (maar geen retroactieve toepassing). Toepasselijk want:
Misdrijf blijft lopen
Alle constitutieve elementen zijn aanwezig na de inwerkingtreding van nieuwe wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
188
Q

Enkelvoudige misdrijven

A

Eén gedrag
Ogenblikkelijk of voortdurend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
189
Q

Voortgezette of collectieve misdrijven

A

Meerdere gedragingen van zelfde aard (bv. allemaal diefstallen) of verschillende aard (bv. stalking, slagen en verwondingen, doodslag …)
Verbonden door eenheid van (misdadig) opzet (‘plan’)
= algemeen doel, plan of bedoeling van dade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
190
Q

belang enkelvoudig vs voortgezet/collectief

A

Straftoemeting (art. 65 Sw.): één straf (de zwaarste)
Toepassing strafwet in tijd en ruimte
Verjaring (vanaf laatste feit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
191
Q

wat gebeurt er indien nieuwe wet de straf voor een misdrijf veranderd bij een voortgezet misdrijf?

A

Afschaffing
Niet meer strafbaar! (retroactieve toepassing mildere strafwet + geen misdrijf)

Mildere wet
Zwaarste straf rekening houdend met nieuwe wet

Strengere wet
Zwaarste straf rekening houdend met nieuwe wet (ook al misdrijf voor inwerkingtreding gepleegd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
192
Q

wat gebeurt er indien nieuwe wet de straf voor een misdrijf verandert bij een collectief misdirjf?

A

Afschaffing
Zwaarste straf tussen overblijvende misdrijven
(bv. rood misdrijf afgeschaft – zwarste straf tussen groen en geel)

Mildere wet
Zwaarste straf rekening houdend met nieuwe wet
(bv. rood wordt milder - zwarste straf tussen groen, geel en milder rood)

Strengere wet
Zwaarste straf rekening houdend met nieuwe wet (ook al misdrijf voor inwerkingtreding nieuwe wet gepleegd?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
193
Q

Gelegenheidsmisdrijven

A

Eén gedraging volstaat voor strafbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
194
Q

Gewoontemisdrijven

A

Pas strafbaar bij meerdere zelfde gedragingen
Zeldzaam: bv. Woeker
“[…] hij die zich wegens een in enigerlei vorm aangegane geldlening voor zichzelf of voor een ander een interest of andere voordelen doet beloven, die de wettelijke interest overschrijden, indien hij er een gewoonte van maakt de zwakheden of de hartstochten van de lener te misbruiken” (art. 494 Sw.)
Geen uitstaans met ‘gewoontemisdadiger’!
Wet zegt niet wanneer er sprake is van gewoonte  feitenkwestie voor vonnisrechter
Gewoontemisdrijf = 1 misdrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
195
Q

Belang van gelegenheid vs gewoonte misdrijven

A

Verjaring
Toepassing strafwet in tijd en ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
196
Q

subjectieve delixtstypiciteit ‘mentaal element’

A

Materiële daad (gedrag + gevolg)
Er werd een feit gepleegd dat typisch is
(= dat correspondeert aan strafwetbepaling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
197
Q

is een mentaal element voldoende?

A

Voldoende?

Neen!! Nooit!
Het feit moet aan de dader toegerekend/toegeschreven worden
“Er is geen misdrijf en er kan geen misdrijf zijn dat geheel, d.w.z. uitsluitend, zou bestaan in het materiële feit, los van enig moreel bestanddeel” (Cass. 12 mei 1987)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
198
Q

objectieve aansprakelijkheid

A

“Er is geen misdrijf en er kan geen misdrijf zijn dat geheel, d.w.z. uitsluitend, zou bestaan in het materiële feit, los van enig moreel bestanddeel” (Cass. 12 mei 1987)

Let op – RL en RS hebben verschillende begrippen van “moreel element” (soms wordt moreel element begrepen als mentaal en moreel samen)

Geen louter materiële inbreuken
= geen objectieve aansprakelijkheid:
SR aansprakelijkheid door het loutere feit dat objectief element gepleegd werd, ongeacht psychische ingesteldheid, is onmogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
199
Q

Subjectieve bestanddelen =

A

subjectieve delictstypiciteit
“mentale component”
Subjectieve (mentale/psychische) ingesteldheid van dader t.a.v. een gedraging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
200
Q

Belang subjectieve bestanddelen

A

Bewijslast
Indiceert schuld (maar ≠ schuld!)
Vermoeden van verwijtbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
201
Q

3 soorten misdrijven, subjectieve delictstypiciteit

A

Opzet v. onachtzaamheid als onderscheidingscriterium:
Opzettelijke misdrijven
Onopzettelijke misdrijven
Misdrijven met gemengde schuldvorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
202
Q

Subjectief (mens rea) subjectief 2 componenten

A
  1. Mentaal bestanddeel –
  2. Moreel element – Verwijtbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
203
Q
  1. Mentaal bestanddeel –
A

= subjectieve typiciteit
= subjectieve (mentale/psychische) ingesteldheid van dader gedraging
1. “Hij wilde dat”
1. “Hij was onachtzaam”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
204
Q
  1. Moreel element – Verwijtbaarheid
A

= schuldelement (cf. infra)
= negatieve kwalificatie; ingesteldheid van dader (in recht gefundeerde morele toerekening)
2. “Hij had dat niet moeten willen”
2. “Hij had in het geval niet onachtzaam moeten zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
205
Q

opzet

A

wetens en willens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
206
Q

Het begrip opzet = ‘wetens en willens’
‘Wetens’ – Kenniselement

A

Dader moet weten dat hij een bepaald gedrag aan het plegen is dat tegen de strafwet ingaat
a) Kennis van feitelijke situatie (materiële elementen van gedrag)

b) Kennis van strafwet =

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
207
Q

a) Kennis van feitelijke situatie (materiële elementen van gedrag)

A

Bv. het bestaan van een eerste huwelijk bij een (verboden) dubbel huwelijk
Let op: soms uitz. (bv. leeftijd slachtoffer bij aanranding, prostitutie van minderjarigen, oorsprong van vermogensvoordeel in art. 505 tweede lid Sw.)
Dwaling mogelijk (cf. infra – schulduitsluitingsgrond)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
208
Q

b) Kennis van strafwet =

A

plicht – vermoeden van kennis
Ook al ken je concrete inhoud strafwet niet! (Iedereen wordt geacht de wet te kennen: nemo censetur ignorare legem) – dwaling nooit relevant?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
209
Q

‘Willens’ – Wilselement

A

Het gedrag (en het gevolg) willen
Motieven zijn irrelevant!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
210
Q

Algemeen opzet =

A

wetens en willens schending van de strafwet
Wetens en willens alle objectieve bestanddelen
Alle elementen moeten gedekt worden door opzet van dader
Let op: sommige bestanddelen kunnen slechts voorwerp zijn van wetens, maar niet van willens (bv. eerste huwelijk, leeftijd slachtoffer …)
Regel: wettelijke expliciete vermelding onnodig (uitz. overtredingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
211
Q

Maar soms daarenboven bijzonder opzet vereist:
Bijzonder opzet =

A

bijzondere beweegreden nodig
Bepaald doel van handeling
“Bedrieglijk”, “kwaadwillig”, “met bedrieglijk opzet of met oogmerk om te schaden”
“Voorbedachten rade” (bepaalde tijd verlopen), bv. moord (art. 394 Sw.)
Soms gebruikt om gedragingen te straffen voordat ze een rechtsgoed geschonden hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
212
Q

modaliteiten van opzet

A

direct opzet, mate van kennis (bepaald opzet, onbepaald opzet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
213
Q

Direct opzet

A

Dader (ongeacht motieven) beoogt rechtstreeks het misdrijf als resultaat van zijn handelen of nalaten
Direct v. indirect (dolus eventualis – zie volgende slide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
214
Q

Mate van kennis
Bepaald opzet =

A

Dader heeft handeling of verzuim gewild, evenals de gevolgen ervan die hij precies kent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
215
Q

Onbepaald opzet =

A

Dader heeft handeling of verzuim gewild,evenals de gevolgen ervan die hij niet precies kent (bv. rumoerige bende met geweerschoten uiteendrijven)
Gelijkgesteld met bepaald opzet door wetgever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
216
Q

indirect, eventueel of mogelijk opzet (dolus eventualis)

A

Dader wil gevolgen niet rechtstreeks, maar
Hij voorziet dat er wederrechtelijke gevolgen kunnen zijn
Hij gaat door met gedrag (aanvaarding van risico)

Dolus of culpa? Opzet of onachtzaamheid?
Veel auteurs: gelijkgesteld aan direct opzet

Bv. correctionele rechtbank Verviers 27 februari 2008 (zie volgende slide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
217
Q

onachtzaamheid (culpa) = ‘per ongeuk’

A

Paradigma – art. 418 Sw.
(gebrek aan voorzorg en voorzichtigheid)
“Schuldig aan onopzettelijk doden of aan onopzettelijk toebrengen van letsel is hij die het kwaad veroorzaakt door gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg, maar zonder het oogmerk om de persoon van een ander aan te randen”
Zie ook volgende artikelen. Ander voorbeeld: art. 519 Sw.

Psychische link (normatief) =
Dader stelt bepaalde gedraging en voorkomt noch voorziet daarbij de (strafrechtelijk relevante) gevolgen, die hij niet wil, hoewel hij ze had moeten voorkomen en voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
218
Q

onachtzaamheid kenmerken

A

Kenmerken:
De dader wil het strafbaar feit niet
Er is een schending van de algemeen geldende zorgvuldigheidsplicht: zich in het rechtsverkeer derwijze bedachtzaam en omzichtig kunnen gedragen, dat men geen strafrechtelijk beschermde rechtsgoederen of rechtsbelangen schendt
Schending was de oorzaak van strafrechtelijk gedrag (en gevolg), maar alleen t.a.v. voorzienbare/vermijdbare feiten
Toetsing gedrag aan ‘goede huisvader’ (bonus pater familias) – gelijkaardige drempel burgerlijk recht
In dezelfde situatie geplaatst (geïndividualiseerde beoordeling, maar wel objectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
219
Q

Bewuste v. onbewuste culpa

Bewuste (culpa dolo proxima)

A

Dader is zich ervan bewust dat zijn handeling of onthouding strafrechtelijk gedrag kan opleveren (= schenden van rechtsgoederen), maar is hier onverschillig over
Vertrouwt dat strafbare gevolgen niet zullen intreden
Grenst aan dolus eventualis
(kans om strafbare handeling/strafwet te schenden voorzien)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
220
Q

Onbewuste (negligentia)

A

Dader onbewust dat zijn handeling rechtsgoederen kan schenden
(kans om strafwet te schenden voorzienbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
221
Q

wat als de wetgever zwijgt, bij expliciet of impliciete stilwijzigen

A

1) Kernmisdrijven (misdaden en wanbedrijven in Strafwetboek + wanbedrijven in bijzondere wetten die hoofdzakelijk strafbepalingen bevatten) = algemeen opzet vereist

2) Overtredingen = onachtzaamheid voldoende

3) Wanbedrijven die slechts bijkomend in bijzondere wetten worden opgenomen = onachtzaamheid voldoende (tenzij uit de omschrijving blijkt dat opzet vereist is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
222
Q

wederrechtelijkheid & delicstypiciteit

A

Tweede algemene bestaansvoorwaarde voor strafbaarheid

Wederrechtelijkheid komt na delictstypiciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
223
Q

Delictstypische gedraging (obj. en subj. bestanddelen)

A

Vaak wederrechtelijk (soms ook op niveau van de wet), maar niet altijd – slechts een aanwijzing, een indicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
224
Q

Delictstypiciteit beschermt rechtsgoederen

A

Maar bescherming van een rechtsgoed kan niet absoluut – conflict van belangen mogelijk
Moet in het kader van gehele rechtsorde beschouwd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
225
Q

begrip wederrechtelijkheids oordeel = conflict van belangen. relevante vragen:

A

Had dader het recht om zich zo te gedragen (of niet)?
Is de gedraging gerechtvaardigd (of niet)?
Is er geen andere rechtsnorm die de gedraging toelaat of rechtvaardigt?
Is het strafrechtelijk beschermde rechtsgoed effectief geschaad?
Beoordeling concrete misdrijf, zoals gepleegd door een concrete dader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
226
Q

rechtvaardigingsgronden

A

= omstandigheden waardoor een strafbaar feit zijn wederrechtelijk karakter verliest

Toelaatbaarheidsfunctie

Werken in rem (niet afhankelijk van de persoon)

Wettelijke basis:
Art. 70 Sw. en art. 416-417 Sw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
227
Q

Toelaatbaarheidsfunctie

A

In rechte gefundeerde veroorlovende tegennorm, die abstracte verbod uit misdrijfbepaling neutraliseert in concrete situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
228
Q

Werken in rem (niet afhankelijk van de persoon)

A

Gelinkt aan concrete gedraging, niet aan dader (geldt dus bijvoorbeeld ook voor alle deelnemers!)
≠ schulduitsluitingsgronden (SUG): werken in personam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
229
Q

Art. 70 Sw.: “Behoudens wat de misdrijven betreft, zoals bepaald in boek II, titel Ibis, is er geen misdrijf, wanneer het feit door de wet voorgeschreven en door de overheid bevolen is”

2 voorwaarden (en 2 situaties):

A

Wettelijk voorschrift
Overheidsbevel
Bv. wederrechtelijke aanhouding of gevangenhouding, huisvredebreuk, schending van brief- of beroepsgeheim …

Let op:
Uitgesloten: ernstige schendingen van internationaal SR

Overheidsbevel niet altijd vereist –
wettelijke bepaling voldoende!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
230
Q

wettelijk voorschrift

A

“[…] is er geen misdrijf, wanneer
het feit door de wet voorgeschreven […]”

Oplossing van conflict tussen twee regels (SR verbod – toelating wet)
Bv. aanhouding van verdachte & vrijheid; geheim en getuigenisplicht

“Wet” niet in strikte betekenis (wet in materiële zin)
Belgische bron
Internationaal recht met rechtstreekse werking of EU-regel
Wettelijk voorschrift = altijd vereist
“Voorgeschreven” = handeling/verzuim expliciet of impliciet verplicht/toegelaten/geduld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
231
Q

overheidsbevel cumulatieve voorwaarden

A

Bevel vooraf
Conforme uitvoering
Wettige overheid (niet van feitelijke gezagsverhoudingen)
Overheid handelt binnen wettelijke grenzen van bevoegdheid
Rechtmatig bevel = komt overeen met wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
232
Q

Wat indien aan voorwaarden van cumulatieve overheidsbevel niet is voldaan?

A

Bv. onwettig of onrechtmatig bevel, onbevoegde overheid …
► Strafbaarheid (tenzij dwaling of andere schulduitsluitingsgrond)
Bv. art. 152 en 260 Sw.: bij schijnbaar rechtmatige (maar in feite onrechtmatige) bevelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
233
Q

noodweer

A

Verbod op eigenrichting = algemeen rechtsbeginsel
Uitzondering = noodweer (= wettige verdediging)
Onmiddellijke en dringende behoefte aan verweer

Wettelijk verankerd: Artikel 416 Sw.
“Er is noch misdaad, noch wanbedrijf wanneer de doodslag, de verwondigen en de slagen geboden zijn door de ogenblikkelijke noodzaak van de wettige verdediging van zichzelf of van een ander”

Uitgebreid door analogische interpretatie naar andere delictstypische gedragingen
Analogia in bonam partem (voordeel verdachte/beklaagde)

Noodweer = defensieve handeling tegen onrecht
Noodweersituatie – noodweerhandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
234
Q

noodweersituatie voorwaarden

A
  1. Onrechtmatige aanranding
    Eigen fout?
    Geen gekarakteriseerde uitlokking, d.w.z. men heeft noodweersituatie van andere veroorzaakt  geen noodweer tegen noodweerhandeling
  2. Door personen
    Geen dier!
  3. Tegen personen: jezelf of anderen
    Recht op leven, fysieke en seksuele integriteit, persoonlijke vrijheid
    Andere goederen? Bv. eigendom? Materiële goederen (bv. juwelen van juwelier)?
    Cass.: NEE (strekt zich niet uit tot de verdediging van zaken of rechten erop)
  4. Dreigende of actuele en ernstige aanranding
    Agressie afwenden of voorkomen
    Geen geweken, toekomstig of eventueel gevaar
    Onherstelbare schade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
235
Q

voorwaarden voor verweerhandeling

A

Voorwaarden voor verweerhandeling
Subsidiariteit (onmiddellijke noodzakelijkheid van verweer)
Geen andere optie (bv. vluchten, politie bellen …) – geweld als ultimum remedium
Kiezen voor minst ingrijpende middelen (bv. niet bij een aanval met licht geweld de aanvaller met machinegeweer neerschieten)
In kader van feitelijke omstandigheden: redenering ex ante (niet ex post)
Vermoedens noodweerbehoefte: art. 417 Sw.
Nachtelijke inbraak (iuris tantum – weerlegbaar)
Overval, d.w.z. diefstal met geweld (iuris et de iure? onweerlegbaar?)
Evenredigheid (proportionaliteit) tussen aanranding en verweer
Niets te maken met relatieve waarde van rechtsgoederen
Wel met actie-reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
236
Q

vermoedelijk beheofte aan noodweerhandeling

A

Art. 417 Sw.
Onder de gevallen van ogenblikkelijke noodzaak van de verdediging worden de twee volgende gevallen begrepen :

Wanneer de doodslag gepleegd wordt, wanneer de verwondingen of de slagen toegebracht worden bij het afweren, bij nacht, van de beklimming of de braak van de afsluitingen, muren of toegangen van een bewoond huis of appartement of de aanhorigheden ervan, behalve wanneer blijkt dat de dader niet kon geloven aan een aanranding van personen, hetzij als rechtstreeks doel van hem die poogt in te klimmen of in te breken, hetzij als gevolg van de weerstand welke diens voornemen mocht ontmoeten;

Wanneer het feit plaatsheeft bij het zich verdedigen tegen de daders van diefstal of plundering die met geweld tegen personen wordt gepleegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
237
Q

reikwijdte aan noodweer met onopzettelijke misdrijven

A

Bv. persoon die met geweld wordt overvallen wil overvaller enkel verwonden, maar doodt hem (ongewild)
Discussie – Cass.: noodweer kan enkel opzettelijke verweerhandelingen rechtvaardigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
238
Q

putatief noodweer

A

Vermeende situatie van noodweer – schijn – verweerder vergist zich
Geen RVG, wel (ev.) SUG (dwaling) (cf. infra)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
239
Q

noodweerexces

A

Schending van subsidiariteit of proportionaliteit
Geen RVG, ev. SUG (overmacht) of strafvermindering (bv. uitlokking: art. 411 Sw.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
240
Q

noodtoestand

A

Conflictsituatie tussen twee SR beschermde rechtsgoederen
Bv. ambulance rijdt te snel om leven van patiënt te kunnen redden: conflict tussen verkeersregels en recht op leven
Therapeutische abortus
Vernieling van afsluitingen door het brandweerkorps dat zo dicht mogelijk bij de brand wil geraken

Dader heeft geen uitweg: om een rechtsgoed te beschermen, moet hij een ander schenden, waarbij een van beide dus onvermijdelijk geschonden wordt
RVG: schending van minder (of even) belangrijk rechtsgoed om hoger (of gelijk) rechtsgoed te bewaren
Geen wettelijke basis
Erkend in RS door Cass. als autonome RVG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
241
Q

onthulde boevenschuilplaats-arrest cassatie 12 mei 1987

A

Twee overvallers raken gewond bij een bankoverval
Ze contacteren een arts
Vriendin van arts waarschuwt de politie
Politie vraagt aan arts: “Waar zijn die misdadigers?”
Arts schendt beroepsgeheim
Arts strafbaar?

Volgens Cass.:
“Het beroepsgeheim van de arts is niet absoluut en moet soms wijken voor andere belangen.
De aanhouding van gevaarlijke gangsters kan een schending van het beroepsgeheim rechtvaardigen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
242
Q

voorwaarden voor noodtoestand

A

Actueel, zeker en ernstig gevaar
Geen nog verwijderd of denkbeeldig kwaad
Gevaar voor rechtsgoed dat men moet of mag beschermen
Ook materiële of morele belangen (≠ noodweer)!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
243
Q

voorwaarden voor reactie op de noodtoestand

A

Subsidiariteit
Enige weg, geen andere optie dan schenden – ex ante redenering
Moet niet de enige mogelijkheid zijn (maar andere mogelijkheden lijken/zijn moeilijker of minder voorspelbaar in het concrete geval)
Evenredigheid
Proportionaliteit tussen reactie en nood aan beschermen
Gevrijwaarde rechtsgoed minstens even belangrijk als opgeofferde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
244
Q

noodtoestand beoordeling

A

Taak van strafrechter om situatie te beoordelen in het licht van alle concrete omstandigheden
Ex ante redenering

Wat als er een voorafgaande fout van dader is?
Sluit RVG niet noodzakelijk uit
Maar noodtoestand mag niet opzettelijk veroorzaakt zijn
Bv. arts vertrekt te laat naar patiënt en rijdt te snel

Putatieve (vermeende) noodtoestand
Geen RVG – mogelijk SUG
Noodtoestandexces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
245
Q

wettig verzet

A

Overheid bevoegd om in sommige gevallen individuele rechten te bruskeren (bv. aanhouding, fouilleren …)
Reactie tegen rechtmatig optreden = misdrijf van weerspannigheid (art. 269 Sw.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
246
Q

Wat bij reacties op onrechtmatig overheidsoptreden?
Bv. demonstrant schopt agent die hem zonder enige reden in elkaar slaat

A

Uitzonderlijke RVG onder 2 voorwaarden:
Optreden overheid is flagrant onrechtmatig
Onmiddellijke reactie is noodzakelijk
Verschil met noodweer?
Ook toegelaten tegen flagrant onrechtmatig bevel, zonder dat er een reeds begonnen of dreigende aanval is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
247
Q

toestemming benadeelde

A

Strafwet = publiek recht van openbare orde
Bescherming rechtsgoed namens hele gemeenschap
In principe geen vrije beschikking mogelijk over SR-beschermde rechtsgoederen
Bv. recht op leven, recht op fysieke en seksuele integriteit beneden 16 jaar …
Maar: over sommige SR beschermde rechtsgoederen laat WG beschikking toe (= toestemming ontkracht schade aan goederen die ter beschikking van individu zijn)
Bv. misdrijven tegen eigendom (diefstal: wegnemen goed met toestemming eigenaar is niet strafbaar)
Bv. misdrijven tegen seksuele vrijheid meerderjarigen: geen verkrachting (instemmen met seksuele handeling)

Toestemming als RVG?
Nee, ontbreken constitutief bestanddeel van misdrijf! Dus verbonden met delictstypiciteit!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
248
Q

voorwaarden voor toestemming

A

Voorwaarden voor toestemming (wanneer mogelijk):
Voorafgaand aan feiten (berusting achteraf niet)
Vrij
Door juiste persoon:
Wie wordt beschermd door strafwet? Individuele eigenaar van recht (bv. eigendomsbescherming: individuele v. meerdere eigenaars, derden)

Wat met medische onderzoeken of gevechtssporten?
Ontbreken van constitutief bestanddeel
Noodtoestand
Toelating WG (wettelijk voorschrift)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
249
Q

bewijslast rvg, wie moet rvg bewijzen?

A

Verschil tussen bestanddelen en RVG m.b.t. veroordeling
Aanwezigheid bewijzen v. afwezigheid bewijzen
Probatio diabolica
Openbaar ministerie moet niet de afwezigheid van RVG bewijzen

Maar bewijslast kan niet bij beklaagde liggen
Gevaar voor vermoeden van onschuld

Beklaagde heeft aanvoerlast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
250
Q

Rechtsvaardigingsgronden: samenvatting

A

Typisch gedrag: gerechtvaardigd – niet wederrechtelijk
Toelaatbaarheidsfunctie
Concrete situaties waarbij wederrechtelijkheid geneutraliseerd wordt:
Door een wet (art. 70 Sw.)
Door een rechtmatig (en rechtmatig uitgevoerd) bevel met wettelijke basis (wettelijk voorschrift, wettelijke bevoegdheid, binnen grenzen van wet en ermee in overeenkomst, art. 70 Sw.)
Door een onrechtmatige aanranding tegen de persoon (art. 416 Sw.)
Door een gevaar (RS over noodtoestand)
Door een onrechtmatig ingrijpen van publieke autoriteiten
Door onverantwoordelijkheid parlementairen/regeringsleden
Werking in rem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
251
Q

volgens het beglische legaliteitsbeginsel

A

hebben gemeenten een eigen strafwetgevende bevoegdheid.
kan een strafbepaling enkel worden uitgevaardigd door de federale wetgevende macht.
kan voor bijzondere opsporingsmethoden via ministeriële omzendbrief worden afgeweken van de bepalingen in het Wetboek van Strafvordering.
is een progressieve interpretatiemethode niet toegestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
252
Q

Bijzondere RVG: onverantwoordelijkheid parlementairen en regeringsleden

A

Geen vervolging of onderzoek parlementairen of regeringsleden mogelijk n.a.v. mening of stem in uitoefening functie (Art. 58, 101 lid 2, 104, laatste lid en 120 Gw.)
Doel: waarborgen onafhankelijkheid en vrijheid van meningsuiting
Ook voor federale staatssecretarissen
Absoluut (niet ophefbaar), maar beperkt (enkel misdrijven gepleegd bij uiten mening of stemgedrag in uitoefening functie)
Wel: werkzaamheden in vergaderingen, commissies of tijdens parlementaire onderzoekscommissies …
Niet: bijeenkomsten partij, radio en televisie-interviews, gewelddaden of feitelijkheden die niet tot mandaat behoren …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
253
Q

bewijslast rvg

A

Wie moet RVG bewijzen?

Verschil tussen bestanddelen en RVG m.b.t. veroordeling
Aanwezigheid bewijzen v. afwezigheid bewijzen
Probatio diabolica
Openbaar ministerie moet niet de afwezigheid van RVG bewijzen

Maar bewijslast kan niet bij beklaagde liggen
Gevaar voor vermoeden van onschuld

Beklaagde heeft aanvoerlast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
254
Q

betekenis schuld 3 verschillende betekenissen

A

3 verschillende betekenissen:

(Materiële) toerekening (obj. delictsbestanddeel): band tussen feit en dader
Eén schuldvorm: onachtzame gedraging
Verwijtbaarheid (morele toerekening) = 3de constitutief element van misdrijf
= negatieve kwalificatie ingesteldheid van dader (in rechte gefundeerde morele toerekening)
“Kon er aan doen, had er iets aan moeten doen, heeft er niets aan gedaan”
Gericht op concrete dader (in personam) – juridisch oordeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
255
Q

schulduitsluitingsgronden SUG

A

= Omstandigheden die schuld ontkrachten omdat het nodige cognitieve vermogen en de wilsvrijheid om zich normconform te gedragen niet aanwezig waren of zwaar verstoord waren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
256
Q

2 subcategorieen schulduistluitingsgronden

A

gronden van niet-toerekenbaarheid = incidentele omstandigheden
Dwang of overmacht (aantasting ‘wil’)
Dwaling (aantasting ‘kennis’)

gronden van niet-toerekeningsvatbaarheid (shculdonbekwaam) = afwezigheid cognitieve of psychofysieke vermogens
Geestesstoornis
Minderjarigheid
(dronkenschap?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
257
Q

grondslag SUG

A

Wettelijke basis:
Art. 71 Sw.: “Er is geen misdrijf, wanneer de beschuldigde of de beklaagde op het tijdstip van de feiten leed aan een geestesstoornis die zijn oordeelsvermogen of de controle over zijn daden heeft tenietgedaan of wanneer hij gedwongen werd door een macht die hij niet heeft kunnen weerstaan”
Dwang of overmacht + geestesstoornis
Art. 14 Jeugddelinquentiedecreet
Schuldonbekwaamheid voor minderjarigen

Door rechtspraak ontwikkeld:
(Onoverkomelijke) dwaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
258
Q

2 vormen overmacht

A

materiele, morele overmacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
259
Q

overmacht

A

Art. 71 Sw.: “Er is geen misdrijf […] wanneer hij gedwongen werd door een macht die hij niet heeft kunnen weerstaan”

Aantasting wilsvrijheid (volledig)
Geldt voor alle misdrijven, ook onopzettelijke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
260
Q

materiele overmahct

A

Fysieke of externe omstandigheden die vrije wil uitschakelen:
Door externe factoren
Door gedrag van andere mensen (bv. dwang)

Onvoorzienbaar en onvermijdbaar
Kan vaak ook beschouwd worden als gebrek aan delictstypische gedraging

Bv. verkeersongevallen, natuurfenomenen (bv. ijzel, bliksem), dieren…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
261
Q

morele overmacht

A

Psychologische oorzaak
Bv. bestuurder die vluchtende gangsters onder bedreiging van wapen helpt bij vlucht, iemand die terroristen helpt bij aanslag omdat eigen familie door hen gegijzeld wordt, iemand die een ander vermoordt omdat hijzelf anders vermoord zou worden
Vrije wil moet volledig uitgeschakeld zijn
“Ik kon moreel, psychologisch niet anders”

Geen wettige verdediging
Geen verweer t. onrechtmatige aanvaller en geen aanval
Verschil met noodtoestand
Geen afweging tussen rechtsgoederen, wil uitgeschakeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
262
Q

voorwaarden voor relevante dwang

A

onweerstaanbaar karakter van dwang, dwang mag niet aan dader te wijten zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
263
Q

Onweerstaanbaar karakter van dwang:

A

Volledige uitschakeling van wil
Wat met groepsdruk? Niet per se onweerstaanbaar
Individuele beoordeling (geen bonus pater familias-toets)
Maatstaf dat iedereen emoties moet kunnen beheersen
Wat met jaloezie, wraak, passie, ambitie…?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
264
Q

Dwang mag niet aan dader te wijten zijn:

A

Cass: “Uit een van de menselijke wil onafhankelijke gebeurtenis die de mens niet heeft kunnen voorzien of voorkomen”
Dwangsituatie niet zelf veroorzaakt (tekortkoming aan zorgvuldigheidsplicht)
Geen voorafgaande fout
Maar enkel indien delictstypische gedraging voorzienbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
265
Q

dwaling

A

Aantasting van cognitieve vermogen (≠ dwang: wil)
Misvatting over strafrechtelijk relevante normen en/of feiten

Niet in Sw., maar ontwikkeld door RS (Cassatie)
Van toepassing op alle misdrijven
Logische consequentie van andere regels (bv. opzet)

Verkeerd denken dat gedrag valt binnen domein van wat toegelaten is

2 algemene vormen:
Rechtsdwaling
Feitelijke dwaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
266
Q

rechtsdwaling, 2 soorten

A

Over het bestaan van wet zelf (niet weten dat een SR bepaling bestaat)
Over toepassing van wet (niet weten dat een SR bepaling op gedraging van toepassing is)

Vermoeden kennis van wet
Mala in se (kwaad/misdrijven op zich) tegen mala quia prohibita (kwaad/misdrijven omdat iets verboden is)
Complexer strafrecht, met nieuwe misdrijven die een niet-expert soms niet zou kunnen voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
267
Q

feitelijke dwaling

A

Feitelijke dwaling = verkeerde inschatting van feitelijke situatie waarbij een gedraging gesteld wordt
Verkeerde inschatting van eigen gedrag of van andere relevante contextuele omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
268
Q

2 soorten feitelijke dwaling

A

2 soorten:
Puur feitelijk
Bv. defecte snelheidsmeter, bv. mens neerschieten die je voor een dier houdt…
Feitelijk met juridisch element
Bv. polygamie: nieuw huwelijk, vorige niet ontbonden, geen kennisname wegens fout ambtenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
269
Q

mogelijke uitkomsten feitelijke dwaling

A

Sluit schuld uit (schulduitsluitingsgrond ) of delictstypiciteit verdwijnt
Wanneer? Indien ononverkomelijk (cf. infra)
Irrelevant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
270
Q

wanneer is dwaling irrelevant?

