SR hoorcollege slides Flashcards

1
Q

burgerlijke vordering voor de strafrechter

A

heeft geen ander wettelijk doel dan de herstel van de door het misdrijf veroorzaakte privaatrechtleijke schade. Een louter belang bij de bestraffing is onvoldoende om zijn burgerlijke partijstelling op te steunen.
□ Kan strekken tot teruggave en of schadevergoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

teruggave

A

doelt op het herstel in natura van de schade die het misdrijf veroorzaakte. Kan louter gaan om het teruggeven van geoderen die aan de eigenaar werden ontnomen, in handen van gerecht zijn gekomen en bijgevold niet moeten worden verbeurdverklaard. Kan ook verwijzen naar alle maatregelen die ervoor zorgen dat de materiele gevolgen van een misdrijf verdwijnen. Men beoogt het eherstel van de feitelijke toestand zoals die bestond voor het misdrijf werd gepleegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

burgerlijke vordering is onderworpen aan algemene voorwaarden van rechgtsvordering bepaald in art 17 ger W dat toepasselijk is in strafzaken:

A

hoedanigheid, belang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoedanigheid

A

wijst op het verband dat moet bestaan tussen mateirele procespartij en het voorwerp van de eis. Art 3 VtSv dat bepaalt dat de rechtsvordering tot herstel van de scahde door een misdrijf veroorzaakt behoort aan het die de schade hebben geleden (slachotffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

belang

A

ieder materieel of moreel voordeel dat e peroson die de vordering instelt mag verwachten en dat zijn huidige rechtstoestand kan wijxigen of verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

burgerlijke vordering is onderworpen aan specifieke voorwaarden van rechgtsvordering

A

ontvankelijkheid, Geen brugerlijke vordering hangende voor de brugerlijke revhter?
Beweren benadeeld te zijn:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Strafrechter moet overgaan naar 5voudige controle van het plausibel karatker van de bewerking van de kandidaat burgerlijke paritj:

A
  1. De beweerde schade moet reeel zijn
    2. Bewering moet betrekking hebben op een schade die de kandiaat burgelrijke partij zelf persoonlijk heeft geleden . Kan ook aantasting goede naam of reputatie zijn
    3. De beweerde schade moet zijn veroorzaakt door het misdrijf dat het voorwerp uitmaakt van de strafvordering
    4. De strafrechter is bevoegd om schadevergeoding toe te kennen
    De benadeeld vraagt de vergeoding van de schade. Benadeelde kan geen afstand doen van zijn vraag tot vergeoding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

opsporingsonderzoek

A

art 28bis §1 Sv
○ PK kan zelf mbt de misdrijven die tot zin bevoegdheid behroen aanvullende info winnenn om het gevolg te boordelen dat aan de zaak moet worden gegeven.
§ Art 47 en 64 Sv
○ Tijdens opsoringsonderzoek zijn dwangmaatregelen of schendingen van idnividuele rechten en virjehden in beginsel onmogelijk art 28bis §3 Sv
§ Enkel mogelijk wnnr de wet dit toelaat bijv
□ Bij heterdaad
§ Mini instructie
○ Inbeslagnemening is mogelijk bij opsporingsonderozke
○ Onderzoeksmaatregelen mogen niet aan journalisen en redactiemedewerkers gedeeld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Verantwoordelijkehid en rol vna OM in opsporingsonderzoek
A

○ Leiding en gezag van procereur des konings. Hij draagt hiervoor de verantwoordelijkhied. Leden van OM hebben dus dubbele functie. Enerzijds zijn zij als magistraat belast met de oefenning van de strafvordering anderzijds hebben zij deh hoedanigheid van hogere officier van gerechtelijke politie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

proactieve recherche

A

de mogelijkehid voor politieidensten om los van het onderozke naar een reeds gepleegd ocncreet strafbaar fiet, info te verzamelen die van nut zou kunnen blijken in latere concrete strafonderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De mini-instructie

A

maakt het toestaan en uitvoeren van dwangmaatregelen door de onderzoeksrechter mogelijk binnen het opsporingsonderzoek. De mini-instructie is geregeld in artikel 28septies van het Wetboek van Strafvordering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Facutlief evocatierecht

A

om de autonomie en de zeggenschap van de onderzoeksrechter te onderstrepen bij onderzoeken waar bepaalde dwangmaatregelen aan de orde zijn, heeft de wetgever aan de onderzoeksrechter een facultatief evocatierecht toegekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gerechtelijk onderzoek

A

art 55 Sv gerechtelijk onderzoek als het geheel van handelingen die ertoe strekken de daders van misdrijven op te sporen, te bewijzen te verzamelen en de maatregelen te nemen ide de rechtscolleges in staat moeten stellen met kennis van zaken uitspraak te doen
® Geen sprake van opsporen van misdrijven in vegelijking met opsporingsonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

onderozeksrechter

A

heeft als taak leiden zoektocht naar de waarheid. heeft recht en plicht om alle onderzoeksverrichtingen uit te voeren, die kunnen bijdragentot het ontdekken van de ware toedracht van de onderzochte feiten. Oordeelt of het noodzakelijk is dwang te gebruiken of inbreuk te maken op indiviudele rechten en vrijheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wie kan onderzoeksmaatregelen bevelen aan de onderzoeksrechter?

A

enkel KI. niet PK/BP/verdachte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waar is de onderzoeksrechter bevoegd voor

A

voor alle misdaden en wanbedrijven. Geldt dus ook voor de wanbedrijven die tot de bevoegdheid vd politierechtbank behroen. Eveneens voor overtredingen die samenhangen met misdaden of wanbedrijven die bij hem aanhangig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

terrirotirale bevoegdheid van onderz rechter heeft 3 alternatieve aankopingspunten

A

62bis Sv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

voeging

A

wanneer OM reeds een ger onderzoek vorderde, kan benadeelde zich voor deze feiten bij de onderzoeksrechter BP stellen bij wijze van . initiatief voegt dan enkel de burgerlijke vordering to aan de reeds aanhangige strafvordering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

◊ OR kan zichzelf adieren (aanhangig)maken op twee manieren:

A
  1. Geval van betrapping op heterdaad van een misdaad of wanbedrijf
    Kader van art 28septies Sv de mini instructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

onmiddelijke afsluiting van onderzoek

A

enkel mogelijk wanneer het ger ond “volledig” is, dit is wanneer de procedure in staat is om het voorwerp uit te maken van een beslissing van het onderzoeksgerecht hetzij over de feiten zelf hetzij over de bevoegdheid hetzij over een onontvankelijkskwestie. Mogelijk wanneer:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

afsluiting onderozek mogelijk wanneer

A

i. Wanneer de aangebrachte feiten, zelfs indien zij bewezen zijn, onder geen strafrechtelijke kwalificatie kunnen worden gebracht.
ii. Kan gebeuren dat onderzoeksrechter een onontvankelijkehids grond van de strafvordering opmerkt waardoor de feiten niet (bijv bij een beslissende verschoningsgrond) of niet meer (vrejaring of overlijden verdachte) vatbaar zijn voor vervolging

iii. Zaak kan eveneens onmiddellijk voor raadkamer worden gebracht wanneerh bij een urgerlijke partijstelling een onontvankelijkehidsgrond met betrekking tot de burgerlijke vordering bestaat en het OM zelf geen onderzoek heeft gevorderd. De BP is dan immers enige en noodzakleijk efundament van het bestaan vd SV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

saisine onderzoeksrechter mbt personen

A

® Onderzoek kan worden bepaald tegen personen of tegen onbekenden. Hij gaat onderozeken of en door wie de feiten zijn gepleegd. OR kan deze dan in verdenking stellen. Onderzoek loopt in beginsel tegen alle evt daders en medeplichtigen van het feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

saisine mbt feiten onderzoeksrechter

A

® OR is geaidieerd voor die feiten die zijn aangegeven in de akte van aanhangigmaking (vordering BP of OM). Hij mag niet zelf op zelfstandige wijze het ger ond uitbreidnen tot andere fieten dan deze vemrel din de akten van aanhangigmaking, zelfs niet wanneer hij van oordeel is dat de geviseerde fieten samenhangend kunnen zijn met de aangeduide feiten. Dat is aan de feitenrechter.
◊ Wanneer hij nieuwe feiten ontdekt -> PK art 56 §1 lid 3 en 6 Sv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

inverdenkinggestelden:

A

personen die de onderzoeksrechter zelf uitdrukkelijk in verdenking stede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
® Geheim: 3 redenen wrm onderzoek geheim moet blijven:
i) Bevordert afwezigheid van druk en van tussenkomst van de publieke opinie op het onderzoekswerk en de onpartijdigheid en onafhankelijkehid van de magistraten ii) Behoedt de verdachte voor een nefaste publiciteit iii) Belet het dat het publiek een bepaalde sensatiezucht ontwikkelt
26
procereul des konings
verantwoordelijk voor uitoefening van strafvordering
27
niet-contradictoir onderzoeksfase
Geen debat en geen (of heel beperkte) deelneming van verdachte OM of OR voert onderzoek Privépartijen kunnen zich niet verzetten tegen bepaalde onderzoeksdaden (maar uitz.)
28
heterdaad
art 41 lid 1 Sv. geval waarin misdrijf is ontdekt terwijl het gepleegd wordt of terstond nadat het gepleegd is. Betekent: misdrijf moet nog actueel zij en dat de tijd die tusssen het begaan van het misdrijf en de onderzoeksdaden zijn niet langer is dan noodzakelijk om het stellen van deze ondererzoeksdaden toe te laten. De heterdaad blijft dus voortbestaan gedurende de tijd die redelijkerwijze nodig is om het optreden van een bevoegd officier mogeliijk te maken
29
"openbaar geroep
de omgeving (bijv ded dader heeft zien weglopen) een bepaald persoon onmiddellijk na het misdrijf beschuldigt.
30
§ Openbare geruchten:
slechts vage verdachtmakingen inhouden Algemene bkendehid: algemene optie is omtrent de schuld van e
31
Algemene bkendehid
algemene optie is omtrent de schuld van een bepaald persoon een zekere tijd na het msidrjf
32
Procesverbaal
officiele akte van een wettelijke bevoegrde officier of agent van gerechtelijke politie die strekt tot het beewijs van een misdrijf en ofwel de vaststelling van bepaalde feiten ofwel de verklaringen van bepaalde personen met evt aanvullende inlichtingen ne met begrip van de gedane opsporingen, inhoudt.
33
salduz rechtspraak
in 2008 EHRM in het arrest salduz t Tukrije werd uitdrukkelijk gezgd dat het recht op een eerlijk proces (art 6 EVRM) onder bepaalde omstandigheden het recht inhoudt op bijstand van een advocaat bij het politieverhoor. In 2011 heeft belgische wetgever uitiendelijk de mensenrechtelijke verplichitng tot bijstand van een advo bij politieverhoor die voortvloeit uit salduz rechtspraak van ehrm opgenomen in wettelijke regeling. Is in werking getreden in 2012.
34
Sanctionering art 47bis §6 9 Sv. De wettelijke snactie in dat artikel heeft op 3 wijzen een beperkt toepassingsgebied:
1. De sanctie heeft enkel betrekking op de situatie waarin een verdachte i sondervraagd zonder voorafgaand vertrouwelijk overleg of de verieste bijstand van een advo of wnnr de verdahte niet in kennis is gesteld van zin recht op bijstand van een advo. Sanctie heeft geen betrekking op overige verplichtingen die het art oplegt. 2. Sanctie is beperkt tot de persoon die de verklaringen zonder consultatie of bijstand van advo heeft afgelegd. Er zal dus een onderscheid moeten worden gemaakt naargelang de verklaringen als bewijs worden gebruikt tegen de persoon die de verklaringen heeft afgelegd dan wel tegen andere personen (mededaders, medeplichtigen) 3. De sanctie uit art .. Sluit alleen uit dat een veroordeling zou zijn gegrond op verklaringen die zijn afgelegd zonder bijstand van een advo. Uit rechtspraak van het Hof van Cassatie volgt dat d eonderzoeksgerehcten verklaringen vna een verdachte afgelegd zonder voorafgaand overleg met advo of bijstand advo tijdens verhoor, niet kunnen nietig verklaren. Het artikel voorziet immers niet in een nietigheidssanctie en de betrouwbaarheid van het bewijs kan niet door de onderzoeksgerehcten worden onderzocht. Gebuik verklaring tegen verhoorde persoon: krachtens art 47bis §6 Sv verklaringen die zonder bijstand van advo werden afgelegd geheel niet mogen worden gebruikt. Een gebruik als steunbewijs is volgens deze bepaling ook niet mogelijk
35
een persoon die is gearresteered zla in 4 gevallen toch kuynnen worden ondervraagd zonder bijstand van een advocaat:
i) Verhoor kan beginnen wanneer er twee uur na de verwittiging van de advocaat nog geen vertrouwelijk gesprek heeft plaatsgevonden. De advocaat kan zich later bij de ondervraging voegen ii) Het verhoor in geval van overmacht starten nadat de betrokkene nogmaals is gewezen op zijn rechten iii) Een meerderjarige verdachte in een schriftelijke verklaring afstand doen van zijn recht op een voorafgaand vertrouwelijk gesprek met een advo en of aanwezigheid van een advo tijdens het verhoor Procereur of de gelaste onderzoeksrehcter in het licht van de bijzondere omstandigheden van de zaak en voor zover er dwingende redenen zijn, afwijkingen toestaan van het recht op een voorafgaand vertrouwelijk gesprek met een advocaat en of het recht op aanwezigheid van een advo tijdens het verhoor. Moet gebeuren met gemotiveerde beslissing
36
Een persoon die wordt verhoogd krijgt meer rechten naargelang zijn hoedanigheid (verdacht of niet verdacht), de ernst van het feit waarover hij als verdachte wordt verhoord (misdrijf waarop al dan niet een vrijheidssstraf staat) en de toestand waarin hij zich bevindt (al dan niet van zijn vrijheid beroofd). Op basis hiervan worden 4 categroeien met bijbehorende rechten:
1. Rechten van personen aan wie geen msidrijf wordt ten laste gelegd (getuigen benadeelden aangevers en slachtoffers die worden verhoord in het raam van een vooronderzoek in strafzaken 2. De rechten van verdachten die niet van hun vrijheid zijn benomen en worden verhoord over feitne di ehen ten laste kunnen worden gelegd en een misdrijf betreffen waarop geen vrijheidsstraf kan worden opgelegd 3. Rechten van verdachten die niet van hun vrijheid zijn benomen en worden verhoord over feiten die hen ten laste kunnen owrden gelegd en een misdrijf betreffen waarvoor een vrijdheidsstraf kan worden opgelegd 4. De rechten van verdachten die van hun vrijheid zijn benomen en worden verhoord aangaande feiten die hen ten laste kunnen worden gelegd
37
inverdenkingstelling
Onderzoeksrechter gaat over tot inverdenkingsstelling van leke persoon tegen wie ernstige aanwijzingen van schuld bestaan art 61bis Sv
38
getuige heeft geen zwijgrecht tenzij
uitzonderingen: journalisten mbt hun bronnen, personen gehouden door beroepsgeheim en de getuige die door een verklaring aft e leggen zichzelf aan vervolging zou blootstellen)
39
getuigenverhoor
: art 71-86quinquies en 510-517 Sv behandelen getuigenverhoor uitvoerig. OR kan elke persoon ondervragen wie hij wil omtrent misdrijf of omstandigheden. getuige moet de waarheid zeggen. Meot eed afleggen, verplicht verklaring af te leggen, geen zwijgrecht (met 3 uitzonderingen)
40
verhoor midnerjarigen en kwetsbare meerderjarigen
art 91bis Sv als zij getuige of slachtoffer zijn. Kwetsbare toestand van meerderjarige kan gevolg zijn van leeftijd zwangerschap ziekte of lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid
41
polygraaftest
art 112duodecies Sv bevat welttelijke regeling. PK of onderzoeksrechter kan voorstellen aan getuigen verdachte fo slachtoffer om polygraaftest te doen. Geberud op vrijwillige basis. Wanneer tijdens of naar analeiidng van poly spontaan wordt ovegegaan tot bekentenissen wordt d eptest stopgezet en gaat men over tot regulier verhoor.
42
Anonieme getuigengetuige
is een persoon die, in beginsel onder ede, t.o.v. een rechter een verklaring aflegt, en wiens identiteit de onderzoeksrechter of de vonnisrechter geheimhoudt. De anonieme getuige is te onderscheiden van de infiltrant of tipgever.
43
Plaatsbezoek:
artikel 62 Sv. Na aangifte van een eventueel misdrijf kunnen naargelang het geval van de onderzoeksrechter, de procureurs des Konings en/of de politiediensten ter plaatse gaan om daar een onderzoek te verrichten en om alle nuttige vaststelling te doen. Aan een o0nderzoek ter plaatse zijn geen beperking verbonden, op de voorwaarde dat het uitgevoerd wordt op een openbare plaats. Dat wil zeggen, plaatsen die vanuit hun aard voor iedereen toegankelijk zijn
44
Inkijkoperatie
De procureur des Konings kan de politiediensten machtigen om te allen tijde, buiten medeweten van de eigenaar of rechthebbende, of zonder hun toestemming, een private plaats te betreden. Artikel 46quinquinces bevat een limitatieve met redenen waarom een de procureur des konings een inkijkoperatie kan vorderen. Hierbij moet wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn
45
Huiszoeking
De huiszoeking is een onderzoeksmaatregel die en inbreuk uitmaakt op de onschendbaarheid van de woning en op het recht van het eerbiedigen van het privéleven. In dat opzicht kan slechts een inbreuk hierop plaatvinden in die gevallen, die de wet of het decreet bepaalt in de vorm van zijn voorschrift. De wettelijke basis hiervoor ligt in artikel 36 en 37 3n 87-90 Sv.
46
Wat gebeurt er moet de in beslag genomen goederen
- Bewaring ter griffie/ ter plaatse - Vermogensbestanddelen: kennisgeving aan het COIV - Evt. vervreemding (art. 28octies en 61sexies Sv.) - Opheffing van het beslag en teruggave (art. 28sexies en 61quater Sv.) - Verbeurdverklaring/ teruggave - Terbeschikkingstelling aan de politie
47
De directeur bepaalt de termijn en alle inbeslaggenomen vermogensbestandsdelen komen hiervoor in aanmerking mits aan twee vereisten is voldaan
Het vermogensbestandsdeel moet eigendom zijn van de verdachte of de inverdenkinggestelde of dat de eigenaar niet binnen een redelijk termijn kan worden geïdentificeerd of bereikt o Ten tweede moet het vermogensbestandsdeel in beslag zijn genomen tijdens een opsporings- of gerechtelijk onderzoek naar strafbare feiten die zijn gepleegd in het kader van een criminele organisatie
48
De directeur bepaalt de termijn en alle inbeslaggenomen vermogensbestandsdelen komen hiervoor in aanmerking mits aan twee vereisten is voldaan
Het vermogensbestandsdeel moet eigendom zijn van de verdachte of de inverdenkinggestelde of dat de eigenaar niet binnen een redelijk termijn kan worden geïdentificeerd of bereikt o Ten tweede moet het vermogensbestandsdeel in beslag zijn genomen tijdens een opsporings- of gerechtelijk onderzoek naar strafbare feiten die zijn gepleegd in het kader van een criminele organisatie
49
vernietiging
De procureur des Konings kan met een gemotiveerd bevel inbeslaggenomen goederen die vatbaar zijn voor de verbeurdverkalring laten vernietigen in elk stadium van de strafprocedure. Tijdens een gerechtelijk onderzoek is de instemming van de onderzoeksrechter vereist. Goederen die uit hun aard gevaarlijk zijn, die niet meer in omloop mogen komen of waarvan de bewaring buitensporig duur is, komen in aanmerking voor vernietiging
50
De bevoegdheid kan uitgebreid worden naar strafzaken op basis van artikel 2 Ger.W. ten slotte is het in uitzonderlijke gevallen mogelijk dat een niet geregistreerd deskundige optreedt, dit is het geval: -
In spoedeisende gevallen - Wanneer er geen gerechtsdeskundige beschikbaar is met de vereiste deskundigheid of specialisatie - Wanneer het nationaal register geen gerechtsdeskundige bevat die beschikt over de nodig deskundigheid en specialisatie - Wanneer het gaat om een coördinerende deskundige die niet is opgenomen in het register toch optreden als gerechtsdeskundige voor de hem toegewezen opdracht
51
Opsporingsonderzoek:
algemeen beginsel Hoewel er geen wettekst is die de mogelijkheid voorziet, is het algemeen aanvaard da de procureur des Konings, tijdens het opsporingsonderzoek, omtrent een tot zijn bevoegdheid behorende aangelegenheid, beroep kan doen op een man van het vak. Het gaat hier enkel om het inwinnen van informatie niet om een deskundigonderzoek in de strikte zin van het woord. Het is echter een ander geval wanneer de dader op heterdaad werd betrapt. Op basis van artikel 43-44bis en 49 Sv kunnen de procureur des Konings en zijn hulpofficieren bij heterdaad een deskundige aanstellen. Hier zo een licht onderzoek wel kunnen op basis van artikel 44bis inzake bloedmonsters.
52
Gerechtelijk onderzoek:
zwakke wettelijke basis in 43-44 Sv De onderzoeksrechter beslist onaantastbaar in feite of hij een deskundigenonderzoek beveelt. De onderzoeksrechter moet zich bij zijn keuze wel richten op jet nationaal register. Daarnaast geldt er een bijzondere regeling voor wat betreft het verrichten van gerechtelijke expertises op het gebied van de boekhoudige organisatie van de onderneming en de desbetreffende analyse.
53
Principieel niet-contradictoir:
de verdachte is niet aanwezig bij het onderzoek van de deskundige. Het onderzoek kan daarentegen wel contradictoir worden gemaakt door de magistraat wanneer het ervan overtuigd is dat dit het vermoeden van onschuld of de efficiëntie van het onderzoek niet aantast
54
DNA-onderzoek - Opsporingsonderzoek
De procureur des Konings kan in het kader van een opsporingsonderzoek laten overgaan tot een vergelijkend DNA-onderzoek. Dit onderzoek heeft tot doel de DNA-profielen van aangetroffen of afgenomen menselijk celmateriaal te vergelijken, om bij een misdrijf betrokken personen direct of indirect te identificeren, met het oog op het opheffen van de vermoedens die rusten op andere personen of om hun onschuld te bewijzen (artikel 3 DNA-wet).
55
Gerechtelijk onderzoek DNA
Op grond van artikels 90undecies en 90duodecies Sv kan de onderzoeksrechter de afname van menselijk celmateriaal van een persoon bevelen met het oog op een vergelijken DNA-onderzoek, indien het feit waarvoor hij gevat is, een strafbaar feit is waarvoor een gevangenisstraf van minimum 5 jaar staat. Dit onderzoek heeft tot doel de DNA-profielen van aangetroffen of afgenomen menselijk celmateriaal te vergelijken, om bij een misdrijf betrokken personen direct of indirect te identificeren, met het oog op het opheffen van de vermoedens die rusten op andere personen of om hun onschuld te bewijzen.
56
DNA Voorafgaande aanwijzingen
t.a.v. de verdachte moet de onderzoeksrechter beschikken over aanwijzingen van schuld bij het plegen van feiten waarbij de onderzoeksrechter geadieerd is. De onderzoeksrechter is bijgevolg niet bevoegd tot de afname van celmateriaal bij de persoon ten aanzien van bewijzen voor gelijkaardige feiten. Een afname bij niet-verdachten is enkel mogelijk indien de onderzoeksrechter over aanwijzingen beschikt dat de betrokkenen een directe band heeft met het gerechtelijk onderzoek
57
DNA Bevel van onderzoeksrechter
De onderzoeksrechter kan deze maatregel enkel bevelen bij een met reden omklede beschikking, die hij mededeelt aan de procureur des Konings.
58
DNA Uitvoering van de maatregel
De onderzoeksrechter vordert een officier van de gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings of een arts om een hoeveelheid wangslijmvlies of haarwortels af te nemen. Voor het afnemen van bloed kan de onderzoeksrechter enkel een arts vorderen (90undecies paragraaf 2 lid 1-2 en paragraaf 3 Sv). De toestemming van de betrokkene is niet vereist voor de uitvoering van de maatregel.
59
Snelle bewaring van gegevens: artikels 39 ter en 39quater Sv
De snelle bewaring is een maatregel die snel gegevens moet worden om de gegevens in de schoot zelf van de persoon zelf die zich onder ze houdt ter bewaring om te voorkomen dat ze beschadigd raken of verloren gaan. In sommige gevallen kunnen de gegevens beter bewaard blijven dan in een databeslag of huiszoeking. De snelle bewaring onderscheidt zich dus van de inbeslagname omdat de gegevens niet aan de speurders worden overgegeven
60
Registratie of lokalisering van elektronische communicatie:
artikel 88bis Sv Deze maatregel laat toe de nummers van de telefoontoestellen van waaruit verbindingen werden of worden gemaakt met een bepaald telefoontoestel, en ook van telefoontoestellen die vanuit een bepaald toestel werden of worden opgeroepen. Ook de bestemming of oorsprong van de gesprekken of berichten kunnen aan de hand van deze bevoegdheid worden gelokaliseerd (artikel 88bis paragraaf 1 lid 1 Sv).
61
Materieel strafrecht
De rechtsnormen die bepalen wie, waarvoor, wanneer strafbaar is en waarom en welke sancties opgelegd kunnen worden “Wat men niet mag” (let op: soms wat men niet mag weigeren te doen)
62
Formeel strafrecht
De regels aangaande het verloop van het strafproces Strafprocedure, strafvordering, strafrechtspleging, tenuitvoerlegging, rechtshulp “Wat er moet gedaan worden als er een misdrijf is gepleegd”
63
Materieel strafrecht
Wat moet strafbaar zijn? (wat wordt verboden?) Misdrijven Wie moet gestraft worden? Misdadigers (alleen mensen?) Wanneer moet iemand gestraft worden voor iets wat strafbaar is? Voorwaarden voor individuele aansprakelijkheid & strafrechtelijke sancties Moeilijkste vraag: Wat zou strafrecht moeten doen?
64
Preventie van laakbare gedragingen
Positieve: voorkomen dat daders/criminelen wederom in de fout gaan Negatieve: voorkomen dat mensen (alle burgers) in de fout gaan
65
Modern Strafrecht – Verlichting
Montesquieu, Voltaire, Bentham, Feuerbach, Beccaria … Rationaliseren Wat is de grondslag van het recht op straffen? Humaniseren (menselijker maken) Vermijd willekeur
66
Oorsprong van ‘klassieke school’ van strafrechtsdenken:
homo economicus met vrije wil Strafrecht als ultima ratio (het laatste middel) – utilitarisme Repressieve functie - beperkt tot schending van essentiële goederen (vb. leven, eigendom …) Aandacht voor “criminele feiten” (meer dan voor dadersc)
67
Verklaring van de rechten van de mens en de burger (26 Augustus 1789)
Artikel 5 - Schade De wet heeft slechts het recht handelingen te verbieden, die schadelijk zijn voor de maatschappij Artikel 7 – Legaliteit I Niemand kan beschuldigd, aangehouden of gevangen worden dan in bij de wet bepaalde gevallen en in de vormen, die zij heeft voorgeschreven (+ verbod op willekeur) Artikel 8 – Legaliteit II & proport. straf De wet kan slechts strikte en weliswaar noodzakelijke straffen opleggen, en niemand kan gestraft worden dan door een wet die is vastgesteld en uitgevaardigd voorafgaand aan het delict en op wettige wijze toegepast Artikel 9 - Vermoeden van onschuld
68
Napoleontische tijd Frans wetboek 1810
Blijft trouw aan sommige beginselen van de Verlichting (vb. legaliteit) maar uitbreiding van misdrijven tegen de veiligheid en het politieke regime (absoluut regime)
69
Belgische onafhankelijkheid (1830)
Franse Code pénal 1810 van toepassing Art. 139 G.W. 1831 “binnen de kortst mogelijke tijd” Nieuw Strafwetboek 1867 op basis van Franse wetboek heersend klassieke strafrechtsdenken Vele nieuwe wetten Invoering van bepalingen beïnvloed door de theorie van het nieuwe sociaal verweer (d.w.z. bescherming van de maatschappij tegen ‘gevaarlijke’ personen)
70
Strafrecht dient om maatschappij te beschermen Preventieve functie
Aandacht voor de oorzaken van criminaliteit Maatschappelijke oorzaken en biologische oorzaken Aandacht voor de misdadigers (ook potentiële misdadigers), meer dan voor de criminele feiten
71
Formeel SR – Strafvordering
Was/is er een misdrijf? Wie heeft het gepleegd? ontdekken van misdrijf (opsporen) onderzoeken (of het mogelijk is dat er een misdrijf was) beoordelen van zaak veroordelen/vrijspreken (schuldig/onschuldig bevinden) Welke straf zou opgelegd moeten worden? veroordelen van misdadiger
72
Types van procedure
Uitkomst van afweging tussen tegenovergestelde belangen = variabel (tijd, plaats, onderliggende waarden & normen) Meest bekende classificatie: tegenstelling tussen accusatoire procedure en inquisitoire procedure
73
Accusatoir:
geschil tussen twee partijen op gelijke voet Aanklager (slachtoffer) v. beklaagde rechter als scheidsrechter (geen actieve rol) openbare, tegensprekelijke en mondelinge procedure Bv. VS, VK
74
Inquisitoir:
geheime, niet-tegensprekelijke en schriftelijke procedure geen gelijkheid tussen partijen actieve rechter
75
Doel strafprocedure
Misdrijven en daders opsporen Waarheid vinden Rechten van individu waarborgen SPR: Gebruik van macht en ingrijpende maatregelen (bv. arrestatie, huiszoekingen …) door Staat toegelaten vorm van ingrijpen Noodzaak fundamentele rechten (van verdachte/beklaagde/beschuldigde en van derden) te beschermen Strafvordering: beschermende functie
76
Complementaire wetten wetten
Wetten die niet in Boek I van het Strafwetboek staan, maar …       die er logisch en integraal deel van uitmaken Die soms ook specifieke regels inhouden (afwijking van algemeen deel: Boek I Strafwetboek)
77
rechtshulp
Belgische autoriteiten bevoegd om procedurele handelingen te nemen alleen binnen het grondgebied van België Bv. geen beslag in Frankrijk door BE autoriteiten, geen huiszoeking in Nederland door BE autoriteiten … Dus: mogelijk om dader buitenlands misdrijf te straffen, maar onmogelijk om procedurele handeling in het buitenland te voeren
78
Primaire rechtshulp:
=zaak overdragen van ene staat naar een andere (nieuw forum)
79
Secundaire rechtshulp:
uitvoering van procedurele handelingen: Uitlevering (overdragen van verdachten/beklaagden/veroordeelden) Kleine rechtshulp (interstatelijke strafprocessuele bijstand)
80
Internationaal strafrecht, Veroordeeld door
Internationale misdrijven (bv. genocide, misdrijven tegen de mensheid) Nationale gerechtshoven Internationale gerechtshoven
81
europese dimensie
Europees strafrecht? Nee (in de zin van Europese handhaving van strafrecht) Maar Europese invloed! EVRM/EHRM: beginselen (en toepassing van algemene beginselen – grote invloed door uitspraken) EU: beginselen + bepalingen Lissabon Verdrag + Handvest Grondrechten EU Art. 83 VWEU: richtlijnen over harmonisatie van bepaalde misdrijven (verschil tussen § 1 en § 2) Art. 82 VWEU: richtlijnen over harmonisatie van bepaalde aspecten van de procedure en rechtshulp
82
Wat is het verschil tussen strafrecht en andere rechtsgebieden? Wat is kenmerkend voor strafrecht?
Het gaat om de verhouding tussen overheid en burgers Civiel (‘burgerlijk’) recht: verhouding tussen burgers Het gaat om straffen – strafrechtelijke sancties Het gaat om sterkere waarborgen Wat is de relatie met andere rechtstakken? Integratiefunctie???
83
Relatieve autonomie
Strafrecht eigen functie, begrippen, interpretatieregels en vooral eigen logica
84
Functionele autonomie SR
SR bevat ook eigen gedragsnormen, los van andere rechtstakken SR eigen finaliteit - meer dan enkel handhaving van andere rechtstakken Schending SR-regels = schending rechtsordening SR handhaving ≠ burgerrechtelijke handhaving stigma – impact soms is de betrokkenheid bij een misdrijf al een straf
85
Conceptuele autonomie SR
Begrippen, definities en instellingen uit andere rechtstakken niet noodzakelijk zelfde betekenis Interpretatie afhankelijk van rechtsgoederen die door misdrijven beschermd worden Aparte definities in strafwet en belang rechtspraak Uitzondering: art. 16 V.T.Sv. : Misdrijf verband met uitvoering contract waarvan bestaan ontkend of uitlegging betwist wordt Regels burgerlijk recht van toepassing op strafrechter
86
Autonomie SPR t.a.v. gerechtelijk recht
Art. 2 Gerechtelijk Wetboek (Ger.W.): Ger.W. toepasselijk op alle procedures, behalve wanneer geregeld door niet uitdrukkelijk opgeheven wetsbepalingen of door onverenigbare rechtsbeginselen Dus: Ger.W. = aanvullend Sv. gaat voor tenzij lacunes/geen regeling Maar let op: bepaalde regels Ger.W. zijn niet te verzoenen met beginselen strafrechts(pleging)  => niet toepassen Bv. art. 736 Ger.W.(mededeling stukken aan tegenpartij) ↔ zwijgrecht
87
Strafrecht = publiekrecht
Verhouding individu (of rechtspersoon) & Staat Strafwetten = openbare orde Handeling van Staat tegen individu Ook verhouding beklaagde-slachtoffer publieke dimensie Bv. toestemming slachtoffer sluit misdrijf niet uit Maar kan ook burgerlijke component hebben: Burgerrechtelijke procedure binnen strafprocedure voor schadevergoeding
88
Algemeen SR
= Boek I Strafwetboek (bv. legaliteit, bepalingen over straffen en straftoemeting, poging, deelneming, herhaling, samenloop …) + complementaire wetten (buiten Sw.)
89
Bijzonder SR
= Boek II Strafwetboek + bijzondere strafwetten (buiten Sw.) Bv. drugswet, verkeersstrafrecht, fiscaal strafrecht …
90
Artikel 100 Sw.: Bij gebreke van andersluidende bepalingen in bijzondere wetten en verordeningen, worden de bepalingen van het eerste boek van dit wetboek toegepast op de misdrijven die bij die wetten en verordeningen strafbaar zijn gesteld, met uitzondering van hoofdstuk VII […] en van artikel 85. 3 uitzonderingen
Andersluidende bepalingen (lex specialis) Hfdstk VII Boek I Sw. (= deelneming aan misdaad/wanbedrijf) Artikel 85 Sw. (= verzachtende omstandigheden bij wanbedrijven)
91
Hoofdstraffen
Zelfstandig, kunnen zonder enige andere straf worden opgelegd. Geen twee hoofdstraffen (verbod hoofdstraffen te cumuleren, art. 7 Sw.)
92
Bijkomende straffen
Samen met hoofdstraffen
93
Misdaden (criminele zaken): straffen
Opsluiting (levenslang of tijdelijk) Hechtenis (levenslang of tijdelijk)
94
Correctionele en politiezaken: straffen
Gevangenisstraf Werkstraf Elektronisch toezicht (ET) en autonome probatiestraf (APS)
95
Bijkomende straffen (in criminele en correctionele zaken):
Ontzetting van bepaalde politieke en burgelijke rechten Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank
96
Bijkomende straffen (in criminele, correctionele en politiezaken):
Geldboete Bijzondere verbeurdverklaring
97
Misdrijf =
een gedraging gesanctioneerd door de wet met sancties die formeel tot het strafrechtelijk gebied behoren  - formeel (nationaal) criterium
98
een gedraging gesanctioneerd met sancties andere dan strafrechtelijke sancties wanneer
de sanctie een reactie is t.a.v. het laakbare gedrag de sanctie zo repressief is als een strafrechtelijke sanctie (bv. boete voor hetzelfde of groter aantal) - inhoudelijk Europees criterium
99
legaliteitsbeginsel
Geen misdrijf, geen straf zonder wettelijke bepaling Wortels in Verlichting (klassieke school) Logica: vermijd willekeur (rechtsbeschermingsbeginsel/rechtszekerheid) door wetgever democratische beslissing over wat strafbaar is genomen door representatieve instellingen (lex parlamentaria) door rechter geen straf(vordering) zonder wettelijke bepaling die vóór de gedraging bestond duidelijke bepaling (lex certa) strikte plicht om wet toe te passen = “juge bouche de la loi”
100
geen crime zonder...
lege scripta – schriftelijke wettelijke bepaling lege praevia – op voorhand wettelijke bepaling lege stricta (of certa) – heldere/duidelijke wettelijke bepaling (precisiegebod) lege parlamentaria – parlementaire (of equivalente) wettelijke bepaling
101
legaliteit opgenomen in verschillende bronnen
Opgenomen in verschillende bronnen 1) Internationale bronnen Artikel 15 IVBPR (Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten) Artikel 7 EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) Artikel 49 HGEU (Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie 2) Belgische bronnen Artikel 12 lid 2 en artikel 14 Grondwet (GW) Artikel 2 Strafwetboek (Sw.)
102
Legaliteit in formeel strafrecht (betekenis 1)
SPR pleegt inbreuk op fundamentele rechten (bv. huiszoeking, voorlopige hechtenis) Legaliteitsbeginsel SPR (1) = geen schending van fundamentele rechten zonder wettelijke bepalingen Vergelijkbaar met SR … maar … zelfde logica? SPR: verschillende structuur, verschillende functie SR: bepaalt wat verboden is - ubi lex tacuit noluit – als de wet zwijgt, wil het niet SPR: bepaalt de opeenvolging van stappen die moeten gezet worden om misdrijven vast te stellen moeilijk een perfecte en foutloze procedure op voorhand te voorzien – dus meer interpretatiemarge
103
bronnen van SR
Geen misdrijf/straf zonder wettelijke bepaling – Welke wet? Internationale verdragen Federale bronnen Grondwet (GW) Wetten Bv. Strafwetboek (Sw.) & Wetboek van Strafvordering (Sv.) Complementaire wetten (SR & SPR) Uitvoeringswetgeving Koninklijk Besluit (KB) & Ministerieel Besluit (MB) Regionale bronnen Lokale bronnen Rechtspraak?
104
EVRM (Raad van Europa) andere verdragen raad van europa, VN-Pact inzake Burgerrechten en Politieke Rechten Europees Verdrag (Europese UnieSchengen Verdrag (23 EU-lidstaten + 4 niet-EU-lidstaten)
105
Schengen Verdrag (23 EU-lidstaten + 4 niet-EU-lidstaten)
Geen supranationale bepaling die op zich een daad strafbaar maakt op nationaal niveau (nationale implementatie nog nodig) wel mogelijk directe werking van regels die de interpretatie van strafwetten beïnvloeden mogelijk ook bindend effect tegenover wetgever om strabaarstelling van bepalde gedragingen in te voeren
106
Europees Verdrag (Europese Unie)
Verdrag van Lissabon Pijlers afgeschaft Relevante bronnen: (EU) Verordeningen + Richtlijnen Art. 83 VWEU: richtlijnen over harmonisatie van bepaalde misdrijven (verschil tussen § 1 en § 2) Art. 82 VWEU: richtlijnen over harmonisatie van bepaalde aspecten van de procedure en rechtshulp
107
EVRM (Raad van Europa)
Art. 7 – Legaliteitsbeginsel Art. 2 – Recht op leven Art. 3 – Verbod op foltering Art. 4 – Verbod op slavernij Art. 5 – Recht op vrijheid Art. 8 – Recht op privacy Art. 6 – Recht op eerlijk proces
108
Grondwet
omvat geen bepaling die de strafbaarstelling van een daad expliciet stelt Dwz. geen misdrijf in grondwet Wel regels over de invoering/toepassing van wetten die de strafbaarstelling van een daad stellen (zoals Strafwetboek)
109
behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere inbreuken door een decreet kunnen worden gesteld.” “bijzondere inbreuken”
misdrijven die gerelateerd zijn aan de bevoegdheden van de Gemeenschappen en de Gewesten, m.a.w. aan schendingen van hun decretale voorschriften
110
Strafwetgever Gemeenschappen en Gewesten
Decreten en ordonnanties (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) Eigen inbreuken ~ handhaving van decreten/ordonnanties Beperkte invloed op SPR toekennen hoedanigheid agent of officier van gerechtelijke politie aan regionale ambtenaren; bewijswaarde van pv’s;  sommige gevallen van huiszoekingen
111
Lokale strafwetgever (provincies en gemeenten)
Wetten in materiële zin indien algemene draagwijdte Maar veel aandacht voor GAS-boetes = administratiefrechtelijk  Alternatief voor SR 
112
Hiërarchie der normen
Grondwet & internationale verdragen , Wetten, decreten en ordonnanties (formele wetten) , Koninklijke besluiten en besluiten van de Gemeenschaps- en gewestregeringen Ministeriële besluiten Lokale regelgeving
113
Legaliteitscontrole Hoven/rechtbanken: toepassing geldigheid SR wet Toetsing van formele wetten aan hogere normen Rechtstreeks door hoven en rechtbanken?
Nee, voor controle over overeenstemming formele wetten of decreten met GW Ja, voor internationale bepalingen met directe werking (GW) Ja, in geval van toepassing EU-recht: prejudiciële vragen aan Europese Hof van Justitie (bindend inter partes) GwH (in geval van prejudiciële vragen of beroepen tot vernietiging) Toetsing aan bepaalde bepalingen van GW (o.a. Titel II = art. 8-32) Vernietiging (bindend erga omnes) Beslissingen over prejudiciële vragen van lagere hoven en rechtbanken (bindend voor elk rechtscollege in dezelfde zaak) Toetsing van materiële wetten die geen formele wetten zijn Art. 159 GW: wettigheidstoezicht door hoven en rechtbanken
114
Interpretatie = betekenis aan bepaling geven 3 bronnen van interpretatie:
Wetgever (art. 84 en 133 GW) Authentieke bindend voor iedereen (inbegrepen rechters) kan ook door latere interpretatieve wet of uitleggingswet Contextuele Jurisprudentiële – hoven en rechtbanken Doctrinale – rechtsleer
115
Jurisprudentiële interpretatie Geen wettelijke bron!
Wel grote invloed Hof van Cassatie zorgt voor eenheid in toepassing van het recht Prejudiciële vragen Voorrangbeginsel EU-recht
116
Doctrinale interpretatie
Niet bindend, mogelijks wel invloed
117
Interpretatiemethoden
Traditionele regel: indien wet duidelijk, geen interpretatie nodig Interpretatio non fit in claris Rechter gebonden door wet motiveringsplicht (art. 149 GW) Probleem: wet kan niet altijd perfect duidelijk zijn (zonder schending lex certa-vereiste) Hoe mag strafrechter dan interpreteren? 
118
interpretatie methoden Toegelaten:
Taalkundige interpretatie: gewone taal tenzij specifieke definitie Teleologische interpretatie: wat bedoelde de wetgever? Progressieve of evolutieve interpretatie Bv. drukpersmisdrijf via internet? Vraag: voorzienbaar?
119
interpretatiemethoden Niet toegelaten:
Wél in zijn/haar voordeel ~ rechtsbescherming! Restrictieve interpretatie? Discussie Analogie?
120
analogie
Lacune/leemte in de wet Toepassing van andere wet op vergelijkbare gevallen die door wetgever niet geviseerd waren
121
ANALOGISCHE INTERPRETATIE IN NADEEL VERDACHTE
absoluut verbod = grens die evolutieve en teleologische interpretatie niet mogen overschrijden Analogie in voordeel verdachte? JA
122
interpretatiemethoden
Traditionele regel: indien wet duidelijk, geen interpretatie nodig Interpretatio non fit in claris Rechter gebonden door wet motiveringsplicht (art. 149 GW) Probleem: wet kan niet altijd perfect duidelijk zijn (zonder schending lex certa-vereiste) Hoe mag strafrechter dan interpreteren?  Belangrijk: voorzienbaar? (inschatting burger – kenbaarheid?) In dubio pro reo? Niets te maken met duidelijkheid wet, enkel met schuld van beklaagde
123
toegelaten interpretatiemethoden
Taalkundige interpretatie: gewone taal tenzij specifieke definitie Teleologische interpretatie: wat bedoelde de wetgever? Progressieve of evolutieve interpretatie Bv. drukpersmisdrijf via internet? Vraag: voorzienbaar? Uitbreiding van strafwet, rechtersrecht (Ancien Régime, willekeur)
124
niet toegelaten interpretatiemethoden
Wél in zijn/haar voordeel ~ rechtsbescherming! Restrictieve interpretatie? Discussie Analogie?
125
lex praevia
Schriftelijke wet die vóór het feit bestaat Wat als er een verandering is? Mildere wet (lichtere straf) van toepassing Wat als het misdrijf afgeschaft wordt? Geen straf (maar straf blijft als definitieve beslissing al genomen is) Uitzonderingen: o.a. interpretatieve wetten; strafprocedure