A

Over identiteit slachtoffer (error in personam)
Niet relevant tenzij bepaalde identiteit constitutief bestanddeel (bv. misdrijven tegen openbare ambtenaren)
Over voorwerp misdrijf (error in objecto)
Niet relevant
Over uitvoering (aberratio ictus, misslag)
Niet relevant
Over gevolg
Niet relevant
Over objectieve bestanddelen van gedrag
Relevant (maar slechts in bepaalde gevallen, cf. infra)
Over verzwarende omstandigheden
Relevant (maar slechts in bepaalde gevallen, cf. infra)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
271
Q

wanneer is dwaling wel relevant

A

Criterium: dwaling moet onoverkomelijk (onoverwinbaar) zijn
= als uit de omstandigheden kan worden afgeleid dat de beklaagde heeft gehandeld zoals ieder redelijk en voorzichtig persoon zou hebben gehandeld
Drempel: objectieve zorgvuldigheidsnorm – Bonus pater familias

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
272
Q

wanneer is dwaling wel relevant bij rechtsdwaling

A

Strafuitsluiting voor onoverkomelijke dwaling
Onoverkomelijkheid strikt te beoordelen in kader van vermoeden van kennis van SR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
273
Q

wanneer is dwaling wel relevant bij feitelijke dwlaing

A

Feitelijke dwaling
Overkomelijke dwaling = gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid
Onopzettelijke misdrijven
Onoverkomelijk? Ja, anders onachtzaam gedrag – strafuitsluiting
Opzettelijke misdrijven
Onoverkomelijk? Niet vereist – Geen delictstypiciteit, want geen opzet
Bv. neerschieten jachtkompaan i.p.v. everzwijn
Idem indien de opzetvereiste betrekking heeft op een verzwarende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
274
Q

onovrkomelijke feitelijke dwaling

A

Onoverkomelijk = geen culpa-loze dwaling
Zorgvuldige actie – objectieve drempel (bonus pater familias)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
275
Q

Onopzettelijke misdrijven:

A

Overkomelijke dwaling = onzorgvuldige actie
= zelfde standaard van onachtzame gedraging – schuld
Onoverkomelijke dwaling = zorgvuldige actie
= geen onachtzaamheid – geen schuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
276
Q

Opzettelijke misdrijven:

A

Onoverkomelijke dwaling = zorgvuldige actie
= geen opzet – geen schuld
Overkomelijke dwaling = onzorgvuldigde actie
= geen direct opzet (gebrek aan kennis)
Wel onachtzaamheid (indien misdrijf ook bestraft als onopzettelijk)
Opzettelijke onzorgvuldige actie (wilful blindness) = dolus eventualis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
277
Q

Dwaling over wederrechtelijkheid

A

= Ten onrechte denken dat rechtvaardigingsgrond aanwezig is
Putatief noodweer, putatieve noodtoestand, putatieve uitvoering van bevel … niet de regels van de rechtvaardigingsgronden, maar wel de regels van de dwaling zijn van toepassing
Bv. ten onrechte menen dat men rechtmatig bevel uitvoert
Uitvoering schijnbaar rechtmatig bevel door ambtenaren (artikelen 152 en 260 Sw.); Bevel behoort tot bevoegdheid meerdere; Correct uitgevoerd; Ondergeschiktheid m.b.t. dit bevel; Niet manifest onwettig
Indien onoverkomelijk – schulduitsluitingsgrond
Indien overkomelijk – onopzettelijk misdrijf of exces RVG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
278
Q

schuldonbekwaamheid

A

Eigenschap van de dader die hem psychofysisch of cognitief ongeschikt maakt om normconform gedrag te stellen

Niet geschikt voor normbesef (kan normen niet kennen, begrijpen)

Niet geschikt voor normconform gedrag (kent normen, maar kan zijn gedrag niet controleren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
279
Q

minderjarigheid: achtergrond

A

Zijn minderjarigen voldoende bewust?
Schuldonbekwaam
Is bestraffing van minderjarigen zinvol?
Educatieve benadering voor minderjarigen
Geen straffen, maar educatieve sancties, aandacht voor familiale context
Wetsgeschiedenis
Wet 15 mei 1912 op de Kinderbescherming; Wet 8 april 1965 betreffende de Jeugdbescherming (= de «Jeugdwet»); wetten van 15 mei en 13 juni 2006 (wijzigde de Jeugdwet uit 1965); Jeugdelinquentiedecreet 15 februari 2019 (in werking sinds 01/09/2019)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
280
Q

basisprincipes minderjarigheid

A

Beneden 12 jaar: absolute schuldonbekwaamheid – jeugdrechter (art. 4 Jeugddelinquentiedecreet)
Tussen 12-16 jaar:
In Vlaanderen apart jeugddelinquentierecht met jeugdmaatregelen (waarvan sommige sancties) - jeugdrechter
Gaat uit van een zekere schuldbekwaamheid, maar geen echte strafsancties uit gemeen strafrecht
Tussen 16-18 jaar:
A. Verkeersmisdrijven (art. 5 Jeugddelinquentiedecreet)
Regel: gemeen strafrecht
Opt-out: uit handen geven – jeugdrechter
B. Andere misdrijven (art. 57bis Jeugdwet; in de toekomst art. 38 Jeugddelinquentiedecreet)
Regel: jeugddelinquentierecht – jeugdrechter
Opt-out: uit handen geven – gemeen strafrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
281
Q

uithandengeving, 2 opties

A

a) Niet-correctionaliseerbare misdaden: hof van assisen (GwH: ongrondwettig, nu speciaal opgeleide rechters erbij)
b) Wanbedrijven en correctionaliseerbare misdaden:
Bijzondere kamer van de jeugdrechtbank die regels gemeen SR en SPR toepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
282
Q

uithandengeving subsidiair

A

Sancties uit art. 29, §2 Jeugddelinquentiedecreet niet geschikt en aan voorwaarden art. 38 voldaan
Beslissing met redenen omkleed ‘uit handen kan geven’
OM vervolgt minderjarige als meerderjarige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
283
Q

verkeersmisdrijven voor midnerjarigen

A

Artikel 5 Jeugddelinquentiedecreet
2de uitzondering minderjarigen
schuldonbekwaamheid

Minderjarigen meer dan 16 op moment van feit:
Voor overtreding van Wegverkeerswet (Verkeersongevallen en verzekering)
REGEL: OM vervolgt – gewone strafrechtbanken en -hoven
REGEL: Toepassing gemeen SR

Tenzij strafrechter uit handen geeft
Dan kan Openbaar Ministerie voor jeugdrechter brengen als het een beschermingsmaatregel of –sanctie geschikter acht
SR niet subsidiair aan jeugdrechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
284
Q

geestestoornis 2 relevante wetsbepalingen

A

art 71 sw, art 9 interneringswet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
285
Q

Probleem verminderde toerekeningsvatbaarheid:

A

Controle slechts gedeeltelijk verloren
art. 71 Sw. niet van toepassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
286
Q

Geestesgestoorde delinquenten misdrijf gepleegd maar soms/vaak gevaarlijk

A

Art. 71 Sw. niet van toepassing op geestesgestoorde delinquenten die toch gevaarlijk zijn voor maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
287
Q

Beveiligingsmaatregelen

A

Wet Bescherming Maatschappij tegen abnormalen en de gewoontemisdadigers (1964) – opgeheven in 2016
Wet internering (2014) – aangepast door Poutpourri III
Internering – beveiligingsmaatregel onbepaalde duur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
288
Q

3 voorwaarden voor internering

A

1) Gedraging = misdaad of wanbedrijf die fysieke/psychische integriteit derden aantast/bedreigt
2) Geestesstoornis op moment van beslissing (niet van feiten!)
3) In staat van sociale gevaarlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
289
Q

Internering heeft voorrang
Eerste stap: is art. 9 Interneringswet van toepassing?
Zo niet  tweede stap: voorwaarden van art. 71 vervuld?

Toepasbaarheid art. 71 Sw. = buiten de gevallen van art. 9 Interneringswet
3 gevallen:

A

Geestesgestoorden die misdrijf hebben gepleegd dat geen aantasting of bedreiging betekende van de fysieke of psychische integriteit van derden
Geestesgestoorde daders die op het ogenblijk van beslissing niet meer aan geestesstoornis lijden
Geen gevaar meer dat persoon nieuwe feiten zal plegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
290
Q

Intoxicatie (dronkenschap/drugs)

A

Mogelijke oplossingen – 3 opties:
Ziekte:
Toepassing art. 71 Sw.
Internering
Probatie
Onvrijwillige dronkenschap of intoxicatie
Toepassing art. 71 Sw. (dwang – analogie in bonam partem)
Vrijwillige dronkenschap of intoxicatie (cf. infra)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
291
Q

vrijwillige dronkenschap

A

Leer van actio libera in causa:
Rechter gaat schuld na op het moment vóór
intoxicatie (“Wat speelde toen in hoofd van dader?”)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
292
Q

Dader bedrinkt/drogeert zich met de bedoeling een opzettelijk misdrijf te plegen

A

Dader pleegt opzettelijk misdrijf  schuldig aan opzettelijk misdrijf (dronkenschap is middel om misdrijf te plegen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
293
Q

. Dader bedrinkt/drogeert zich en pleegt onopzettelijk misdrijf

A

Schuldig? Ja, wegens gebrek aan voorzichtigheid i.v.m. intoxicatie
Dader had moeten voorzien dat intoxicatie tot het plegen van misdrijven kan leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
294
Q

Bijzondere vorm van schuldonbekwaamheid: Onverantwoordelijkheid Koning (art. 88 Gw.)

A

Geen onderwerping aan strafrechtelijk onderzoek, geen vervolging & geen veroordeling mogelijk (the King can do no wrong)
Ministers verantwoordelijk
Onbeperkt (voor alle misdrijven) en absoluut (niet ophefbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
295
Q

verschil tussen rvg en sug

A

Rechtvaardigingsgrond:
Dit is een gedraging in overeenstemming met het recht, is rechtmatig (hoewel met een delictstypisch feit overeenkomt)
Al wie erbij betrokken is, blijft straffeloos (werking in rem, slaat op de situatie, de zaak. Dus ook deelnemers!)
Ook geen burgerlijke aansprakelijkheid, geen fout
Schulduitsluitingsgrond:
Gedraging niet in overeenstemming met recht, onrechtmatig
Alleen niet verwijtbaar aan persoon waarop schulduitsluitingsgrond van toepassing, alleen hij blijft straffeloos, de andere betrokkenen blijven strafbaar (werking in personam)
Kan dat persoon niet gestraft wordt, maar toch aansprakelijk is voor schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
296
Q

verschoningsgronden

A

Strafwaardigheid => uitsluitende verschoningsgronden

2 types verschoningsgronden:

Strafuitsluitende (afdoende, beslissende) verschoningsgronden
Die straf uitsluiten of opheffen
Alleen voor bepaalde misdrijven

Strafverminderende verschoningsgronden
Die strafmaat verminderen (let op: denaturatie mogelijk)
Bv. art. 411, 412, 414 Sw.; Art. 12 Sw. (minderjarig)
Invloed op straftoemeting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
297
Q

Strafuitsluitende verschoningsgronden dwingend karakter

A

strafrechter verplicht VSG toe te passen
(ook ambtshalve, geen discretionaire marge)
Kan leiden tot onontvankelijkheid van strafvordering
OG  niet verwijzen naar vonnisgerecht en VG  mag niet straffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
298
Q

strafuitsluitende verschoningsgronden belangrijkste types

A

Aangifte aan overheid (Art. 136, 192, 300, 304 en 326 Sw.)
Onderwerping aan overheid (Art. 134 en 273 Sw.)
Herstel van schade (Art. 490bis, derde lid en 509, tweede lid Sw.)
Bloed- en aanverwantschap (Art. 121, 339, 341, 462 en 504 Sw.)

En ook:

Inzetgebonden misdrijven bij bijzondere opsporingsmethoden (BOM, art. 47quinquies, §2 Sv.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
299
Q

aangifte aan overheid

A

Samenspanning
Meestal zware misdrijven (bv. samenzwering tegen Staat)
Opportuniteitsreden (bijzonder en persoonlijk)

Voorwaarden verschillen naargelang het misdrijf

‘Terugkerende’ voorwaarden:
Aangifte voor vervolging (simpele bekentenis)
Voor misdrijf voltrokken of soms zelfs voor enige poging (preventie!)
Aan de overheid (niet bepaald)
Juist en volledig (aangever moet alles bekennen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
300
Q

su verschoningsgronden en familie, misdrijven tegen eigendom van familie

A

Geen straf bij bepaalde eigendomsmisdrijven
tegen bloed- of aanverwantschap
Bv. diefstal (art. 462 Sw.), misbruik van vertrouwen (art. 492 Sw.), oplichting (art. 496 Sw.) bedrog (art. 498-499 Sw.) + analogie (afpersing, heling, vernieling…)
Wel burgerrechtelijke gevolgen (cf. supra)

Familiale band op moment van feiten
Niet tussen collateralen (slechts bloed- en aanverwanten in rechte lijn)
Samenwonenden? Vergelijkbaar? Nee (GwH 19 sept 2007)

Persoonlijk karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
301
Q

SU verschoningsgronden en familie Hulp aan familie

A

Hulp aan familielid dat misdrijf heeft gepleegd wordt verschoond
Bv. verschillende soorten van verbergen (verbergen van vervolgden of veroordeelden, verbergen van lijk … Zie art. 121, 339, 340, 341 Sw.)

Oplossen conflict tussen familiale banden en wet eerbiedigen

Persoonlijk karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
302
Q

Herstel van schade

A

In principe geen invloed op strafbaarheid
Wel mogelijke invloed op straftoemeting
Maar wel in sommige gevallen: art. 509, tweede lid Sw. (wisselruiterij) en art. 490bis Sw.
Soms objectief (in rem, geldig voor alle betrokkenen)
Soms persoonlijk (art. 490bis Sw., derden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
303
Q

Onderwerping aan overheid (art. 134 en 273 Sw.)

A

Gelijkaardig aan aangifte – bendeleden die onderwerpen
Enkel voor minst schuldigen: niet voor bevelvoerder of andere leidinggevende persoon
Bij eerste waarschuwing of nadien zonder tegenstand (check strafwet!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
304
Q

Inzetgebonden misdrijven bij BOM

A

Undercoverpraktijken – dekmanteloperaties
Bepaalde misdrijven (art. 47quinquies § 2 Sv.)
“Blijven vrij van straf de politieambtenaren die, in het kader van hun opdracht en met het oog op het welslagen ervan of ter verzekering van hun eigen veiligheid of deze van andere bij de operatie betrokken personen, strikt noodzakelijke strafbare feiten plegen, mits uitdrukkelijk akkoord van de procureur des Konings”
Niet ernstiger dan voorkomende feiten, noodzakelijk evenredig
Ook magistraten
Verkeersmisdrijven door politiemensen (art. 47quinquies § 5 Sv.)
Burgerinfiltratie (art. 47novies/1 §3 Sv.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
305
Q

Weg naar misdrijf” (iter criminis)

A

Weg loopt vanaf het ogenblik waarop de dader het voornemen heeft gemaakt om een misdrijf te plegen tot op het ogenblik van voltooiing van het misdrijf
Maar het kan gebeuren dat weg naar misdrijf onderbroken wordt
Uitvoering verhinderd door onvoorziene omstandigheden
Bv. dader opgepakt door de politie
Bv. handeling van dader mislukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
306
Q

Voltooide misdrijven =

A

misdrijven waarbij alle in delictsomschrijving voorkomende delictstypische bestanddelen voorhanden zijn

307
Q

Onvoltooide delictsvormen =

A

gedragingen die niet ten volle de delictsinhoud van een misdrijf vervullen

308
Q

Onvoltooide misdrijven =

A

onder alle vereiste delictsbestanddelen
Gedragingen die niet ten volle de delictsinhoud van een misdrijf vervullen
Strafbaar?
Neen, want feit (gedrag) niet volledig typisch
Tenzij ondubbelzinnig dat het om POGING tot misdrijf gaat

309
Q

Waarom straffen poging?

A

Poging als teken van gevaar voor beschermde waarden
Waarom wachten?
Preventieve boodschap: ook een begin van misdrijf kan strafbaar zijn en wordt gestraft!

310
Q

strafbare poging in strafwetbeok

A

art 51 SW
Strafbare poging bestaat, wanneer:
Het voornemen om een misdaad of een wanbedrijf te plegen
Zich heeft geopenbaard door uitwendige daden die een begin van uitvoering van die misdaad of van dat wanbedrijf uitmaken
En alleen ten gevolge van omstandigheden, van de wil van de dader onafhankelijk, zijn gestaakt of hun uitwerking hebben gemist.

311
Q

Componenten van poging

A

Wettelijke componenten van poging belangrijk om legaliteitsbeginsel te respecteren:

  1. Voornemen
  2. Uitwendige daden die begin van uitvoering zijn
  3. Buiten de wil van de dader
    Onvrijwillig gestaakte poging (onvoltooide poging)
    Mislukt misdrijf (voltooide poging)
312
Q

voornemen

A

Voornemen om bep. misdaad of wanbedrijf te plegen
Opzet (subj. typiciteit) = zoals voltooide misdrijven

Geen poging tot:
Onopzettelijke misdrijven
Door het gevolg gekwalificeerde misdrijven
Overtredingen (te onbelangrijk)

Hoe kan men het bestaan van een voornemen bewijzen?
Gedraging (eenduidige gedraging)

313
Q

uitwenidge daden. diebegin van uitvoering zijn

A

Voornemen moet zich openbaren
Door uitwendige daden

Geen loutere gedachte
Strafrecht is geen opiniestrafrecht
Kwade wil onvoldoende
Materieel element nodig – louter voornemen niet strafbaar

Poging tot schuldig verzuim?
Nee (voorbereidingsfase irrelevant – voltooiing op moment handelingsplicht) – (“ALLES OF NIETS”)

314
Q

begin van uitvoering plan of begin van uitvoering msidrijf?

A

2 antwoorden:
Subjectieve benadering
Elke daad die “natuurlijk en als vanzelfsprekend een bestanddeel van de verwezenlijking van dit voornemen vormt”
Begin van uitvoering van concrete voornemen dader
Objectieve benadering
Elke daad die gevaar oplevert voor de rechtsgoederen en rechtsbelangen – begin van misdrijf
Voorbereidingshandeling = multi-interpretabele handeling

315
Q

Voorbereidingshandeling =

A

multi-interpretabele handeling
v. uitvoeringsdaden = handelingen die ondubbelzinnig strekken tot het plegen van een bepaald strafbaar feit

316
Q

poging zoals voltooid misdrijf

A

In sommige gevallen valt begin van uitvoering samen met voltooid misdrijf
Bv. Art. 374 Sw.
“Aanranding bestaat, zodra er een begin van uitvoering is”

In andere gevallen voorbereidingshandelingen op zich gestraft
Bv. vervalsen van sleutels (488 Sw.)
Bv. (onrechtmatig) bezit hackingtools (550/5-bis Sw.)
Bv. (onrechtmatig) bezit wapen, ontploffingsmiddelen

In andere gevallen (cf. infra), verschillende misdrijven maar zelfde straf

317
Q

niet voltooiien van misdrijf doo rpersoonlijke en vrijwillige keuze dader

A

Vrijwillig gestaakte poging/vrijwillige terugtred
= niet strafbaar
Maar wel mogelijk: aparte misdrijven (cf. supra)

318
Q

niet voltooiien van misdrijf, door omstandhieden nonafhenklijk wil van de dader

A

Onvrijwillig gestaakte poging (eigenlijke/gewone poging)
Uitwendige oorzaak: bv. tussenkomst van derde; bv. inbreker geraakt niet binnen; brandkast te stevig…
Combinatie met inwendige oorzaak? RS streng: spontane terugtred

319
Q

niet voltooiien van misdrijf door mislukking

A

Mislukt misdrijf of vruchteloze poging
Gelijkgesteld met onvrijwillig gestaakte poging!
Begin van uitvoering – bv. schieten en missen
Cf. ondeugdelijke poging (infra)

320
Q

Ondeugdelijke poging

A

Uitvoering/voltooiing= onmogelijk door ondeugdelijkheid poging
Ondeugdelijk voorwerp (bv. schieten op lijk)
Ondeugdelijk middel (bv. vergiftigen met onschuldig product)

321
Q

Absoluut v. relatief ondeugdelijke poging

A

Absoluut = in elk geval
Relatief = in het concrete geval (toevallig)
Bv. diefstal maar lege kast

322
Q

Putatief (vermeend) misdrijf

A

Bv. ‘diefstal’ met instemming dader of van eigen goed, ‘ontvoering’ met instemming

Verschil met ondeugdelijk misdrijf: wel mogelijk om materiële (kern)gedraging te stellen

Geen begin van uitvoering in zin art. 51 Sw.
Delictsomschrijving ontbreekt – gedrag niet typisch!

323
Q

straffen

A

Algemene regel:
Lichtere straf voor poging dan voor voltooide misdrijven
Art. 52 Sw.: “Poging tot misdaad wordt gestraft met de straf die, overeenkomstig de artikelen 80 en 81, onmiddellijk lager is dan die gesteld op de misdaad zelf. De pogingen tot misdaden die strafbaar zijn met levenslange opsluiting of levenslange hechtenis worden echter respectievelijk gestraft met twintig jaar tot dertig jaar opsluiting of met twintig jaar tot dertig jaar hechtenis.”
Uitzonderingen:
Poging gestraft zoals voltooid misdrijf
Art. 136septies Sw.: poging tot genocide of andere misdrijven tegen mensheid
Art. 550bis Sw.: poging tot hacking

324
Q

strafbaarheid Poging tot misdaad:

A

Misdaad = zoals bepaald in strafwet
Altijd strafbaar
Artikelen 80-81 Sw.: onmiddellijk lagere straf
Art 52 Sw.: levenslange opsluiting  20-30 jaar

325
Q

strafbaarheid poging tot wanbedrijf

A

Art 53 Sw.: enkel strafbaar indien uitdrukkelijk bepaald
Bijzondere wetsbepaling voorziet ook de straf

326
Q

strafbaarheid poging tot overtreding

A

Niet strafbaar
Tenzij bijzondere bepalingen

327
Q

componenten van poging

A

Wettelijke componenten van poging belangrijk om legaliteitsbeginsel te respecteren:

  1. Voornemen
  2. Uitwendige daden die begin van uitvoering zijn
  3. Buiten de wil van de dader
    Onvrijwillig gestaakte poging (onvoltooide poging)
    Mislukt misdrijf (voltooide poging)
328
Q

daderschap

A

een plan pleegt het geheel van verboden gedrag

329
Q

deelneming

A

twee of meer personen plegen het verboden gedrag samen

330
Q

voorwaarden van deelneming

A

In concreto strafbaar hoofdfeit
Deelnemingsgedraging (zie art. 66-67 Sw.)
Mededaders (rechtstreeks betrokkene)
Uitvoerders, rechtstreekse medewerkers, noodzakelijke helpers, zedelijke daders
Medeplichtingen
Middelen verschaffen, nuttige helpers, inlichtingen
Deelnemingsopzet
Wetens en willens medewerking/hulp

331
Q

noodzaak hoofdmisdrijf (misdaad of wanbedrijf)

A

Deelneming vereist hoofdmisdrijf (misdaad of wanbedrijf)
Bv. deelneming aan zelfmoord/wettelijke abortus: geen strafbaar hoofdfeit, dus geen strafbare deelneming (tenzij art. 422bis Sw.)

332
Q

Deelneming aan onthoudings-/omissiemisdrijf?

A

Ja, maar niet alle vormen mogelijk (bv. verschaffen middelen)

333
Q

Deelneming aan poging?

A

Ja, indien strafbare poging
Begin van uitvoering van één deelnemer voldoende (ook al slechts voorbereidingshandelen voor die anderen)

334
Q

Poging tot deelneming?

A

Nee, want geen hoofdfeit of geen deelnemingsgedraging
Mislukt of geen verband tussen daad van deelneming en hoofdmisdrijf)

335
Q

Hoofdmisdrijf in concreto strafbaar

A

Afwezigheid gronden in rem die strafbaarheid feit uitsluiten
RVG, sommige amnestie in rem, afstand klacht bij klachtmisdrijf …

Niet nodig dat hoofddader effectief wordt vervolgd en gestraft
SUG
VSG
Op de vlucht / niet vervolgd
Seponering (cf. infra) of minnelijke schikking (cf. infra)
Vrijgesproken in afzonderlijk strafvordering (relativiteit SR gewijsde, cf. infra) of verschillende kwalificatie
Let op: vrijspraak niet mogelijk in geval van gezamenlijke vervolging

336
Q

deelnemingsgedraging objectief delictsbestanddeel

A

≠ objectief delictsbestanddeel van hoofdmisdrijf! (deelneming = uitbreiding strafbaarheid!)

337
Q

Mededaderschap (art. 66 Sw.) – (Rechtstreeks)

A

Materiële bijdrage: uitvoering, noodzakelijke hulp
‘Misdrijf had niet kunnen worden gepleegd’
Morele bijdrage: plannen/uitdenken, uitlokken, aanzetten

Materiële daders (art. 66, lid 2 Sw.)
Uitvoerders
Rechtstreekse medewerkers
Noodzakelijke helpers (art. 66, lid 3 Sw.)
Noodzakelijke medewerkers (in concreto)
Zedelijke daders (art. 66, lid 4 en 5 Sw.)
Individuele aanzetting (uitlokking)
Openbare aanzetting (uitlokking)

338
Q

medeplichtigheid

A

67 SW
Materiële bijdrage: voorbereiding, vergemakkelijking, voltooiing van misdrijf, nuttige hulp
Morele bijdrage: inlichtingen, raadgeving

Art. 67 Sw.: medeplichtigen
Morele (art. 67, lid 2 Sw.)
Materiële (art. 67, lid 3 Sw.)
Nuttige hulp (art. 67, lid 4 Sw.)

339
Q

Materiële daders (Art. 66, lid 2 Sw.)