126
Schriftelijke wet die vóór het feit bestaat Nieuwe strafwet na feit
Niet strafbaar – verbod retroactieve toepassing
127
Afschaffing wet na feit
Niet strafbaar maar let op: straf blijft als definitieve beslissing al genomen is
128
Verandering wet na feit Mildere wet of strengere wet? (zwaardere of lichtere straf?)
Strengere wet niet retroactief Mildere wet moet retroactief toepassen (art. 2, lid 2 Sw.) Uitzonderingen: o.a. interpretatieve wetten; strafprocedure
129
Constitutieve bestanddelen
componenten van delictsomschrijving of van wettelijke incriminatie van een specifiek misdrijf (‘DNA’ van een misdrijf) Delictstypische kenmerken Bv. diefstal (art. 461, lid 1 Sw.) wegneming; andermans goed; bedrieglijk opzet. Minimumbewijslast (OM moet aanwezigheid van die elementen aantonen)
130
Algemene of constitutieve elementen =
materieelrechtelijke voorwaarden die aan alle misdrijven gemeen zijn, ongeacht de specificiteit van het delict Rechtsgrond voor bestraffing
131
Traditionele constructie: materieel element v. moreel element Verschillende constructies: tweedelige, driedelige, vierdelige constructie Vierdelige constructie (< Leuvense school):
Delictstypiciteit (nullum crimen sine lege) Wederrechtelijkheid (nullum crimen sine iniuria) Schuld (nullum crimen sine culpa) Strafwaardigheid (nullum crimen sine poena)
132
intedlingen misdrijven
algemene indeleing, grondwettelijke indeling, indeling volgens beschermde voorwaarden, indeling volgens de uitvoeringswijze
133
Algemene indeling:
Misdaden, wanbedrijven, overtredingen
134
Grondwettelijke indeling:
Gemeenrechtelijke misdrijven, politieke misdrijven, drukpersmisdrijven
135
Indeling volgens beschermde waarden (of rechtsgoederen)
Bv. Boek II Sw., fiscale misdrijven, economische misdrijven ..
136
Indeling volgens de uitvoeringswijze
handeigns en verzuimmisdrijven
137
deifnitie misdrijf (supra)
* Zie art. 216novies Sv. en art. 2 wet 4 oktober 1867 **Voor sommige wanbedrijven, zie: art. 137 & 138 Sv. Gedraging waaraan door de wet een straf als gevolg is vastgeknoopt (strafwaardige gedraging)
138
denaturatie (of ontaarding)
Aard van misdrijf kan veranderen tijdens strafprocedure Waarom? Aannemen van verzachtende omstandigheden (VO) Strafverminderende verschoningsgrond (VSG) correctionalisatie // Onderzoeksgerechten (raadkamer en kamer van inbeschuldigingstelling) kunnen beslissen om misdrijf te denatureren Via aanname van verzachtende omstandigheden of strafverminderende VSG (Wet VO 1867) Correctionalisatie: misdaad → wanbedrijf (enkel met – soms hoge – correctionele straffen strafbaar) → Corr. Rb. Opgelet: potpourri II gedeeltelijk vernietigd door GwH 21/12/2017 (zie supra)! Contraventionalisatie: wanbedrijf → overtreding (enkel met politiestraffen strafbaar) → Pol.Rb. Denaturatie heeft terugwerkende kracht (impact op verjaringstermijn)! contraventionalisatie
139
correctionalisatie
Ontaarding misdaad in wanbedrijf
140
contraventionalisatie
Ontaarding wanbedrijf in overtreding
141
gw specifieke misdrijven
drukspersmidrijven, drukpersmisdrijven
142
speciaal regime specifieke misdrijven gw
Speciaal regime Art. 150 GW: recht op jury ongeacht type misdrijf Behoudens voor drukpersmisdrijven die door racisme of xenofobie ingegeven zijn Art. 148 GW: uitzondering openbare karakter van terechtzitting Maar geen uitzonderingen op openbaarheid van uitspraak over vonnis (art. 149 GW) Andere speciale regels Bv. Afwijking regels deelneming voor drukpersmisdrijven - cascade systeem Bv. verschillen in toepasbare straffen
143
delictstypiciteit
Het geheel van de voor een specifiek misdrijf typische voorwaarden Typisch = door de wet omschreven Objectieve bestanddelen (typisch feit = typisch gedrag, typisch gevolg) Subjectieve bestanddelen (vereist opzet / vereiste onachtzaamheid) Consequentie van legaliteitsbeginsel Dubbele functie van typiciteit
144
Dubbele functie van typiciteit
Rechtspolitieke beschermingsfunctie: Crimineel-politieke waarschuwingsfunctie:
145
Rechtspolitieke beschermingsfunctie:
garantie tegen willekeurig overheidsoptreden
146
Crimineel-politieke waarschuwingsfunctie:
ontrading van delictueel gedrag
147
Objectieve bestanddelen
Descriptief, normatief, daad- of daderbetrokken
148
Subjectieve bestanddelen
Psychische ingesteldheid of voorstellingswereld van de dader
149
Procedurele uitvloeisels
bewijslast, motiversingsplicht, feit en kwalificiatie, bevoegdheid van rechters
150
Bewijslast
Alle typische bestanddelen van misdrijf moeten door OM (aanklager) bewezen worden Vermoeden van onschuld: bewijslast voor OM Indien geen bewijzen  geen veroordeling (geen bewijslast tegen beklaagde)
151
Motiveringsplicht
Alle typische bestanddelen moeten door rechter uitgelegd worden in beslissing (in geval van veroordeling)
152
Feit en kwalificatie
Typische omschrijving van feit = basis voor juridische kwalificatie Iura novit curia (rechter beslist over juiste kwalificatie van feiten)
153
gedrag
= manier waarop iemand zich gedraagt Uitwendig waarneembare, menselijke of als dusdanig gekwalificeerde gedraging, die de objectieve delictsinhoud van een wettelijke delictsomschrijving vervult: een verboden of geboden gedraging, of het veroorzaken van een gevolg Uitwendig waarneembare gedraging Geen voornemens Geen opiniestrafrecht Cogitationis poenam nemo patitur Misdrijf ≠ Zonde
154
gedrag in de wetteksten voorbeelden
Art. 461 Sw. – diefstal “Hij die een zaak die hem niet toebehoort, bedrieglijk wegneemt, is schuldig aan diefstal” Art. 468 Sw. – diefstal door middel van geweld/bedreiging “Hij die een diefstal pleegt door middel van geweld of bedreiging word gestraft …” Art. 470 Sw. – afpersing “… hij die met behulp van geweld of bedreiging afperst, hetzij gelden, waarden, roerende voorwerpen, schuldbrieven, biljetten, promessen, kwijtingen, hetzij de ondertekening of de afgifte van enig stuk dat een verbintenis, beschikking of schuldbevrijding inhoudt of teweegbrengt” Art. 491 Sw. – misbruik van vertrouwen Art. 496 Sw. – oplichting
155
voorbeelden van misdrijf dat uit een bezig bestaat
Art. 505 Sw. (heling en witwasmisdrijven): “Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig € tot honderdduizend € of met een van die straffen alleen worden gestraft: 1° […]; 2° zij die zaken bedoeld in artikel 42, 3° [vermogensvoordeel van ander misdrijf], […] bezitten, bewaren of beheren, ofschoon zij op het ogenblik van de aanvang van deze handelingen, de oorsprong van die zaken kenden of moesten kennen” - Bezit van zaken strafbaar? (drugs, wapens – ook geld?)
156
menselijk gedrag
Mensen (= natuurlijke personen) verwezenlijken het gedrag Bedrijven? Rechtspersoon? 1. Oorspronkelijk: Societas delinquere non potest = onmogelijk RP kan geen handeling uitvoeren (alleen mensen) Sommige misdrijven worden gepleegd in het belang/     volgens het beleid van de RP 2. Nuancering: Societas delinquere potest sed puniri non potest Onmogelijk om RP gevangen te zetten 3. Verdere evolutie Societas delinquere et puniri potest  Art. 5 Sw. Kunnen strafbare feiten plegen + gestraft worden
157
twee types typische criminele feiten
gedragsmisdrijven, gevolgsmisdrijven
158
Gedragingsmisdrijven
slechts gedrag
159
Gevolgmisdrijven
Gedrag dat een (verboden) gevolg veroorzaakt Link tussen gedrag en gevolg nodig: causaliteitsverband 2 types van gevolg:
160
Gedrag dat een (verboden) gevolg veroorzaakt Link tussen gedrag en gevolg nodig: causaliteitsverband 2 types van gevolg:
Materiële delictsomschrijvingen b) Door het gevolg gekwalificeerde misdrijven
161
Materiële delictsomschrijvingen
Gevolg = constitutief bestanddeel van het misdrijf bv. onopzettelijk doden (art. 419 Sw.)
162
b) Door het gevolg gekwalificeerde misdrijven
Gevolg = verzwarende omstandigheid bv. opzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg: art. 401 Sw. (≠ doodslag: art. 393 Sw.) Lakmoestest: bestaat misdrijf wel of niet zonder gevolg?
163
andere vormen van gedrag
vereniging en criminele eorganisatie art 322 Sw en 324 SW
164
causaliteitsverband
Oorzakelijk verband tussen gedraging en gevolg: hoe kunnen we het vaststellen? Bv. verwonden van een man met gipsverband – huisarts opent gipsverband met daarvoor niet-geschikte schaar: wat is de oorzaak van infectie en weefselversterf van het onderhuidse weefsel? Bv. asbest in bedrijfsgebouw: oorzaak van kanker van werknemers? Geen specifiek causaliteitsbegrip voor SR! soms theorieën geïmporteerd uit burgerlijk recht Verschillende theorieën: Equivalentieleer (met of zonder nuancering) Adequatieleer Leer van efficiënte oorzaak/oorzaken
165
Equivalentieleer of conditio sine qua non, dubbele stelling
a) Oorzaken zijn alle antecedenten zonder dewelke het gevolg niet was gebeurd b) Alle antecedenten zijn gelijk, equivalent Gedachte-experiment (ex post) met mentale verwijdering van antecedent(en): had het gevolg, zoals het in concreto is gebeurd, nog steeds kunnen gebeuren? Neen?  dan is gedraging/onthouding een conditio sine qua non (noodzakelijke voorwaarde)  dus oorzakelijk verband tussen gedraging en gevolg Ja?  dan geen conditio sine qua non en geen verband
166
kritiek op equivalentieleer
Heel uitgebreide causaliteitsketen Logisch probleem: elk antecedent heeft een antecedent zonder hetwelke het nooit had kunnen gebeuren Wat met tussenkomende factoren? Bv. fout of voorbestemdheid van slachtoffer, toedoen van derde, toeval: allemaal even belangrijk? Onbillijke theorie bij gevolgen die wel noodzakelijk, maar niet normaal/voorzienbaar zijn Voorstanders: gaat enkel over objectieve delictstypiciteit, daarnaast nog vereiste van subjectieve delictstypiciteit (gevaarlijke redenering)
167
causaliteitsleer
Zelfde gedachte-experiment als equivalentieleer = oorzaak van gevolg: alleen antecedenten die niet weggedacht kunnen worden zonder dat het gevolg wegvalt Was het gevolg waarschijnlijk? (of normaal gevolg?)
168
adequatieleer en leer van efficiente oorzaak
Ex ante-prognose (op het moment van het feit) objectieve getuige Leer efficiënte oorzaak: Was het gevolg voorzienbaar?
169
zekerheid van oorzakelijk verband
Hoe zeker moet het zijn? Bv. studie toont aan dat asbest oorzaak is van longkanker in 65% van gevallen Werkgever verantwoordelijk voor dood van werknemers indien hij asbest van de werkplek niet wegnam? Cursus: oorzakelijk verband moet helemaal zeker zijn (90% is onvoldoende) Te sterke positie of niet?
170
causaliteit
verband tussen gedrag en gevolg Equivalentieleer Adequatieleer: Efficiëntieleer: Wetenschappelijke wetten, statistische wetten
171
Equivalentieleer:
antecedenten zijn gelijk
172
Adequatieleer:
wat normaal gebeurt
173
Efficiëntieleer:
wat normaal gebeurt Efficiëntieleer: meest determinerende antecedent Wetenschappelijke wetten, statistische wetten
174
twee types delinctstypische gedragingen
handelingsmisdrijven (commissiedelicten), verzuimmisdrijven (ommissiedelicten, nalatigheidsmisdrijven)
175
1. Handelingsmisdrijven (= commissiedelicten) – positieve handelingen
Meerderheid van misdrijven in Sw. Dader doet iets wat niet mag
176
2. Verzuimsmisdrijven (= omissiedelicten, nalatigheidsmisdrijven)
”negatieve” handelingen Dader doet iets niet hoewel hij het zou moeten doen Bv. schuldig verzuim (art. 422bis Sw.) Bv. familieverlating (art. 391bis Sw.) Komt vaak voor in bijzonder strafrecht: bv. niet-aangifte van inkomen/goederen bij belastings- of BTW-administratie
177
twee types verzuimmisdrijven
Eigenlijke omissiedelicten Oneigenlijke omissiedelicten
178
Eigenlijke omissiedelicten
Objectieve bestanddelen van het misdrijf hebben betrekking op een verzuim
179
Oneigenlijke omissiedelicten
Commissiedelict gepleegd door verzuim (commissie door omissie) Bv. het doden van iemand door na te laten hem een levensnoodzakelijk geneesmiddel toe te dienen Wanneer kan een onthouding het plegen van een gevolgmisdrijf zijn? Er moet een plicht zijn (buiten de strafwet) die vereist dat een persoon handelt (geen plicht = geen relevante omissie) Art. 422bis Sw. als substituut voor figuur commissie door omissie (maar straffen wel lager)
180
problemen verzuimisdrijven?
Aantal verzuimsmisdrijven sterk toegenomen Oorspronkelijk alleen verzuim door ambtenaren, verzuim om onwettige vrijheidsberoving te doen ophouden (art. 155-156 Sw.) en verzuim schouwen te herstellen of te reinigen Daarna: kinder- en familieverlating (in 1912), schuldig hulpverzuim (art. 422bis Sw.) Zijn verzuimsmisdrijven problematisch? Waarom? Grotere impact op individuele vrijheid Verboden gedrag Ik blijf vrij te doen wat ik wil, behalve wat verboden is Geboden gedrag Ik heb geen vrijheid, ik moet doen wat verplicht is
181
causaliteit (oneigenlijke) omissiedelicten
Feitelijk niveau: gevolg is nooit veroorzaakt door onthouding Juridische toekenning
182
causaliteit 2 stappen (oneigenlijke ommissiedelicten)
1. Was er (in het voorliggend geval) een verplicht gedrag? 2. Mentaal toevoegen van afwezig gedrag Contrafeitelijke redenering: “Wat had kunnen gebeuren als er een positief gedrag was geweest?”
183
Let op – causaliteit oneigenlijke omissiedelicten:
1. Zich inbeelden dat verzuimde gedrag was gepleegd 2. Zich afvragen “zou het gevolg zich hebben voorgedaan?”
184
indeling volgens materiele uitvoeringswijze
Handelingsmisdrijven v. verzuimsmisdrijven Ogenblikkelijke (= aflopende) v. voortdurende misdrijven Enkelvoudige v. voortgezette of collectieve misdrijven Gelegenheidsmisdrijven v. gewoontemisdrijven (Hoedanigheidsmisdrijven = ook eigen misdrijven)
185
Ogenblikkelijke (= aflopende) misdrijven:
Gedraging gesteld = misdrijf voltrokken Niet noodzakelijk kort Ook indien blijvende gevolgen (d.w.z. die voortduren) Bv. diefstal, heling, moord …
186
Voortdurende misdrijven:
Ononderbroken, door dader bestendigde delictuele toestand Bv. familieverlating, gebruik valse stukken, instandhouding illegaal bouwwerk …
187
Wat gebeurt er indien nieuwe wet? bij ogenblikkelijk vs voortdurend misdrijf
Afschaffing Geen vervolging meer/geen veroordeling Mildere wet Toepasselijk op gedrag o.b.v. art. 2 tweede lid Sv. Strengere wet Toepasselijk (!) op gedrag o.b.v. art. 2 eerste lid Sv. (maar geen retroactieve toepassing). Toepasselijk want: Misdrijf blijft lopen Alle constitutieve elementen zijn aanwezig na de inwerkingtreding van nieuwe wet
188
Enkelvoudige misdrijven
Eén gedrag Ogenblikkelijk of voortdurend
189
Voortgezette of collectieve misdrijven
Meerdere gedragingen van zelfde aard (bv. allemaal diefstallen) of verschillende aard (bv. stalking, slagen en verwondingen, doodslag …) Verbonden door eenheid van (misdadig) opzet (‘plan’)       = algemeen doel, plan of bedoeling van dade
190
belang enkelvoudig vs voortgezet/collectief
Straftoemeting (art. 65 Sw.): één straf (de zwaarste)  Toepassing strafwet in tijd en ruimte Verjaring (vanaf laatste feit)
191
wat gebeurt er indien nieuwe wet de straf voor een misdrijf veranderd bij een voortgezet misdrijf?
Afschaffing Niet meer strafbaar! (retroactieve toepassing mildere strafwet + geen misdrijf) Mildere wet Zwaarste straf rekening houdend met nieuwe wet Strengere wet Zwaarste straf rekening houdend met nieuwe wet (ook al misdrijf voor inwerkingtreding gepleegd)
192
wat gebeurt er indien nieuwe wet de straf voor een misdrijf verandert bij een collectief misdirjf?
Afschaffing Zwaarste straf tussen overblijvende misdrijven (bv. rood misdrijf afgeschaft – zwarste straf tussen groen en geel) Mildere wet Zwaarste straf rekening houdend met nieuwe wet (bv. rood wordt milder - zwarste straf tussen groen, geel en milder rood) Strengere wet Zwaarste straf rekening houdend met nieuwe wet (ook al misdrijf voor inwerkingtreding nieuwe wet gepleegd?)
193
Gelegenheidsmisdrijven
Eén gedraging volstaat voor strafbaarheid 
194
Gewoontemisdrijven
Pas strafbaar bij meerdere zelfde gedragingen Zeldzaam: bv. Woeker “[…] hij die zich wegens een in enigerlei vorm aangegane geldlening voor zichzelf of voor een ander een interest of andere voordelen doet beloven, die de wettelijke interest overschrijden, indien hij er een gewoonte van maakt de zwakheden of de hartstochten van de lener te misbruiken” (art. 494 Sw.) Geen uitstaans met ‘gewoontemisdadiger’! Wet zegt niet wanneer er sprake is van gewoonte  feitenkwestie voor vonnisrechter Gewoontemisdrijf = 1 misdrijf
195
Belang van gelegenheid vs gewoonte misdrijven
Verjaring Toepassing strafwet in tijd en ruimte
196
subjectieve delixtstypiciteit 'mentaal element'
Materiële daad (gedrag + gevolg) Er werd een feit gepleegd dat typisch is  (= dat correspondeert aan strafwetbepaling)
197
is een mentaal element voldoende?
Voldoende? Neen!! Nooit!  Het feit moet aan de dader toegerekend/toegeschreven worden “Er is geen misdrijf en er kan geen misdrijf zijn dat geheel, d.w.z. uitsluitend, zou bestaan in het materiële feit, los van enig moreel bestanddeel” (Cass. 12 mei 1987)
198
objectieve aansprakelijkheid