A

Uitvoerders
Verboden gedrag gesteld
Rechtstreekse medewerkers
Voerde misdrijf mee uit, maar handelen valt niet noodzakelijk onder delictsomschrijving

340
Q

Noodzakelijke helpers (Art. 66, lid 3 Sw.)

A

Noodzakelijke medewerkers
Zonder hun hulp misdrijf onmogelijk – in concreto beoordeling

341
Q

Zedelijke daders (Art. 66 lid 4 en 5 Sw.)

A

Individuele aanzetting (uitlokking):
Individueel, bijzonder, rechtstreeks, met uitwerking, door genoemde middelen – ook politionele uitlokking! ≠ infiltratie
Openbare aanzetting (uitlokking)
=individuele aanzetting ≠ openbaar ≠ andere middelen

342
Q

Gewone onthouding

A

Bv. betrokkene was louter passieve toeschouwer

343
Q

Gekwalificeerde onthouding

A

Stilzitten dat positieve aanmoediging tot het plegen van misdrijf was
Noodzakelijk – mededader
Nuttig – medeplichtiger
Plicht om te handelen

344
Q

deelnemingsopzet

A

Subjectief delictsbestanddeel’ van deelnemingsgedraging
Wetens en willens verlenen van medewerking/hulp tot het bereiken van een gemeenschappelijk strafbaar doel =
Wilsovereenstemming om aan welbepaald misdrijf mee te werken of helpen

345
Q

≠ subjectief delictsbestanddeel van hoofdmisdrijf

A

Niet vereist: bijzonder opzet (ook al vereist voor hoofdfeit)
Deelnemer moet weten dat dader van hoofdfeit met bijzonder opzet handelt
Op de hoogte van alle omstandigheden

346
Q

Deelneming aan onopzettelijke misdrijven? Onopzettelijke bijdrage?

A

Allebei onmogelijk! Geen wilsovereenstemming

347
Q

inadequate wilsovereenstemming

A

Misdrijf zoals gepleegd was niet zoals afgesproken
Misdrijf in concreto uitgevoerd is verschillend van gepland misdrijf
(Onbepaald misdrijf? Deelnemer altijd strafbaar)

Misdrijf op andere wijze gepleegd of met objectieve verzwarende omstandigheden (partiële discordantie)
Deelnemer strafbaar

Ander misdrijf dan vooropgesteld (verschillende constitutieve bestanddelen)
Volstrekt ander misdrijf? Deelnemer straffeloos
Zelfde aard? Lichter of zwaarder?
Lichter? Deelnemer strafbaar (lichter inbegrepen in zwaarder)
Zwaarder? Geen straf

Ander slachtoffer
Vraag = was identiteit expliciet onderdeel van afspraak?
Dwaling – strafbaarheid

348
Q

bestraffing deelnemer, mededaders

A

zelfde (wettelijke) strafmaat als dader, maar persoonlijke straftoemeting

349
Q

bestraffing deelnemer, medeplichtigen (art 69 Sw)

A

Aan misdaad: art. 80-81 Sw. (cf. poging tot misdaad)
(LL opsluiting/hechtenis  20-30 jaar opsluiting/hechtenis [art 69 Sw.])
Aan wanbedrijf: max. 2/3 van maximale straf dader
Ook hier persoonlijke STM (VO, strafverminderende VSG, persoonlijke verzw. O., etc. – cf. infra)

350
Q

Deelneming aan poging?

A

Zeker mogelijk voor onvrijwillig gestaakte poging en mislukt misdrijf (cf. supra)

351
Q

Vrijwillig gestaakte poging?

A

Terugtred van alle deelnemers: geen straf
Terugtred van één deelnemer:
Begin van uitvoering? Voor of na begin van uitvoering?
Strafbaar indien uitvoering begonnen of indien voorbereidende hulp gebruikt door andere deelnemers in uitvoering

352
Q

Herroeping aanzetter?

A

Hoofddader op de hoogte of niet?
Uitzonderlijk kan aanzetter gestraft worden ook indien hoofddader op de hoogte

353
Q

Heling van misdadigers (art. 68 Sw.)

A

Vorm van medeplichtigheid of apart misdrijf?

354
Q

Artikelen 66-69 Sw. van toepassing op:

A

Misdaden en wanbedrijven uit Boek II Sw.
Niet op overtredingen!
Wanbedrijven uit het gemeenschaps- en geweststrafrecht (artikel 11 BWHI)
Bepalingen die regels deelneming uitdrukkelijk toepasselijk verklaren
Hof van Cassatie: artikel 66, lid 2 en 3 Sw. = definitie daderschap (materiële daders en noodzakelijke medewerkers)
 alle misdaden en wanbedrijven

355
Q

Aparte regels voor drukpersmisdrijven (cf. supra)
Regels deelneming

A

wel van toepassing op andere personen of personen uit art. 25 GW. in andere hoedanigheid

356
Q

Gevolgloze aanzetting: misdrijf op zich

A

Wet 7 juli 1875: “Hij die aanbiedt of voorstelt een misdaad te plegen waarop de doodstraf of dwangarbied is gesteld”
Wet 25 maart 1891 – openbare of collectieve aanzetting
Art. 136septies Sw: aanzetting tot internationale misdrijven
Art. 246 Sw.: doen van corrupt voorstel
Art. 550bis § 6 Sw.: aanzetten tot hacking

357
Q

Societas delinquere non potest

A

Onmogelijk want kunnen niet handelen

358
Q

Societas delinquere potest sed puniri non potest

A

Onmogelijk om rechtspersonen in hechtenis te zetten

359
Q

welke rechtspersonen Artikel 5 Sw. lid 2

A

Met rechtspersonen worden gelijkgesteld:1° tijdelijke handelsvennootschappen en stille handelsvennootschappen2° vennootschappen bedoeld in artikel 2, §4, tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen, alsook handelsvennootschappen in oprichting;3° burgerlijke vennootschappen die niet de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen.

360
Q

Geen immuniteit meer voor enkele publiekrechtelijke rechtspersonen

A

de federale staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, … (zie oude versie artikel 5 lid 3)
oorpsronkelijk uitgesloten - rechtstreeks democratisch verkozen orgaan (GWH 10 juli 2002, nr. 127(2002))

361
Q

Wettelijke toerekening

A

Bepaling van verantwoordelijke persoon: bestuurders, zaakvoerders, werknemer, werkgever, lasthebbers …
Wetgever bakent kring van potentiële verantwoordelijken af

362
Q

Materiële toerekeningscriteria – art. 5, lid 1 Sw.
3 alternatieve criteria:

A

Intrinsiek verband met doel RP
Intrinsiek verband met belangen RP
Niet alleen economische of financiële
Voor rekening van RP

363
Q

Morele toerekening

A

Schuld? Rekening houden met kenmerken RP
Opzettelijke beslissing of nalatigheid op niveau RP

364
Q

gekwaliceerde onthouding

A

Stilzitten dat positieve aanmoediging tot het plegen van misdrijf was
Noodzakelijk – mededader
Nuttig – medeplichtiger
Plicht om te handelen

365
Q

Gewone onthouding

A

Bv. betrokkene was louter passieve toeschouwer

366
Q

Strafvordering, Wat is het doel van de strafvordering?

A

Gericht op straffen/sanctioneren van misdrijf
Voorwerp = straf of maatregel
Door OM (enkele uitz.) in naam van // Waarheidsvinding: “waarheid aan de dag te brengen” (28novies lid 5, 35, 36, 46quinquies, 47sexies, 47octies, 61sexies… Sv.)
Wat is de juiste manier om de waarheid te vinden?

Maar niet tegen elke prijs …
Fundamentele rechten moeten altijd
gewaarborgd zijn (hoewel ze de
waarheidsvinding zouden kunnen bemoeilijken)
maatschappij

367
Q

Burgerlijke vordering

A

Misdrijf veroorzaakt vaak schade (niet altijd!)
Gericht op herstel van schade
Voorwerp = schadevergoeding slachtoffer
Door BP = slachtoffer dat aan bepaalde formele vereisten voldoet
Uitz. ook door OM (teruggave)

368
Q

sanctie

A

Instrument om naleven van regels te bevorderen of af te dwingen

Negatieve sanctie – nadeel wegens overtreding/nalaten een regel na te leven
Positieve sanctie – voordeel wegens naleving regel

369
Q

straffen volgens belgisch grondwet

A

Art.14 GW.: “Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet.”
Straf: ruimere draagwijdte
Bijvoorbeeld ook toegepast bij internering (een maatregel ter bescherming van de maatschappij)

370
Q

straffen volgens belgisch strafrecht (enge zin)

A

Geen omschrijving in de wet
Enkel (onvolledige) opsomming:
Art. 7 Sw. (NP)
Art. 7bis Sw. (RP)
RS, RL: “Leed dat door rechterlijke macht wordt opgelegd als sanctie voor een misdrijf” – ongeschikte definitie

371
Q

straffen volgens EVRM & EHRM
Autonome interpretatie

A

Kwalificatie naar intern recht:
Positief -> dan beslissend (Belgische straf => ook EVRM straf)
Maar negatief -> niet beslissend (geen straf Belgisch recht ≠> geen straf EVRM: kan toch als EVRM-straf worden beschouwd)

372
Q

3 criteria engel criteria

A

Interne kwalificatie (zie hierboven)
Aard inbreuk
Aard en zwaarwichtigheid van sanctie

373
Q

straffen kenmerken

A

Wettelijk (legaliteitsbeginsel)
Verplicht (niet afzien van straf buiten wettelijke gevallen)
(uitz. art. 21ter V.T.Sv., minnelijke schikking)
Persoonlijk (geen straf voor andermans daden)
Individueel (gericht op individuele dader) – geen solidariteit (art. 39 Sw.)
Rechterlijk karakter

374
Q

straffen indelingen

A

3-delige indeling o.b.v. misdrijf: crimineel, correctioneel en politie
Volgens strafbaar rechtssubject: NP en RP
Hoofdstraffen en bijkomende straffen
Vervangende straffen
Gemeenrechtelijke v. politieke straffen (opsl. v. hecht.)

375
Q

Hoofdstraffen
(zelfstandig)

A

Vrijheidsstraf
Straf onder ET
Werkstraf
Autonome probatiestraf
Geldboete

376
Q

Bijkomende straffen
(samen met hoofdstraf)

A

bijzondere verbeurdverklaring, geldboete, tbs, de ontzetting uit bepaalde rechten, de afzetting, de bekendmaking van arresten

377
Q

cumulverbod :

A

slechts 1 hoofdstraf

378
Q

hoofdstraffen natuurlijke personen

A

Vrijheidsstraf
Straf onder ET
Werkstraf
Autonomie probatiestraf
Geldboete

379
Q

rechtspersonen de hoofdstraffen

A

geldboete, “eenvoudige schuldigverklaring” bij bepaalde publiekrechtleijke rechtspersonen -> 30 juli 2018

380
Q

hoofdstraffen criminele

A

opsluiting, hechtenis

381
Q

hoofdstrappen correctionele natuurlijke personen

A

Gevangenisstraf ≥ 8 dagen
Straf onder ET (SoET) met minimum van 1 maand
Werkstraf ≥ 46 uren
Autonome probatiestraf (APS) ≥ 1 jaar (365 of 366 dagen)
Geldboete ≥ 26 €

382
Q

hoodstraffen NP politiezaken

A

Gevangenisstraf < 8 dagen
SoET < 8 dagen (MAAR minimum van 1 maand)-> politiestraffen onder ET geschrapt door wet 11 ju;i 2018
Werkstraf > 20 < 46 uren
Geldboete < 26 €
APS ≤ 12 maanden (360 dagen)  < 1 jaar

383
Q

hoodstraffen NP politiezaken

A

Gevangenisstraf < 8 dagen
SoET < 8 dagen (MAAR minimum van 1 maand)-> politiestraffen onder ET geschrapt door wet 11 ju;i 2018
Werkstraf > 20 < 46 uren
Geldboete < 26 €
APS ≤ 12 maanden (360 dagen)  < 1 jaar

384
Q

hoodstraffen natuurlijke personen gemeenschappelijk

A

Geldboete (indien niet met een vrijheidsstraf, SoET, werkstraf of APS uitgesproken)

385
Q

bijkomende straffen (samen met hoofdstraffen) natuurlijke personen

A

de bekendmaking van vonnissen/arresten, de afzetting, de ontzetting uti bepaalde rechten, de tbs, de geldboeten, de bijzondere verbeurdverklaring, (bijzondere wetten)

386
Q

de straffen (samen met hoofdstraf) rechtspersonen

A

de ontbinding, tijdelijk of definitief verbod werkzaamheden, tijdelijke of definitieve sluitign. vaninrichting, de bekendmaking van beslissingen, de bzijodnere verbeurdverklaring

387
Q

bijkomende straffen NP voor misdaden

A

Bekendmaking bepaalde arresten (art. 18 Sw.) en de afzetting (art. 19 Sw.)

388
Q

2) Voor misdaden en wanbedrijven:
bijkomende straffen NP

A

Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten (art. 31 e.v. Sw.)
Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (art. 34bis – 34quinquies Sw.)

389
Q

3) Voor de drie categorieën van misdrijven bijkomende straffen NP

A

Geldboete (samen met vrijheidsstraf, werkstraf …)
Bijzondere verbeurdverklaring (art. 42‑43quater Sw.).

390
Q

bijkomende straffen rechtspersonen; voor alle misdrijven : bijzondere verbeurdverklaing. enkel voor misdaden en wanbedrijven

A

1) Ontbinding (art. 35 Sw.)
2) Tijdelijk of definitief verbod werkzaamheid die deel van maatschappelijk doel rechtspersoon (art. 36 Sw.)
3) Tijdelijke of definitieve sluiting een of meer inrichtingen rechtspersoon (art. 37 Sw.)
4) Bekendmaking of verspreiding beslissing (art. 37bis Sw.)

Publiekrechtelijke personen: eenvoudige schuldigverklaring!

391
Q

vervangende straffen

A

In de plaats van andere straf als die niet (goed) wordt uitgevoerd

Rechter moet vervangende straf meteen al voorzien in origineel vonnis:
Gevangenisstraf bij geldboeten (art. 40 Sw.)

GB of GVS bij werkstraf (art. 37quinquies §1 Sw.) of APS (art. 37octies §1, lid 3 Sw.). Enkel GVS (geen GB!) bij SoET (art. 37ter §1 Sw.)

Bijzonder strafrecht: soms nog andere
vb. GB vervangend rijverbod (art. 69bis Wegverkeerswet)

392
Q

Levenslang opsluiting (art. 8 Sw.) of hechtenis (art. 10 Sw.)

A

Levenslang: menselijk? (EHRM: niet als er geen kans is om vrijheid te verkrijgen na 20 jaar)
Levenslang: niet voor minderjarigen (art. 12 Sw.) – strafverm.VG

393
Q

Tijdelijke opsluiting (art. 9 Sw.) of hechtenis (art. 11 Sw.)

A

Potpourri II – nieuw maximum: veertig jaar (nog geen corresponderende misdaad)
Maximum nog verhoogbaar in sommige gevallen (bv. meerdaadse samenloop

394
Q

Maximum GVS:

A

Wanbedrijven: 5 jaar (behoudens andersluidende bepalingen)
Gecorrectionaliseerde misdaden: strafschalen in art. 25 Sw.:
Max. 5 jaar voor opsl. 5-10 jaar
Max. 10 jaar voor opsl. 10-15 jaar
Max. 15 jaar voor opsl. 15-20 jaar
Max. 20 jaar voor opsl. 20-30 jaar
Max. 20 jaar voor levenslange opsl.

Nog verhoogbaar (bv. art. 56 Sw.)

395
Q

werkstraf

A

Ingevoerd in 2002
Hoofdstraf voor natuurlijke personen
In correctionele zaken en politiezaken
De veroordeelde levert kosteloos en tijdens zijn vrije tijd arbeidsprestaties bij één van de opgesomde instellingen
Minder zwaar dan GVS
Zwaarder dan GB (maar geen absolute regel)

Art. 37quinquies e.v. Sw.

396
Q

werkstraf: voor welke misdrijven

A

Voor feiten die met een politiestraf of correctionele straf gestraft kunnen worden
Voor gecorrectionaliseerde misdaden, maar slechts als oorspronkelijke straf niet meer dan 20 jaar opsl.
Ook bij beslissing hof van assisen!

Lijst van uitgesloten misdrijven
(art. 37quinquies, §1, lid 2 Sw.):
Verkrachting en aanranding van de
eerbaarheid (art. 375-377 Sw.)
Bederf van de jeugd en prostitutie (indien gepleegd op - of met behulp van minderjarigen) (art. 379-387 Sw.)
Doodslag, moord … (art. 393-397 Sw.)

397
Q

Werkstraf: duur en toepassingsvoorwaarden

A

Wetgever: 20 tot 300 uren
Maximum niet verhoogbaar: ook niet bij meerdaadse samenloop en herhaling!

Rechter bepaalt vrij de duur van de werkstraf
45 uren of minder: politiestraf
Meer dan 45 uren: correctionele straf
Kan aanwijzingen geven over invulling straf
Bijzondere motiveringsplicht!

Op de zitting:
Rechter moet beklaagde informeren
Beklaagde aanwezig of vertegenwoordigd
Beklaagde moet instemmen
(Want verbod op dwangarbeid – art. 4 EVRM)

398
Q

uitvoering werkstraf

A

Justitieassistent bepaalt concrete inhoud van de werkstraf

Justitieassistent en probatiecommissie volgen tenuitvoerlegging op

Wat als de veroordeelde de werkstraf slechts gedeeltelijk of niet uitvoert?
Justitieassistent  probatiecommissie  Openbaar Ministerie

Vervangende GVS of GB
Rechter moet type vervangende straf (GVS of GB) in zijn beslissing voorzien

399
Q

soET

A

Vroeger slechts modaliteit van uitvoering
2014: nieuwe hoofdstraf

Verplichting om gedurende een termijn aanwezig te zijn op een bepaald adres
Behoudens toegestane verplaatsingen of afwezigheden
Elektronische middelen om uitvoering te controleren

Lichter dan GVS maar zwaarder dan werkstraf (altijd?)

400
Q

SoET toepassingsgebied, duur & voorwaarden

A

Natuurlijke personen
Misdrijven waarvoor max 1 jaar GVS in concreto mogelijk is
= Mogelijkheid om (eventueel met aanname VO) een straf van 1 jaar op te leggen
Lijst van uitgesloten misdrijven (art. 37ter, §1, lid 3 Sw.)
= zelfde als bij werkstraf

Duur: duur van GVS die zou worden opgelegd
Max. 1 jaar – min. 1 maand (verz.omst.)
Instemming beklaagde noodzakelijk

401
Q

SoET 3 standaardvoorwaardne:

A

3 standaardvoorwaarden:
Geen strafbare feiten plegen (!)
Vast adres
Onmiddellijke mededeling aan OM van wijziging
Gevolg geven aan oproepingen van bevoegde dienst en concrete invulling bepaald door dienst naleven

402
Q

autonome probatiestraf

A

Vroeger slechts modaliteit van uitvoering
2014: nieuwe hoofdstraf (= “autonome”)

Natuurlijke personen
Politiestraf of correctionele straf moet mogelijk zijn
Ook gecorrectionaliseerde misdaden
Lijst van uitgesloten misdrijven (art. 37octies, §1, lid 4 Sw.)
= zelfde als bij werkstraf

Maximum 2 jaar, minimum 6 maanden

403
Q

geldboete

A

Vermogensstraf
Boete te betalen (ten bate van Staat)
Minnelijke schikking geen straf in enge zin
GB = kan hoofdstraf of bijkomende straf of vervangende straf zijn
Hoofdstraf indien zonder andere hoofdstraf opgelegd
26 euro = drempel tussen wanbedrijven en overtredingen

Max. GB – zie wet over opdeciemen
1 opdeciemen dubbel
Wet 2016: GB is verhoogd naar 70 opdeciemen = x8
Vervangende GVS in geval van geen (of gedeeltelijke) uitvoering

404
Q

de bijzonddere verbeurdverklaring

A

Confiscation (Fr.) – Confiscation (Eng.) – die Konfiskation (Du.)
Confiscare (Lat.): “in de keizerlijke schatkist brengen”

Geen wettelijke definitie

De straf of de rechterlijke beslissing die inhoudt dat:
de eigendom van specifieke goederen
die een verband houden met een misdrijf
overgaat op de Belgische Staat.
= definitieve ontneming van beschikkingsrecht over bepaalde goederen

Artikelen 42 e.v. Sw.

Bijkomende straf voor natuurlijke personen en rechtspersonen

405
Q

algemene verbeurdverklaring

A

Algemene (= geheel van patrimonium) v. bijzondere (= bepaalde zaken) verbeurdverklaring

Nee! De algemene verbeurdverklaring van het hele
vermogen van de veroordeelde is verboden (art. 17 Gw.)

406
Q

soorten verbeurdverklaring

A

Bijkomende straf
Meerderheid van gevallen

Beveiligingsmaatregel
Gevaarlijke, schadelijke zaken uit omloop nemen
Bv. vuurwapens

Gemengd karakter
Bv.: VBV vermogensvoordelen met toewijzing aan burgerlijke partij: straf en herstel van schade

Rechtskarakter relevant om toepasselijke regels te bepalen

407
Q

bijdozndere verbeurdverklaring

A

Confiscation (Fr.) – Confiscation (Eng.) – die Konfiskation (Du.)
Confiscare (Lat.): “in de keizerlijke schatkist brengen”

Geen wettelijke definitie

De straf of de rechterlijke beslissing die inhoudt dat:
de eigendom van specifieke goederen
die een verband houden met een misdrijf
overgaat op de Belgische Staat.
= definitieve ontneming van beschikkingsrecht over bepaalde goederen

Artikelen 42 e.v. Sw.

Bijkomende straf voor natuurlijke personen en rechtspersonen

408
Q

taditionele verbeurdverklairng

A

Art. 42, 1° en 2° Sw.

Voorwerp: “waarop het misdrijf materieel gepleegd is”

Middel: “gediend hebben of bestemd waren”

Product: “uit het misdrijf voortkomen”

409
Q

traditionele verberudverklaring

A

Alleen roerende goederen (uitzonderlijk ook onroerende goederen)
Bv. mensenhandel en huisjesmelkerij

Geen dieren tenzij uitdrukkelijke uitzonderingen

Opzettelijke misdaden en wanbedrijven: verplicht

Overtredingen: alleen als de wet dit bepaalt (art. 43, lid 2 Sw.)

410
Q

traditionele verbeurdverklaring, bescherming belangen derden

A
  • Voorwerp en middel: eigendomsvereiste op het ogenblik van het misdrijf (art. 42, 1° Sw.)
    Tenzij wettelijke uitzonderingen
    • Product: geen eigendomsvereiste

Onroerende goederen: schriftelijke vordering OM vereist

NIEUW
VBV middelen: milderingsbevoegdheid SR’er als vbv van middel disproportioneel (art. 43, lid 1 Sw. na RS GwH

411
Q

verschillende types vermogensvoordelen

A

Eerste verruiming VBV: Verbeurdverklaring vermogensvoordelen

‘Criminaliteit mag niet lonen’

Ontradend effect

Verschillende types vermogensvoordelen
Primaire vermogensvoordelen
Vervangingsgoederen
Inkomsten uit de belegde voordelen

412
Q

Objectconfiscatie
in natura

A

primaire vermogensvoordelen, vervangingsgoedern, belegigingsinkomsten

413
Q

Primaire vermogensvoordelen

A

Rechtstreeks uit misdrijf verkregen
Grens tussen voorwerp en zaken die uit
misdrijf voortkomen niet altijd duidelijk

414
Q

Vervangingsgoederen

A

In plaats van primaire v. gewisseld
Beleggingsinkomsten
Bankrenten, dividenden, opbrengsten
van allerlei aard

415
Q

Beleggingsinkomsten

A

Bankrenten, dividenden, opbrengsten
van allerlei aard

416
Q

Wat als vermogensvoordelen te goed verborgen zijn?

A

waarde confiscatie, gelijkwaardige bedrag

417
Q

VBV vermogensvoordelen - regels art 42 3º en 43bis lid 2 Sw

A

Art. 42, 3° en 43bis, lid 2 Sw.
Roerende en onroerende goederen
Geen eigendomsvereiste
Wat met derden? Verschillende remedies (buiten en binnen SPR)
Alle misdrijven
Ook overtredingen
Onopzettelijke misdrijven? Nog discussie
In beginsel facultatief, maar schriftelijke vordering OM vereist
Toewijzing aan de burgerlijke partij (art. 43bis lid 3 Sw)
Zaken die aan BP toebehoren
Gemengd karakter: straf en herstel

Matigingsbevoegdheid rechter (art. 43bis, laatste lid Sw.)
Verminderen om ‘onredelijk zware straf’ te vermijden

418
Q

kaalplukwet art 43 quater sw

A

Art. 43quater Sw.

In 2002: verruimde verbeurdverklaring:
Band met bewezen misdrijf doorgeknipt
Bewijslast verdeeld tussen OM en beklaagde

             Verbeurdverklaring uitgebreid

Achtergrond: vermogensvoordelen
komen meestal voort uit mislukt
misdrijfdat het minste heeft
opgebracht.
Als opvallende welstand 
vermoeden dat er meer criminele
gelden in het vermogen zijn.

419
Q

kaalpluk (of verruimde VBV)
Art. 43quater Sw.
Daders, mededaders, medeplichtigen veroordeeld voor een of meer van de limitatief opgesomde misdrijven:

A

Ernstige schendingen humanitair recht, omkoping…
Criminele organisaties (of misdrijven in raam van criminele organisaties): roofmoord, afpersing, diefstal…
Ernstige en georganiseerde fiscale fraude

420
Q

Vermogensvoordelen ontvangen in een verdachte periode (5 jaren beginnende vóór inverdenkingstelling) uit:

A

Misdrijven waarvoor veroordeeld
Of uit (andere) (maar niet bewezen verklaarde) feiten.

421
Q

Bewijslast:

A

OM moet ernstige en concrete aanwijzingen aantonen
Waarvan de beklaagde het tegendeel niet geloofwaardig maakt

422
Q

beveiligingsmaatregelen

A

Wettelijke bepaling
Preventief karakter: schadelijke, gevaarlijke of verboden voorwerpen uit de omloop halen
In rem: uitgesproken tegen het goed zelf (ongeacht veroordeling)
 geen eigendomsvereiste

423
Q

Centraal Orgaan voor Inbeslagneming en Verbeurdverklaring

COIV

A

Opgericht in 2003
Deel van het OM
Belangrijke rol bij de uitvoering van het strafrechtelijk beslag en verbeurdverklaring
Beheren inbeslaggenomen gelden
Uitvoering van verbeurdverklaringen met internationale dimensie

424
Q

bekendmaking van vonnissen en arresten bijkomende straf

A

In sommige gevallen (ter bescherming van derden) beveiligingsmaatregel: bv. art. 490 Sw.
Soms ook karakter van schadevergoeding ten voordele van burgerlijke partij

425
Q

criminele zaken bekendmaking van vonnissen en arresten

A

Verplicht (art. 18 Sw.):
Bij veroordeling tot levenslange opsl./hecht
Bij veroordeling tot opsl./hecht. 20-30j of 30-40j

426
Q

bekendmaking van vonnissen en arresten correctionele zaken - uitzonderijk

A

Specifieke bepalingen
Soms verplicht, soms facultatief

427
Q

afzetting art 19 sw

A

Bijkomende criminele straf
Niet voor gecorrectionaliseerde misdaden

Ontneemt alle titels, graden, openbare ambten, bedieningen en betrekkingen
Voor het verleden

Geen automatisme:
Moet uitgesproken worden door hof van assisen
Verplicht:
Altijd voor veroordeling tot opsl.
Altijd voor levenslange, 30-40j, 20-30j en 15-20j hechtenis
Facultatief:
Veroordeling tot 10-15 of 5-10j hechtenis

428
Q

ontzetting verlies burgerlijke en politieke rechten

A

Art. 31 lid 1 Sw.:
Recht openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen
Recht verkozen te worden

Art. 31 lid 2 Sw.: Kiesrecht

429
Q

ontzetting regels verplicht en facultatief voor criminele straffen

A

Verplicht
Veroordeelden tot levenslange opsluiting/hechtenis, opsl. ≥ 10j
Gehele, ll ontzetting (behalve kiesrecht, zie beneden)
Facultatief
Veroordeelden tot opsl. 5j – 10j of tijdelijke hechtenis
Geheel/gedeeltelijk
Levenslang/tijdelijk (10j-20j)
Veroordeelden tot ll opsluiting/hechtenis, opsl. ≥ 10j
Kiesrecht ll of tijdelijk (20j-30j)

430
Q

ontzetting regels verplciht of facultatief correctionele straffen

A

Verplicht
Veroordeelden tot GVS ≥ 20j
Gehele, ll ontzetting
Uitz. Kiesrecht = facultatief, ll of tijdelijk
Facultatief
Veroordeelden tot GVS 10j – 20j
Geheel/gedeeltelijk
Tenzij wet verplichte ontzetting voorziet
Veroordeelden tot GVS <10j
In de gevallen bij wet bepaald (tenzij corr.)
Geheel/gedeeltelijk - tijdelijk (5j-10j)
Tenzij wet verplichte ontzetting voorziet
Veroordeelden GVS
Kiesrecht - tijdelijk (5j-10j)

431
Q

terbeschikkingsstelling van de surb

A

Lange ontstaansgeschiedenis:
Voor 1930: bijzonder politietoezicht
Vanaf 1930: terbeschikkingstelling van de regering  bijkomende beveiligende straf:
Veroordeelden wegens herhaling
Criminele na correctionele veroordeling
Gewoontemisdadigers
Bepaalde seksuele delinquenten
 vonnisrechter
 na straf onder voogdij van minister van Justitie

Sinds 2012: TBS van de SURB

432
Q

ontbinding

A

doodstraf, Facultatief
RP opzettelijk opgericht om misdrijven waarvoor veroordeeld te plegen
Opzettelijke afwijking van doel om misdrijven waarvoor veroordeeld, te plegen

433
Q

Tijdelijk of definitief verbod werkzaamheid die deel van maatschappelijk doel rechtspersoon is, uit te oefenen (art. 36 Sw.)

A

Niet als openbare dienstverlening
In wettelijke gevallen

434
Q

Tijdelijke of definitieve sluiting een of meer inrichtingen rechtspersoon (art. 37 Sw.)

A

Niet als openbare dienstverlening
In wettelijke gevallen

435
Q

straftoemeting

A

Bepaling/vaststelling van straf door SRer binnen wettelijke grenzen
Art. 149 Gw. – motiveringsplicht m.b.t. aard en strafmaat
Bepalingen en feitelijke aspecten die op dat feit een straf stellen

Soevereine bepaling door SRer
2 belangrijke aspecten:
Ernst misdrijf
Schuld dader

Beleidsprobleem:
Beoordelingsmarge SRer (vrije speelruimte binnen STM)
Wat is het doel van straffen?
Debat over (buiten)wettelijke criteria voor STM
Proportionaliteit? (Art. 49 Handvest Grondrechten EU)

436
Q

Verzwarende Omstandigheid

A

= bijzondere, in de wet omschreven omstandigheid van een misdrijf die dat misdrijf in de ogen van de WGer ernstiger maakt:

437
Q

VO Bijkomstig karakter

A

Soms maakt VerzwO een zelfstandig misdrijf uit – eendaadse samenloop misdrijven
(bv. geweld of bedreiging en diefstal)
Soms verandert VerzwO juridische kwalificatie naar ernstiger misdrijf
VerzwO soms constitutief bestanddeel van ander misdrijf (vgl. diefstal en afpersing)

438
Q

Wettelijk karakter VO

A

Geen toepassing zonder uitdrukkelijke bepaling (legaliteitsbeginsel)
(dwz straf niet boven maximum)
Wettelijke strafverhoging

439
Q

Verplicht karakter VO

A

SR ook ambtshalve (→ nog steeds bevoegd?)

440
Q

Verzwarende omstandigheden en poging

A

Eerst toepassing VerzwO, daarna toepassing poging.
Bv. Poging tot wanbedrijf – op zich niet strafbaar – maar VerzwO – poging tot misdaad – poging strafbaar

441
Q

Verzwarende omstandigheden en deelneming
Objectieve v. subjectieve VerzwO:

A

Objectieve – betrekking op materiële elementen van feit
Toepassing op álle deelnemers, ongeacht of ze op de hoogte waren of niet
EHRM – Goktepe v. Belgie; Delespesse v. Belgie
Ten minste eventueel opzet m.b.t. dergelijke omstandigheden
Subjectieve – betrekking op persoon van dader
Bv. relatie dader-slachtoffer (dienstverband art. 464 Sw., verwantschap art. 395 Sw.); persoonlijke hoedanigheid dader…
Toepassing enkel op bepaalde mededader/medeplichtige

442
Q

herhaling voorwaarden

A

Eerdere veroordeling (geen beveiligingsmaatregel)
Belgische/EU-veroordeling
In kracht van gewijsde (vóór het nieuwe feit)
Nieuw misdrijf: zie artikelen 54 e.v. Sw.
Misdaad na misdaad (art. 54 Sw.; facultatief, maar laatste lid: verplicht!)
Wanbedrijf na misdaad (art. 56 lid 1 Sw.; dubbel – facultatief)
Wanbedrijf na wanbedrijf (art. 56 lid 2&3 Sw.; dubbel – facultatief)
Voorwaarden: eerdere veroordeling van minstens 1j GVS, voor één enkel strafbaar feit, vóór 5j vanaf uitvoering of verjaring eerdere straf
Misdaad na wanbedrijf(art. 55bis Sw.: verhoging overeenkomstig art. 54 Sw. + VWenart. 56, lid 2 Sw.) (Wet 5/5/2019)
Specialiteitsvereiste:
Overtreding na overtreding (art. 562, 564, 565 Sw. identiteit – binnen 12m.), Sommige wanbedrijven (‘verwant’ misdrijf)

443
Q

Bovengrenzen in geval van gecorrectionaliseerde misdaden:

A

Niet langer dan oorspronkelijke duur van opsluiting
Voor gecorrectionaliseerde misdaden met ll opsluiting: niet langer dan 40j.

444
Q

herhaling met specialiteitsvereiste

A

hetzelfde of verwant msidrijf. Overtreding na overtreding (art. 562, 564, 565 Sw.):
Identiteit (zelfde overtreding)
Binnen 12m.
Sommige wanbedrijven (‘verwant’ misdrijf):
Bv. valsheid informatica (art. 210bis, §4 Sw.), informaticabedrog (art. 504quater, §3 Sw.)
Verdubbeling bij identiek misdrijf of aantal opgesomde verwante misdrijven

445
Q

strafverzwaring

A

verzwarende omstandigheden (bijkomstig, wetteljk, verplicht). de wettelijke herhaling.

446
Q

dering

A

strafverminderdende verschoningsgronden (midnerjairgheid, uitlokking) verzwachtende omstandigheden

447
Q

Strafvermindende verschoningsgronde (supra) =

A

bijzondere omstandigheden die straf verminderen zonder invloed op delictsomschrijving te hebben
≠ verzachtende omstandigheden!

448
Q

kenemerken strafverminderende verschoningsgronden

A

Wettelijk omschreven (art. 78 Sw.)
Verplicht (indien bewezen, moet SRer er rekening mee houden)
Wettelijke strafvermindering
Persoonlijk karakter

Voorbeelden:
Minderjarigheid (art. 12 Sw.)
Uitlokking van doodslag, slagen of verwondingen (art. 411-412 Sw.)
Aangifte drugsmisdrijven

449
Q

verschoningsgronden pro memorie 2 types

A

Strafuitsluitende (beslissende) verschoningsgronden (supra)

Strafverminderende verschoningsgronden
De mate van straf verminderen (let op: denaturatie mogelijk)
Bv. art. 411, 412, 414 Sw.; art. 12 Sw. (minderjarigheid)

450
Q

provocatie

A

Provocatie (= uitlokking)
Uitzondering op principe dat iedereen emoties moet kunnen controleren
2 wettelijke gevallen
Enkel voor bepaalde misdrijven (als reactie op uitlokking): doodslag en opzettelijke slagen en verwondingen:
Zware gewelddaden tegen personen (art. 411 Sw.)
Gewelddaden = fysiek of moreel én wederrechtelijk (dus geen RVG!)
Zwaar = objectief (normaal en redelijk persoon)
Tegen personen (ev. verwanten of derden, geen eigendom of dieren)
Afweren van inbraak overdag (art. 412 Sw.)
Inbraak ≠ vermoeden wettige verdediging bij nacht (art. 417, lid 1 Sw.)
Onmiddellijk ≠ ogenblikkelijk (bv. voorbedachten rade bij moord)
Persoonlijk (niet voor deelnemers)
Strafvermindering: Art. 414 Sw.
Misdaden: correctionalisatie; wanbedrijven: verlaging max. straf

451
Q

strafverminderende verschoningsgronden weerslag op STM poging

A

Geen invloed, want strafverminderende VSG enkel van belang voor STM
Eerst regels poging toepassen, daarna strafverminderende VSG

452
Q

strafverminderende verschoningsgronden weerslag op STM deelneming

A

Idem! Eerst regels deelneming, daarna strafverminderende VSG
Ook gevolg van persoonlijk karakter VSG

453
Q

verzachtende omstandigheden Welke misdrijven?

A

Alle misdaden
Art. 79-84 Sw.
Wanbedrijven
In Strafwetboek: art. 85 Sw.
In bijzondere strafwetten: enkel indien art. 85 Sw. uitdrukkelijk van toepassing wordt verklaard of via een bijzondere regeling
Overtredingen
Alleen voor overtredingen in Strafwetboek: art. 566 Sw.
In bijzondere strafwetten: enkel indien uitdrukkelijke bepaling VO mogelijk maakt

454
Q

gevolgen verzachtende omstandigheden bij misdaden verplichte gevolgen

A

Wettelijke max. hoofdstraf laten dalen met 1 trap op strafschaal 80 Sw.
Indien bindende correctionalisatie o.b.v. VO: wettelijke max. hoofdstraf laten dalen tot op niveau correctionele straffen volgens art. 80 Sw. (komt later)
Gevolgen voor bijkomende straffen: ontzetting, publicatie & afzetting mogelijks niet meer van toepassing

455
Q

gevolgen verzachtende omstandigheden bij misdaden facultatieve gevolge

A

Hoofdstraffen
Dalen tot absolute minimum (tot op niveau van correctionele straffen indien correctionalisatie)
Noot: ook HvA kan ‘correctionaliseren’ en dus ‘correctionele straffen opleggen’ (altijd! Art. 2 Wet VO!)
Bijkomende straffen
Bij correctionalisatie worden ook bijkomende straffen correctioneel
Kijken naar opgelegde hoofdstraf

456
Q

Potpourri II

A

Veralgemening correctionalisatie
Correctionalisatie mogelijk voor alle misdaden (Wet Verzachtende Omstandigheden 4 oktober 1967)
Verhoging max. GVS (art. 25 Sw.)
Verhoging straf na correctionalisatie (art. 80 Sw.)

457
Q

gevolgen verzachtende omstandigheden Strafvermindering
Bij (oorspronkelijke) wanbedrijven

A

Art. 85 Sw.
SRer verplicht om straf onder het maximum op te leggen
SRer kiest hoe laag de straf (minimum GB 1€, te verhogen met opdeciemen)
= Contraventionalisatie mogelijk

458
Q

gevolgen verzachtende omstandigheden Strafvermindering
Bij overtredingen

A

Art. 566 Sw. – vermindering geldboete (min. 1€)
Bijzondere WG – kijk naar specifieke bepalingen

459
Q

belang verzorgende omstandighedne in de praktijk tweedelige functie

A

Tweedelige functie:
Individualisering
Verandering van bevoegdheid van rechtscollege, ‘naar beneden’ (belangrijker)

460
Q

ontaarding/denatureeren

A

Straf onder het minimum
Verandering van aard
Begrip:
Misdrijf waarvoor wetboek criminele straf voorziet, komt toch voor correctionele rechtbank

Misdrijf waarvoor wetboek correctionele straf voorziet, komt voor politierechtbank

461
Q

Wie mag VO aannemen?

A

SRer soeverein
Moet VO in beslissing vermelden!
Eenmalig! (Dus niet misdaad  wanbedrijf  overtreding via verzachtende omstandigheden)
Beslissing onderzoeksgerechten (bindend voor vonnisgerechten)
Tenzij VG juridische kwalificatie verkeerd acht
Beslissing OM (niet bindend)
VG kan zich onbevoegd verklaren door gebrek aan verzachtende omstandigheden
Ongeacht verklaring onbevoegdheid, mogelijke toepassing VO door volgend VG

462
Q

samenloop van misdrijven

A

eendaadse samenloop, voortgezet of collectief misdrijf, meerdaagse samenloop

463
Q

Eendaadse (ideële) samenloop

A

Eenzelfde feit levert verscheidene misdrijven op (65 Sw.)
Eenheid feit, meervoudigheid juridische kwalificaties
Bv. aanranding van de eerbaarheid (372 of 373 Sw.) in het openbaar
Oplichting (496 Sw.) door gebruik van valse geschriften (197 Sw.)

464
Q

Voortgezet of collectief misdrijf

A

Meerdere misdrijven (van dezelfde of verschillende aard) verbonden door eenheid van (misdadig) opzet

465
Q

Meerdaadse (materiële) samenloop

A

Eén dader, meerdere feiten, meerdere misdrijven

466
Q

Samenloop: één dader, meerdere misdrijven

A

Dezelfde dader heeft twee of meer misdrijven gepleegd (op hetzelfde ogenblik of niet)

467
Q

2 basisopties straftoemeting samenloop,

A

cumul (optelsom) of opslorping?
Beperkte cumul? Of onbeperkte cumul?
Zouden we meer aandacht besteden aan feiten (een straf per feit – cumul – vergelding) of aan dader? Is één dader die meer misdrijven pleegt gevaarlijker of minder gevaarlijk?
Logica? Vergelding, algemene/bijzondere preventie? Resocialisering?

468
Q

Basisregels STM samenloop

A

(zie infra gedetailleerde regels)
nooit onbeperkte cumul (tenzij verbeurdverklaring en GB overtreding)
voorkeur voor opslorping zwaardere straffen (voldoende preventief effect?)
Meerdaadse samenloop: teken van grotere gevaarlijkheid
Eendaadse samenloop en voortgezet misdrijf: alleen zwaarste straf (65 lid 1 Sw.)
Meerdaadse samenloop: beperkte cumul voor overtredingen en wanbedrijven (met aanpassingen, 58-60 Sw) – opslorping voor misdaden (met aanpassingen, 61-62 Sw.)
Verbeurdverklaringen altijd gecumuleerd

469
Q

eendaadse samenloop

A

Invloed op STM
Enkel zwaarste straf kan worden uitgesproken (art. 65 lid 1 Sw.)

Zowel hoofdstraf als bijkomende straffen van misdrijf met zwaarste straf
En VBV en TBS, ook al zijn die énkel voorzien voor misdrijf met lichtere straf!
Art. 64 Sw. en art. 34quater 4° Sw.

Andere bijkomende straffen van lichter misdrijf mogen niet worden opgelegd!!! (want niet panacheren!)

470
Q

Wat indien eenheid van opzet laattijdig vastgesteld wordt?
voortgezet/collectief misdrijf

A

Invloed op STM
Art. 65 lid 1 Sw. (uitgebreid): zwaarste straf

Bv. misdrijven die gemeenschappelijk plan vormen, ontdekt op verschillende momenten
Art. 65 lid 2 Sw.: verschillende misdrijven, waarvan sommige al voorwerp van definitieve veroordeling en andere nu voor SR’er komen
SR’er moet rekening houden met eerder uitgesproken straf
Ofwel geen extra straf opleggen en beklaagde enkel schuldig verklaren mét verwijzing naar eerdere straf
Ofwel bijkomend (=extra) straffen, met als maximum de “zwaarste straf” (d.w.z. alle afzonderlijke misdrijven van voortgezet/collectief misdrijf vergelijken, bepalen wat zwaarste straf is en extra straf opleggen in mate van het mogelijke

471
Q

Meerdere overtredingen
meeraadse samenloop

A

Art. 58 Sw.: relatief onbeperkte cumul
Cumul, maar maximum duur werkstraf (300 uren max), SoET (1 jaar) …

472
Q

Meerdere wanbedrijven, meeraadse samenloop

A

Art. 60 Sw.: beperkte cumul
Cumul met 2 bovengrenzen: 1) niet meer dan dubbel zwaarste straf (hoofdstraf en bijkomende straf van zwaarste misdrijf); 2) niet meer dan 20 jaar GVS, 300 uren WS, 1 jaar SoET, 2 jaar APS

473
Q

Wanbedrijven en overtredingen
meerdaadse samenloop

A

Art. 59 Sw.: beperkte cumul met opslorping politiegevangenisstraf
Cumul, maar opslorping van politiegevangenisstraf (alleen “correctionele gevangenisstraf”) – opgelet: grenzen voor wanbedrijven blijven!

474
Q

Misdaden en wanbedrijven/overtredingen
meerdaadse samenloop

A

Art. 61 Sw.: opslorping lichtere straffen
Straf misdaad

475
Q

Meerdere misdaden
meerdaadse samenloop

A

Art. 62 Sw.: opslorping lichtere straffen
Zwaarste straf, maar verhoging mogelijk

476
Q

zwaarste straf?

A

Type straf
Vrijheidsstraffen – straffen ET – werkstraffen – APS- vermogensstraf (=geldboeten)
Maximumduur of -hoogte (zie ook art. 63 Sw.)
Gemeenrechtelijke – politieke
Maximum bijkomende straffen
Aard misdrijf (criminele – correctionele – politiestraffen)
Andere criteria: Hoogte/lengte niet-vrijheidsstraf, vervangende straf, minimum hoofdstraf, minimum bijkomende straf (zie cursus, nr. 1733)

477
Q

eendaadse samenloop invloed op STM

A

Enkel zwaarste straf kan worden uitgesproken (art. 65 lid 1 Sw.)

Zowel hoofdstraf als bijkomende straffen van misdrijf met zwaarste straf
En VBV en TBS, ook al zijn die énkel voorzien voor misdrijf met lichtere straf!
Art. 64 Sw. en art. 34quater 4° Sw.

Andere bijkomende straffen van lichter misdrijf mogen niet worden opgelegd!!! (want niet panacheren!)

478
Q

Wat indien eenheid van opzet laattijdig vastgesteld wordt?

A

Bv. misdrijven die gemeenschappelijk plan vormen, ontdekt op verschillende momenten
Art. 65 lid 2 Sw.: verschillende misdrijven, waarvan sommige al voorwerp van definitieve veroordeling en andere nu voor SR’er komen
SR’er moet rekening houden met eerder uitgesproken straf
Ofwel geen extra straf opleggen en beklaagde enkel schuldig verklaren mét verwijzing naar eerdere straf
Ofwel bijkomend (=extra) straffen, met als maximum de “zwaarste straf” (d.w.z. alle afzonderlijke misdrijven van voortgezet/collectief misdrijf vergelijken, bepalen wat zwaarste straf is en extra straf opleggen in mate van het mogelijke

479
Q

Probatiewet
4 nieuwe sanctiemodaliteiten

A
  1. Gewone opschorting van uitspraak van veroordeling
  2. Probatieopschorting van uitspraak van veroordeling
  3. Veroordeling met gewoon uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen
  4. Veroordeling met probatie-uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen
480
Q

opschoritng begrip

A

Begrip
Vorm van op proef stellen van beklaagde voor bepaalde tijd voor bewezen strafrechtelijke feiten maar zonder veroordeling

481
Q

Doel/zin opschorting

A

Zaak te ernstig voor seponering (of die niet geseponeerd werd)
Maar veroordeling (ook met uitstel) veel te negatieve gevolgen voor de persoon
Declassering of bemoeilijken re-integratie

Indien proeftijd niet succesvol, herroeping en alsnog veroordeling mogelijk
Bedreiging van toekomstige veroordeling (indien proef niet succesvol) voldoende als straf (en om recidive te voorkomen)

482
Q

voorwaarden opschorting

A

Feiten van tenlastelegging bewezen
Bewezen feit
Antecedenten
Instemming
Bevoegdheid
Proeftijd (art. 3 lid 4 Probatiewet)

483
Q

Feiten van tenlastelegging bewezen

A

Niet voor ‘onschuldige’ beklaagden
Niet dus indien vrijspraak of buitenvervolgingstelling door OG
Uitspraak over burgerlijke vordering en gevolgen mogelijk
Schadevergoeding + veroordeling tot teruggave en gerechtskosten (art. 6 lid 2 en 3 Probatiewet)
Ev. VBV (ook buiten gevallen art. 43bis Sw.; art. 6 lid 2 Probatiewet) en geen strafkarakter
In voorkomend geval mits schriftelijke vordering OM

484
Q

Bewezen feit (voorwaarden ospchorting)

A

chijnt niet van die aard te zijn dat het moet worden gestraft met meer dan 5j gevangenisstraf
Opgelet: beoordeling in concreto (≠ wettelijk max)!
Geen uitgesloten misdrijf (art. 20, §2 Probatiewet)

485
Q

voorwaarden opschorting antecedenten

A

Nog niet veroordeeld tot vrijheidsstraf van meer dan 6 maanden
Criminele of correctionele hoofdstraf: geen vervangende straf; geen ET
Moet veroordeling voor 1 strafbaar feit zijn (ook voortgezet misdrijf)
Verschillende veroordelingen van minder dan zes maanden geen beletsel
(bv. 1 veroordeling tot 2 maanden, 1 veroordeling tot 5 maanden)
Gunstiger regime in art. 9 Drugswet

486
Q

voorwaarden opschorting bevoegdheid

A

Door VG (NIET door HvA) of OG
OG enkel indien openbaarheid van debatten tijdens vonnisfase declassering zou veroorzaken of reclassering bemoeilijken
Geen opschorting mogelijk door HvA (art. 3 lid 1) – ook niet indien GVS van minder dan 5j op oog!
VG: ev. beslissing ‘in raadkamer’ indien schriftelijk verzoek of vordering en openbare debatten risico op declassering of bemoeilijken reclassering

487
Q

voorwaarden opschorting proftijd

A

Proeftijd (art. 3 lid 4 Probatiewet)
Min 1j – max 5j – gaat in vanaf beslissing
Motivering door strafgerechten (art. 3 lid 4 Probatiewet)

488
Q

gevolgen opschorting

A

Gevolgen
Einde aan de vervolging
Tenzij herroeping
Na gunstige proeftijd geen juridisch gevolg meer van feiten
Geen grond voor wettelijke herhaling!
Ne bis in idem: geen tweede vervolging mogelijk
Geen veroordeling in strafregister, maar wel vermelding van opschorting (doch niet in elk type uittreksel vermeld)
Geen bijkomende straffen!
Uitz: VBV (als bijkomende straf en ook als beveiligingsmaatregel)
Herroeping
Facultatief
Indien nieuw misdrijf tijdens proeftijd
Nieuw misdrijf met veroordeling tot criminele straf of GVS van minstens 1 maand (art. 13 § 1 Probatiewet)

489
Q

uitstel begirp en doel/zin

A

Begrip
Vorm van op proef stellen van beklaagde voor bepaalde tijd voor feiten waarvoor veroordeling en straffen worden uitgesproken, maar tenuitvoerlegging van straffen wordt uitgesteld
≠ straf (maatregel in verband met tenuitvoerlegging)
Telt dus niet mee bij beoordeling van ‘zwaarste straf’!
Doel/zin
Tenuitvoerlegging (‘TUL’) van straf niet nodig om recidive te vermijden en evenmin voor algemene ontrading
TUL zou te veel negatieve gevolgen hebben voor de persoon

490
Q

voorwaarden uitstel veroordeling

A

Veroordeling:
Leidt tot GVS van niet meer dan 5j GVS
Enkel kijken naar hoofd-GVS (niet vervangende GVS) en voor eenzelfde feit (dus geen opsomming van veroordelingen)
Inbegrepen eendaadse samenloop van misdrijven en voortgezet misdrijf (indien straf lager dan drempel)
Sommige misdrijven uitgesloten (art. 20 § 2 probatiewet)

Enkel voor straffen
Zowel hoofdstraffen als bijkomende straffen (maar limiet opgeteld op hoofdstraf, supra)
Niet voor VBV, SoET, werkstraf en APS
Niet voor burgerlijke gevolgen (schadevergoeding, teruggave of gerechtskosten)

491
Q

voorwaarden uitstel antecedenten

A

(art. 8 §1 lid 1 en 2 Probatiewet)
Nog niet zijn veroordeeld tot:
Criminele straf of hoofd-GVS van meer dan 12 maanden (geen vervangende GVS) (≠ probatie-uitstel)
Opgelet: 1j GVS > 12 maanden (360 dagen)
Voor 1 strafbaar feit (= ook hypothese voortgezet misdrijf)
Voortgezet misdrijf (hypothese art. 65, lid 2 Sw.) geen beletsel voor uitstel (art. 8 §1 lid 5 Probatiewet)
Want eerdere en nieuwe veroordeling samen bekeken, feiten hangen samen door eenheid van opzet!
Geen optelling van verschillende GVS (afzonderlijk bekijken)
Eerdere veroordeling werkstraf, SoET of APS? Geen probleem

492
Q

voorwaarden uitstel profetijd

A

Proeftijd (art. 8 §1 lid 6 en 7 Probatiewet)
Min 1j
Max 3j voor geldstraffen en GVS t.e.m. 6m
Max 5j voor zwaardere straffen
Gaat in vanaf beslissing
Splitsbaar uitstel (art. 8 §1 lid 1 Probatiewet)
Voor hele veroordeling, hoofdstraf, bijkomende straf
Geheel of gedeeltelijk
Gemotiveerde beslissing (art. 8 §1 lid 4 Probatiewet)

493
Q

gevolgen uitstel

A

Gevolgen
Indien geen herroeping, geen TUL
Na gunstige afloop van periode vervalt recht op tenuitvoerlegging
Wel mogelijke grond voor wettelijke herhaling

494
Q

Herroeping gevolgen uitstel

A

Indien nieuw misdrijf tijdens proeftijd (art. 14 §1 en §1bis Probatiewet)
Van rechtswege of facultatief, afhankelijk van nieuw misdrijf
Rechtswege: veroordeling tot criminele straf of hoofd-GVS van meer dan 6m
Facultatief: veroordeling tot hoofd-GVS tussen 1m-6m
Ook mogelijk om gewoon uitstel te vervangen door probatie-uitstel
In geval van herroeping begint verjaringstermijn voor straf (die geschorst was) opnieuw te lopen

495
Q

probatiewet

A

= sanctiemodaliteit, bijzondere voorwaarden opgelegd door SR’er, onder toezicht van probatiecommissie en justitieassistenten
Dus: extra ondersteuning en begeleiding om recidive te voorkomen
Bv. opleiding (min 20u-max 240u) – bij opschorting of volledig uitstel van hoofdstraf (GVS of GB)

496
Q

voorwaarden en herroeping probatiewet

A

Voorwaarden
Ook instemming met bijzondere voorwaarden bij opschorting (niet enkel met opschorting)
Herroeping
Kan ook o.b.v. niet-naleving van probatievoorwaarden

497
Q

stm en overschrijding redelijke termijn

A

Overschrijding redelijke termijn (Art. 6 EVRM)
Art. 21ter V.T.Sv.
Eenvoudige schuldigverklaring (+ gerechtskosten, teruggave en VBV)
Of lagere straf dan wettelijk min (zonder VO)
Vrijspraak indien onvoldoende resterend bewijs
Andere situatie voor OG

498
Q

overzicht STM regels volgorde

A

Verzw. O.
Want eerst regels die kwalificatie beïnvloeden!
Strafbare poging
Gevolg = lager max, soms straffeloos en zo ‘impact’ op kwalificatie
Wettelijke herhaling: enkel die regels die met Verzw. O. kunnen worden gelijkgesteld
Indien verplicht (bv. art. 54 lid 3 Sw.) of facultatief maar met als gevolg straf van hogere aard (in bijzondere straf-WG)
Deelneming (let op met type Verzw. O.!)
Strafverminderende VSG
VO (ev. impact op aard misdrijf)
Facultatieve strafverzwaring wegens wettelijke herhaling (en geen wijziging aard misdrijf)
Samenloop
Probatie-uitstel/opschorting

499
Q

Beveiligings- of beschermingsmaatregelen

A

geen repressieve functie
ook mogelijk tegen schuldonbekwamen
exclusief preventieve functie
Juridisch beschermende functie t. gevaren
tegen personen of zaken of situaties die gevaarlijk zijn
Uitgesproken zonder enig schuldverwijt
Beveiligingsmaatregelen in beginsel vreemd aan overwegingen betreffende de ernst van de feiten.