“Er is geen misdrijf en er kan geen misdrijf zijn dat geheel, d.w.z. uitsluitend, zou bestaan in het materiële feit, los van enig moreel bestanddeel” (Cass. 12 mei 1987) Let op – RL en RS hebben verschillende begrippen van “moreel element” (soms wordt moreel element begrepen als mentaal en moreel samen) Geen louter materiële inbreuken = geen objectieve aansprakelijkheid: SR aansprakelijkheid door het loutere feit dat objectief element gepleegd werd, ongeacht psychische ingesteldheid, is onmogelijk
199
Subjectieve bestanddelen =
subjectieve delictstypiciteit “mentale component” Subjectieve (mentale/psychische) ingesteldheid van dader t.a.v. een gedraging
200
Belang subjectieve bestanddelen
Bewijslast Indiceert schuld (maar ≠ schuld!) Vermoeden van verwijtbaarheid
201
3 soorten misdrijven, subjectieve delictstypiciteit
Opzet v. onachtzaamheid als onderscheidingscriterium: Opzettelijke misdrijven Onopzettelijke misdrijven Misdrijven met gemengde schuldvorm
202
Subjectief (mens rea) subjectief 2 componenten
1. Mentaal bestanddeel – 2. Moreel element – Verwijtbaarheid
203
1. Mentaal bestanddeel –
= subjectieve typiciteit = subjectieve (mentale/psychische) ingesteldheid van dader gedraging 1. “Hij wilde dat” 1. “Hij was onachtzaam”
204
2. Moreel element – Verwijtbaarheid
= schuldelement (cf. infra) = negatieve kwalificatie; ingesteldheid van dader (in recht gefundeerde morele toerekening) 2. “Hij had dat niet moeten     willen” 2. “Hij had in het geval niet onachtzaam moeten zijn
205
opzet
wetens en willens
206
Het begrip opzet = ‘wetens en willens’ ‘Wetens’ – Kenniselement
Dader moet weten dat hij een bepaald gedrag aan het plegen is dat tegen de strafwet ingaat a) Kennis van feitelijke situatie (materiële elementen van gedrag) b) Kennis van strafwet =
207
a) Kennis van feitelijke situatie (materiële elementen van gedrag)
Bv. het bestaan van een eerste huwelijk bij een (verboden) dubbel huwelijk Let op: soms uitz. (bv. leeftijd slachtoffer bij aanranding, prostitutie van minderjarigen, oorsprong van vermogensvoordeel in art. 505 tweede lid Sw.) Dwaling mogelijk (cf. infra – schulduitsluitingsgrond)
208
b) Kennis van strafwet =
plicht – vermoeden van kennis Ook al ken je concrete inhoud strafwet niet! (Iedereen wordt geacht de wet te kennen: nemo censetur ignorare legem) – dwaling nooit relevant?
209
‘Willens’ – Wilselement
Het gedrag (en het gevolg) willen Motieven zijn irrelevant!
210
Algemeen opzet =
wetens en willens schending van de strafwet Wetens en willens alle objectieve bestanddelen Alle elementen moeten gedekt worden door opzet van dader Let op: sommige bestanddelen kunnen slechts voorwerp zijn van wetens, maar niet van willens (bv. eerste huwelijk, leeftijd slachtoffer …) Regel: wettelijke expliciete vermelding onnodig (uitz. overtredingen)
211
Maar soms daarenboven bijzonder opzet vereist:  Bijzonder opzet =
bijzondere beweegreden nodig Bepaald doel van handeling “Bedrieglijk”, “kwaadwillig”, “met bedrieglijk opzet of met oogmerk om te schaden” “Voorbedachten rade” (bepaalde tijd verlopen), bv. moord (art. 394 Sw.) Soms gebruikt om gedragingen te straffen voordat ze een rechtsgoed geschonden hebben
212
modaliteiten van opzet
direct opzet, mate van kennis (bepaald opzet, onbepaald opzet)
213
Direct opzet
Dader (ongeacht motieven) beoogt rechtstreeks het misdrijf als resultaat van zijn handelen of nalaten Direct v. indirect (dolus eventualis – zie volgende slide)
214
Mate van kennis Bepaald opzet =
Dader heeft handeling of verzuim gewild, evenals de gevolgen ervan die hij precies kent
215
Onbepaald opzet =
Dader heeft handeling of verzuim gewild, evenals de gevolgen ervan die hij niet precies kent (bv. rumoerige bende met geweerschoten uiteendrijven)  Gelijkgesteld met bepaald opzet door wetgever
216
indirect, eventueel of mogelijk opzet (dolus eventualis)
Dader wil gevolgen niet rechtstreeks, maar Hij voorziet dat er wederrechtelijke gevolgen kunnen zijn Hij gaat door met gedrag (aanvaarding van risico) Dolus of culpa? Opzet of onachtzaamheid? Veel auteurs: gelijkgesteld aan direct opzet Bv. correctionele rechtbank Verviers 27 februari 2008 (zie volgende slide)
217
onachtzaamheid (culpa) = 'per ongeuk'
Paradigma – art. 418 Sw. (gebrek aan voorzorg en voorzichtigheid) “Schuldig aan onopzettelijk doden of aan onopzettelijk toebrengen van letsel is hij die het kwaad veroorzaakt door gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg, maar zonder het oogmerk om de persoon van een ander aan te randen” Zie ook volgende artikelen. Ander voorbeeld: art. 519 Sw. Psychische link (normatief) = Dader stelt bepaalde gedraging en voorkomt noch voorziet daarbij de (strafrechtelijk relevante) gevolgen, die hij niet wil, hoewel hij ze had moeten voorkomen en voorzien
218
onachtzaamheid kenmerken
Kenmerken: De dader wil het strafbaar feit niet Er is een schending van de algemeen geldende zorgvuldigheidsplicht: zich in het rechtsverkeer derwijze bedachtzaam en omzichtig kunnen gedragen, dat men geen strafrechtelijk beschermde rechtsgoederen of rechtsbelangen schendt Schending was de oorzaak van strafrechtelijk gedrag (en gevolg), maar alleen t.a.v. voorzienbare/vermijdbare feiten Toetsing gedrag aan ‘goede huisvader’ (bonus pater familias) – gelijkaardige drempel burgerlijk recht In dezelfde situatie geplaatst (geïndividualiseerde beoordeling, maar wel objectief)
219
Bewuste v. onbewuste culpa Bewuste (culpa dolo proxima)
Dader is zich ervan bewust dat zijn handeling of onthouding strafrechtelijk gedrag kan opleveren (= schenden van rechtsgoederen), maar is hier onverschillig over Vertrouwt dat strafbare gevolgen niet zullen intreden Grenst aan dolus eventualis (kans om strafbare handeling/strafwet te schenden voorzien)
220
Onbewuste (negligentia)
Dader onbewust dat zijn handeling rechtsgoederen kan schenden (kans om strafwet te schenden voorzienbaar)
221
wat als de wetgever zwijgt, bij expliciet of impliciete stilwijzigen
1) Kernmisdrijven (misdaden en wanbedrijven in Strafwetboek + wanbedrijven in bijzondere wetten die hoofdzakelijk strafbepalingen bevatten) = algemeen opzet vereist 2) Overtredingen = onachtzaamheid voldoende 3) Wanbedrijven die slechts bijkomend in bijzondere wetten worden opgenomen = onachtzaamheid voldoende (tenzij uit  de omschrijving blijkt dat opzet vereist is)
222
wederrechtelijkheid & delicstypiciteit
Tweede algemene bestaansvoorwaarde voor strafbaarheid Wederrechtelijkheid komt na delictstypiciteit
223
Delictstypische gedraging (obj. en subj. bestanddelen)
Vaak wederrechtelijk (soms ook op niveau van de wet), maar niet altijd – slechts een aanwijzing, een indicatie
224
Delictstypiciteit beschermt rechtsgoederen
Maar bescherming van een rechtsgoed kan niet absoluut – conflict van belangen mogelijk Moet in het kader van gehele rechtsorde beschouwd worden
225
begrip wederrechtelijkheids oordeel = conflict van belangen. relevante vragen:
Had dader het recht om zich zo te gedragen (of niet)? Is de gedraging gerechtvaardigd (of niet)? Is er geen andere rechtsnorm die de gedraging toelaat of rechtvaardigt? Is het strafrechtelijk beschermde rechtsgoed effectief geschaad? Beoordeling concrete misdrijf, zoals gepleegd door een concrete dader
226
rechtvaardigingsgronden
= omstandigheden waardoor een strafbaar feit zijn wederrechtelijk karakter verliest Toelaatbaarheidsfunctie Werken in rem (niet afhankelijk van de persoon) Wettelijke basis: Art. 70 Sw. en art. 416-417 Sw.
227
Toelaatbaarheidsfunctie
In rechte gefundeerde veroorlovende tegennorm, die abstracte verbod uit misdrijfbepaling neutraliseert in concrete situatie
228
Werken in rem (niet afhankelijk van de persoon)
Gelinkt aan concrete gedraging, niet aan dader (geldt dus bijvoorbeeld ook voor alle deelnemers!) ≠ schulduitsluitingsgronden (SUG): werken in personam
229
Art. 70 Sw.: “Behoudens wat de misdrijven betreft, zoals bepaald in boek II, titel Ibis, is er geen misdrijf, wanneer het feit door de wet voorgeschreven en door de overheid bevolen is” 2 voorwaarden (en 2 situaties):
Wettelijk voorschrift Overheidsbevel Bv. wederrechtelijke aanhouding of gevangenhouding, huisvredebreuk, schending van brief- of beroepsgeheim … Let op: Uitgesloten: ernstige schendingen van internationaal SR Overheidsbevel niet altijd vereist – wettelijke bepaling voldoende!
230
wettelijk voorschrift
“[...] is er geen misdrijf, wanneer het feit door de wet voorgeschreven […]” Oplossing van conflict tussen twee regels (SR verbod – toelating wet) Bv. aanhouding van verdachte & vrijheid; geheim en getuigenisplicht “Wet” niet in strikte betekenis (wet in materiële zin) Belgische bron Internationaal recht met rechtstreekse werking of EU-regel Wettelijk voorschrift = altijd vereist “Voorgeschreven” = handeling/verzuim expliciet of impliciet verplicht/toegelaten/geduld
231
overheidsbevel cumulatieve voorwaarden
Bevel vooraf Conforme uitvoering Wettige overheid (niet van feitelijke gezagsverhoudingen) Overheid handelt binnen wettelijke grenzen van bevoegdheid Rechtmatig bevel = komt overeen met wet
232
Wat indien aan voorwaarden van cumulatieve overheidsbevel niet is voldaan?
Bv. onwettig of onrechtmatig bevel, onbevoegde overheid … ► Strafbaarheid (tenzij dwaling of andere schulduitsluitingsgrond) Bv. art. 152 en 260 Sw.: bij schijnbaar rechtmatige (maar in feite onrechtmatige) bevelen 
233
noodweer
Verbod op eigenrichting = algemeen rechtsbeginsel Uitzondering = noodweer (= wettige verdediging) Onmiddellijke en dringende behoefte aan verweer Wettelijk verankerd: Artikel 416 Sw. “Er is noch misdaad, noch wanbedrijf wanneer de doodslag, de verwondigen en de slagen geboden zijn door de ogenblikkelijke noodzaak van de wettige verdediging van zichzelf of van een ander” Uitgebreid door analogische interpretatie naar andere delictstypische gedragingen Analogia in bonam partem (voordeel verdachte/beklaagde) Noodweer = defensieve handeling tegen onrecht Noodweersituatie – noodweerhandeling
234
noodweersituatie voorwaarden
1. Onrechtmatige aanranding Eigen fout? Geen gekarakteriseerde uitlokking, d.w.z. men heeft noodweersituatie van andere veroorzaakt  geen noodweer tegen noodweerhandeling 2. Door personen Geen dier! 3. Tegen personen: jezelf of anderen Recht op leven, fysieke en seksuele integriteit, persoonlijke vrijheid Andere goederen? Bv. eigendom? Materiële goederen (bv. juwelen van juwelier)? Cass.: NEE (strekt zich niet uit tot de verdediging van zaken of rechten erop) 4. Dreigende of actuele en ernstige aanranding Agressie afwenden of voorkomen Geen geweken, toekomstig of eventueel gevaar Onherstelbare schade
235
voorwaarden voor verweerhandeling
Voorwaarden voor verweerhandeling Subsidiariteit (onmiddellijke noodzakelijkheid van verweer) Geen andere optie (bv. vluchten, politie bellen ...) – geweld als ultimum remedium Kiezen voor minst ingrijpende middelen (bv. niet bij een aanval met licht geweld de aanvaller met machinegeweer neerschieten) In kader van feitelijke omstandigheden: redenering ex ante (niet ex post) Vermoedens noodweerbehoefte: art. 417 Sw. Nachtelijke inbraak (iuris tantum – weerlegbaar) Overval, d.w.z. diefstal met geweld (iuris et de iure? onweerlegbaar?) Evenredigheid (proportionaliteit) tussen aanranding en verweer Niets te maken met relatieve waarde van rechtsgoederen Wel met actie-reactie
236
vermoedelijk beheofte aan noodweerhandeling
Art. 417 Sw. Onder de gevallen van ogenblikkelijke noodzaak van de verdediging worden de twee volgende gevallen begrepen :  Wanneer de doodslag gepleegd wordt, wanneer de verwondingen of de slagen toegebracht worden bij het afweren, bij nacht, van de beklimming of de braak van de afsluitingen, muren of toegangen van een bewoond huis of appartement of de aanhorigheden ervan, behalve wanneer blijkt dat de dader niet kon geloven aan een aanranding van personen, hetzij als rechtstreeks doel van hem die poogt in te klimmen of in te breken, hetzij als gevolg van de weerstand welke diens voornemen mocht ontmoeten; Wanneer het feit plaatsheeft bij het zich verdedigen tegen de daders van diefstal of plundering die met geweld tegen personen wordt gepleegd.
237
reikwijdte aan noodweer met onopzettelijke misdrijven
Bv. persoon die met geweld wordt overvallen wil overvaller enkel verwonden, maar doodt hem (ongewild) Discussie – Cass.: noodweer kan enkel opzettelijke verweerhandelingen rechtvaardigen
238
putatief noodweer
Vermeende situatie van noodweer – schijn – verweerder vergist zich Geen RVG, wel (ev.) SUG (dwaling) (cf. infra)
239
noodweerexces
Schending van subsidiariteit of proportionaliteit Geen RVG, ev. SUG (overmacht) of strafvermindering (bv. uitlokking: art. 411 Sw.)
240
noodtoestand
Conflictsituatie tussen twee SR beschermde rechtsgoederen Bv. ambulance rijdt te snel om leven van patiënt te kunnen redden: conflict tussen verkeersregels en recht op leven Therapeutische abortus Vernieling van afsluitingen door het brandweerkorps dat zo dicht mogelijk bij de brand wil geraken Dader heeft geen uitweg: om een rechtsgoed te beschermen, moet hij een ander schenden, waarbij een van beide dus onvermijdelijk geschonden wordt RVG: schending van minder (of even) belangrijk rechtsgoed om hoger (of gelijk) rechtsgoed te bewaren Geen wettelijke basis Erkend in RS door Cass. als autonome RVG
241
onthulde boevenschuilplaats-arrest cassatie 12 mei 1987
Twee overvallers raken gewond bij een bankoverval Ze contacteren een arts Vriendin van arts waarschuwt de politie Politie vraagt aan arts: “Waar zijn die misdadigers?” Arts schendt beroepsgeheim Arts strafbaar? Volgens Cass.: “Het beroepsgeheim van de arts is niet absoluut en moet soms wijken voor andere belangen. De aanhouding van gevaarlijke gangsters kan een schending van het beroepsgeheim rechtvaardigen”
242
voorwaarden voor noodtoestand
Actueel, zeker en ernstig gevaar Geen nog verwijderd of denkbeeldig kwaad Gevaar voor rechtsgoed dat men moet of mag beschermen Ook materiële of morele belangen (≠ noodweer)! 
243
voorwaarden voor reactie op de noodtoestand
Subsidiariteit Enige weg, geen andere optie dan schenden – ex ante redenering Moet niet de enige mogelijkheid zijn (maar andere mogelijkheden lijken/zijn moeilijker of minder voorspelbaar in het concrete geval) Evenredigheid Proportionaliteit tussen reactie en nood aan beschermen Gevrijwaarde rechtsgoed minstens even belangrijk als opgeofferde
244
noodtoestand beoordeling
Taak van strafrechter om situatie te beoordelen in het licht van alle concrete omstandigheden Ex ante redenering Wat als er een voorafgaande fout van dader is? Sluit RVG niet noodzakelijk uit Maar noodtoestand mag niet opzettelijk veroorzaakt zijn Bv. arts vertrekt te laat naar patiënt en rijdt te snel Putatieve (vermeende) noodtoestand Geen RVG – mogelijk SUG Noodtoestandexces
245
wettig verzet
Overheid bevoegd om in sommige gevallen individuele rechten te bruskeren (bv. aanhouding, fouilleren …) Reactie tegen rechtmatig optreden = misdrijf van weerspannigheid (art. 269 Sw.)
246
Wat bij reacties op onrechtmatig overheidsoptreden? Bv. demonstrant schopt agent die hem zonder enige reden in elkaar slaat
Uitzonderlijke RVG onder 2 voorwaarden: Optreden overheid is flagrant onrechtmatig Onmiddellijke reactie is noodzakelijk Verschil met noodweer? Ook toegelaten tegen flagrant onrechtmatig bevel, zonder dat er een reeds begonnen of dreigende aanval is
247
toestemming benadeelde
Strafwet = publiek recht van openbare orde Bescherming rechtsgoed namens hele gemeenschap In principe geen vrije beschikking mogelijk over SR-beschermde rechtsgoederen Bv. recht op leven, recht op fysieke en seksuele integriteit beneden 16 jaar … Maar: over sommige SR beschermde rechtsgoederen laat WG beschikking toe (= toestemming ontkracht schade aan goederen die ter beschikking van individu zijn) Bv. misdrijven tegen eigendom (diefstal: wegnemen goed met toestemming eigenaar is niet strafbaar) Bv. misdrijven tegen seksuele vrijheid meerderjarigen: geen verkrachting (instemmen met seksuele handeling) Toestemming als RVG? Nee, ontbreken constitutief bestanddeel van misdrijf! Dus verbonden met delictstypiciteit!
248
voorwaarden voor toestemming
Voorwaarden voor toestemming (wanneer mogelijk): Voorafgaand aan feiten (berusting achteraf niet) Vrij Door juiste persoon: Wie wordt beschermd door strafwet? Individuele eigenaar van recht (bv. eigendomsbescherming: individuele v. meerdere eigenaars, derden) Wat met medische onderzoeken of gevechtssporten? Ontbreken van constitutief bestanddeel Noodtoestand Toelating WG (wettelijk voorschrift)
249
bewijslast rvg, wie moet rvg bewijzen?
Verschil tussen bestanddelen en RVG m.b.t. veroordeling Aanwezigheid bewijzen v. afwezigheid bewijzen Probatio diabolica Openbaar ministerie moet niet de afwezigheid van RVG bewijzen Maar bewijslast kan niet bij beklaagde liggen Gevaar voor vermoeden van onschuld Beklaagde heeft aanvoerlast
250
Rechtsvaardigingsgronden: samenvatting
Typisch gedrag: gerechtvaardigd – niet wederrechtelijk Toelaatbaarheidsfunctie Concrete situaties waarbij wederrechtelijkheid geneutraliseerd wordt: Door een wet (art. 70 Sw.) Door een rechtmatig (en rechtmatig uitgevoerd) bevel met wettelijke basis (wettelijk voorschrift, wettelijke bevoegdheid, binnen grenzen van wet en ermee in overeenkomst, art. 70 Sw.) Door een onrechtmatige aanranding tegen de persoon (art. 416 Sw.) Door een gevaar (RS over noodtoestand) Door een onrechtmatig ingrijpen van publieke autoriteiten Door onverantwoordelijkheid parlementairen/regeringsleden Werking in rem
251
volgens het beglische legaliteitsbeginsel
hebben gemeenten een eigen strafwetgevende bevoegdheid. kan een strafbepaling enkel worden uitgevaardigd door de federale wetgevende macht. kan voor bijzondere opsporingsmethoden via ministeriële omzendbrief worden afgeweken van de bepalingen in het Wetboek van Strafvordering. is een progressieve interpretatiemethode niet toegestaan.
252
Bijzondere RVG: onverantwoordelijkheid parlementairen en regeringsleden
Geen vervolging of onderzoek parlementairen of regeringsleden mogelijk n.a.v. mening of stem in uitoefening functie (Art. 58, 101 lid 2, 104, laatste lid en 120 Gw.) Doel: waarborgen onafhankelijkheid en vrijheid van meningsuiting Ook voor federale staatssecretarissen Absoluut (niet ophefbaar), maar beperkt (enkel misdrijven gepleegd bij uiten mening of stemgedrag in uitoefening functie)  Wel: werkzaamheden in vergaderingen, commissies of tijdens parlementaire onderzoekscommissies ... Niet: bijeenkomsten partij, radio en televisie-interviews, gewelddaden of feitelijkheden die niet tot mandaat behoren ...
253
bewijslast rvg
Wie moet RVG bewijzen? Verschil tussen bestanddelen en RVG m.b.t. veroordeling Aanwezigheid bewijzen v. afwezigheid bewijzen Probatio diabolica Openbaar ministerie moet niet de afwezigheid van RVG bewijzen Maar bewijslast kan niet bij beklaagde liggen Gevaar voor vermoeden van onschuld Beklaagde heeft aanvoerlast
254
betekenis schuld 3 verschillende betekenissen
3 verschillende betekenissen: (Materiële) toerekening (obj. delictsbestanddeel): band tussen feit en dader Eén schuldvorm: onachtzame gedraging Verwijtbaarheid (morele toerekening) = 3de constitutief element van misdrijf = negatieve kwalificatie ingesteldheid van dader (in rechte gefundeerde morele toerekening) “Kon er aan doen, had er iets aan moeten doen, heeft er niets aan gedaan” Gericht op concrete dader (in personam) – juridisch oordeel
255
schulduitsluitingsgronden SUG
= Omstandigheden die schuld ontkrachten omdat het nodige cognitieve vermogen en de wilsvrijheid om zich normconform te gedragen niet aanwezig waren of zwaar verstoord waren
256
2 subcategorieen schulduistluitingsgronden
gronden van niet-toerekenbaarheid = incidentele omstandigheden Dwang of overmacht (aantasting ‘wil’) Dwaling (aantasting ‘kennis’) gronden van niet-toerekeningsvatbaarheid (shculdonbekwaam) = afwezigheid cognitieve of psychofysieke vermogens Geestesstoornis Minderjarigheid (dronkenschap?)
257
grondslag SUG
Wettelijke basis: Art. 71 Sw.: “Er is geen misdrijf, wanneer de beschuldigde of de beklaagde op het tijdstip van de feiten leed aan een geestesstoornis die zijn oordeelsvermogen of de controle over zijn daden heeft tenietgedaan of wanneer hij gedwongen werd door een macht die hij niet heeft kunnen weerstaan” Dwang of overmacht + geestesstoornis Art. 14 Jeugddelinquentiedecreet Schuldonbekwaamheid voor minderjarigen Door rechtspraak ontwikkeld: (Onoverkomelijke) dwaling
258
2 vormen overmacht
materiele, morele overmacht
259
overmacht
Art. 71 Sw.: “Er is geen misdrijf […] wanneer hij gedwongen werd door een macht die hij niet heeft kunnen weerstaan” Aantasting wilsvrijheid (volledig) Geldt voor alle misdrijven, ook onopzettelijke
260
materiele overmahct
Fysieke of externe omstandigheden die vrije wil uitschakelen: Door externe factoren Door gedrag van andere mensen (bv. dwang) Onvoorzienbaar en onvermijdbaar Kan vaak ook beschouwd worden als gebrek aan delictstypische gedraging  Bv. verkeersongevallen, natuurfenomenen (bv. ijzel, bliksem), dieren…
261
morele overmacht
Psychologische oorzaak Bv. bestuurder die vluchtende gangsters onder bedreiging van wapen helpt bij vlucht, iemand die terroristen helpt bij aanslag omdat eigen familie door hen gegijzeld wordt, iemand die een ander vermoordt omdat hijzelf anders vermoord zou worden Vrije wil moet volledig uitgeschakeld zijn “Ik kon moreel, psychologisch niet anders” Geen wettige verdediging Geen verweer t. onrechtmatige aanvaller en geen aanval Verschil met noodtoestand Geen afweging tussen rechtsgoederen, wil uitgeschakeld
262
voorwaarden voor relevante dwang
onweerstaanbaar karakter van dwang, dwang mag niet aan dader te wijten zijn
263
Onweerstaanbaar karakter van dwang:
Volledige uitschakeling van wil Wat met groepsdruk? Niet per se onweerstaanbaar Individuele beoordeling (geen bonus pater familias-toets) Maatstaf dat iedereen emoties moet kunnen beheersen Wat met jaloezie, wraak, passie, ambitie...?
264
Dwang mag niet aan dader te wijten zijn:
Cass: “Uit een van de menselijke wil onafhankelijke gebeurtenis die de mens niet heeft kunnen voorzien of voorkomen” Dwangsituatie niet zelf veroorzaakt (tekortkoming aan zorgvuldigheidsplicht) Geen voorafgaande fout Maar enkel indien delictstypische gedraging voorzienbaar
265
dwaling
Aantasting van cognitieve vermogen (≠ dwang: wil) Misvatting over strafrechtelijk relevante normen en/of feiten Niet in Sw., maar ontwikkeld door RS (Cassatie) Van toepassing op alle misdrijven Logische consequentie van andere regels (bv. opzet) Verkeerd denken dat gedrag valt binnen domein van wat toegelaten is 2 algemene vormen: Rechtsdwaling Feitelijke dwaling
266
rechtsdwaling, 2 soorten
Over het bestaan van wet zelf (niet weten dat een SR bepaling bestaat) Over toepassing van wet (niet weten dat een SR bepaling op gedraging van toepassing is) Vermoeden kennis van wet Mala in se (kwaad/misdrijven op zich) tegen mala quia prohibita (kwaad/misdrijven omdat iets verboden is) Complexer strafrecht, met nieuwe misdrijven die een niet-expert soms niet zou kunnen voorzien
267
feitelijke dwaling
Feitelijke dwaling = verkeerde inschatting van feitelijke situatie waarbij een gedraging gesteld wordt Verkeerde inschatting van eigen gedrag of van andere relevante contextuele omstandigheden
268
2 soorten feitelijke dwaling
2 soorten: Puur feitelijk Bv. defecte snelheidsmeter, bv. mens neerschieten die je voor een dier houdt… Feitelijk met juridisch element Bv. polygamie: nieuw huwelijk, vorige niet ontbonden, geen kennisname wegens fout ambtenaar
269
mogelijke uitkomsten feitelijke dwaling
Sluit schuld uit (schulduitsluitingsgrond ) of delictstypiciteit verdwijnt Wanneer? Indien ononverkomelijk (cf. infra) Irrelevant
270
wanneer is dwaling irrelevant?
Over identiteit slachtoffer (error in personam) Niet relevant tenzij bepaalde identiteit constitutief bestanddeel (bv. misdrijven tegen openbare ambtenaren) Over voorwerp misdrijf (error in objecto) Niet relevant Over uitvoering (aberratio ictus, misslag) Niet relevant Over gevolg Niet relevant Over objectieve bestanddelen van gedrag Relevant (maar slechts in bepaalde gevallen, cf. infra) Over verzwarende omstandigheden Relevant (maar slechts in bepaalde gevallen, cf. infra)
271
wanneer is dwaling wel relevant
Criterium: dwaling moet onoverkomelijk (onoverwinbaar) zijn = als uit de omstandigheden kan worden afgeleid dat de beklaagde heeft gehandeld zoals ieder redelijk en voorzichtig persoon zou hebben gehandeld Drempel: objectieve zorgvuldigheidsnorm – Bonus pater familias
272
wanneer is dwaling wel relevant bij rechtsdwaling
Strafuitsluiting voor onoverkomelijke dwaling Onoverkomelijkheid strikt te beoordelen in kader van vermoeden van kennis van SR
273
wanneer is dwaling wel relevant bij feitelijke dwlaing
Feitelijke dwaling Overkomelijke dwaling = gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid Onopzettelijke misdrijven Onoverkomelijk? Ja, anders onachtzaam gedrag – strafuitsluiting Opzettelijke misdrijven Onoverkomelijk? Niet vereist – Geen delictstypiciteit, want geen opzet Bv. neerschieten jachtkompaan i.p.v. everzwijn Idem indien de opzetvereiste betrekking heeft op een verzwarende
274
onovrkomelijke feitelijke dwaling
Onoverkomelijk = geen culpa-loze dwaling Zorgvuldige actie – objectieve drempel (bonus pater familias)
275
Onopzettelijke misdrijven:
Overkomelijke dwaling = onzorgvuldige actie = zelfde standaard van onachtzame gedraging – schuld Onoverkomelijke dwaling = zorgvuldige actie = geen onachtzaamheid – geen schuld
276
Opzettelijke misdrijven:
Onoverkomelijke dwaling = zorgvuldige actie = geen opzet – geen schuld Overkomelijke dwaling = onzorgvuldigde actie = geen direct opzet (gebrek aan kennis) Wel onachtzaamheid (indien misdrijf ook bestraft als onopzettelijk) Opzettelijke onzorgvuldige actie (wilful blindness) = dolus eventualis
277
Dwaling over wederrechtelijkheid
= Ten onrechte denken dat rechtvaardigingsgrond aanwezig is Putatief noodweer, putatieve noodtoestand, putatieve uitvoering van bevel … niet de regels van de rechtvaardigingsgronden, maar wel de regels van de dwaling zijn van toepassing Bv. ten onrechte menen dat men rechtmatig bevel uitvoert Uitvoering schijnbaar rechtmatig bevel door ambtenaren (artikelen 152 en 260 Sw.); Bevel behoort tot bevoegdheid meerdere; Correct uitgevoerd; Ondergeschiktheid m.b.t. dit bevel; Niet manifest onwettig Indien onoverkomelijk – schulduitsluitingsgrond Indien overkomelijk – onopzettelijk misdrijf of exces RVG
278
schuldonbekwaamheid
Eigenschap van de dader die hem psychofysisch of cognitief ongeschikt maakt om normconform gedrag te stellen Niet geschikt voor normbesef (kan normen niet kennen, begrijpen) Niet geschikt voor normconform gedrag (kent normen, maar kan zijn gedrag niet controleren)
279
minderjarigheid: achtergrond
Zijn minderjarigen voldoende bewust? Schuldonbekwaam Is bestraffing van minderjarigen zinvol? Educatieve benadering voor minderjarigen Geen straffen, maar educatieve sancties, aandacht voor familiale context Wetsgeschiedenis Wet 15 mei 1912 op de Kinderbescherming; Wet 8 april 1965 betreffende de Jeugdbescherming (= de «Jeugdwet»); wetten van 15 mei en 13 juni 2006 (wijzigde de Jeugdwet uit 1965); Jeugdelinquentiedecreet 15 februari 2019 (in werking sinds 01/09/2019)
280
basisprincipes minderjarigheid
Beneden 12 jaar: absolute schuldonbekwaamheid – jeugdrechter (art. 4 Jeugddelinquentiedecreet) Tussen 12-16 jaar: In Vlaanderen apart jeugddelinquentierecht met jeugdmaatregelen (waarvan sommige sancties) - jeugdrechter Gaat uit van een zekere schuldbekwaamheid, maar geen echte strafsancties uit gemeen strafrecht Tussen 16-18 jaar: A. Verkeersmisdrijven (art. 5 Jeugddelinquentiedecreet) Regel: gemeen strafrecht Opt-out: uit handen geven – jeugdrechter B. Andere misdrijven (art. 57bis Jeugdwet; in de toekomst art. 38 Jeugddelinquentiedecreet) Regel: jeugddelinquentierecht – jeugdrechter Opt-out: uit handen geven – gemeen strafrecht
281
uithandengeving, 2 opties
a) Niet-correctionaliseerbare misdaden: hof van assisen (GwH: ongrondwettig, nu speciaal opgeleide rechters erbij) b) Wanbedrijven en correctionaliseerbare misdaden: Bijzondere kamer van de jeugdrechtbank die regels gemeen SR en SPR toepast
282
uithandengeving subsidiair
Sancties uit art. 29, §2 Jeugddelinquentiedecreet niet geschikt en aan voorwaarden art. 38 voldaan  Beslissing met redenen omkleed ‘uit handen kan geven’ OM vervolgt minderjarige als meerderjarige
283
verkeersmisdrijven voor midnerjarigen
Artikel 5 Jeugddelinquentiedecreet 2de uitzondering minderjarigen schuldonbekwaamheid Minderjarigen meer dan 16 op moment van feit:  Voor overtreding van Wegverkeerswet (Verkeersongevallen en verzekering) REGEL: OM vervolgt – gewone strafrechtbanken en -hoven REGEL: Toepassing gemeen SR Tenzij strafrechter uit handen geeft Dan kan Openbaar Ministerie voor jeugdrechter brengen als het een beschermingsmaatregel of –sanctie geschikter acht SR niet subsidiair aan jeugdrechter
284
geestestoornis 2 relevante wetsbepalingen
art 71 sw, art 9 interneringswet
285
Probleem verminderde toerekeningsvatbaarheid:
Controle slechts gedeeltelijk verloren art. 71 Sw. niet van toepassing
286
Geestesgestoorde delinquenten misdrijf gepleegd maar soms/vaak gevaarlijk
Art. 71 Sw. niet van toepassing op geestesgestoorde delinquenten die toch gevaarlijk zijn voor maatschappij
287
Beveiligingsmaatregelen
Wet Bescherming Maatschappij tegen abnormalen en de gewoontemisdadigers (1964) – opgeheven in 2016 Wet internering (2014) – aangepast door Poutpourri III Internering – beveiligingsmaatregel onbepaalde duur
288
3 voorwaarden voor internering
1) Gedraging = misdaad of wanbedrijf die fysieke/psychische integriteit derden aantast/bedreigt 2) Geestesstoornis op moment van beslissing (niet van feiten!) 3) In staat van sociale gevaarlijkheid
289
Internering heeft voorrang Eerste stap: is art. 9 Interneringswet van toepassing? Zo niet    tweede stap: voorwaarden van art. 71 vervuld? Toepasbaarheid art. 71 Sw. = buiten de gevallen van art. 9 Interneringswet 3 gevallen:
Geestesgestoorden die misdrijf hebben gepleegd dat geen aantasting of bedreiging betekende van de fysieke of psychische integriteit van derden Geestesgestoorde daders die op het ogenblijk van beslissing niet meer aan geestesstoornis lijden Geen gevaar meer dat persoon nieuwe feiten zal plegen
290
Intoxicatie (dronkenschap/drugs)
Mogelijke oplossingen – 3 opties: Ziekte: Toepassing art. 71 Sw. Internering Probatie Onvrijwillige dronkenschap of intoxicatie Toepassing art. 71 Sw. (dwang – analogie in bonam partem) Vrijwillige dronkenschap of intoxicatie (cf. infra)
291
vrijwillige dronkenschap
Leer van actio libera in causa: Rechter gaat schuld na op het moment vóór intoxicatie (“Wat speelde toen in hoofd van dader?”)
292
Dader bedrinkt/drogeert zich met de bedoeling een opzettelijk misdrijf te plegen
Dader pleegt opzettelijk misdrijf  schuldig aan opzettelijk misdrijf (dronkenschap is middel om misdrijf te plegen)
293
. Dader bedrinkt/drogeert zich en pleegt onopzettelijk misdrijf
Schuldig? Ja, wegens gebrek aan voorzichtigheid i.v.m. intoxicatie Dader had moeten voorzien dat intoxicatie tot het plegen van misdrijven kan leiden
294
Bijzondere vorm van schuldonbekwaamheid: Onverantwoordelijkheid Koning (art. 88 Gw.)
Geen onderwerping aan strafrechtelijk onderzoek, geen vervolging & geen veroordeling mogelijk (the King can do no wrong) Ministers verantwoordelijk Onbeperkt (voor alle misdrijven) en absoluut (niet ophefbaar)
295
verschil tussen rvg en sug
Rechtvaardigingsgrond: Dit is een gedraging in overeenstemming met het recht, is rechtmatig (hoewel met een delictstypisch feit overeenkomt) Al wie erbij betrokken is, blijft straffeloos (werking in rem, slaat op de situatie, de zaak. Dus ook deelnemers!) Ook geen burgerlijke aansprakelijkheid, geen fout Schulduitsluitingsgrond: Gedraging niet in overeenstemming met recht, onrechtmatig Alleen niet verwijtbaar aan persoon waarop schulduitsluitingsgrond van toepassing, alleen hij blijft straffeloos, de andere betrokkenen blijven strafbaar (werking in personam) Kan dat persoon niet gestraft wordt, maar toch aansprakelijk is voor schade
296
verschoningsgronden
Strafwaardigheid => uitsluitende verschoningsgronden 2 types verschoningsgronden: Strafuitsluitende (afdoende, beslissende) verschoningsgronden Die straf uitsluiten of opheffen Alleen voor bepaalde misdrijven Strafverminderende verschoningsgronden Die strafmaat verminderen (let op: denaturatie mogelijk) Bv. art. 411, 412, 414 Sw.; Art. 12 Sw. (minderjarig) Invloed op straftoemeting
297
Strafuitsluitende verschoningsgronden dwingend karakter
strafrechter verplicht VSG toe te passen (ook ambtshalve, geen discretionaire marge) Kan leiden tot onontvankelijkheid van strafvordering OG  niet verwijzen naar vonnisgerecht en VG  mag niet straffen
298
strafuitsluitende verschoningsgronden belangrijkste types
Aangifte aan overheid (Art. 136, 192, 300, 304 en 326 Sw.) Onderwerping aan overheid (Art. 134 en 273 Sw.) Herstel van schade (Art. 490bis, derde lid en 509, tweede lid Sw.) Bloed- en aanverwantschap (Art. 121, 339, 341, 462 en 504 Sw.) En ook: Inzetgebonden misdrijven bij bijzondere opsporingsmethoden (BOM, art. 47quinquies, §2 Sv.)
299
aangifte aan overheid
Samenspanning Meestal zware misdrijven (bv. samenzwering tegen Staat) Opportuniteitsreden (bijzonder en persoonlijk) Voorwaarden verschillen naargelang het misdrijf ‘Terugkerende’ voorwaarden: Aangifte voor vervolging (simpele bekentenis) Voor misdrijf voltrokken of soms zelfs voor enige poging (preventie!) Aan de overheid (niet bepaald) Juist en volledig (aangever moet alles bekennen)
300