500
Q

1) Straffen volgens Belgische Grondwet

A

Art.14 GW.: “Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet.”
Straf: ruimere draagwijdte
Bijvoorbeeld ook toegepast bij internering (een maatregel ter bescherming van de maatschappij)

501
Q

indelingen maatregelen

A

Strafvervangende maatregelen (alternatief aan straf)
internering, jeugdbescherming
Strafaanvullende maatregelen (ook naast straf)
sommige verbeurdverklaringen, gevallen van verval van recht tot sturen en van bekendmaking

Persoonlijke maatregelen
vrijheidsbenemende en vrijheidsbeperkende
Vermogensgerichte maatregelen
eigendomsontnemende of -beperkende

Maatregelen zonder noodzakelijk voorafgaand als misdrijf omschreven feit
jeugdbescherming bij problematische opvoedingssituatie

502
Q

interneringswet

A

Internering = strafvervangende maatregel
Internering mikt op beveiliging maatschappij en zorg aan geesteszieke
Waarborg “om een menswaardig leven te leiden” (art. 2 Interneringswet)
Na talloze veroordelingen door EHRM
Verplicht voorafgaandelijk psychiatrisch deskundigenonderzoek (art. 5-8 Interneringswet)
Maar rechter niet gebonden hierdoor
Rechten voor slachtoffers in de uitvoeringsfase
slachtoffers kunnen een verzoekschrift indienen om te worden geïnformeerd of gehoord (art. 3-4 Interneringswet)

503
Q

Burgerlijke vordering:

A

Misdrijf veroorzaakt vaak schade (niet altijd!)
Gericht op herstel van schade
Voorwerp = schadevergoeding slachtoffer
Door BP = slachtoffer dat aan bepaalde formele vereisten voldoet (infra)
Uitz. ook door OM (teruggave, infra)

504
Q

twee fasen van strafvordering

A

Onderzoeksfase (misdrijven ontrafelen met al zijn constitutieve bestanddelen en misdadigers)

Vonnisfase en ev. rechtsmiddelen (misdrijven en daders formeel vaststellen)

505
Q

Onderzoeksfase (misdrijven ontrafelen met al zijn constitutieve bestanddelen en misdadigers)

A

Publieke autoriteiten maken een hypothese
Was er een misdrijf? Wie had het kunnen plegen?
Geheime fase
Geen volledige deelneming van verdachte

506
Q

Vonnisfase en ev. rechtsmiddelen (misdrijven en daders formeel vaststellen)

A

De hypothese wordt getest
Is de stelling die in de tenlastelegging staat waar of niet?
Openbaar
Volledige deelneming van aangeklaagde
(beklaagde/beschuldigde)

507
Q

Accusatoir:

A

Twee partijen op gelijke voet (S’offer/aanklager v. beklaagde)
Rechter als scheidsrechter (geen actieve rol),
Openbare, tegensprekelijke en mondelinge procedure

508
Q

Inquisitoir:

A

Maatschappij (aanklager) v. beklaagde – geen gelijkheid
Actieve rechter
Geheime, niet-tegensprekelijke en schriftelijke procedure
Belgische strafprocedure? (mengeling? Of inquisitoir?)

509
Q

2 gevolgen vermoedne van onschuld

A

Artikel 6/2 EVRM
Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan

Voor onschuldig gehouden = behandeld als onschuldig
geen toepassing van straffen voor vonnis/definitieve beslissing
Recht om zichzelf te verdedigen
Gelijke behandeling (voor zover mogelijk) met OM

Voor onschuldig gehouden = beschouwd als onschuldig
OM heeft bewijslast (niet beklaagde)
persoon slechts schuldig aan een misdrijf als bewijzen ondubbelzinnig schuld aantonen

510
Q

strafvordering hoofdrolspelers

A

De aanklager = OM (procureur des Konings)

De aangeklaagde
= Verdachte (inverdenkinggestelde, OR’er-61bis Sv.) - GO
= Beklaagde (beschuldigde bij HvA) – Vonnis

Het slachtoffer
De benadeelde partij
De burgerlijke partij (burgerlijke vordering)

De rechter
Onderzoeksrechter/ Raadkamer / Kamer van Inbeschuldingstelling
Vonnisrechter (eerste aanleg, hof van beroep, Hof van Cassatie)

511
Q

Wie neemt het initiatief bij strafvordering

A

OM (‘parket’, ‘staande magistratuur’)

Ambtenaren en organen die niet behoren tot het O.M.
Met uitsluiting van OM
Bv. Bestuur van Financiën (inzake douane en accijnzen)
In samenwerking met OM

Burgerlijke partij

512
Q

parket van eerste aanleg

A

Procureur des Konings (PK): bij rechtbank van eerste aanleg = (politierechtbank en correctionele rechtbank)
Substituten
Eerste-substituut (verantwoordelijkheid voor bepaalde sector)
‘Gewone substituten’
Substituten gespecialiseerd
In handelszaken
In strafuitvoeringszaken
In fiscale zaken (niet douane en accijnzen)
Toegevoegde substituten
Niveau hof van beroep, rechtsgebied, afhankelijk van noden
Arbeidsauditeur (aparte organisatie)
Sociaal Strafrecht!
Raad van PK’s: geeft advies aan College van PG’s

513
Q

parket generaal

A

Bij Hof van beroep
Overste: Procureur-generaal (PG)
Bijgestaan door:
Advocaten-generaal
Substituut-procureurs-generaal
[voor Sociaal SR: Arbeidsauditoraat-generaal]
College van Procureurs-generaal:
Uitwerking van SR beleid
Advies aan minister van Justitie omtrent SR beleid
Adviseert en informeert over opdrachten OM

514
Q

hof. vanassissen

A

Geen permanent hof! Werkt ad hoc

Taak OM bij HvA uitgeoefend door:
PG
Magistraat van PG
Magistraat van parket van eerste aanleg

515
Q

hof. vancassatie

A

Procureur-generaal bij het Hof van Cassatie
Bijgestaan door
Advocaten-generaal

Geen uitoefening van strafvordering (art. 141 Ger. W.)
Tenzij hij een rechtsvordering instelt waarvan de berechting aan het Hof van Cassatie is opgedragen
Advies verlenen aan Hof omtrent oplossing zaak
(amicus curiae)

516
Q

federaal parket

A

Antwoord op het gebrek aan coördinatie en behandeling bij bepaalde dossiers

33 federale magistraten + gedetacheerde en gedelegeerde magistraten
Overste: Federale Procureur
Onder gezag minister van Justitie

Opdrachten:
Strafvordering uitoefenen overeenkomstig artikel 144ter (vooral: terrorisme)
Coördinatie uitoefening strafvordering en vergemakkelijken internationale samenwerking
Toezicht op federale politie
Dringende maatregelen (art. 47duodecies, §2 Sv.)
Bv. wanneer misdrijf nog niet in België kan worden gelokaliseerd

517
Q

strafprocesrecht: federaal gebleven MAAR uitzonderingen:

A

hoedanigheid van officier gerechtelijke politie
2) bewijswaarde van een pv
3) gevallen waarin huiszoeking
4) decreten moeten zelf bepalen wanneer de bestraffing van een zaak stopt door verjaring  decreten mogen het moment bepalen waarin men niet langer kan bestraffen
5) strafbeleid: Vlaamse regering kan strafbeleid mee suggereren aan het parket

518
Q

federaal parket Uitoefening Sv. – Bevoegdheid – 3 criteria (art. 144ter, §1 Ger.W.):

A

Limitatieve lijst van misdrijven
Veiligheidscriterium
Geweld t. personen of materiële belangen; om ideologische of politieke redenen (d.m.v. terreur, intimidatie of bedreigingen)
= terroristische misdrijven
Geografisch criterium
Internationale dimensie
Verschillende rechtsgebieden binnen België (~ hof van beroep)
Niet: misdrijf binnen verschillende arrondissementen van 1 rechtsgebied (wél coördinatie Fed.P.) – tenzij onder 1 van 2 vorige criteria
Ook samenhangende misdrijven

519
Q

bevoegdheid van federaal parket

A

Subsidiaire bevoegdheid
= parket 1ste aanleg blijft bevoegd
Maar federaal parket kan zaak naar zich toe trekken
= evocatierecht
Vereiste van goede rechtsbedeling (meerwaarde bieden)
Uitz.: ernstige schendingen van internationaal humanitair recht
Wie beslist over wie een zaak behandelt?
Federale procureur
Overleg indien mogelijk
Geen rechtsmiddel!
Zaak kan later nog teruggestuurd worden naar lokaal parket
primauteit Federaal Parket

520
Q

kenmerken OM deel van uitvoerende macht

A

PG onder disciplinair toezicht van PG Cassatie (maar geen inmenging in dagelijks beleid)
Minister van Justitie (bovenaan piramide – OM is deel van uitvoerende macht)
Minister van Justitie kan (sommige) bevelen (injuncties) geven

521
Q

taken van OM algemene beginselen

A

Algemene beginselen
Art. 28quater, lid 2 Sv.: OM oefent de strafvordering uit op de wijze door de wet bepaald
Instellen strafvordering
Zorgen voor samenstelling dossier
Waken over verloop van strafrechtspleging
Uitvoering van straffen en maatregelen
Art. 28ter Sv.: OM heeft een algemene opsporingsplicht en algemeen opsporingsrecht

522
Q

taken van OM instellen strafvordering

A

Zaak bij SR’er aanhangig maken
Via rechtstreekse dagvaarding (vonnisrechter)
Via vorderen van GO (onderzoeksrechter)

523
Q

causaliteit

A

is een noodzakelijk element van het misdrijf
verwijst naar de bijdrage die de medeplichtige levert aan het hoofdfeit van de dader
hoeft nooit beoordeeld te worden bij verzuimsmisdrijven
omvat een analyse van de antecedenten van een gevolg

524
Q

wat wordt nooit beshcouwd als een strafbare poging

A

rlelatief ondeugdelijk poging, poging tot opzettelijke misdrijven, onvrijwillig gestaakte poging, mislukt misdrijf, poging tot verzuim

525
Q

De toestemming van het slachtoffer…

A

is strafrechtelijk altijd irrelevant omdat strafrecht van openbare orde is.
moet steeds uitdrukkelijk worden gegeven om rechtvaardigend te kunnen werken.
is bij verkrachting (art. 417/11 Sw.) ongeldig als het om de toestemming van een meerdererjarige gaat.
kan de delictstypiciteit van een gedraging uitsluiten

526
Q

artike 6 §3 evrm recht op verdedigng

A

6 §3 Recht op verdediging
Informatieplicht m.b.t. beschuldiging
Voorbereiding verdediging
Recht op zelfverdediging of met bijstand advocaat
Recht op getuigen oproepen (tegenspraak)
Recht op bijstand tolk

527
Q

toepassingsgebied art 6 evrm

A

“Strafzaak” en “vervolging”: autonome betekenis (invulling)

“Gegrondheid”
Tijdens vonnisfase
Ook binnen strafonderzoek?
De bepalingen vermelden de onderzoeksfase niet uitdrukkelijk (bedoeld voor vonnisfase)
OG zijn gebonden door art. 6 EVRM in zoverre de niet-naleving van de bepalingen, voor de aanhangigmaking bij de vonnisrechter, het eerlijk karakter van het proces ernstig in het gedrag kan brengen

Beoordeling in concreto (aan de hand van de eigen omstandigheden en aard van elke zaak)
Beoordeling in globo (rekening houden met hele verloop van procedure)

528
Q

strafvordering hoofdrolspelers

A

De aanklager = OM (procureur des Konings)

De aangeklaagde
= Verdachte (inverdenkinggestelde, OR’er-61bis Sv.) - GO
= Beklaagde (beschuldigde bij HvA) – Vonnis

Het slachtoffer
De benadeelde partij
De burgerlijke partij (burgerlijke vordering)

De rechter
Onderzoeksrechter/ Raadkamer / Kamer van Inbeschuldingstelling
Vonnisrechter (eerste aanleg, hof van beroep, Hof van Cassatie)

529
Q

theoire van het nieuw sociaal verweer

A

bescherming van de maatscahappij tegen gevaarlijke personen

530
Q

Kan iets door gewoonte strafbaar gesteld worden?

A

Nee, wetten nodig dankzij legaliteitsbeginsel

531
Q

klacht= aangifte van diegene die zich benadeeld voelt

A

Doel: louter signaleren van strafbare feit

532
Q

Burgerlijke partijstelling

A

Doel: schadevergoeding en teruggave

533
Q

S’offer

A

= benadeelde, maar zonder specifiek juridisch statuut
Art. 3bis V.T.Sv.: zorgvuldige en correcte bejegening door alle betrokken actoren (info & contact)
Geen formele procespartij
Recht op zorgvuldige en correcte bejegening
Verder nauwelijks rechten

Sinds 2006 wel:
Recht op informatie over verklaring benadeelde partij en BP-stelling
PK informeert geïdentificeerde S’offers over plaats en tijdstip van zitting voor VG
Strafrechter informeert S’offers over uitvoering vrijheidsstraf en mogelijke strafuitvoeringsmodaliteiten

534
Q

Benadeelde persoon

A

Heeft bepaalde rechten dankzij formele verklaring, maar nog geen procespartij (art. 5bis V.T.Sv.)
Tussenvorm, tussen S’offer en BP – sinds 1998 – art. 5bis V.T.Sv.
Wat?
Verklaren schade te hebben geleden door misdrijf (≠schadeclaim)
Persoonlijk belang
Waar?
Verklaring op secretariaat OM (of bij politie)
Geen procespartij, maar wel 4 rechten:
Recht op bijstand of vertegenwoordiging advocaat
Voeging van stukken bij strafdossier
Drievoudige verwittigingsplicht OM
Inzage in – enkopie van strafdossier

535
Q

BP = partij in proces

A

Meeste rechten, BP-stelling
Maakt benadeelde/S’offer partij in strafproces  schadeclaim

Impact op strafvordering? (infra)
Strafvordering bestaat al?
Strafvordering bestaat nog niet?
Maar uitz.! Instellen strafvordering niet altijd mogelijk!
Bv. ministers, minderjarigen, vervolging wegens genocide, voorrecht van rechtsmacht
Wat wel mogelijk in die gevallen?
BP-stelling bij wijze van “voeging” (infra)

536
Q

optierecht benadeelde, voordelen van strafrechtelijke weg:

A

benaeelde kan kiezen tussen sr en br. Procedure verloopt sneller
Weinig kosten (en bijna geen onmiddellijke kosten)
‘Profiteren’ van bewijsverzameling doorOM en OR
Argumenten rechtstreeks aan strafrechter voorleggen
en zo mee oordeel van strafrechter helpen vormen (vermijden ongunstige uitkomst van strafzaak)
De facto ook: streven naar bestraffing dader (hoewel geen wettelijk doel)

537
Q

Voorwerp burgerlijke voordering =

A

het herstel van de door het misdrijf veroorzaakte privaatrechtelijke schade

538
Q

Schadevergoeding =

A

het herstel van de schade in geld

539
Q

Teruggave =

A

het herstel van de schade in natura
Enge zin: teruggave van goederen die aan eigenaar ontnomen werden
Ruime zin: alle maatregelen die de gevolgen van het misdrijf doen verdwijnen
Herstel oude situatie, d.w.z. zoals voor het misdrijf
Maar niet altijd mogelijk: sommige gevolgen onomkeerbaar

540
Q

Verschil tussen schadevergoeding en teruggave:

A

Teruggave vrijwaart ook algemeen belang (openbare orde)
Verplicht (valt ook onder taken OM)

541
Q

burgerlijke vordering voor de SR’er na instelling SV

A

Benadeelde kan zich in elke stand van geding (tot sluiten van debatten) burgerlijke partij stellen (67 Sv.)
Voor OR’er, voor OG’en, voor VR’er in eerste aanleg (niet in beroep)

542
Q

burgerlijke vordering voor de SR’er, Voor instelling SV

A

Benadeelde kan burgerlijke vordering voor de SR’er brengen
Voor OR’er (63 Sv.) – verplicht voor misdaden
Voor VR’er via rechtstreekse dagvaarding
Initiatief BP stelt ook SV in
Accessoriumkarakter BV

543
Q

BV voor SV (= BV is beëindigd voor SV is ingesteld):

A

BR’er beslist vrij
Maar SR’er (die later geadieerd is) blijft ook vrij
Nooit sprake van gezag van gewijsde (ne bis in idem)

544
Q

SV voor of tijdens BV

A

Indien tijdens (= BV al gestart voor SV ingesteld)
BV wordt geschorst
“Le criminel tient le civil en état”: vermijden van tegenstrijdigheden
SV heeft voorrang: BR’er moet zich in beginsel conformeren
Gezag van gewijsde als SR’er al over zelfde onderwerp BV beslist heeft

545
Q

tegen wie wordt strafvordering uitgeoefend

A

Potentiële daders (of deelnemers)
NP en/of RP (ev. vertegenwoordigd door lasthebber ad hoc)

Verdachte
Tijdens onderzoeksfase
Eventueel onderzoek tegen ‘onbekenden’!
Inverdenkinggestelde
Door OR (art. 61bis lid 1 Sv.)
Onderscheid met: ‘persoon tegen wie strafvordering is ingesteld i.k.v. GO’ (art. 61bis lid 2 Sv.)
Beklaagde
Vonnisfase
Hof van assisen: ‘beschuldigde’

546
Q

CAP

A

CAP? = civielrechtelijk/burgerrechtelijk aansprakelijke partij

Art. 1384 BW en (andere) wettelijk omschreven gevalleno Enkel op burgerrechtelijk vlak! (dus geen strafvordering tegen CAP!)
Veroordeling tot schadevergoeding en gerechtskosten
In solidum met beklaagde
Uitz. ook veroordeling tot geldboete (maar let op: art. 50bis Sw.)
Kan enkel door OM of BP in zaak worden betrokken, niet op eigen initiatief of via beklaagde!

547
Q

Opsporingsonderzoek v. Gerechtelijk onderzoek
Gemeenschappelijke kenmerken (~inquisitoir karakter)

A

Geheim:
Beschermen van het maken van hypotheses tegen externe invloed
Efficiëntie en vermoeden van onschuld (infra)
Niet-tegensprekelijk (= niet-contradictoir)
Geen debat en geen (of heel beperkte) deelneming van verdachte
OM of OR voert onderzoek
Privépartijen kunnen zich niet verzetten tegen bepaalde onderzoeksdaden (maar uitz.)
Schriftelijk
Schriftelijk stuk voor elke uitgeoefende activiteit/onderzoeksdaad
Manier om regelmatigheid van handelingen later na te gaan
Maar ook manier om resultaten later te gebruiken

548
Q

2 types strafonderzoeken

A

Waarom twee onderzoeken?
Beschermende functie GO i.t.t. OO
Veronderstelling: OR beschermt meer dan OM
OR onafhankelijk & onpartijdig – meer aandacht voor fundamentele rechten

Oorspronkelijk (GO verplicht): onpartijdig onderzoek nodig naast onderzoek OM

Nu (GO facultatief): indien het onderzoek dwangmaatregelen vereist, is onpartijdig onderzoek nodig

Tussensituatie: mini-instructie (infra)

549
Q

opsporingsonderzoek

A

Uit praktijk gegroeid

“[H]et geheel van de handelingen die ertoe strekken de misdrijven, hun daders en de bewijzen ervan op te sporen en de gegevens te verzamelen die dienstig zijn voor de uitoefening van de strafvordering” (art. 28bis §1 lid 1 Sv.)

Leidt niet noodzakelijk tot GO
GO niet noodzakelijk (art. 47 & 64 Sv.)
Art. 47 Sv.: “kan vorderen”

550
Q

politie

A

Geïntegreerde politiedienst (sinds hervorming 1998)
2 niveaus
Lokaal v. federaal
Basispolitiezorg
Gespecialiseerde en supralokale opdrachten en steun
Bevoegdheid
Opsporen van alle misdrijven (art. 8 Sv.)
Ook al zijn andere ambtenaren misschien ook bevoegd (bijzondere WG)
Onderscheid agent – officier van gerechtelijke politie
Officier: eigen opsporings- en vaststellingsbevoegdheid
Agent: enkel bijstand (soms uitz.)

551
Q

proactieve recherche

A

art 28bis §2 Sv, Proactieve v. reactieve recherche
2 criteria proactieve: restrictief
Doel = gerechtelijke finaliteit (niet zomaar informatie verzamelen)
Bepaalde zware misdrijven:
Criminele organisaties
Misdrijven art. 90ter §2-4 Sv.
Vereiste: voorafgaande schriftelijke toestemming PK/arbeidsauditeur/federale procureur; BOM mogelijk (infra)

552
Q

Kenmerken OO

A

Geen dwangmaatregelen
Uitz.: heterdaad
Mini-instructie (infra)

Geheim (art. 28quinquies Sv.)
Efficiëntie waarheidsvinding
Eerbiediging vermoeden van onschuld

Schriftelijk

Niet-contradictoir
Geen debat over aannemen onderzoeksdaden
Geen deelname aan de onderzoeksverrichtingen

553
Q

Geheim karakter OO (art. 28quinquies Sv.)

A

Efficiëntie waarheidsvinding
Eerbiediging vermoeden van onschuld
Beroepsgeheim (geheim van onderzoek) voor al wie beroepshalve betrokken is bij onderzoek
Bestraft door art. 458 Sw.

554
Q

Uitzonderingen geheim karakter OO

A

Kopie van verhoor aan ondervraagde persoon
Persmededelingen door PK of advocaat
Verzoek tot inzage en kopie van dossiers

555
Q

verzoek tot inzage en kopie van dossiers

A

Art. 21bis Sv. (algemene bepaling) en art 61ter SV
Verzoekschrift van belanghebbenden
en ook van derden (“In alle andere gevallen…”)

Opgelet: recht op verzoek ≠ recht op inzage
OM niet verplicht om op verzoek in te gaan

Specifieke procedure voor belanghebbende (§§ 2-9)
OM moet antwoorden
4 maanden (soms herleid)
Limitatieve lijst van weigeringsgronden (art. 21bis § 5)
Gedeeltelijke inzage of kopie toelaten
Rechtsmiddel belanghebbenden t. weigering of stilzwijgen van OM (art. 21bis §7-8 Sv.) – voor KI

556
Q

Niet contradictoir

A

Geen debat over aannemen onderzoeksdaden
Geen deelname aan de onderzoeksverrichtingen
Houdbaar na beslissing EHRM in Salduz?

557
Q

niet contradictoir Uitz. “strafrechtelijk kort geding” (art. 28sexies Sv.)

A

Degene die geschaad wordt door opsporingshandeling m.b.t. goederen kan aan PK opheffing van maatregelen vragen (ook gedeeltelijk)
Niet preventief
Mogelijke afwijzing:
Noodwendigheden onderzoek vereisen maatregel
Rechten partijen of derden kunnen door opheffing in gedrang komen
Opheffing zou gevaar voor personen of goederen opleveren
VBV of teruggave aan rechthebbende voorzien in wet
HB bij KI

558
Q

bescherming rechten p geoderen, “Strafrechtelijk kort geding” (art. 28sexies Sv.)

“Strafrechtelijk kort geding” (art. 28sexies Sv.)

Vervreemding of teruggave tegen betaling van geldsom (art. 28octies Sv.)
Vervreemding =

A

Vervreemding = verkoop van in beslag genomen goederen
Enkel vervangbare vermogensvoordelen waarvan de waarde eenvoudig bepaalbaar is
Bewaring zou leiden tot waardevermindering, schade of kosten die onevenredig zijn met hun waarde
Teruggave aan persoon tegen wie inbeslagneming gedaan werd onder betaling van geldsom
PK bepaalt bedrag

559
Q

mini instrucite art 28septies SV

A

Rechter van het onderzoek v. onderzoeksrechter
Voordeel: meer onpartijdig
Nadeel: minder kennis van strafdossier, geen grondig overzicht zaak

Mini-instructie (≈ rechter van onderzoek)
PK vordert dat OR bepaalde onderzoekshandelingen verricht zonder dat dit de instelling van GO impliceert
PK krijgt het dossier terug na de uitvoering van handeling
Tenzij “evocatie” (autosaisine)

560
Q

evocatie

A

Als beslissing in eerste aanleg onjuist is
Zaak wordt niet naar SR’er in eerste aanleg teruggestuurd

EVOCATIE (‘tot zich trekken’)
Appelrechter beslist over zaak
Bevestiging of bekrachtiging van beslissing 1ste aanleg = geen evocatie
Gedeeltelijke vernietiging mogelijk

Geen evocatie in geval van onbevoegdheid of onregelmatigheid aanhangigmaking in eerste aanleg
Zaak gaat terug naar (bevoegde) SR’er eerste aanleg// Tenzij “evocatie” (autosaisine) = OR trekt dossier naar zich toe en oefent GO uit (OR heeft ‘evocatierecht’)
Maar niet als OR handeling weigert

561
Q

mini instructie is Uitgesloten voor sommige onderzoeksdaden, bv.

A

Bevel tot aanhouding
Heimelijke zoeking in informaticasystemen

562
Q

gerechtelijk onderzoek

A

Art. 55 lid 1 Sv. “[H]et geheel van de handelingen die ertoe strekken de daders van misdrijven op te sporen, de bewijzen te verzamelen en de maatregelen te nemen die de rechtscolleges in staat moeten stellen met kennis van zaken uitspraak te doen”
Vgl. OO: geen “opsporen van misdrijven”
Veronderstelling: misdrijf bestaat
GO: de daders duidelijk identificeren, constitutieve bestanddelen misdrijf verduidelijken, bewijzen verzamelen

Art. 61bis Sv.: inverdenkingstelling
link naar art 28bis §1

563
Q

facultatief karakter GO

A

Art. 64 Sv.: klachten “kunnen … worden doorgegeven” aan OR
Mogelijke seponering van zaak door OM
Mogelijke rechtstreekse dagvaarding
voor politie- en correctionele zaken (art. 145 en 182 Sv.)

Maar GO verplicht voor niet-gecorrectionaliseerde misdaden
GO niet mogelijk voor overtredingen
m.u.v. samenhangende overtredingen

564
Q

saisine OR (= instelling SV)

A

OM
Vordering tot gerechtelijk onderzoek
Datum en ondertekening op straffe van nietigheid
Aanvullende vordering mogelijk

BP
BP-stelling
Gewone klacht onvoldoende (art. 64 Sv.)
Art. 70 Sv.: informatie aan OM (stukken toegestuurd aan OM)
Vaak in de praktijk: vordering OM na BP-stelling

OR ambtshalve (autosaisine)
Heterdaad
Mini-instructie (evocatierecht)

565
Q

instelling van GO gevolgen

A

Rechtstreekse dagvaarding in politie- en correctionele zaken niet meer mogelijk
Onontvankelijkheid van RD
Geen mogelijkheid meer om zaak te seponeren
Geen beoordeling meer van opportuniteit
Een rechter moet zich over de zaak uitspreken
Raadkamer (of in voorkomend geval KI)
Louter technische redenen (bewijzen, feiten, juridische kwalificatie)

566
Q

Leiding (en verantwoordelijkheid) GO: OR

Taak: waarheidsvinding

A

Onderzoeksverrichtingen die nuttig zijn
Gegevens verzamelen à charge et à décharge
Onpartijdigheid
Gebruik dwangmaatregelen (die inbreuk maken op persoonlijke rechten en vrijheden) indien noodzakelijk
Waken over de wettigheid van bewijsmiddelen en loyauteit verzameling
Geen verboden middelen (bv. verhoor verdachte zonder advocaat, huiszoeking tussen 21u en 5u, afluisteren voor misdrijf niet in lijst)
Geen middel dat onverenigbaar is met ambt OR (bv. afluisteren in gevangenis na provocatiemanoeuvres)
Niet recht van verdediging in gedrang brengen

567
Q

verantwoordelijkheid en rol OR

A

OR: rechter in rechtbank van eerste aanleg die met GO wordt belast
Onverenigbaarheid met behandeling zaak in vonnisfase
Art. 56 §1 lid 3 Sv.: handelingen die behoren tot gerechtelijke politie, opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek
Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
OR geen partij
Balans in evenwicht tussen vervolgende partij en verdediging (ondanks/vanwege geen wapengelijkheid)
Bevoegdheid:
Ratione materiae: alle zaken waarvoor GO wordt ingesteld
Ratione loci: 3 criteria
Maar ook handelingen buiten arrondissement
OR gespecialiseerd in terroristische misdrijven
Niet tegen personen met immuniteit

568
Q

taak OR

A

Leiding GO
OM blijft verantwoordelijk voor uitoefening van SV

Onderzoeksverplichting: geen weigering onderzoek
Maar niet verplicht om handelingen te verrichten die door OM worden gevraagd = gemotiveerd ‘strijdig bevel’
OM kan in beroep gaan tegen ‘strijdig bevel’

Inactiviteit?
Geen rechtstreeks rechtsmiddel maar verzoekschrift mogelijk aan KI door partijen (art. 136 en 136bis Sv.)

Maar mogelijk dat er geen nuttige onderzoeksdaden te verrichten zijn volgens OR
Afsluiting van onderzoek door RK als zaak klaar is voor een beslissing

569
Q

omvang saisine OR mbt feiten

A

Saisine m.b.t. feiten
Beperkt tot feiten die in aanhangigmaking aangegeven zijn
Geen zelfstandige uitbreiding (aanvullende vordering OM nodig)
Maar mogelijks komen nieuwe feiten aan het licht
Kennisgeving aan OM als die misdaden of wanbedrijven zijn (art. 56 §1 lid 6 Sv.)
OR: geen GO-bevoegdheid maar mogelijk handelingen te verrichten van gerechtelijke politie of opsporingsonderzoek

570
Q

omvang saisine OR mbt personen

A

Tegen onbekenden of bepaalde personen
Geen beperking voor OR – kan onderzoek richten op eender welke persoon (maar uitz.)
Geeft wel bepaalde rechten aan met naam vermelde personen

571
Q

nominatieve SV of BP-stelling

A

Vordering van OM & BP-stelling kunnen bepaalde persoon/personen aanduiden
“personen tegen wie de strafvordering wordt ingesteld in het kader van een gerechtelijk onderzoek”

Art. 61bis lid 2 Sv.
Zelfde rechten als inverdenkinggestelde
Hoewel wetboek geen uitdrukkelijke informatieplicht voorziet (zoals in art. 61bis lid 1 Sv. voorzien is voor inverdenkingstelling), moet kennisgeving als verplicht beschouwd worden (conforme interpretatie)

572
Q

geheim GO redenen geheim (zoals in OO)

A

Beschermt efficiëntie onderzoek (belangrijkste)
Eerbiediging vermoeden van onschuld
Beschermt onderzoek tegen mediadruk en vermijdt publieke sensatiezucht

573
Q

geheimhoudingsplihct art 57 SV geheim GO

A

Tegen wie?
Iedereen, maar niet tegen OM
Wie is verplicht om geheim te houden?
Personen die beroepshalve kennis krijgen van GO-gegevens
OR, OM, griffiers …
Niet-rechtstreeks belanghebbenden en derden (ook journalisten)?
Advocaten?