su verschoningsgronden en familie, misdrijven tegen eigendom van familie
Geen straf bij bepaalde eigendomsmisdrijven tegen bloed- of aanverwantschap Bv. diefstal (art. 462 Sw.), misbruik van vertrouwen (art. 492 Sw.), oplichting (art. 496 Sw.) bedrog (art. 498-499 Sw.) + analogie (afpersing, heling, vernieling…)  Wel burgerrechtelijke gevolgen (cf. supra) Familiale band op moment van feiten Niet tussen collateralen (slechts bloed- en aanverwanten in rechte lijn) Samenwonenden? Vergelijkbaar? Nee (GwH 19 sept 2007) Persoonlijk karakter
301
SU verschoningsgronden en familie Hulp aan familie
Hulp aan familielid dat misdrijf heeft gepleegd wordt verschoond Bv. verschillende soorten van verbergen (verbergen van vervolgden of veroordeelden, verbergen van lijk … Zie art. 121, 339, 340, 341 Sw.) Oplossen conflict tussen familiale banden en wet eerbiedigen Persoonlijk karakter
302
Herstel van schade  
In principe geen invloed op strafbaarheid Wel mogelijke invloed op straftoemeting Maar wel in sommige gevallen: art. 509, tweede lid Sw. (wisselruiterij) en art. 490bis Sw. Soms objectief (in rem, geldig voor alle betrokkenen) Soms persoonlijk (art. 490bis Sw., derden)
303
Onderwerping aan overheid (art. 134 en 273 Sw.)
Gelijkaardig aan aangifte – bendeleden die onderwerpen Enkel voor minst schuldigen: niet voor bevelvoerder of andere leidinggevende persoon Bij eerste waarschuwing of nadien zonder tegenstand (check strafwet!)
304
Inzetgebonden misdrijven bij BOM
Undercoverpraktijken – dekmanteloperaties Bepaalde misdrijven (art. 47quinquies § 2 Sv.) “Blijven vrij van straf de politieambtenaren die, in het kader van hun opdracht en met het oog op het welslagen ervan of ter verzekering van hun eigen veiligheid of deze van andere bij de operatie betrokken personen, strikt noodzakelijke strafbare feiten plegen, mits uitdrukkelijk akkoord van de procureur des Konings” Niet ernstiger dan voorkomende feiten, noodzakelijk evenredig Ook magistraten Verkeersmisdrijven door politiemensen (art. 47quinquies § 5 Sv.) Burgerinfiltratie (art. 47novies/1 §3 Sv.)
305
Weg naar misdrijf” (iter criminis)
Weg loopt vanaf het ogenblik waarop de dader het voornemen heeft gemaakt om een misdrijf te plegen tot op het ogenblik van voltooiing van het misdrijf Maar het kan gebeuren dat weg naar misdrijf onderbroken wordt Uitvoering verhinderd door onvoorziene omstandigheden Bv. dader opgepakt door de politie Bv. handeling van dader mislukt
306
Voltooide misdrijven =
misdrijven waarbij alle in delictsomschrijving voorkomende delictstypische bestanddelen voorhanden zijn
307
Onvoltooide delictsvormen =
gedragingen die niet ten volle de delictsinhoud van een misdrijf vervullen
308
Onvoltooide misdrijven =
onder alle vereiste delictsbestanddelen Gedragingen die niet ten volle de delictsinhoud van een misdrijf vervullen Strafbaar? Neen, want feit (gedrag) niet volledig typisch Tenzij ondubbelzinnig dat het om POGING tot misdrijf gaat
309
Waarom straffen poging?
Poging als teken van gevaar voor beschermde waarden Waarom wachten? Preventieve boodschap: ook een begin van misdrijf kan strafbaar zijn en wordt gestraft!
310
strafbare poging in strafwetbeok
art 51 SW Strafbare poging bestaat, wanneer: Het voornemen om een misdaad of een wanbedrijf te plegen Zich heeft geopenbaard door uitwendige daden die een begin van uitvoering van die misdaad of van dat wanbedrijf uitmaken En alleen ten gevolge van omstandigheden, van de wil van de dader onafhankelijk, zijn gestaakt of hun uitwerking hebben gemist. 
311
Componenten van poging
Wettelijke componenten van poging belangrijk om legaliteitsbeginsel te respecteren: 1. Voornemen 2. Uitwendige daden die begin van uitvoering zijn 3. Buiten de wil van de dader Onvrijwillig gestaakte poging (onvoltooide poging) Mislukt misdrijf (voltooide poging)
312
voornemen
Voornemen om bep. misdaad of wanbedrijf te plegen Opzet (subj. typiciteit) = zoals voltooide misdrijven Geen poging tot: Onopzettelijke misdrijven Door het gevolg gekwalificeerde misdrijven Overtredingen (te onbelangrijk) Hoe kan men het bestaan van een voornemen bewijzen? Gedraging (eenduidige gedraging)
313
uitwenidge daden. diebegin van uitvoering zijn
Voornemen moet zich openbaren Door uitwendige daden Geen loutere gedachte Strafrecht is geen opiniestrafrecht Kwade wil onvoldoende Materieel element nodig – louter voornemen niet strafbaar Poging tot schuldig verzuim? Nee (voorbereidingsfase irrelevant – voltooiing op moment handelingsplicht) – (“ALLES OF NIETS”)
314
begin van uitvoering plan of begin van uitvoering msidrijf?
2 antwoorden: Subjectieve benadering Elke daad die “natuurlijk en als vanzelfsprekend een bestanddeel van de verwezenlijking van dit voornemen vormt” Begin van uitvoering van concrete voornemen dader Objectieve benadering Elke daad die gevaar oplevert voor de rechtsgoederen en rechtsbelangen – begin van misdrijf Voorbereidingshandeling = multi-interpretabele handeling
315
Voorbereidingshandeling =
multi-interpretabele handeling v. uitvoeringsdaden = handelingen die ondubbelzinnig strekken tot het plegen van een bepaald strafbaar feit
316
poging zoals voltooid misdrijf
In sommige gevallen valt begin van uitvoering samen met voltooid misdrijf Bv. Art. 374 Sw. “Aanranding bestaat, zodra er een begin van uitvoering is” In andere gevallen voorbereidingshandelingen op zich gestraft Bv. vervalsen van sleutels (488 Sw.) Bv. (onrechtmatig) bezit hackingtools (550/5-bis Sw.) Bv. (onrechtmatig) bezit wapen, ontploffingsmiddelen In andere gevallen (cf. infra), verschillende misdrijven maar zelfde straf
317
niet voltooiien van misdrijf doo rpersoonlijke en vrijwillige keuze dader
Vrijwillig gestaakte poging/vrijwillige terugtred = niet strafbaar Maar wel mogelijk: aparte misdrijven (cf. supra)
318
niet voltooiien van misdrijf, door omstandhieden nonafhenklijk wil van de dader
Onvrijwillig gestaakte poging (eigenlijke/gewone poging) Uitwendige oorzaak: bv. tussenkomst van derde; bv. inbreker geraakt niet binnen; brandkast te stevig… Combinatie met inwendige oorzaak? RS streng: spontane terugtred
319
niet voltooiien van misdrijf door mislukking
Mislukt misdrijf of vruchteloze poging Gelijkgesteld met onvrijwillig gestaakte poging! Begin van uitvoering – bv. schieten en missen Cf. ondeugdelijke poging (infra)
320
Ondeugdelijke poging
Uitvoering/voltooiing= onmogelijk door ondeugdelijkheid poging Ondeugdelijk voorwerp (bv. schieten op lijk) Ondeugdelijk middel (bv. vergiftigen met onschuldig product)
321
Absoluut v. relatief ondeugdelijke poging
Absoluut = in elk geval Relatief = in het concrete geval (toevallig) Bv. diefstal maar lege kast
322
Putatief (vermeend) misdrijf
Bv. ‘diefstal’ met instemming dader of van eigen goed, ‘ontvoering’ met instemming Verschil met ondeugdelijk misdrijf: wel mogelijk om materiële (kern)gedraging te stellen Geen begin van uitvoering in zin art. 51 Sw. Delictsomschrijving ontbreekt – gedrag niet typisch!
323
straffen
Algemene regel: Lichtere straf voor poging dan voor voltooide misdrijven Art. 52 Sw.: “Poging tot misdaad wordt gestraft met de straf die, overeenkomstig de artikelen 80 en 81, onmiddellijk lager is dan die gesteld op de misdaad zelf. De pogingen tot misdaden die strafbaar zijn met levenslange opsluiting of levenslange hechtenis worden echter respectievelijk gestraft met twintig jaar tot dertig jaar opsluiting of met twintig jaar tot dertig jaar hechtenis.” Uitzonderingen: Poging gestraft zoals voltooid misdrijf Art. 136septies Sw.: poging tot genocide of andere misdrijven tegen mensheid Art. 550bis Sw.: poging tot hacking
324
strafbaarheid Poging tot misdaad:
Misdaad = zoals bepaald in strafwet Altijd strafbaar Artikelen 80-81 Sw.: onmiddellijk lagere straf Art 52 Sw.: levenslange opsluiting  20-30 jaar
325
strafbaarheid poging tot wanbedrijf
Art 53 Sw.: enkel strafbaar indien uitdrukkelijk bepaald Bijzondere wetsbepaling voorziet ook de straf
326
strafbaarheid poging tot overtreding
Niet strafbaar Tenzij bijzondere bepalingen
327
componenten van poging
Wettelijke componenten van poging belangrijk om legaliteitsbeginsel te respecteren: 1. Voornemen 2. Uitwendige daden die begin van uitvoering zijn 3. Buiten de wil van de dader Onvrijwillig gestaakte poging (onvoltooide poging) Mislukt misdrijf (voltooide poging)
328
daderschap
een plan pleegt het geheel van verboden gedrag
329
deelneming
twee of meer personen plegen het verboden gedrag samen
330
voorwaarden van deelneming
In concreto strafbaar hoofdfeit Deelnemingsgedraging (zie art. 66-67 Sw.) Mededaders (rechtstreeks betrokkene) Uitvoerders, rechtstreekse medewerkers, noodzakelijke helpers, zedelijke daders Medeplichtingen Middelen verschaffen, nuttige helpers, inlichtingen Deelnemingsopzet Wetens en willens medewerking/hulp
331
noodzaak hoofdmisdrijf (misdaad of wanbedrijf)
Deelneming vereist hoofdmisdrijf (misdaad of wanbedrijf) Bv. deelneming aan zelfmoord/wettelijke abortus: geen strafbaar hoofdfeit, dus geen strafbare deelneming (tenzij art. 422bis Sw.)
332
Deelneming aan onthoudings-/omissiemisdrijf?
Ja, maar niet alle vormen mogelijk (bv. verschaffen middelen)
333
Deelneming aan poging?
Ja, indien strafbare poging Begin van uitvoering van één deelnemer voldoende (ook al slechts voorbereidingshandelen voor die anderen)
334
Poging tot deelneming?
Nee, want geen hoofdfeit of geen deelnemingsgedraging Mislukt of geen verband tussen daad van deelneming en hoofdmisdrijf)
335
Hoofdmisdrijf in concreto strafbaar
Afwezigheid gronden in rem die strafbaarheid feit uitsluiten RVG, sommige amnestie in rem, afstand klacht bij klachtmisdrijf ... Niet nodig dat hoofddader effectief wordt vervolgd en gestraft SUG VSG Op de vlucht / niet vervolgd Seponering (cf. infra) of minnelijke schikking (cf. infra) Vrijgesproken in afzonderlijk strafvordering (relativiteit SR gewijsde, cf. infra) of verschillende kwalificatie Let op: vrijspraak niet mogelijk in geval van gezamenlijke vervolging
336
deelnemingsgedraging objectief delictsbestanddeel
≠ objectief delictsbestanddeel van hoofdmisdrijf! (deelneming = uitbreiding strafbaarheid!)
337
Mededaderschap (art. 66 Sw.) – (Rechtstreeks)
Materiële bijdrage: uitvoering, noodzakelijke hulp ‘Misdrijf had niet kunnen worden gepleegd’ Morele bijdrage: plannen/uitdenken, uitlokken, aanzetten Materiële daders (art. 66, lid 2 Sw.) Uitvoerders Rechtstreekse medewerkers Noodzakelijke helpers (art. 66, lid 3 Sw.) Noodzakelijke medewerkers (in concreto) Zedelijke daders (art. 66, lid 4 en 5 Sw.) Individuele aanzetting (uitlokking) Openbare aanzetting (uitlokking)
338
medeplichtigheid
67 SW Materiële bijdrage: voorbereiding, vergemakkelijking, voltooiing van misdrijf, nuttige hulp Morele bijdrage: inlichtingen, raadgeving Art. 67 Sw.: medeplichtigen Morele (art. 67, lid 2 Sw.) Materiële (art. 67, lid 3 Sw.) Nuttige hulp (art. 67, lid 4 Sw.)
339
Materiële daders (Art. 66, lid 2 Sw.)
Uitvoerders Verboden gedrag gesteld Rechtstreekse medewerkers Voerde misdrijf mee uit, maar handelen valt niet noodzakelijk onder delictsomschrijving
340
Noodzakelijke helpers (Art. 66, lid 3 Sw.)
Noodzakelijke medewerkers Zonder hun hulp misdrijf onmogelijk – in concreto beoordeling
341
Zedelijke daders (Art. 66 lid 4 en 5 Sw.)
Individuele aanzetting (uitlokking): Individueel, bijzonder, rechtstreeks, met uitwerking, door genoemde middelen – ook politionele uitlokking! ≠ infiltratie Openbare aanzetting (uitlokking) =individuele aanzetting ≠ openbaar ≠ andere middelen
342
Gewone onthouding
Bv. betrokkene was louter passieve toeschouwer
343
Gekwalificeerde onthouding
Stilzitten dat positieve aanmoediging tot het plegen van misdrijf was Noodzakelijk – mededader Nuttig – medeplichtiger Plicht om te handelen
344
deelnemingsopzet
Subjectief delictsbestanddeel’ van deelnemingsgedraging Wetens en willens verlenen van medewerking/hulp tot het bereiken van een gemeenschappelijk strafbaar doel = Wilsovereenstemming om aan welbepaald misdrijf mee te werken of helpen
345
≠ subjectief delictsbestanddeel van hoofdmisdrijf
Niet vereist: bijzonder opzet (ook al vereist voor hoofdfeit) Deelnemer moet weten dat dader van hoofdfeit met bijzonder opzet handelt Op de hoogte van alle omstandigheden
346
Deelneming aan onopzettelijke misdrijven? Onopzettelijke bijdrage?
Allebei onmogelijk! Geen wilsovereenstemming
347
inadequate wilsovereenstemming
Misdrijf zoals gepleegd was niet zoals afgesproken Misdrijf in concreto uitgevoerd is verschillend van gepland misdrijf (Onbepaald misdrijf? Deelnemer altijd strafbaar) Misdrijf op andere wijze gepleegd of met objectieve verzwarende omstandigheden (partiële discordantie) Deelnemer strafbaar Ander misdrijf dan vooropgesteld (verschillende constitutieve bestanddelen) Volstrekt ander misdrijf? Deelnemer straffeloos Zelfde aard? Lichter of zwaarder? Lichter? Deelnemer strafbaar (lichter inbegrepen in zwaarder) Zwaarder? Geen straf Ander slachtoffer Vraag = was identiteit expliciet onderdeel van afspraak? Dwaling – strafbaarheid
348
bestraffing deelnemer, mededaders
zelfde (wettelijke) strafmaat als dader, maar persoonlijke straftoemeting
349
bestraffing deelnemer, medeplichtigen (art 69 Sw)
Aan misdaad: art. 80-81 Sw. (cf. poging tot misdaad)  (LL opsluiting/hechtenis  20-30 jaar opsluiting/hechtenis [art 69 Sw.]) Aan wanbedrijf: max. 2/3 van maximale straf dader  Ook hier persoonlijke STM (VO, strafverminderende VSG, persoonlijke verzw. O., etc. – cf. infra)
350
Deelneming aan poging?
Zeker mogelijk voor onvrijwillig gestaakte poging en mislukt misdrijf (cf. supra)
351
Vrijwillig gestaakte poging?
Terugtred van alle deelnemers: geen straf Terugtred van één deelnemer: Begin van uitvoering? Voor of na begin van uitvoering? Strafbaar indien uitvoering begonnen of indien voorbereidende hulp gebruikt door andere deelnemers in uitvoering
352
Herroeping aanzetter?
Hoofddader op de hoogte of niet? Uitzonderlijk kan aanzetter gestraft worden ook indien hoofddader op de hoogte
353
Heling van misdadigers (art. 68 Sw.)
Vorm van medeplichtigheid of apart misdrijf?
354
Artikelen 66-69 Sw. van toepassing op:
Misdaden en wanbedrijven uit Boek II Sw. Niet op overtredingen! Wanbedrijven uit het gemeenschaps- en geweststrafrecht (artikel 11 BWHI) Bepalingen die regels deelneming uitdrukkelijk toepasselijk verklaren Hof van Cassatie: artikel 66, lid 2 en 3 Sw. = definitie daderschap (materiële daders en noodzakelijke medewerkers)  alle misdaden en wanbedrijven
355
Aparte regels voor drukpersmisdrijven (cf. supra) Regels deelneming
wel van toepassing op andere personen of personen uit art. 25 GW. in andere hoedanigheid
356
Gevolgloze aanzetting: misdrijf op zich
Wet 7 juli 1875: “Hij die aanbiedt of voorstelt een misdaad te plegen waarop de doodstraf of dwangarbied is gesteld” Wet 25 maart 1891 – openbare of collectieve aanzetting Art. 136septies Sw: aanzetting tot internationale misdrijven Art. 246 Sw.: doen van corrupt voorstel Art. 550bis § 6 Sw.: aanzetten tot hacking
357
Societas delinquere non potest
Onmogelijk want kunnen niet handelen
358
Societas delinquere potest sed puniri non potest
Onmogelijk om rechtspersonen in hechtenis te zetten
359
welke rechtspersonen Artikel 5 Sw. lid 2
Met rechtspersonen worden gelijkgesteld:   1° tijdelijke handelsvennootschappen en stille handelsvennootschappen   2° vennootschappen bedoeld in artikel 2, §4, tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen, alsook handelsvennootschappen in oprichting;   3° burgerlijke vennootschappen die niet de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen.
360
Geen immuniteit meer voor enkele publiekrechtelijke rechtspersonen
de federale staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, … (zie oude versie artikel 5 lid 3) oorpsronkelijk uitgesloten - rechtstreeks democratisch verkozen orgaan (GWH 10 juli 2002, nr. 127(2002))
361
Wettelijke toerekening
Bepaling van verantwoordelijke persoon: bestuurders, zaakvoerders, werknemer, werkgever, lasthebbers … Wetgever bakent kring van potentiële verantwoordelijken af
362
Materiële toerekeningscriteria – art. 5, lid 1 Sw. 3 alternatieve criteria:
Intrinsiek verband met doel RP Intrinsiek verband met belangen RP Niet alleen economische of financiële Voor rekening van RP
363
Morele toerekening
Schuld? Rekening houden met kenmerken RP Opzettelijke beslissing of nalatigheid op niveau RP
364
gekwaliceerde onthouding
Stilzitten dat positieve aanmoediging tot het plegen van misdrijf was Noodzakelijk – mededader Nuttig – medeplichtiger Plicht om te handelen
365
Gewone onthouding
Bv. betrokkene was louter passieve toeschouwer
366
Strafvordering, Wat is het doel van de strafvordering?
Gericht op straffen/sanctioneren van misdrijf Voorwerp = straf of maatregel Door OM (enkele uitz.) in naam van // Waarheidsvinding: “waarheid aan de dag te brengen” (28novies lid 5, 35, 36, 46quinquies, 47sexies, 47octies, 61sexies… Sv.) Wat is de juiste manier om de waarheid te vinden? Maar niet tegen elke prijs ... Fundamentele rechten moeten altijd    gewaarborgd zijn (hoewel ze de  waarheidsvinding zouden kunnen bemoeilijken) maatschappij