Geheim niet absoluut: “behoudens de wettelijke uitzonderingen”

574
Q

geheim uitzonderingen kennisname GO

A

Kopie van verhoor ondervraagde persoon (art. 57 §2 Sv.)

Recht op kennisname dossiers voor aangehoudene (infra)

Verzoek tot inzage en kopie van dossiers door partijen en andere bepaalde personen (art. 61ter §1 juncto 21bis lid 2 Sv.)
Volgende slide

Persmededelingen

575
Q

verzoek tot inzage en kopie van dossiers

A

Verzoekschrift van partijen en andere bepaalde personen
art. 61ter §1 juncto 21bis lid 2 Sv.
Opgelet: recht op verzoek ≠ recht op inzage
OR kan afwijzen (art. 61ter §3 Sv.) – lijst van gronden

OR kan ook gedeeltelijke inzage of kopie toelaten

Gebruik inlichtingen slechts in het belang van zijn verdediging en zonder inbreuk op vermoeden van onschuld en rechten van derden
Misbruik strafbaar (art. 460ter Sw.)

576
Q

uitzinderen mogelijk op niet-contradictoir OR GO

A

Maar uitzonderingen mogelijk
Bijkomend/aanvullend onderzoek (art. 61quinquies Sv.)
Aanvechten maatregelen m.b.t. goederen
SR kort geding (opheffing onderzoekshandelingen die rechten op goederen schaden, art. 61quater Sv.)
Gelijkaardige regels als in art. 28sexies Sv. bij OO
Vervreemding en teruggave (art. 61sexies Sv.)

577
Q

aanvullend bijkomend onderzoek

A

art 61quinquies SV, Titularis:
Inverdenkinggestelde (en gelijkgestelde persoon die nominatief genoemd is in vordering of BP-stelling)
BP
Onderwerp:
Elke handeling die de OR kan (laten) verrichten en die tot volledigheid van strafdossier bijdraagt
Verzoekschrift

Afwijzing: niet noodzakelijk voor waarheidsvinding of maatregel nadelig voor onderzoek
Beroep mogelijk: bij KI

578
Q

instellen van vervolging

A

Opportuniteitsbeginsel (≠ legaliteitsbeginsel)
art. 28quater, lid 1 Sv.

OM beslist om al dan niet te vervolgen – min of meer vrij
Niet alleen o.b.v. technische redenen
Misdrijf bestaat niet, onvoldoende bewijzen …
Legaliteitsbeginsel (quod non): verplichte vervolging
Maar ook o.b.v. loutere opportuniteit
Bv. Evenwicht tussen haalbaarheid, kosten en ernst misdrijven
Wel rekening houden met richtlijnen van SR beleid

579
Q

kennis van misdrijven / notitia criminis eerste verieste kennis van misdrijf

A

Vaak via aangifte
maar ook andere manieren: betrapping op heterdaad, informatie gevonden door politie of in de krant, …
Ambtelijke aangifte
Art. 29 Sv. en bijz. WG: overheid/ambtenaar in uitoefening van ambt = verplicht (disciplinaire sanctie)
Private aangifte
Gelijk welke burger (getuige, S’offer, iemand anders)
Art. 30 Sv.: getuige => verplicht (maar geen sanctie)
Overheid (buiten toepassing van art. 29 Sv.)
Anonieme aangifte? ≠ anonieme getuigenis!

580
Q

voordelen en nadeling legaliteitsbeginsel

A

+ uniformiteit en gelijkhied, - minder efficient (overload)

581
Q

opportuniteit voordelen en nadelen

A

+ felxibel & meer efficient, - willekeur en subjectiviteit (gevaar voor slachotffers)

582
Q

verplihcte vervolging

A

Mogelijke verplichting tot vervolging?
Bevel van hiërarchisch overste

PG aan PK (art. 364 Sv.)

Bevel minister van Justitie:
Positief injunctierecht
Maar geen negatief injunctierecht!
Waarom?
Politici kunnen de bestraffing van misdrijven niet verhinderen
Geen immuniteit voor politici!

Onder gezag, maar niet onder leiding van minister
SR richtlijnen (art. 143quater Ger. W.) ≠ injunctierecht

583
Q

Sommige gevallen = voorafgaande voorwaarde nodig:
Moeten vervuld zijn om geldige strafvordering in te stellen
Verplichte voorwaarden ≠ verplichte vervolging

A

Vereiste van machtiging
Parlementsleden

Vereiste van aangifte
Misdrijven in buitenland

Vereiste van een klacht

584
Q

Klacht =

A

aangifte van wie zich benadeeld voelt
Doorgaans van geen belang voor instellen van vervolging
Maar wel bij klachtmisdrijven (= beperkt in aantal)
Bv. laster (art. 443 Sw.)
Vormen: art. 31 en 65 Sv., maar niet noodzakelijk
Ondubbelzinnige wilsverklaring van S’offer (zelf of door advocaat) volstaat
Geen schadeclaim (nog niet BP-stelling) – S’offer ‘wenst’ vervolging
OO mogelijk, maar klacht nodig om SV in te stellen (GO-rdv)

585
Q

Intrekking klacht?

A

In ‘normale’ gevallen: geen invloed
Bij klachtmisdrijven:
Vóór instelling SV: strafvordering niet meer mogelijk
Na instelling SV: strafvordering blijft verder lopen

586
Q

seponering

A

Beslissing OM om niet te vervolgen
= OM ‘klasseert de zaak zonder gevolg’
Enkel mogelijk zolang strafvordering niet is ingesteld!

587
Q

Technisch sepot v. beleidssepot

A

Motivatie nodig (maar formele motivatie volstaat)
Ook pretoriaanse probatie (sepot onder bepaalde voorwaarden voor verdachte)

Louter feitelijke beslissing, geen rechtskracht
Voorlopige beslissing – OM kan zaak later heropenen
Geen ne bis in idem-gevolg
Geen rechtsmiddel
Geen plicht om ter kennis vangeïnteresseerden te brengen
Enkel art. 5bis V.T.Sv.: kennisgeving aan benadeelde persoon

588
Q

OM en ingestelde strafvordering, Beschikkingsrecht over ingestelde strafvordering?

A

Vroeger: nee
Eens ingesteld, trein niet meer te stoppen

Sinds 2011: wel
Wet inzake verruimde minnelijke schikking (komt later)
OM kan voorstellen om te schikken, ZOLANG er nog geen eindvonnis of eindarrest gewezen is in eerste aanleg
Enkel voor misdrijven die:
Strafbaar zijn tot 20j opsluiting (en in concreto geen zwaardere straf dan 2j GVS zouden krijgen)
En geen zware aantasting van lichamelijke integriteit inhouden

589
Q

onderzoeksdaden opsporingsonderzoek

A

Geen dwangmaatregelen
Tenzij heterdaad
Tenzij via mini-instructie

590
Q

gerechtelijke onderzoek ondrzoeksdaden

A

Dwangmaatregelen mogelijk in functie van waarheidsvinding

591
Q

Aspecten waaraan er in Sv. aandacht moet worden besteed:

A

Wat?
Voorwerp maatregel
Wie?
Bevoegdheid: wie kan de maatregel nemen?
PK (uitzonderlijk), OR (GO of mini-instructie)
Hoe?
Wettelijke voorwaarden voor het aannemen van maatregel
Bv. proportionaliteit
(Evenwicht tussen ingrijpen m.b.t. recht, ernst en mogelijkheid onderzocht misdrijf, noodzakelijkheid en doeltreffendheid maatregel)
Bv. subsidiariteit (afwezigheid andere efficiënte alternatieven)
Algemeen beginsel: hoe zwaarder inbreuk op recht(en) is, hoe meer waarborgen nodig zijn

592
Q

Relevantie van het begrip heterdaad

A

Bij arrestatie: uitbreiding bevoegdheden vrijheidsbeneming naar politie
Onderzoeksdaden: uitbreiding bevoegdheden PK
Heterdaad  uitzonderingsregime; strikte interpretatie van toepassingsgebied

593
Q

proces cverbaal

A

Officiële akte van een wettelijk bevoegde officier of agent van gerechtelijke politie, die strekt tot het bewijs van een misdrijf, en ofwel de vaststelling van bepaalde feiten, ofwel de verklaringen van bepaalde personen, met eventueel aanvullende inlichtingen en met inbegrip van de gedane opsporingen, inhoudt.
= officieel schriftelijk verslag

Taal: taal van de streek
(Indien persoon taal van de streek niet spreekt: art. 47bis, §6, lid 4 Sv.)

594
Q

Naamloze of anonieme aangiften

A

Aangever onbekend of heeft gevraagd naam niet te vermelden
Mogelijk om namen niet op te nemen
Niet ongeldig
Kan worden gebruikt: OM oordeelt vrij welk gevolg
Vormvereisten aangifte niet op straffe van nietigheid
Geen schending eerlijk proces
≠ anonieme getuigenis

595
Q

verhoor OO

A

+ art 112terSV
Elke politieambtenaar (ook agent gerechtelijke politie)
Ondervraagde persoon: verdachte of getuige
Mededelingen nodig, maar…
… geen eed
… geen verplichting verklaring te ondertekenen
… geen plicht om te antwoorden (= geen dwang!)

Recht op kopie van verhoor (= uitzondering op geheim karakter OO)
Vragen, niet automatisch
Ev. uitgesteld om technische of strategische redenen (1 maand, ev. 3 maanden)

596
Q

verhoor GO getuige

A

Niet verplicht
Wel recht BP ten minste 1x te worden gehoord
G. moet verschijnen indien formeel opgeroepen
Dagvaarding – plicht te verschijnen (GB als sanctie)
Bevel tot medebrenging tegen getuige die niet verschijnt
Geen plicht bij eenvoudige verwittiging – kan ook spontaan verschijnen
G. moet (in principe) eed afleggen (≠ verdachte) – art. 75 Sv.
G. moet verklaring afleggen (≠ verdachte)
3 uitzonderingen:
Recht zichzelf niet te beschuldigen
Journalisten  bronnen - tenzij expliciet verzoek OR onder strenge voorwaarden
Personen met beroepsgeheim (supra: RVG – wettelijk voorschrift)
G. moet waarheid spreken (≠ verdachte)
Valse getuigenis voor OR: nog geen meineed (art. 218 en 219 Sw.)
Meineed: getuige volhardt tot aan sluiting debatten

597
Q

verhoor verdachte

A

Verhoor verdachte
Niet verplicht (valt wel aan te bevelen)
Uitz.: bevel tot aanhouding
IVD kan het vragen
Verschijning via:
Eenvoudige verwittiging
Dagvaarding (= formele uitnodiging)
Bevel tot medebrenging = dwang (ondervraging binnen 48u vanaf vrijheidsbeneming en ev. bevel tot aanhouding)
Ondervraging door OR (+ griffier) of politie
Recht op kopie van verhoor
Geen automatisme
+ ev. uitstel (art. 57 §2 Sv.)

598
Q

verhoor GO-> IVD stelling

A

officiele kennisgeving aan persoon dat hij verdachg wordt van bepaalde feiten
Plicht voor OR
Indien ernstige aanwijzingen van schuld (art. 61bis Sv.)
Onmiddellijk (voor zover mogelijk)
Voorafgaande ondervraging geen voorwaarde
via verhoor (ook mondeling, opgenomen in pv) of kennisgeving (schriftelijk)

Gevolg:
Onomkeerbaar
OG moet uitspraak doen over persoon

.

599
Q

verhoor inleiding

A

Belang (verdachten)verklaringen in het strafproces

Belangrijk moment van tegenspraak voor de verdachte

Juridische en rechtspsychologische bezorgdheden
Juridisch: vrijwillige en welingelichte verklaring
Zwijgrecht en dwangverbod
Informatie over rechten
Rechtspsychologisch: fouten
Valse bekentenissen
Liegende verdachten (quid polygraaf?)
Geheugenproblemen (alibi)

600
Q

verhoor beginselen

A

Niemand kan worden gedwongen zichzelf te incrimineren
Zwijgrecht tijdens verhoor
Geen verhoor onder eed/ liegen niet strafbaar
Medewerkingsplichten? Nuance
Sociaal-fiscaal toezicht
Pin-code GSM? 88quater Sv.

Belang zwijgrecht
Vermoeden van onschuld – bewijslastverdeling
Bescherming tegen ongeoorloofde druk en dus valse bekentenissen

601
Q

EHRM salduz v turkije conclusie

A

Recht op bijstand van advocaat = fundamenteel recht
Nationale wetgever verantwoordelijk om vorm aan dit recht te geven
Recht op toegang tot een advocaat vanaf eerste verhoor, tenzij dringende en buitengewone gevallen

602
Q

recht op advovacaat neit-verdachte

A

Geen recht strictu sensu (maar art. 47bis § 6, 5) Sv.!!!)
Maar geen verzet indien advocaat bij verhoor (algemeen recht van bijstand)

603
Q

vrije verdachte recht op advocaat geen risico op vrijheidsstraf

A

Geen recht strictu sensu
Maar geen verzet indien advocaat bij verhoor (algemeen recht van bijstand

604
Q

Vrije verdachte – risico op vrijheidsstraf:
recht op advocaat?

A

Recht op vertrouwelijk gesprek + bijstand van advocaat
Tenzij schriftelijke uitnodiging (vermoeden)
Tenzij afstand (niet voor minderjarigen)

605
Q

Van vrijheid benomen verdachte recht op advocaat?

A

Recht op vertrouwelijk gesprek + bijstand advocaat
Tenzij advocaat te laat (meer dan 2 uur)
Tenzij overmacht
Tenzij afstand (niet voor minderjarigen)
Tenzij bijzondere omstandigheden en dwingende redenen

606
Q

Eerste verhoren tijdens de eerste 48 uur vrijheidsberoving, organisatie recht op advocaat

A

Politie zorgt voor contactname permanentiedienst advocaten
Voorkeursadvocaat of permanentieadvocaat
Advocaat moet binnen 2 uur aanwezig zijn, anders mag verhoor aanvatten
Vertrouwelijk (!) overleg van 30 minuten voor eerste verhoor
Bijstand tijdens verhoor
1x onderbreking van 15 minuten op verzoek OF telkens als nieuwe feiten

607
Q

Verhoor bij onderzoeksrechter (artikel 16 WVH), organisatie recht op advocaat

A

Geen nieuw vertrouwelijk overleg
Advocaat wordt verwittigd van tijdstip voorleiding

608
Q

Verhoor bij onderzoeksrechter (artikel 16 WVH), organisatie recht op advocaat

A

Geen nieuw vertroverhoor gedachte GOuwelijk overleg
Advocaat wordt verwittigd van tijdstip voorleiding

609
Q

verhoor verdachte GO

A

Vermoeden van onschuld: bewijslast rust niet op verdachte

Zwijgrecht
Geen eed
Tegen zwijgrecht en recht op verdediging
Geen plicht om waarheid te spreken
Geen plicht om mee te werken
Geen schuld uit afleiden

Negatief effect stilzwijgen?
Mogelijks conclusie in nadeel?
(zwijgrecht geen absoluut recht?)

Formele inverdenkingstelling (art. 61bis Sv.) - infra

610
Q

bijzondere regimes getuigenverhoor

A

Minderjarigen
Verhoor op afstand
Bescherming van bedreigde getuigen
Getuige, deskundige of verdachte in het buitenland

Minderjarigen
Recht op begeleiding door meerderjarige
Tenzij gemotiveerde beslissing OM/OR
Audiovisuele opname mogelijk

611
Q

anonieme getuigen

A

Art. 75bis en art. 86bis Sv.
Personen die een verklaring afleggen onder eed

Wiens identiteit verborgen gehouden wordt
≠ informant, tipgever, infiltrant

Redelijke vrees voor ernstige bedreiging van leven of levenssfeer getuige

612
Q

Gedeeltelijke v. volledige anonimiteit
Gedeeltelijke (art. 75bis Sv.):

A

OR beslist om geen melding te maken van bepaalde identiteitsgegevens// Gedeeltelijk (art. 155bis en ter Sv.)
Geen vermelding bepaalde identiteitsgegevens in pv
Indien redelijk vermoeden ernstig nadeel voor persoon of naasten
Getuige die niet door OR werd ondervraagd – ambtshalve of op verzoek partijen of getuige – Getuige die wel door OR werd ondervraagd: behoudt gedeeltelijke anonimiteit
Politie? Geen nood aan vermoeden ernstig nadeel – enkel dienstadres

613
Q

gedeeltelijke v volledige anoniemiteit Volledige (art. 86bis Sv.):

A

OR beslist identiteit volledig verborgen te houden// Getuige al beschermd door OR (86bis en ter Sv.): dagvaarding enkel met toestemming getuige
VG kan OR bevel geven tot ondervraging getuige die niet door OR werd ondervraagd of tot opnieuw ondervragen
Verhoor met nodige beschermende maatregelen (bv. vermomming of stemvervorming)

614
Q

volledige anonimiteit voorwaarden

A

//Proportionaliteit (middel-doel) en subsidiariteit (andere middelen lijken niet te volstaan om waarheid te vinden)
Alleen voor bepaalde misdrijven
Ernstige criminaliteit (lijst art. 90ter Sv. en criminele organisatie)
Voorafgaande toetsing betrouwbaarheid door OR

615
Q

plaatsbezoek

A

Artikel 62 Sv.
Wie?
Politie, OM of OR’er
Onderzoeksrechter altijd
vergezeld van OM en griffier

Waar?
Openbare plaatsen
(voor iedereen toegankelijk)
Wanneer?
Onmiddellijk na vaststelling misdrijf
Wedersamenstelling (verdachte en BP ook aanwezig)

616
Q

huiszooeking

A

Bescherming van de ‘woning’
Artikel 15 GW  definitie Hof van Cassatie
Artikel 8 EVRM (eerbiediging privéleven)
Artikel 17 IVBPR

Wettelijke basis:
Huiszoekingswet van 7 juni 1969 (zie codex)
Artikelen 36, 37 en 87-90 Sv.
Artikelen 26, 27 en 29 WPA

Bevoegdheid: onderzoeksrechter (maar uitzonderingen)

Ernstige aanwijzingen misdrijf!

617
Q

huiszoeking tijdens opsporingsonderzoek

A

Artikel 26 e.v. WPA

Zoeking in privéwoningen
Met toestemming (vooraf en schriftelijk)
Oproep, brand en overstroming

Zoeking in publiek toegankelijke plaatsen

Heterdaad
Procureur des Konings en hulpofficieren

618
Q

huiszoeking tijdens gerechtelijk onderzoek

A

Onderzoeksrechter oordeelt soeverein
Dwangmaatregel
Toevallige vaststellingen = geldig

Beperking: NIET tussen 21u ‘s avonds en 5u ‘s morgens
–Tenzij: - Bijzondere wetsbepaling
- Heterdaad
- Toestemming
- Oproep
- Brand, overstroming…
- Terroristische misdrijven

619
Q

inkijkoperatie

A

= Betreden van een private plaats [en gesloten voorwerpen openen, zie wet 25 december 2016], buiten medeweten van eigenaar of zonder zijn toestemming te allen tijde.

Doel (artikel 46quinquies, §2 Sv.):

Plaats opnemen en vergewissen van aanwezigheid
zaken art. 42 Sw.
Bewijzen verzamelen van de aanwezigheid van deze zaken (video-opname of foto)
Technisch hulpmiddel plaatsen voor observatie
Voorwerpen meegenomen onder §5 terugplaatsen
NIET: beslag

620
Q

voorwaarden inkijkoperatie, Bevoegdheid en plaatsen

A

Voorwaarden (artikel 46quinquies, § 1 Sv.):

Ernstige aanwijzingen van ernstige misdrijven
Lijst artikel 90ter, § 2-4 Sv.
Criminele organisatie
Subsidiariteit: overige middelen volstaan niet

O.O.
OM: schriftelijke vordering (tenzij spoedeisendheid)
NIET: woning, beroepslokaal, woonplaats arts/advocaat
G.O.: alle plaatsen (artikel 89ter Sv.)

621
Q

het beslag

A

≠ verberudverklaring, Onttrekking van zaak/zaken aan beslagene
Verlies beschikkingsrecht over zaak

Bewaren van zaken door overheid met het oog om ze …
als bewijs te gebruiken
later (definitieve einde van vonnisfase) verbeurd te verklaren
terug te geven aan de gerechtigde

622
Q

wat kan in beslag genomen worden?

A

Artikel 35 Sv.

Alle zaken die in aanmerking komen voor verbeurdverklaring
Voorwerp
Instrument
Product
Vermogensvoordelen

Alles wat kan dienen om de waarheid aan het licht te brengen

623
Q

beslag bij equivalent

A

Artikel 35ter Sv.
Ernstige en concrete aanwijzingen dat goederen niet (meer) in het vermogen van verdachte in België zijn
Of vermengd met wettige goederen
Vermogensvoordelen
Ook voor vermogensvoordelen uit identieke feiten (art. 43quater Sw.)
Middelen van misdrijf
Goederen van derden (art. 35ter §4 Sv.)
Ernstige en concrete aanwijzingen dat verdachte goed heeft overgedragen aan derde met doel VBV te verhinderen
Derde wist het of moest het weten
Openbaar Ministerie: raming + motivatie

624
Q

beslag wie is bevoegd? vormvereiesten?

A

Wie is bevoegd?
Procureur des Konings
Opgelet: beslag op onroerende goederen alleen bij heterdaad in opsporingsonderzoek
Onderzoeksrechter

Vormvereisten?
Beslag roerende goederen: art. 35-39 j° 89 Sv. (niet op straffe van nietigheid)
Beslag onroerende goederen: art. 35bis Sv. (sommige vereistenwel op straffe van nietigheid)

625
Q

wat gebeurt er met inbeslaggenomen goederen

A

Bewaring ter griffie / ter plaatse
Vermogensbestanddelen: kennisgeving aan het COIV
Evt. vervreemding (art. 28octies en 61sexies Sv.)
Opheffing van het beslag en teruggave (art. 28sexies en 61quater Sv.)
Terbeschikkingstelling aan de politie
Vernietiging?
Verbeurdverklaring / teruggave

626
Q

vernietiging inbeslagngenomen goederen

A

Artikel 28novies Sv.
Opsporingsonderzoek: procureur des Konings
Gerechtelijk onderzoek: akkoord onderzoeksrechter

Welke goederen?
Gevaar voor openbare veiligheid of volksgezondheid
Mogelijke aantasting van fysieke integriteit of goederen
Inbreuk op openbare orde, goede zeden…
Bewaring en verkoopwaarde niet proportioneel

627
Q

databeslag

A

Artikel 39bis Sv.

Wanneer?
Inbeslagname gegevens nuttig,
maar inbeslagname gegevensdrager niet wenselijk

Wat?
Kopiëren
Ontoegankelijk maken
Toelating verder gebruik mogelijk, tenzij:
Voorwerp of product van misdrijf
Strijdig met openbare orde of goede zeden
Gevaar voor integriteit informaticasystemen of gegevens
Verwijderen

628
Q

fouillering

A

Artikel 28 WPA:
Gerechtelijke fouillering en veiligheidsfouillering

Gerechtelijke fouillering:
Betasting van lichaam, kledij en controle bagage
Doel: misdrijven opsporen of verhelderen

629
Q

Hoe wordt DNA-materiaal bekomen?

A

Opsporingsonderzoek (art. 44quater e.v. Sv.)

Definities: artikel 44ter Sv.

Vergelijkend DNA-onderzoek

Reeds aangetroffen
≥ 16 jaar: afnemen bloed, haarwortels of wangslijmvlies
Toestemming
Kennisgevingen door OM
Personen tegen wie
aanwijzingen van schuld bestaan
of niet-verdachten

630
Q

Afname DNA-materiaal

A

Met toestemming
Zonder toestemming: dwang = mogelijk
Feiten strafbaar met maximumstraf 5 jaar GVS of meer
Persoon tegen wie aanwijzingen van schuld bestaan
Niet-verdachten: directe band met GO
Persoon wordt gehoord
Kennisgevingen
Fysieke dwang: bloedafname verboden

631
Q

aanstelling van een deskunidge

A

Nood om beroep te doen op “personen die wegens hun kunde of beroep bekwaam geacht worden om de aard en de omstandigheden van de misdaad of het wanbedrijf te beoordelen” (Art. 43 Sv.)

Zaken die niet tot de expertise van jurist behoren
bv. ballistisch onderzoek
bv. medisch onderzoek

632
Q

aanstelligng vna een deskunidge opsporingsonderzoek en heterdaad

A

Opsporingsonderzoek

Inlichtingen inwinnen bij een ‘man van het vak’
Niet-contradictoir (maar zie volgende slide: RS GwH en EHRM)

Heterdaad in opsporingsonderzoek

Openbaar Ministerie kan deskundige aanstellen
Artikelen 43-44bis Sv.
Gewelddadige of verdachte dood
Dronkenschap

633
Q

aanstelling van een deskundige Gerechtelijk onderzoek

A

Artikelen 43-44 Sv.
Vrije keuze onderzoeksrechter
Aanstelling op basis van nationale register gerechtsdeskundigen (Art. 555/6-16 Ger. W.)
Techniciteit van het onderzoek
Geen dwang
Uitzondering: DNA-afname
Niet-contradictoir
Rechtspraak GwH en EHRM

634
Q

Onderscheppen en openen van post

A

Onderscheppen en in beslag nemen (art. 46ter Sv.):
Tijdens opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek
Bij postoperator (medewerkingsplicht)
Post bestemd voor of afkomstig van verdachte
Ernstige aanwijzingen dat feit GVS van 1 jaar of meer tot gevolg kan hebben

Openen van post (art. 88sexies Sv.):
Alleen onderzoeksrechter
Uitzondering: PK bij heterdaad

635
Q

inwinnen van bankgegevens

A

Artikel 46quater Sv.
Wanneer?
Tijdens opsporings- of gerechtelijk onderzoek
Ernstige aanwijzingen dat feit GVS van 1 jaar of meer tot gevolg kan hebben
Wat?
Inlichtingen over o.a.
Lijst van bankrekeningen en bankkluizen
Bankverrichtingen
Bankverrichtingen onder toezicht plaatsen
Bevriezen van gelden
Medewerkings- en geheimhoudingsplicht

636
Q

snelle bewaring gegevens

A

Wettelijke basis: art. 39ter Sv.
Grensoverschrijdende situatie: art. 39quater Sv.

Wat: bewaring van informaticagegevens om te voorkomen dat ze beschadigd geraken of verloren gaan
Geen overhandiging aan speurders ≠ beslag

Bevoegdheid
Officier gerechtelijke politie (maar ook PK & OR)
Voorwaarden
Wanneer gegevens in informaticasysteem bijzonder kwetsbaar zijn voor verlies of wijziging
Met redenen omklede schriftelijke beslissing (ook met duur maatregel)

637
Q

identificatie van gebruikers wat wie voorwaarden

A

Art. 46bis Sv.
Wat?
Vorderen operator (medewerking bevelen)
Identificatiegegevens van abonnee of gewoonlijke gebruiker (telefoonnummer of e-mailadres)
Identificatiegegevens van elektronische communicatiediensten die een bepaald persoon gebruikt (gebruiker dynamisch IP-adres)
Wie?
Procureur des Konings
In geval van uiterst dringende noodzakelijkheid kan PK de maatregel mondeling bevelen (mits zo snel mogelijk schriftelijke bevestiging)
Voorwaarden?
Gemotiveerde en schriftelijke beslissing

638
Q

registratie van lokalisatie elektronische communicatie, wat en wie

A

Art. 88bis Sv.
Wat?
Bestaan van gesprekken (ook in real time)
Identificatie van nummers van telefoontoestellen van waaruit verbindingen worden of werden gemaakt met telefoontoestel en van telefoontoestellen die werden gebeld vanuit bepaald toestel
Dus: nummers van in- en uitgaande gesprekken
Ook faxnummers
Ook oorsprong en bestemming van
telefoon/GSM-gesprekken
Ook oorsprong en bestemming van e-mails van/
naar bepaald e-mailadres
Voor verleden en/of toekomst
Met weergave van tijdstip, duur en plaats
Wie?
In beginsel enkel OR, maar uitzonderlijk ook PK (infra)

639
Q

registratie van lokalisatie elektronische communicatie voorwaarden

A

Voorwaarden
Nuttig (zoals bij andere onderzoeksdaden)? Nee
Noodzakelijk! (= uitzonderlijke maatregel)
Ernstige aanwijzingen dat feiten GVS van 1 jaar of meer tot gevolg kunnen hebben
Gemotiveerd bevel – proportionaliteit & subsidiariteit
Duur
Toekomst (real time) = max. 2 maanden
Hernieuwbaar – onbeperkt – gemotiveerd bevelschrift
Verleden = bewaarplicht in art. 126 wet 13 juni 2005 (dataretentie)
Heterdaad
PK mag bevelen indien misdrijf in artikel 90ter §2-4 Sv.
OR bevestigt binnen 24u (begin GO of via mini-instructie)
Uitz.: gijzeling, terrorisme, onrechtmatige vrijheidsberoving en afpersing: zolang heterdaadsituatie voortduurt, zonder dat bevestiging nodig is
Uitz. buiten heterdaad: totstandbrenging bedrieglijke communicatie om voordeel te verkrijgen of overlast veroorzaken (art. 145 §3 en 3bis wet 13 juni 2005)

640
Q

online infiltratie, wat wie limieten en voorwaarden

A

Wettelijke basis: art. 46sexies Sv.
Wat: contact onderhouden op het internet met bepaalde personen (eventueel met fictieve identiteit)

Wie:
Uitvoering: politie onder controle PK
Machtiging: PK of OR

Limieten en voorwaarden:
T.a.v. verdachten (= personen tegen wie er ernstige aanwijzingen zijn dat ze misdrijven plegen of zouden plegen)
minstens 1j GVS
Subsidiariteit (geen alternatief middel)
Voorafgaande schriftelijke en gemotiveerde machtiging geldig voor 3 maanden (hernieuwbaar)

641
Q

online infiltratie wat

A

Artikel 46sexies Sv.
Wat? PK of OR kan politiediensten machtigen om op internet (eventueel met fictieve identiteit) contact te onderhouden met bepaalde personen
Alleen t.a.v. personen waarvan er aanwijzingen zijn dat ze feiten (minstens 1j GVS) (zouden) plegen
Subsidiariteit, maar soepeler dan fysieke infiltratie (infra)
PK  voorafgaande schriftelijke en gemotiveerde machtiging voor 3m – hernieuwbaar.
In spoedeisende gevallen ook mondeling, met schriftelijke bevestiging zo spoedig mogelijk
Registratie via PV (uitvoering maatregel + contacten)

642
Q

informatica openlijke zoekingen 3 soorten

A

Informaticazoeking (art. 39bis, §2 Sv.)
Netwerkzoeking (art. 88ter Sv.)
Andere openlijke zoekingen (art. 39bis, §4 Sv.)

643
Q

openlijke zoekingen

A

Gewone informaticazoeking (art. 39bis §2 Sv.)
Officier gerechtelijke politie – indien toestel in beslag genomen
PK – indien geen eerder beslag

Netwerkzoeking (art. 88ter Sv.) = uitbreiding naar netwerk (andere gelinkte informaticasystemen die op afstand staan)
OR
Limieten en voorwaarden
Alleen binnen toegangsrechten van gebruiksgerechtigde
Proportionaliteit en subsidiariteit
Andere zoekingen in informaticasysteem (residuaire gevallen)
OR (proportionaliteit en subsidiariteit)
Bijz. bescherming informaticasysteem arts/advocaat

644
Q

heimelijke zoekingen wat wie limieten en voorwaarden

A

Wettelijke basis: art. 90ter Sv.

Wat: onderscheppen, kennisnemen, doorzoeken, opnemen van private communicatie of informaticagegevens
Met een heimelijk oogmerk

Wie:
OR (maar ook PK) – cfr. infra

Limieten en voorwaarden:
(cfr. infra)

645
Q

heimelijke zoeking telefoontap informatiectap art 90ter SV OR

A

binnen GO (geen mini-instructie – art. 28septies Sv.)
Kan zo nodig ook:
Bevelen om woning of informaticasysteem binnen te dringen om maatregel mogelijk te maken (direct of via technische hulpmiddelen)
Maar wel: (art. 90ter, §1, lid 4 Sv. – infra)
Beveiliging opheffen (ook via hackertools)
Gegevens laten ontcijferen en decoderen

646
Q

heimelijke zoeking telefoontap/infomratietap art 90ter SV

A

PK
Bij heterdaad …
… maar enkel voor terrorisme, gijzeling, onrechtmatige vrijheidsberoving en afpersing
Zolang heterdaadsituatie duurt – geen bevestiging OR nodig

Toevallige vaststellingen door OR gedaan? Nieuw misdrijf?
= geldig – wel ev. uitbreidende vordering nodig

647
Q

heimelijke zoekeing voorwaarden

A

Voorwaarden
Proportionaliteit en subsidiariteit – uitzonderlijke maatregel
Dus enkel wanneer onderzoek het vereist (noodzakelijkheid) en wanneer andere onderzoeksmiddelen niet lijken te volstaan (subsidiair karakter)
Limitatieve lijst van misdrijven (art. 90ter §2-4 Sv.)
Ernstige aanwijzingen van …
Ernstige misdrijven – (niet proactief – alléén reactief)
Lange lijst van misdrijven (verandert nog regelmatig)
Tijdstip kwalificatie?
Latere herkwalificatie altijd mogelijk (maar geen misbruik)
Alléén bepaalde ‘targets’
Art. 90ter §1 lid 4 Sv. – 4 hypotheses
Verdachte; communicatiemiddelen/informaticasystemen geregeld gebruikt door verdachte; plaatsen waar verdachten vertoeven; ook personen in verbinding met verdachten
Precieze aanwijzingen – niet lukraak

648
Q

Opsporingsonderzoek

A

Onder leiding van PdK
Inquisitoire wortels blijven (GwH 2020)
Wel inzage in strafdossier, geen bijkomend onderzoek

649
Q

Gerechtelijk onderzoek

A

Onder leiding en verantwoordelijkheid onderzoeksrechter
Meer ingrijpende onderzoekshandelingen + VH
° Sv. door OM of door BP
À charge en à décharge
Inzage en participatie tijdens GO
Inverdenkingstelling (formeel vs informeel)
Verzoek tot bijkomende onderzoekshandelingen

650
Q

afsluiten opsporingsonderzoek OM kan kiezen hoe OO afsluiten / welk gevolg

A

Seponering (supra)
Technisch sepot/bewijssepot/ ‘praeterionaanse probatie’
Minnelijke schikking (216bis Sv.)
Strafbemiddeling (216ter Sv.)
Rechtstreekse dagvaarding voor vonnisgerecht
Ev. met rechtstreekse contraventionalisatie of correctionalisatie
Niet onmiddellijk mogelijk indien observatie of infiltratie tijdens OO – KI controleert regelmatigheid BOM alvorens OM tot rechtstreekse dagvaarding overgaat (zie art. 235ter Sv.)
Vordering tot gerechtelijk onderzoek
Gebeurt meestal wanneer dwangmaatregelen nodig zijn
Bv. Telefoontap/huiszoeking/VH
(tempering: mini-instructie)

651
Q

RK met KI als beroepsinstantie
afsluiting gerechtelijk onderzoek

A

Filterfunctie “regeling der rechtspleging” na einde GO
Bekrachtigingsfunctie minnelijke schikking/bemiddeling
Uitzonderlijk als vonnisgerecht (internering/opschorting)
(Periodieke controle VH)
Verdergaandere bevoegdheden KI
(beroepsinstantie beslissingen onderzoeksrechter/OM)
Algemene toezichtsbevoegdheden KI
Verwijzing naar hof van assisen

652
Q

“beschikking tot mededeling” aan OM

A

OM kan echter niet zelf beslissen of hij zaak zal dagvaarden of zal seponeren, want strafvordering is opgestart
Eventueel wel: minnelijke schikking/bemiddeling
Oordeel over volledigheid van het strafdossier na GO

653
Q

raadkamer gaat na, regeling der rechtspleging

A

Of het onderzoek volledig is gevoerd + ontslag van het onderzoek
of strafvordering ontvankelijk en regelmatig is
Niet burgerlijke vordering, tenzij enige fundament Sv.
Of het onderzoek voldoende bezwaren heeft opgeleverd
Of een procedure voor het vonnisgerecht verantwoord is

654
Q

ontslag van onderzoek en redennen

A

Ontslag van onderzoek
Geen wettelijke regeling
Soms nodig om OR van onderzoek te ontheffen zonder uitspraak over bezwaren te doen
Redenen
Goede rechtsbedeling → GO eindigt niet
Bv. samenvoeging van 2 onderzoeken in 2 verschillende arrondissementen in belang van goede rechtsbedeling
Bv. onderzoek in arrondissement A begonnen, maar wenselijk het voort te zetten in arrondissement B
OR onbevoegd, ratione personae (bv. vooronderzoek tegen minister) of ratione loci → GO eindigt wél
Dossier terug naar OM, dat verder beslist

655
Q

Zuivering van nietigheden (art. 131 Sv.)

A

Ingevoerd door Kleine Franchimont-Wet (1998)
Doel:
Verklaren nietigheden vóór vonnisfase
Vermijden dat VG überhaupt kennis neemt van bepaalde bewijsstukken die misschien onregelmatig zijn verkregen
VG moet onbevangen en in hoofdzaak kunnen focussen op schuldvraag en STM
Vorm- en procedurefouten in vroeg(er) stadium van strafprocedure ontdekken, om zo te vermijden dat strafvordering (pas) in vonnisfase onontvankelijk of ongegrond wordt verklaard
Bepaalde lacunes in onderzoek zo nodig nog herstellen

656
Q

zuivering van nietigheden, initiatief, gevolg, gelding tav VG

A

Initiatief?
IVD/gelijkgestelde, BP of OM
RK ambtshalve (= zonder enig verzoek van partijen)
Gevolg?
Verwijdering stukken uit strafdossier (art. 131 §2 Sv.) – RK bepaalt modaliteiten (bv. teruggave bewijs)
Worden op griffie Rb. eerste aanleg neergelegd (niet vernietigd!)
RK bepaalt of en in welke mate partijen nietigverklaarde stukken nog mogen inkijken en ev. aanwenden
Gelding t.a.v. VG
Indien verzoek om regelmatigheid van onderzoekshandelingen te onderzoeken, maar RK spreekt na onderzoek nietigheid niet uit én geen HB voor KI
Dan kunnen partijen zelfde middel opnieuw voor VG opwerpen
Ongeacht of partij die middel voor VG brengt aanwezig was bij regeling van rechtspleging (bv. latere BP-stelling voor VG)
Ongeacht of partij die middel voor VG brengt zelfde of andere is

657
Q

Bezwaren:

A

aanwijzingen van schuld die voldoende graad van ernst vertonen zodat veroordeling waarschijnlijk is?
Lege en kansloze strafdossiers al vroegtijdig beëindigen

658
Q

buitenvervolgingstelling art 128 SV

A

In feite = generlei bezwaar bestaat
In rechte = feit noch misdaad, noch wanbedrijf, noch overtreding
Gezag van gewijsde
Maar precair (= voorlopig karakter)
Beslissing o.b.v. gekende elementen
Onder voorbehoud van ‘nieuwe bezwaren’
Nieuwe bezwaren: begrip in art. 247 Sv. (indicatief)
Indien nieuwe bezwaren: heropenen GO mogelijk
Uitsluitend door OM – vordering tot OR
Niet ambtshalve RK of OR – niet BP
Voor BV in feite maar ook in rechte
Geen nieuw onderzoek
Nieuwe beslissing RK
Geen rechtstreekse dagvaarding meer!
T.a.v. alle mogelijke personen = ook voor personen die niet uitdrukkelijk vermeld zijn (niet-nominatieve BVS irrelevant)

659
Q

buitenvervolgingstelling en BP

A

BP kan in hoger beroep gaan t. BVS (infra)

Geen mogelijkheid om zaak te heropenen door nieuwe bezwaren

Geen mogelijkheid rechtstreekse dagvaarding

Mogelijk burgerlijke vordering bij burgerlijke rechter
Geen gezag van gewijsde van BVS door voorlopig karakter
RK (of KI) kunnen niet over burgerlijke zaak beslissen met BVS
Mogelijk machtiging tot afschrift van SR dossier krijgen
Gebruik SR elementen in burgerlijke procedure
BR’er geen bevoegdheid voorleggen SR dossier te bevelen

660
Q

denauratie

A

Verandering van aard – wijziging van bevoegdheid
Correctionalisatie of contraventionalisatie

Waarom denaturatie?
Anticiperen op aanname verzachtende omstandigheden of strafverminderende verschoningsgronden
Lichtere straf, maar vooral procedurele redenen: correctionalisatie omzeilt procedure met jury (complexer)

661
Q

denaturatie Zonder tussenkomst OG = Met tussenkomst OG

A

Hoe het gebeurt?

Zonder tussenkomst OG = rechtstreekse dagvaarding
Niet bindend – VG beslist
Met tussenkomst OG = RK of KI
Bindend voor VG (maar slechts m.b.t. toepassing van VO)
VG blijft vrij om kwalificatie te veranderen
Als OM/RK vergeten of foutief: vonnisrechter kan sinds 2008 zelf denatureren en zichzelf dus bevoegd maken

662
Q

Art. 2 lid 3 – lijst niet-correctionaliseerbare misdaden

A

Misdaden met straf > 20j opsluiting + anderen in lijst waren niet correctionaliseerbaar

663
Q

uitzondering RK/KI als vonnisgerehcht

A

Internering
71 Sw.
Interneringsvoorwaarden

Opschorting van de uitspraak van de veroordeling
Als procedure ten gronde maatschappelijke verval

Uitspraak over verbeurdverklaring en kosten
Uitspraak over burgerlijke vordering

664
Q

rol van KI

A

Rol toezichthouder op het gerechtelijk onderzoek (art. 136 Sv.)
Toezicht op regelmatigheid van rechtspleging (136bis, 235bis)
TOEZICHT
Toezicht (ook ambtshalve) op het verloop van GO (art. 136 lid 1)
Toezicht op langdurige onderzoeken (art. 136 lid 2)
Toezicht op rechtspleging (art. 136bis)

Op vordering OM/partij of ambtshalve

Appelrechter t. beschikkingen RK/OR
Rechtspleging
VH
Participatierechten/strijdig bevel
Controle BOM (art. 235ter Sv.)
Beslissing over verwijzing naar hof van assisen
(uitzonderlijk:) Vonnisgerecht

665
Q

bevoegdheden KI in toezicht

A

“Volheid van onderzoeksbevoegdheid”

Vervollediging van onderzoek bevelen (art. 228 Sv.)
Verplichte opdrachten aan OR
Kan zelf inverdenkingstellen

Evocatierecht (art. 235 Sv.)
raadsheer-onderzoeker

Nietigverklaring onderzoekshandelingen
Vonnisrechter wél gebonden!

666
Q

opties van vrijheidsberoving voor voorlopige hechtenis

A

Arrestatie (of aanhouding)
Beslissing politie/parket (ook als arr. door particulier)
Misdaden of wanbedrijven (alle)
Geen minimumdrempel zoals voor VH (bevel tot aanhouding)
2 gevallen
Bij heterdaad – politie of particulier (art. 1 WVH)
Buiten heterdaad in geval van ernstige aanwijzingen van schuld – OM (art. 2 WVH)
Vaak eerste stap naar VH (bevel tot aanhouding) toe

Bevel tot medebrenging
beslissing OR’er

667
Q

betrapping op heterdaad

A

Arrestatie door politie
“gerechtelijke” vrijheidsbeneming
≠ administratieve aanhouding (opdracht administratieve politie): 12 uren max o.b.v. gronden van verstoring openbare orde
Arrestatie om vlucht van verdachte te verhinderen
Agenten houden verdachte tegen
feitelijke vrijheidsberoving (nog niet arrestatie)
Agenten stellen verdachte ter beschikking van officier
Officier beslist over aanhouding
Indien arrestatie: officier verwittigt meteen PK (‘onverwijld’ = op snelste manier) - PK beslist over verdere stappen
Vasthouden door particulier
Vasthouden met aangifte aan agent die beslist of door te gaan (supra) of niet

668
Q

arrestatie buiten heterdaad

A

Doel: persoon waartegen ernstige aanwijzingen van schuld bestaan voor rechter brengen
Ook met het oog op verhoor

Beslissing énkel door PK of OR!
Politie niet!

Ev. vooraf wel feitelijke vrijheidsberoving door politie tot beslissing PK of OR (om vluchten te voorkomen)
Bewarende maatregelen

669
Q

rechten van de gearresteerde

A

Verschillende rechten (art. 2bis WVH)

Recht op vertrouwelijk gesprek met advocaat
Recht om een vertrouwenspersoon op de hoogte te laten brengen van zijn arrestatie
Recht op medische bijstand

Recht op mededeling van redenen van arrestatie (en ev. beschuldigingen)
In verstaanbare taal (Art. 5 EVRM, § 2)

670
Q

bevel tot medebrenging BM

A

Art. 3 WVH
OR’er - gemotiveerd bevel
Doel: verdachte bij OR brengen voor ondervraging
ev. met dwang (art. 11 WVH)
Voorwaarden
Ernstige aanwijzingen van schuld aan misdaad of wanbedrijf
Hoeft nog niet heel precies te zijn – geen minimumdrempel
Verdachte is nog niet ter beschikking van OR
Duur: 48u (art. 3 + 12 WVH)
Vanaf effectieve vrijheidsbeneming
Bevel betekend op moment arrestatie
Rechten verdachte van vrijheid beroofd = gearresteerde
Art. 2bis WVH

671
Q

bevel tot aanhouding

A

Voorwaarden (16 WVH)
soevereine beslissing OR’er
Geen rechtsmiddelen t. weigering (17 WVH)

Misdaad of wanbedrijf
Tenminste 1 jaar GVS mogelijk (in abstracto ≠ effectieve straf)
Ernstige aanwijzingen van schuld
≠ bewijzen van misdrijf
≠ bezwaren (in art. 128 e v. Sv.)

Volstrekt noodzakelijk voor openbare veiligheid
Proportionaliteit: is het gevaar voor openbare veiligheid proportioneel voldoende groot?
Omvat ook subsidiariteit: is er geen minder dwingende maatregel mogelijk?

672
Q

vrijheid onder voorwaarden

A

Optie tussen vrijheid en voorlopige hechtenis
Alternatief voor voorlopige hechtenis

Vrijlating onder
oplegging van één of meer
voorwaarden

Voorlopige hechtenis
als ultimum remedium

673
Q

borgsom

A

Beslissing OR’er: verdachte betaalt som als garantie
≠ voorwaarde
= invrijheidstelling mits zekerheidstelling
Doel borgsom
Vluchten voorkomen
Ernstige vermoedens dat gelden of waarden afkomstig van misdrijf in buitenland zitten of verborgen worden (art. 35 § 4 lid 2 WVH)
Cf. VBV vermogensvoordelen!
Andere redenen
Omvang
OR/OG bepaalt die soeverein
Fiscale en economische misdrijven: rekening houden met vermoedelijke vermogensvoordelen (supra)
Rekening houden met financiële draagkracht betrokkene
Hoe bepalen??? Verborgen gelden???
Teruggave aan verdachte/toewijzing aan staat van som

674
Q

Teruggave aan verdachte
van borgsom

A

Indien verdachte op alle proceshandelingen verschenen is + voor tenuitvoerlegging (TUL) van vrijheidsstraf, of
Indien verdachte op alle proceshandelingen verschenen is indien geen TUL
GVS met uitstel
GVS al gedekt door VH
Veroordeling tot geldboete
Opschorting
Internering

675
Q

nwettige voorlopige hecthenis

A

Art. 27 wet 13 maart 1973
Recht op vergoeding voor degenen die van vrijheid zijn beroofd in overtreding van regels artikel 5 EVRM
(vereist door art. 5.5 EVRM)
Verwijzing Artikel 5 omvat ook interne regels (d.w.z. regels van WVH en Sv.)

Burgerlijke rechter bevoegd (zaak t. Belgische Staat)

676
Q

onwerkdadige voorlopige hechtenis 3 gevallen

A

3 gevallen:
Vrijspraak van verdachte
Verdachte buiten vervolging gesteld
Verdachte in hechtenis gehouden na het verval van de strafvordering door verjaring
Niet in geval van veroordeling, ook als geen veroordeling tot een vrijheidsstraf
Verdachte niet verwijtbaar
Minstens acht dagen VH

Verzoekschrift aan Minister van Justitie (rechtsmiddel bij bijzondere Commissie)

677
Q

vonnisfase

A

Hypothese testen
De hypothese bevestigen (OM, BP) of betwisten (beklaagde)

Kenmerken
Openbaarheid
Geen geheim
Wapengelijkheid
Geschil tussen partijen
Tegenspraak = recht op verdediging van beklaagde
Mogelijkheid argumenten aan te dragen
Mogelijkheid eigen bewijzen voor te leggen (indien nuttig voor waarheidsvinding)
Mogelijkheid bewijzen te betwisten
Fundamentele waarborgen in GW, Sv. maar ook (en meer uitgebreid) in internationale verdragen (vooral EVRM)

678
Q

fundamentele waarborgen

A

Artikel 6 EVRM
Recht op een eerlijk proces

6 §1 waarborgen van toepassing op alle zaken (burgerlijke, strafrechtelijke …)

Bijzondere waarborgen in het strafrechtelijk domein
6 §2 vermoeden van onschuld
6 §3 recht op verdediging
Informatieplicht m.b.t. de beschuldiging
Voorbereiding verdediging
Recht op zelfverdediging of bijstand advocaat
Recht op getuigen oproepen (tegenspraak)
Recht op kosteloze bijstand tolk

679
Q

Subjectieve onpartijdigheid
rechter

A

= geen vooroordeel m.b.t. zaak of feiten
Vermoed tot tegendeel bewezen
Bewijslast voor partijen
Rechter moet zich onthouden van handelingen die vertrouwen van de rechtzoekende kunnen beschamen
Bv. Zijn mening over een zaak voor de uitspraak laten kennen

680
Q

Objectieve onpartijdigheid
rechter

A

= geen uitwendige schijn dat rechter partijdig zou zijn
Justice must not only be done, it must also be seen to be done
Geen band met één van partijen
Geen voorkennis van zaak in andere hoedanigheid (bv. vroeger OR’er of OG)

681
Q

gesloten deuren uitzonderingen 3 niveaus

A

GW: gevaar voor orde of goede zeden
Drukpers-, politieke misdrijven met algemene stemmen
EVRM: behoudens goede zeden, openbare orde, veiligheid land, ook in belang van minderjarigen, bescherming privéleven van partijen (indien gevaar van schade)
Sv. (190 Sv.): m.b.t. misdrijven art. 371/1-378, 379, 380, 383bis §§1-2 (seksuele misdrijven) en indien een van de partijen dit vraagt
Geen uitdrukkelijke uitz. voor pol.rb.

Beslissing uitz. via vonnis of arrest
Ook gedeeltelijk
Nietigheid

Behandeling in RK
Soms verplicht: bv. voor beslissingen over VI

682
Q

erkwalificatie dubbele voorwaarde

A

Hetzelfde feit betreffen
Geen verandering tenlastegelegde feiten
Wel precisering van zelfde feiten mogelijk
Recht van verdediging geëerbiedigd
Verwittiging van de beklaagde vereist, zodat deze precies de kwalificatie kent waartegen hij zich moet verdedigen
Geen instemming beklaagde vereist
Rechter kan veroordelen voor oorspronkelijke kwalificatie
Tijd om verdediging op te bouwen → mogelijkheid uitstel te vragen

683
Q

bevoegdheid vonnis gerecht

A

Het recht dat een rechterlijke instantie overeenkomstig de wet heeft om een bepaald feit te onderzoeken en er uitspraak over te doen
Elke rechter moet altijd bevoegdheid nagaan voordat hij een beslissing neemt
Geen rechtstreekse verwijzing naar andere SR’er – verklaring onbevoegdheid

Ratione materiae: soort misdrijven
Ratione loci: plaats
Ratione personae: bepaalde personen (bv. ministers)

Art. 17 GW: “Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de wet hem toekent”.

684
Q

Politierechtbank
bevoegdheid qua type misdrijf

A

Overtredingen (art. 137 Sv.)
Wanbedrijven opgenomen in art. 138 Sv.
(Bv. wegverkeerswanbedrijven, Veldwetboekwanbedrijven, Boswetboekwanbedrijven …)
Gecontraventionaliseerde wanbedrijven

685
Q

Correctionele rechtbank
bevoegdheid qua type misdrijf

A

Wanbedrijven
Gecorrectionaliseerde misdaden
Overtredingen in art. 2ter Drugwet
Samenhangende overtredingen (samenhang infra)

686
Q

Hof van assisen
bevoegdheid qua type misdrjf

A

Misdaden die niet werden gecorrectionaliseerd (en samenhangende wanbedrijven en overtredingen)
Drukpersmisdrijven
Politieke misdrijven

687
Q

verstek

A

Afwezigheid
Geen deelneming & …
… geen weerlegging bezwaren
Normaal gevolg = verzet

Verstek = geen recht meer (na Potpourri II)
Verzet mogelijk enkel indien wettige reden voor afwezigheid of overmacht (maar anders bij HvA)

Verstek ≠ afwezigheid van uitdrukkelijk weerwerk
(= aanwezige partij die zich hult in stilzwijgen)

Afwezigheid relevant in behandeling van zaak
Afwezigheid bij uitspraak maakt niet uit

688
Q

verstek voorwaarden en gevolgen

A

Voorwaarden verstek:
Regelmatige DV (als dagstelling of aanhangigmaking)
Geen overmacht
Geen vertegenwoordiging door advocaat
Feitelijke kwestie (feitenrechter beoordeelt)
PV van terechtzitting = nuttig instrument
Gevolgen
Geen mogelijkheid om zich te verdedigen
Verzet mogelijk
= rechtsmiddel bij zelfde rb. als diegene die verstekbeslissing velde! Zowel in 1e aanleg als HB
Geen verplichting: betrokkene mag ook meteen in HB of cassatie gaan

689
Q

getuigenverhoor

A

Art. 153 Sv.
Op initiatief partijen
Recht om bewijzen voor VG te brengen
OM, BP en beklaagde
VG niet ambtshalve – ook geen bevel aan OM
VG beoordeelt noodzakelijkheid verhoor
Recht op verdediging (en tegenspraak) komt aan bod! (6 §3d EVRM)
Ondervraging door VG
Getuige verwittigd, uitgenodigd of meegenomen
Getuige verplicht tot verschijnen (bij dagvaarding) en antwoorden
Eedaflegging (nietigheid)
Opname mogelijk

690
Q

VES rpocedure van voorafgaande erkenning van schuld

A

Consensualisme

VES
Minnelijke schikking
Strafbemiddeling (≠ bemiddeling)

Nieuwe vorm van versnelde afhandeling
Guilty plea
Akkoord/overeenkomst tussen beklaagde/verdachte en OM over bestraffing
Wel rechterlijke controle noodzakelijk

691
Q

VES regels

A

Art. 216 Sv.
Waarvoor (materieel toepassingsgebied)?
Feiten schijnen niet van die aard te zijn dat ze moeten bestraft worden met meer dan 5j GVS
In concreto = straf die kan toegepast worden op basis van alle concrete omstandigheden van feit (inbegrepen aannemen VO of overschrijding redelijke termijn)
Lijst uitgesloten misdrijven (art. 216 §1 lid 3 Sv.)

Wanneer (procedureel toepassingsgebied)?
Onderzoeksfase
Altijd in OO
In GO slechts na verwijzingsbeslissing
Vonnisfase = zoals minnelijke schikking
Voor zover nog geen eindvonnis of –arrest

692
Q

VES procedureel verloop

A

2 fasen
1: OM en verdachte/beklaagde
Formeel initiatief van OM
Wel kan verdachte/beklaagde informeel initiatief nemen
Recht op inzage na initiatief OM
Bijstand advocaat verplicht
Voorstel van straf van OM
10 dagen na kennisname om hierop in te gaan
2: Rechterlijke beoordeling (aanvaarden of afwijzen)
Corr.rb. of pol.rb.
Controle over:
Voorwaarden (toepassingsgebied)
Correct procedureel verloop (met eerbiediging verdedigingsrechten)
Akkoord gesloten op vrije en weloverwogen manier
Juiste juridische kwalificatie
Proportionaliteit opgelegde straf
Geen hoger beroep

693
Q

debatten

A

vorderingen en pleidooien partijen
Mondeling (maar schriftelijke conclusie mogelijk)
Conclusie = bijzondere motiveringsverplichting

694
Q

3 dagvaardingen HvA door PG

A

Preliminaire zitting
Samenstelling jury
Zitting ten gronde

695
Q

preliminaire zitting

A

Doel: lijst van getuigen samenstellen + onderzoek naar nietigheden
Uiterlijk 10 (OM) of 5 (overige partijen) dagen vóór preliminaire zitting: lijst getuigen
Voorzitter bepaalt getuigen en volgorde via arrest
Marginaal toetsingsrecht m.b.t. aantal getuigen (art. 278 §2 lid 4 Sv.)
Inbegrepen verplichte getuigen (politieambtenaren belast met synthese over vaststellingen, onderzoek en feiten)
Latere getuigen?
Nog mogelijk: verzoek tot verhoor van latere getuigen
Indien noodzakelijk
(sinds wet 05/05/2019) onderzoek naar door partijen bij conclusie omschreven onregelmatigheden, verzuimen, nietigheden en gronden niet-ontv. of verval (art. 278bis Sv.): uitspraak hierover in afzonderlijk arrest

696
Q

terechtzitting

A

Beginselen
Ononderbroken behandeling
In principe: geen contact met buitenwereld
Doel: beïnvloeding vermijden
Maar praktijk: juryleden (en hof) gaan ‘s avonds naar huis!
Mondeling karakter
Sinds 2009 uitdrukkelijk in wet
Voorzitter leidt en heeft discretionaire macht
Ondervraagt getuigen
Regelt tussenkomst van partijen
Leidt jury bij uitoefening van hun taak en wijst hen op hun plichten
Mag alles doen om waarheid te achterhalen (grens = wet naleven) – na opening der debatten énkel in aanwezigheid van jury en partijen

697
Q

beraadslaging

A

Jury trekt zich terug met vragen, akte van beschuldiging en ev. verdediging, pv’s van vaststelling misdrijf en processtukken
Geheim – Beraadslaagt samen met beroepsrechters over schuldvraag! (wijziging PPII). Het hof neemt niet deel aan de stemming over de schuld. Uitz.: schuldigverklaring bij eenvoudige meerderheid.
Eerst oordelen over hoofdfeit → dan over verzw. omst. en ev. andere kwalificaties
Staking van stemming → vrijspraak
Eenvoudige meerderheid
7 tegen 5 stemmen
2/3 van hof andere beslissing dan jury→ vrijspraak

698
Q

Bewijzen
Die in het dossier staan

A

Quod non est in actis non est de hoc mundo
Geen persoonlijke kennis van rechter
A) Elementen verzameld tijdens OO en/of GO
B) Bewijzen gehoord (of aangebracht) tijdens proces
Noodzakelijk in (sterk) mondelinge procedure voor HvA

699
Q

onrechtmatig bewijs oorzaken

A

) Oorzaken: bewijs wordt verkregen:
Door het plegen van een misdrijf
Met miskenning regel strafprocedure
Welke regel?
Door schending van recht
Welk recht wordt er geschonden?
Recht op persoonlijke vrijheid en integriteit (bv. folteren)
Recht op privacy
Recht van verdediging
Recht op menselijke waardigheid

700
Q

antigoonrechtspraak cassatie 14 oktober 2003

A

Onrechtmatig bewijs moet uitgesloten worden in 3 gevallen:
Niet-naleving op straffe van nietigheid
Onrechtmatigheid tast betrouwbaarheid aan
Gebruik onrechtmatig bewijs is in strijd met eerlijk proces

Cass. na Antigoon: ook vierde uitsluitingsgrond – gebrek aan bevoegdheid (organisatie rechtsmacht) – maar …

NU ART. 32 V.T.SV. (wet 2013)

701
Q

bewijswaardering

A

“Intime conviction” – Innerlijke overtuiging

2 aspecten:

Morele zekerheid (beyond reasonable doubt)

Vrije beoordeling van bewijzen door VG (oud art. 342 Sv.)
Geen vastgelegde hiërarchie tussen bewijsmiddelen
Ook bekentenis niet bindend
Bewijswaarde hangt slechts van geloofwaardigheid af
≠ Bewijskracht (= bindende kracht van datgene wat in een bepaalde akte is vastgelegd)

Tenzij uitzonderingen (later)

702
Q

uitzondering vrije beoordeling bewijs

A

Prejudiciële vragen en geschillen
Regels burgerlijk recht voor overeenkomsten
Art. 16 lid 1 V.T.Sv.
Steunbewijs
Wet bepaalt dat bewijs op zich niet als beslissend of doorslaggevend mag worden aangewend
Bv. volledige anonimiteit, teleconferentie …
PV tot bewijs tegendeel en PV tot bewijs valsheid = PV’s met bijzondere bewijswaarde (art. 154 Sv.)
Andere pv’s gelden als loutere inlichting

703
Q

Vonnis =

A

beslissing rechtbank

704
Q

Arrest =

A

beslissing hof

705
Q

Eindbeslissing =

A

beslissing waarbij rechter zijn rechtsmacht uitput

706
Q

eindbeslissing Over grond Sv.

A

Vrijspraak/veroordeling

707
Q

eindbeslissing Over incident

A

Onbevoegdheid, zaak onregelmatig aanhangig gemaakt, verval van strafvordering …

708
Q

‘alvorens recht te doen’ =

A

Tussenvonnissen of -arresten

709
Q

Verval van Sv

A

Dood beklaagde tijdens vonnisfase
Opheffing strafwet (of vernietiging door GwH) tijdens vonnisfase
Minnelijke schikking (transactie) afgesloten in vonnisfase
Verjaring
Gezag van gewijsde

710
Q

vrijspraak redenen

A

Redenen?

Misdrijf bestaat niet
Misdrijf werd niet door beklaagde/beschuldigde gepleegd
Rechtvaardigingsgronden
Schulduitsluitingsgronden
Gronden niet-toerekenbaarheid/gronden niet-toerekeningsvatbaarheid (schuldonbekwaamheid)
Strafuitsluitende verschoningsgronden

BV: geen schadevergoeding (wel teruggave mogelijk) – infra

VG oordeelt over schadevergoeding vrijgesproken beklaagde/beschuldigde tegen BP (art. 159 en 191 Sv.)
Foutief gedrag BP

711
Q

veroordeling

A

Veroordeling
Rechter verklaart beklaagde/beschuldigde schuldig
Past straf toe
Welke straf?
Hoofdstraf (vrijheidsstraf, werkstraf, GB, straf onder ET, autonome probatiestraf)
Bijkomende straf (GB, BVB, bekendmaking vonnis/arrest, afzetting, ontzetting, TBS …)
Waar/wanneer?
Zelfde vonnis: uitspraak over schuldigverklaring en straftoemeting
Uitz.: bijzonder vermogensonderzoek
Aparte zitting en beslissing voor HvA (splitsing noodzakelijk)
Beslissing over BV

712
Q

motivering en zijn functies

A

Verplicht – art. 149 GW
Art.149 niet van toepassing op OG
Hoe is de rechter tot zijn beslissing gekomen?
In feite/in rechte
Geeft redenen beslissing (o.b.v. beschikbare bewijzen)
Rationele benadering van beoordeling
Vermijden van willekeur
2 functies:
Binnen SV
Laat controle van hogere rechters over vonnis/arrest toe
Nauw verbonden met recht op verdediging
Door initiatief partijen (rechtsmiddelen)
Buiten SV
Openbaarheid en transparantie Justitie
Maatschappelijke controle

713
Q

Bijzondere motiveringsplicht

A

Plicht om conclusies van partij(en) te beantwoorden (niet voor HvA!)
Ook al evident

714
Q

gezag van gewijsde

A

Grond verval strafvordering

Gevolgen
In strafrecht
T.a.v. veroordeelde
Ne bis in idem (double jeopardy) – geen tweede vervolging voor hetzelfde feit
Wat als het vorige feit op een andere manier gekwalificeerd was?
Maakt niet uit – verbod zelfde persoon voor zelfde feit tweemaal te vervolgen ongeacht juridische kwalificatie
T.a.v. andere personen
Geen – mogelijke vervolging en veroordeling voor zelfde feit
In burgerlijk recht
Erga omnes (m.b.t. zelfde feit)

715
Q

gezag van gewijsde in burgerlijk recht

A

In burgerlijk recht
Erga omnes (m.b.t. zelfde feit) – bindend voor BR’er (wat zeker en noodzakelijk werd beslist)
Vrijspraak: gedrag niet strafbaar, wel burgerrechtelijke fout mogelijk

Versoepeling erga omnes-regel door Cass. RS (en invloed EVRM):
 Niet voor degene die geen partij in strafproces waren
Derden, slachtoffer dat geen burgerlijke partijstelling deed

Bescherming recht op verdediging en tegenspraak

716
Q

Devolutieve werking

A

Zaak wordt aan (hogere of zelfde) rechter opnieuw voorgelegd
Rechter neemt kennis van zaak binnen de perken van datgene wat hem door de partij die het rechtsmiddel aanwendt, wordt voorgelegd
(In beginsel) geen nadeel voor partij
Op voorwaarde dat énkel deze partij HB op bepaald vlak instelde
≠ situatie waarin er tegenberoep is van andere partij
Uitz. OM
HB geldt enkel voor degene die HB aantekende
uitz.: CAP
Grievenstelsel – HB beperkt tot grieven (Potpourri II-wet)
Mogelijke tegenstrijdigheden = inherent aan devolutieve werking
Bv. vrijspraak in eerste aanleg, maar veroordeling tot schadevergoeding in HB van beklaagde

717
Q

Schorsende werking

A

Uitvoering van straf geblokkeerd
Behoudens uitvoerbaarheid bij voorraad
Tijdens termijn HB
En zodra HB ingesteld
Tot aan definitieve uitspraak in HB (of cassatie)
Kan zowel op strafgebied als op burgerlijk vlak
D.w.z.: vonnis kan tijdens die termijn niet ten uitvoer worden gelegd
Uitz.: vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard

718
Q

Hoger beroep =

A

gewoon rechtsmiddel dat aan partijen de mogelijkheid geeft om de juistheid van de beslissing van een rechter in eerste aanleg te laten toetsen door een hogere rechter

719
Q

hoger beroep wie

A

Gerechtigde personen

Alle partijen betrokken in 1ste aanleg
OM enkel op strafrechtelijk vlak (maar ook teruggave ~openbare orde)
Dubbele mogelijkheid bijvonnissen CRB – PK eerste aanleg of PG
verklaring ter griffier (van gerecht van aangevochten uitspraak) of gerechtsdeurwaardersexploot
BP enkel op burgerlijk vlak
Uitz.: tussenkomende derden (VBV goederen van derden)

720
Q

Incidenteel beroep

A

Burgerlijk vlak – gericht tegen partij die principaal HB ingesteld heeft
Ingesteld via conclusie genomen ter terechtzitting (Art. 203 § 4 Sv.)
Minimale vereisten
Tot sluiting van debatten (Art. 203 § 4 Sv.)
Bijkomstig karakter
Ontvankelijkheid = afhankelijk van bestaan ontvankelijk hoofdberoep
Afstand hoofdberoep -> verval incidenteel beroep
Maar niet afhankelijk van gegrondheid hoofdberoep

721
Q

termijn invidenteel beroep

A

Regel: 30 dagen
Vanaf uitspraak (= dag na uitspraak)
Vonnis geacht op tegenspraak (geen verzet mogelijk): 30 dagen na betekening
Verstekvonnis (nooit bij OM): 30 dagen na betekening
Uitzondering: 40 dagen volgend op dag vonnis (Art. 205 Sv)voor parket bij appelgerecht

BIJKOMEDE TERMIJNEN
Volgberoep OM
Bijkomende termijn 10 dagen indien beklaagde of CAP al beroep instelde (Art. 203 § 1 lid 2 Sv.)
Nu ook beperkt volgberoep voor beklaagde
als OM tussen dag 20 en 30 HB instelt
BP : bijkomende termijn van 10 dagen

722
Q

Gegrondheid

A

Bevestiging (ook al is het met andere motieven)
Onbevoegdheid of onregelmatige aanhangigmaking
Hervorming

723
Q

Eenparigheid:

A

regel voor hervorming ten nadele
Vrijspraak wordt tot veroordeling hervormd
Verzwaring van straf tegen beklaagde

724
Q

Rechtsmiddel tegen beslissingen bij verstek

A

In eerste aanleg, maar ook in tweede aanleg
Geen tweemaal binnen dezelfde aanleg
Keuzerecht: verzet of HB (1ste aanleg); verzet of Cass. (2de aanleg)
Geen verzet tegen beslissingen geacht op tegenspraak

725
Q

verzet door gerechtigde persoon

A

Partij t.a.v. wie beslissing bij verstek werd genomen
Niet: OM (noodzakelijk altijd aanwezig)
Niet: slachtoffer dat geen BP-stelling

Met BELANG (zoals HB)

726
Q

verzet gevolgen schorsende werking

A

Schorsende werking
Akte van gewoon verzet (en lopende termijn) schorst tenuitvoerlegging
Tot einde van termijn
Tot uitspraak op verzet
Strafrechtelijke gevolgen en burgerrechtelijke gevolgen
Splitsbare beslissing en verzet alleen tegen gedeelte van beslissing = resterend gedeelte van beslissing uitvoerbaar
Buitengewoon verzet: schorsing verjaring strafvordering

727
Q

verzet gevolgen devolutieve werking

A

Zaak aanhangig gemaakt bij dezelfde rechtsmacht die beslissing bij verstek heeft genomen
Geen nadeel/elen voor partijen die rechtsmiddel hebben aangewend
Voordelen alleen voor partij die verzet instelt
Binnen perken van ingesteld verzet
Bv. geen verzet tegen burgerrechtelijke aspecten (of omgekeerd)

728
Q

verzet uitspraak onontvankkelijkheid

A

Laattijdige of onregelmatige betekening akte van verzet
Niet tegen verstekbeslissing
Niet door gerechtigde
Al ontvankelijk HB ingesteld
Afstand verzetdoende partij (indien akte voor de rest ontvankelijk)
HB of CB tegen onontvankelijkheid

729
Q

verzet uitspraak ongedaanverklaring bijzondere sanctie

A

Ongedaanverklaring: bijzondere sanctie
niet-verschijning verzetdoende partij op een van zittingen waarop verzet behandeld wordt.
Verzetdoende partij in kennis van dagvaarding en geen vermelding van overmacht of wettige reden van verschoning
verzet als vervallen beschouwd – arrest/vonnis blijft tenuitvoerlegging
HB of CB tegen beslissing ongedaanverklaring

730
Q

ongegrondheid verzet uitspraak

A

(On)Gegrondheid
bevestiging/hervorming beslissing (binnen limieten devolutieve werking, supra)
HB/Cass. nog mogelijk!

731
Q

cassatie

A

Tegen beslissingen in laatste aanleg, HvA (inbegrepen tussenvonnissen of -arresten)
Door partijen (met grieven!)
Schorsende werking
Devolutieve werking

732
Q

cassatie uitspraak

A

Niet-toelaatbaarheid (geen doel, geen onwettigheid of onrechtmatigheid)
Verwerping
Onontvankelijk of ongegrond
Verbreking:
Met verwijzing
Verwijzing naar rechter van dezelfde hoedanigheid (tenzij uitz.)
Zonder verwijzing: Niets meer te oordelen na cassatie: bv. afschaffing strafwet, zaak verjaard
Gedeeltelijke cassatie

733
Q

cassatieberoep tegen beslissingen in laatste aanleg

A

Arresten HvA
Arresten HvB
Arresten CRB (als appelrechter)

Inbegrepen tussenvonnissen of -arresten
Maar alleen samen met eindarrest of eindvonnis
Uitz.: bevoegdheid

Geen tweede voorziening
“Pourvoi sur pourvoi ne vaut”

Door partijen (met belang en grieven!)
Tegen dispositieven die de partij betreffen

734
Q

3 soorten politieke misdrijven

A
  1. Misdrijven met wettelijk politiek karakter
  2. Misdrijven met als intrinsieke aard een politiek karakter (zuiver politieke of objectief politieke misdrijven)
  3. Politieke misdrijven door de omstandigheden (gemengd politieke misdrijven)
735
Q

drukpersmisdrijf

A

Misbruik van vrijheid van meningsuiting en drukpers (art. 25 GW)
Geen (grond)wettelijke definitie

736
Q

amnestie

A

opheffen strafwaardigheid van bepaalde strafbare feiten uit het verleden
om politieke motieven (woelige periodes, zoals oorlogen, revoluties, grote stakingen)
wetgever vindt na of bij het afsluiten van de periode repressie niet opportuun
door een wet (amnestiewet)
binnen de grenzen die amnestiewet vastlegt
Enkel het internationaal recht legt de Belgische wetgever beperkingen op en verbiedt amnestie bv. bij genocide

737
Q

gevolgen amnestie

A

Afhankeljk van keuzes amnestiewet
Meestal: verval van Sv.

Terugwerkende kracht
Sterken dan loutere afschaffing van strafwet: amnestie verhindert de (verdere) tenuitvoerlegging van bepaalde definitief geworden straffen.

Invloed enkel op straffen, niet op uitgesproken (beveiligings)maatregelen

Amnestie mag normaal ook de belangen van derden niet in het gedrang brengen.

738
Q

verval SV

A

Verder zetten SV niet meer mogelijk = strafvordering kan door bepaalde omstandigheid niet langer worden ingesteld of uitgeoefend
SV nog niet ingesteld
Zal nooit ingesteld worden
SV ingesteld
SR’er (OG of VG naargelang het moment) spreekt verval uit
Ook in beroep
Onderzoeksfase of vonnisfase? → bepaalt lot van burgerlijke vordering

Verval ≠ vrijspraak
Bij verval geen uitspraak over schuld of onschuld, noch beoordeling van bewijs

739
Q

verval wegens akkoord

A

Verval Sv.
Minnelijke schikking (transactie) afgesloten
Strafbemiddeling
Onmiddellijke inning geldsom/volgen opleiding

Alternatieve vormen van behandeling van de zaak

Gebaseerd op akkoord

740
Q

Consensuele afhandeling van zaken

A

Mogelijkheid om de zaken in onderling akkoord sneller te laten verlopen door afstand te doen van recht op klassieke behandeling
Vorm van zelfbeschikking
Besparing mensen en middelen
- VES (art. 216 Sv.) – geen verval
- Minnelijke schikking (art. 216bis Sv.) – verval Sv.
- Strafbemiddeling (art. 216ter Sv.) – verval Sv.
- Onmiddelijke nning geldsom – verval Sv.

741
Q

minnelijke schikking

A

Transactie (art. 216bis Sv.)
Overeenkomst tussen verdachte en OM: verval van de strafvordering in ruil voor geldsom

Consensuele vorm van justitie
Akkoord tussen aanklager en verdediging
Nooit verplicht (voor OM en voor verdachte/beklaagde)

Buitengerechtelijke afhandeling
Geen beslissing over grond o.b.v. bewijs

Dus: geen straf, geen vermelding op uittreksel strafregister, geen herhaling
Verval SV als gevolg (indien al ingesteld)

742
Q

Strafbemiddeling =

A

dader oproepen en met hem bepaalde voorwaarden afspreken – vervulling van voorwaarden blokkeert SV
Sinds wet 18 maart 2018: ook mogelijk indien SV is ingesteld!
Verval van SV indien succesvol

743
Q

strafbemiddeling voorwaarden

A

Initiatief OM
Feiten die niet van die aard schijnen te zijn dat ze moeten worden gestraft met meer dan 2j GVS in concreto
≈ zoals bij minnelijke schikking
Verdachte moet kosten van analyse of deskundig onderzoek hebben betaald binnen termijn bepaald door PK
Verdachte moet burgerlijke aansprakelijkheid erkennen

PK kan verdachte ook verzoeken om
Veroorzaakte schade SO te vergoeden of te herstellen
Bij ziekte of verslaving ev. behandeling of therapie te volgen
In te stemmen met dienstverlening of vorming (max. 120u)

744
Q

herstel bemiddeling

A

Informeel proces van herstel (art. 3ter V.T.Sv.)
Vertrouwelijk, vrijwillig proces
Communicatie tussen partijen met hulp van neutrale derde (bemiddelaar) en volgens bepaalde methodologie met als doel om zelf tot een akkoord te komen inzake regels en voorwaarden die tot herstel kunnen leiden.
Subsidiair t.a.v. strafbemiddeling (art. 216ter Sv.)
Onmogelijk als strafbemiddeling opgestart en niet afgebroken

745
Q

wie wanneer en gevolg herstel bemiddeling

A

‘Partijen’= dader(s), rechtstreekse of zelfs onrechtstreekse S’offer(s) (vereiste = ‘direct belang’)
Advocaat? Enkel bijstand, geen vertegenwoordiging Wie?
‘Partijen’= dader(s), rechtstreekse of zelfs onrechtstreekse S’offer(s) (vereiste = ‘direct belang’)
Advocaat? Enkel bijstand, geen vertegenwoordiging
Wanneer?
In elke fase van strafproces (zelfs in SUV)
Gevolg: indien positief en partijen bezorgen SR’er die informatie (= vrijwillig), kan SR’er hiermee rekening houden bij STM
Niet mogelijk: onder wettelijk minimum gaan!

746
Q

onmiddelijke inning van een geldsom

A

Wat?
Voorstel tot betaling van geldsom door politie of opsporingsambtenaar
≠ minnelijke schikking (tussenkomst OM)
Onder toezicht van OM
Geen algemeen regime, enkel in bijzondere strafwetgeving
Bv. art. 65 Wegverkeerswet
Vetorecht OM
Mag aan verdachte laten weten dat het strafvordering wil instellen
Termijn: binnen 1 maand na betaling geldsom
Zo ja, dan geen verval van strafvordering
Keuzerecht voor dader (instemming)

747
Q

administratieve GB als grond van verval

A

Wat?
GB te betalen aan administratie
Geen strafsancties nadien (una via-principe)
O.a. in Sociaal Sw. – admin. GB + opdeciemen!

Strafvordering vervalt vanaf kennisgeving aan overtreder van beslissing waarin bedrag werd vastgesteld

748
Q

verjaring van de strafvordering

A

Wat?
Verjaring = strafvervolging voor bepaald misdrijf maar mogelijk gedurende een zekere tijd, bij wet bepaald
Rekening houdend met stuiting en schorsing
Waarom?
Bedoeld als bescherming van verdachte/beklaagde tegen de overheid
Recht op vergeten – maatschappij verliest interesse in vervolging
Gevolg
Indien geen beëindiging strafvordering binnen verjaringstermijn, vervalt strafvordering
Dus vervolging dan niet meer mogelijk

Verval van strafvordering wegens verjaring ≠ vrijspraak!

749
Q

redenen voor verjaring

A

Vermijden dat te veel tijd verloopt tussen misdrijf en berechting van de zaak
Verstoring van rechtsorde vereist snelle reactie

Met verloop van tijd:
Verstoring van rechtsorde dient niet meer te worden hersteld
Laat mensen gerust na zekere tijd
Rechtszekerheid
Moeilijker om betrouwbare bewijzen te verzamelen
Getuigen sterven, herinneringen vervagen, sporen verdwijnen
maar ook onrechtstreekse bescherming snelheid procedure

750
Q

is verjaring noodzakelijk

A

Juridisch
Niet vereist door EVRM
Niet grondwettelijk vereist
Onverjaarbare misdrijven:
genocide, oorlogsmisdaden, misdaden tegen mensheid (art. 21 bis lid 1 V.T.Sv. en 136bis, -ter, -quater Sw.)
Bepaalde zedenmisdrijven tegen minderjarigen (art. 21 bis lid 1 V.T.Sv. en Art. 371/1 tot 377, 377, 377quater, 379, 380, 383bis, 409 en 433quinquies, eerste lid 1° + poging)
Geen noodzakelijk gevolg van bescherming fundamentele rechten

De facto
Zeer nuttig om de haalbaarheid van systeem te garanderen
Te veel lopende procedures vermijden
common law landen geen verjaring

751
Q

aard van verjaring

A

Substantiële aard (materieel strafrecht) of procedurele aard?
Unanieme visie: procedurele aard

Gevolgen:
Tempus regit actum - Onmiddellijk toepasbaar op lopende zaken
Die nog niet verjaard zijn
Wetgever kan geen verstreken termijn weer doen opleven
Geen toepassing van lex mitior
Visie van procedurele aard
meest verspreid in Europa-

maar niet noodzakelijk (zie arrest Hvj – 5 Dec 2017 –C-42/17)

752
Q

termijnen voor verjaring

A

Duur afhankelijk van aard misdrijf en type misdrijf: artikel 21 V.T. Sv.
20 jaar
Misdaden strafbaar met levenslange opsluiting, ongeacht correctionalisatie
Zware misdaden – specifiek opgelijst (bv. doodslag, foltering) – tegen minderjarigen, ongeacht correctionalisatie
15 jaar
Zware misdaden – specifiek opgelijst – tegen meerderjarigen, ongeacht correctionalisatie
Zedenmisdrijf artikel 376 lid 1 Sw. (verkrachitng met dood als gevolg) tegen meerderjarigen, ongeacht correctionalisatie
10 jaar
Alle andere misdaden dan hierboven genoemd, indien niet gecorrectionaliseerd
Misdaden 20-30 jaar opsluiting (andere dan lijst van zware misdaden), ongeacht correctionalisatie
5 jaar
Wanbedrijven
Alle gecorrectionaliseerde misdaden, andere dan die hierboven genoemd
1 jaar
Gecontraventionaliseerde wanbedrijven
6 maanden
Overtredingen

753
Q

denaturatie en verjaringstermijnen

A

Denaturatie = terugwerkende kracht
Verjaringstermijn staat dus pas vast op ogenblik definitieve beslissing strafrechter
Afwijkingen
Geen invloed denaturatie op:
Misdrijven met 20 of 15 jaar verjaringstermijn (supra)
Dus termijn blijft 20 of 15j (naar gelang geval) ook bij correctionalisering
Misdaden strafbaar met opsluiting + 20j (en niet behorend tot vorige categorie)
Dus termijn blijft 10j ook bij correctionalisering
Gecontraventionaliseerde wanbedrijven

754
Q

Eenheid van opzet

A

Soevereine rechterlijke beslissing
Vanaf het laatste bewezen verklaarde feit betrokken in de vervolging en gepleegd door eenzelfde beklaagde
Er is tussen de verschillende door eenheid van opzet verbonden feiten geen termijn verlopen gelijk aan of langer dan de verjaringstermijn (met schorsing en stuiting)
Maar elk feit behoudt voor de berekening zijn eigen verjaringstermijn

755
Q

stuiting

A

Lopende verjaringstermijn onderbroken
= nieuwe verjaringstermijn begint te lopen
Dag van stuitingsdaad inbegrepen in nieuwe termijn

756
Q

Stuitingsdaad

A

Onderbreking verjaring alleen indien voor verstrijken van termijn (met eventuele schorsingen)
Stuitingsdaden mogelijk ook tijdens schorsing
Rekening houden met wettelijke verlengingen van verjaringstermijnen (die zijn gebeurd voor verstrijken van oorspronkelijke termijn)

Onderzoeksdaad t. vervolgingsdaad

757
Q

“Restart”:

A

vanaf dag van stuiting begint nieuwe verjaringstermijn te lopen, die even lang is als oorspronkelijke termijn

In principe enkel stuiting tijdens oorspronkelijke termijn
laatste nuttige stuitingsdaad binnen verjaringstermijn

758
Q

Daden van onderzoek =

A

handelingen om strafdossier zo volledig mogelijk samen te stellen voor beoordeling door SR’er
Niet alleen handelingen gericht op bewijsgaring
Ook alle handelingen die zaak “in staat van wijzen” stellen = klaarmaken voor SR’er om erover te oordelen
Handelingen tijdens onderzoek (OO/GO) of tijdens vonnisfase

759
Q

schorsing

A

Termijn stopt te lopen
Stilzetten verjaringsklok
wegens onmogelijkheid uitoefening strafvordering
totdat de uitoefening van de strafvordering weer mogelijk is
Maar wetgevende verwarring: schorsingsgronden zonder onmogelijkheid om strafvordering uit te oefenen
Bv. Nieuwe “Securitaswet” (2013): schorsing bij verzoek en beslissing tot aanvullend onderzoek

Wanneer?
Tijdens oorspronkelijke verjaringstermijn of in nieuwe termijn na stuiting
Gevolg
verjaringstermijn wordt verlengd met duur van de schorsingsperiode
Werkt in rem (tav iedereen)
q

760
Q

Overschrijding redelijke termijn (Art. 6 EVRM)

A

Art. 21ter V.T.Sv.
Eenvoudige schuldigverklaring (+ gerechtskosten, teruggave en VBV)
Of lagere straf dan wettelijk min. (zonder VO)
Vrijspraak indien onvoldoende resterend bewijs
Andere situatie voor OG
Criterium bij OG: onherstelbare schending van recht van verdediging of niet?
Zo ja, strafvordering onontvankelijk → buitenvervolgingstelling
Zo nee, verwijzing naar VG → die art. 21ter V.T.Sv. toepast

761
Q

exceptie van ne bis in idem

A

Gezag (Kracht) van gewijsde
Geen tweede vervolging voor hetzelfde feit

Impliciet: tegen dezelfde person (idem persona)

Openbare orde
Ook door rechter ambtshalve

Gegronde exceptie van ne bis in idem = verval Sv.

762
Q

algemene kernpunten hervorming strafprocedure

A

Afschaffing van het onderscheid tussen het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek.
Veralgemening mini-instructie?

Afschaffing van de regeling van rechtspleging door de raadkamer

763
Q

in zaken van terroristische aanslagen is enkel de federale procereur bevoegd?

A

fout. de beovoegheid gewoen procereurs blijft onangetast. de FP kan evt optreden uit evocatierecht.