367
Burgerlijke vordering
Misdrijf veroorzaakt vaak schade (niet altijd!) Gericht op herstel van schade Voorwerp = schadevergoeding slachtoffer Door BP = slachtoffer dat aan bepaalde formele vereisten voldoet Uitz. ook door OM (teruggave)
368
sanctie
Instrument om naleven van regels te bevorderen of af te dwingen Negatieve sanctie – nadeel wegens overtreding/nalaten een regel na te leven Positieve sanctie – voordeel wegens naleving regel
369
straffen volgens belgisch grondwet
Art.14 GW.: “Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet.” Straf: ruimere draagwijdte Bijvoorbeeld ook toegepast bij internering (een maatregel ter bescherming van de maatschappij)
370
straffen volgens belgisch strafrecht (enge zin)
Geen omschrijving in de wet Enkel (onvolledige) opsomming: Art. 7 Sw. (NP) Art. 7bis Sw. (RP) RS, RL: “Leed dat door rechterlijke macht wordt opgelegd als sanctie voor een misdrijf” – ongeschikte definitie
371
straffen volgens EVRM & EHRM Autonome interpretatie
Kwalificatie naar intern recht: Positief -> dan beslissend (Belgische straf => ook EVRM straf) Maar negatief -> niet beslissend (geen straf Belgisch recht ≠> geen straf EVRM: kan toch als EVRM-straf worden beschouwd)
372
3 criteria engel criteria
Interne kwalificatie (zie hierboven) Aard inbreuk Aard en zwaarwichtigheid van sanctie
373
straffen kenmerken
Wettelijk (legaliteitsbeginsel) Verplicht (niet afzien van straf buiten wettelijke gevallen) (uitz. art. 21ter V.T.Sv., minnelijke schikking) Persoonlijk (geen straf voor andermans daden) Individueel (gericht op individuele dader) – geen solidariteit (art. 39 Sw.) Rechterlijk karakter
374
straffen indelingen
3-delige indeling o.b.v. misdrijf: crimineel, correctioneel en politie Volgens strafbaar rechtssubject: NP en RP Hoofdstraffen en bijkomende straffen Vervangende straffen Gemeenrechtelijke v. politieke straffen (opsl. v. hecht.)
375
Hoofdstraffen (zelfstandig)
Vrijheidsstraf Straf onder ET Werkstraf Autonome probatiestraf Geldboete
376
Bijkomende straffen (samen met hoofdstraf)
bijzondere verbeurdverklaring, geldboete, tbs, de ontzetting uit bepaalde rechten, de afzetting, de bekendmaking van arresten
377
cumulverbod :
slechts 1 hoofdstraf
378
hoofdstraffen natuurlijke personen
Vrijheidsstraf Straf onder ET Werkstraf Autonomie probatiestraf Geldboete
379
rechtspersonen de hoofdstraffen
geldboete, "eenvoudige schuldigverklaring" bij bepaalde publiekrechtleijke rechtspersonen -> 30 juli 2018
380
hoofdstraffen criminele
opsluiting, hechtenis
381
hoofdstrappen correctionele natuurlijke personen
Gevangenisstraf ≥ 8 dagen Straf onder ET (SoET) met minimum van 1 maand Werkstraf ≥ 46 uren Autonome probatiestraf (APS) ≥ 1 jaar (365 of 366 dagen) Geldboete ≥ 26 €
382
hoodstraffen NP politiezaken
Gevangenisstraf < 8 dagen SoET < 8 dagen (MAAR minimum van 1 maand)-> politiestraffen onder ET geschrapt door wet 11 ju;i 2018 Werkstraf > 20 < 46 uren Geldboete < 26 € APS ≤ 12 maanden (360 dagen)  < 1 jaar
383
hoodstraffen NP politiezaken
Gevangenisstraf < 8 dagen SoET < 8 dagen (MAAR minimum van 1 maand)-> politiestraffen onder ET geschrapt door wet 11 ju;i 2018 Werkstraf > 20 < 46 uren Geldboete < 26 € APS ≤ 12 maanden (360 dagen)  < 1 jaar
384
hoodstraffen natuurlijke personen gemeenschappelijk
Geldboete (indien niet met een vrijheidsstraf, SoET, werkstraf of APS uitgesproken)
385
bijkomende straffen (samen met hoofdstraffen) natuurlijke personen
de bekendmaking van vonnissen/arresten, de afzetting, de ontzetting uti bepaalde rechten, de tbs, de geldboeten, de bijzondere verbeurdverklaring, (bijzondere wetten)
386
de straffen (samen met hoofdstraf) rechtspersonen
de ontbinding, tijdelijk of definitief verbod werkzaamheden, tijdelijke of definitieve sluitign. vaninrichting, de bekendmaking van beslissingen, de bzijodnere verbeurdverklaring
387
bijkomende straffen NP voor misdaden
Bekendmaking bepaalde arresten (art. 18 Sw.) en de afzetting (art. 19 Sw.)
388
2) Voor misdaden en wanbedrijven: bijkomende straffen NP
Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten (art. 31 e.v. Sw.) Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (art. 34bis – 34quinquies Sw.)
389
3) Voor de drie categorieën van misdrijven bijkomende straffen NP
Geldboete (samen met vrijheidsstraf, werkstraf …) Bijzondere verbeurdverklaring (art. 42‑43quater Sw.).
390
bijkomende straffen rechtspersonen; voor alle misdrijven : bijzondere verbeurdverklaing. enkel voor misdaden en wanbedrijven
1) Ontbinding (art. 35 Sw.) 2) Tijdelijk of definitief verbod werkzaamheid die deel van maatschappelijk doel rechtspersoon (art. 36 Sw.) 3) Tijdelijke of definitieve sluiting een of meer inrichtingen rechtspersoon (art. 37 Sw.) 4) Bekendmaking of verspreiding beslissing (art. 37bis Sw.) Publiekrechtelijke personen: eenvoudige schuldigverklaring!
391
vervangende straffen
In de plaats van andere straf als die niet (goed) wordt uitgevoerd Rechter moet vervangende straf meteen al voorzien in origineel vonnis: Gevangenisstraf bij geldboeten (art. 40 Sw.) GB of GVS bij werkstraf (art. 37quinquies §1 Sw.) of APS (art. 37octies §1, lid 3 Sw.). Enkel GVS (geen GB!) bij SoET (art. 37ter §1 Sw.) Bijzonder strafrecht: soms nog andere vb. GB vervangend rijverbod (art. 69bis Wegverkeerswet)
392
Levenslang opsluiting (art. 8 Sw.) of hechtenis (art. 10 Sw.)
Levenslang: menselijk? (EHRM: niet als er geen kans is om vrijheid te verkrijgen na 20 jaar) Levenslang: niet voor minderjarigen (art. 12 Sw.) – strafverm.VG
393
Tijdelijke opsluiting (art. 9 Sw.) of hechtenis (art. 11 Sw.)
Potpourri II – nieuw maximum: veertig jaar (nog geen corresponderende misdaad) Maximum nog verhoogbaar in sommige gevallen (bv. meerdaadse samenloop
394
Maximum GVS:
Wanbedrijven: 5 jaar (behoudens andersluidende bepalingen) Gecorrectionaliseerde misdaden: strafschalen in art. 25 Sw.: Max. 5 jaar voor opsl. 5-10 jaar Max. 10 jaar voor opsl. 10-15 jaar Max. 15 jaar voor opsl. 15-20 jaar Max. 20 jaar voor opsl. 20-30 jaar Max. 20 jaar voor levenslange opsl. Nog verhoogbaar (bv. art. 56 Sw.)
395
werkstraf
Ingevoerd in 2002 Hoofdstraf voor natuurlijke personen In correctionele zaken en politiezaken De veroordeelde levert kosteloos en tijdens zijn vrije tijd arbeidsprestaties bij één van de opgesomde instellingen Minder zwaar dan GVS Zwaarder dan GB (maar geen absolute regel) Art. 37quinquies e.v. Sw.
396
werkstraf: voor welke misdrijven
Voor feiten die met een politiestraf of correctionele straf gestraft kunnen worden Voor gecorrectionaliseerde misdaden, maar slechts als oorspronkelijke straf niet meer dan 20 jaar opsl. Ook bij beslissing hof van assisen! Lijst van uitgesloten misdrijven (art. 37quinquies, §1, lid 2 Sw.): Verkrachting en aanranding van de eerbaarheid (art. 375-377 Sw.) Bederf van de jeugd en prostitutie (indien gepleegd op - of met behulp van minderjarigen) (art. 379-387 Sw.) Doodslag, moord … (art. 393-397 Sw.)
397
Werkstraf: duur en toepassingsvoorwaarden
Wetgever: 20 tot 300 uren Maximum niet verhoogbaar: ook niet bij meerdaadse samenloop en herhaling! Rechter bepaalt vrij de duur van de werkstraf 45 uren of minder: politiestraf Meer dan 45 uren: correctionele straf Kan aanwijzingen geven over invulling straf Bijzondere motiveringsplicht! Op de zitting: Rechter moet beklaagde informeren Beklaagde aanwezig of vertegenwoordigd Beklaagde moet instemmen (Want verbod op dwangarbeid – art. 4 EVRM)
398
uitvoering werkstraf
Justitieassistent bepaalt concrete inhoud van de werkstraf Justitieassistent en probatiecommissie volgen tenuitvoerlegging op Wat als de veroordeelde de werkstraf slechts gedeeltelijk of niet uitvoert? Justitieassistent  probatiecommissie  Openbaar Ministerie Vervangende GVS of GB Rechter moet type vervangende straf (GVS of GB) in zijn beslissing voorzien
399
soET
Vroeger slechts modaliteit van uitvoering 2014: nieuwe hoofdstraf Verplichting om gedurende een termijn aanwezig te zijn op een bepaald adres Behoudens toegestane verplaatsingen of afwezigheden Elektronische middelen om uitvoering te controleren Lichter dan GVS maar zwaarder dan werkstraf (altijd?)
400
SoET toepassingsgebied, duur & voorwaarden
Natuurlijke personen Misdrijven waarvoor max 1 jaar GVS in concreto mogelijk is = Mogelijkheid om (eventueel met aanname VO) een straf van 1 jaar op te leggen Lijst van uitgesloten misdrijven (art. 37ter, §1, lid 3 Sw.) = zelfde als bij werkstraf Duur: duur van GVS die zou worden opgelegd Max. 1 jaar – min. 1 maand (verz.omst.) Instemming beklaagde noodzakelijk
401
SoET 3 standaardvoorwaardne:
3 standaardvoorwaarden: Geen strafbare feiten plegen (!) Vast adres Onmiddellijke mededeling aan OM van wijziging Gevolg geven aan oproepingen van bevoegde dienst en concrete invulling bepaald door dienst naleven
402
autonome probatiestraf
Vroeger slechts modaliteit van uitvoering 2014: nieuwe hoofdstraf (= “autonome”) Natuurlijke personen Politiestraf of correctionele straf moet mogelijk zijn Ook gecorrectionaliseerde misdaden Lijst van uitgesloten misdrijven (art. 37octies, §1, lid 4 Sw.) = zelfde als bij werkstraf Maximum 2 jaar, minimum 6 maanden
403
geldboete
Vermogensstraf Boete te betalen (ten bate van Staat) Minnelijke schikking geen straf in enge zin GB = kan hoofdstraf of bijkomende straf of vervangende straf zijn Hoofdstraf indien zonder andere hoofdstraf opgelegd 26 euro = drempel tussen wanbedrijven en overtredingen Max. GB – zie wet over opdeciemen 1 opdeciemen dubbel Wet 2016: GB is verhoogd naar 70 opdeciemen = x8 Vervangende GVS in geval van geen (of gedeeltelijke) uitvoering
404
de bijzonddere verbeurdverklaring
Confiscation (Fr.) – Confiscation (Eng.) – die Konfiskation (Du.) Confiscare (Lat.): “in de keizerlijke schatkist brengen” Geen wettelijke definitie De straf of de rechterlijke beslissing die inhoudt dat: de eigendom van specifieke goederen die een verband houden met een misdrijf overgaat op de Belgische Staat. = definitieve ontneming van beschikkingsrecht over bepaalde goederen Artikelen 42 e.v. Sw. Bijkomende straf voor natuurlijke personen en rechtspersonen
405
algemene verbeurdverklaring
Algemene (= geheel van patrimonium) v. bijzondere (= bepaalde zaken) verbeurdverklaring Nee! De algemene verbeurdverklaring van het hele vermogen van de veroordeelde is verboden (art. 17 Gw.)
406
soorten verbeurdverklaring
Bijkomende straf Meerderheid van gevallen Beveiligingsmaatregel Gevaarlijke, schadelijke zaken uit omloop nemen Bv. vuurwapens Gemengd karakter Bv.: VBV vermogensvoordelen met toewijzing aan burgerlijke partij: straf en herstel van schade Rechtskarakter relevant om toepasselijke regels te bepalen
407
bijdozndere verbeurdverklaring
Confiscation (Fr.) – Confiscation (Eng.) – die Konfiskation (Du.) Confiscare (Lat.): “in de keizerlijke schatkist brengen” Geen wettelijke definitie De straf of de rechterlijke beslissing die inhoudt dat: de eigendom van specifieke goederen die een verband houden met een misdrijf overgaat op de Belgische Staat. = definitieve ontneming van beschikkingsrecht over bepaalde goederen Artikelen 42 e.v. Sw. Bijkomende straf voor natuurlijke personen en rechtspersonen
408
taditionele verbeurdverklairng
Art. 42, 1° en 2° Sw. Voorwerp: “waarop het misdrijf materieel gepleegd is” Middel: “gediend hebben of bestemd waren” Product: “uit het misdrijf voortkomen”
409
traditionele verberudverklaring
Alleen roerende goederen (uitzonderlijk ook onroerende goederen) Bv. mensenhandel en huisjesmelkerij Geen dieren tenzij uitdrukkelijke uitzonderingen Opzettelijke misdaden en wanbedrijven: verplicht Overtredingen: alleen als de wet dit bepaalt (art. 43, lid 2 Sw.)
410
traditionele verbeurdverklaring, bescherming belangen derden
- Voorwerp en middel: eigendomsvereiste op het ogenblik van het misdrijf (art. 42, 1° Sw.) Tenzij wettelijke uitzonderingen - Product: geen eigendomsvereiste Onroerende goederen: schriftelijke vordering OM vereist NIEUW VBV middelen: milderingsbevoegdheid SR’er als vbv van middel disproportioneel (art. 43, lid 1 Sw. na RS GwH
411
verschillende types vermogensvoordelen
Eerste verruiming VBV: Verbeurdverklaring vermogensvoordelen ‘Criminaliteit mag niet lonen’ Ontradend effect Verschillende types vermogensvoordelen Primaire vermogensvoordelen Vervangingsgoederen Inkomsten uit de belegde voordelen
412
Objectconfiscatie in natura
primaire vermogensvoordelen, vervangingsgoedern, belegigingsinkomsten
413
Primaire vermogensvoordelen
Rechtstreeks uit misdrijf verkregen Grens tussen voorwerp en zaken die uit misdrijf voortkomen niet altijd duidelijk
414
Vervangingsgoederen
In plaats van primaire v. gewisseld Beleggingsinkomsten Bankrenten, dividenden, opbrengsten     van allerlei aard
415
Beleggingsinkomsten
Bankrenten, dividenden, opbrengsten     van allerlei aard
416
Wat als vermogensvoordelen te goed verborgen zijn?
waarde confiscatie, gelijkwaardige bedrag
417
VBV vermogensvoordelen - regels art 42 3º en 43bis lid 2 Sw
Art. 42, 3° en 43bis, lid 2 Sw. Roerende en onroerende goederen Geen eigendomsvereiste Wat met derden? Verschillende remedies (buiten en binnen SPR) Alle misdrijven Ook overtredingen Onopzettelijke misdrijven? Nog discussie In beginsel facultatief, maar schriftelijke vordering OM vereist Toewijzing aan de burgerlijke partij (art. 43bis lid 3 Sw) Zaken die aan BP toebehoren Gemengd karakter: straf en herstel Matigingsbevoegdheid rechter (art. 43bis, laatste lid Sw.) Verminderen om ‘onredelijk zware straf’ te vermijden
418
kaalplukwet art 43 quater sw
Art. 43quater Sw. In 2002: verruimde verbeurdverklaring: Band met bewezen misdrijf doorgeknipt Bewijslast verdeeld tussen OM en beklaagde Verbeurdverklaring uitgebreid Achtergrond: vermogensvoordelen komen meestal voort uit mislukt misdrijf dat het minste heeft  opgebracht.  Als opvallende welstand  vermoeden dat er meer criminele gelden in het vermogen zijn.
419
kaalpluk (of verruimde VBV) Art. 43quater Sw. Daders, mededaders, medeplichtigen veroordeeld voor een of meer van de limitatief opgesomde misdrijven:
Ernstige schendingen humanitair recht, omkoping… Criminele organisaties (of misdrijven in raam van criminele organisaties): roofmoord, afpersing, diefstal… Ernstige en georganiseerde fiscale fraude
420
Vermogensvoordelen ontvangen in een verdachte periode (5 jaren beginnende vóór inverdenkingstelling) uit:
Misdrijven waarvoor veroordeeld Of uit (andere) (maar niet bewezen verklaarde) feiten.
421
Bewijslast:
OM moet ernstige en concrete aanwijzingen aantonen Waarvan de beklaagde het tegendeel niet geloofwaardig maakt
422
beveiligingsmaatregelen
Wettelijke bepaling Preventief karakter: schadelijke, gevaarlijke of verboden voorwerpen uit de omloop halen In rem: uitgesproken tegen het goed zelf (ongeacht veroordeling)  geen eigendomsvereiste
423
Centraal Orgaan voor Inbeslagneming en Verbeurdverklaring COIV
Opgericht in 2003 Deel van het OM Belangrijke rol bij de uitvoering van het strafrechtelijk beslag en verbeurdverklaring Beheren inbeslaggenomen gelden Uitvoering van verbeurdverklaringen met internationale dimensie
424
bekendmaking van vonnissen en arresten bijkomende straf
In sommige gevallen (ter bescherming van derden) beveiligingsmaatregel: bv. art. 490 Sw. Soms ook karakter van schadevergoeding ten voordele van burgerlijke partij
425
criminele zaken bekendmaking van vonnissen en arresten
Verplicht (art. 18 Sw.): Bij veroordeling tot levenslange opsl./hecht Bij veroordeling tot opsl./hecht. 20-30j of 30-40j
426
bekendmaking van vonnissen en arresten correctionele zaken - uitzonderijk
Specifieke bepalingen Soms verplicht, soms facultatief
427
afzetting art 19 sw
Bijkomende criminele straf Niet voor gecorrectionaliseerde misdaden Ontneemt alle titels, graden, openbare ambten, bedieningen en betrekkingen Voor het verleden Geen automatisme: Moet uitgesproken worden door hof van assisen Verplicht: Altijd voor veroordeling tot opsl. Altijd voor levenslange, 30-40j, 20-30j en 15-20j hechtenis Facultatief: Veroordeling tot 10-15 of 5-10j hechtenis
428
ontzetting verlies burgerlijke en politieke rechten
Art. 31 lid 1 Sw.: Recht openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen Recht verkozen te worden … Art. 31 lid 2 Sw.: Kiesrecht
429
ontzetting regels verplicht en facultatief voor criminele straffen
Verplicht Veroordeelden tot levenslange opsluiting/hechtenis, opsl. ≥ 10j Gehele, ll ontzetting (behalve kiesrecht, zie beneden) Facultatief Veroordeelden tot opsl. 5j – 10j of tijdelijke hechtenis Geheel/gedeeltelijk Levenslang/tijdelijk (10j-20j) Veroordeelden tot ll opsluiting/hechtenis, opsl. ≥ 10j Kiesrecht ll of tijdelijk (20j-30j)
430
ontzetting regels verplciht of facultatief correctionele straffen
Verplicht Veroordeelden tot GVS ≥ 20j Gehele, ll ontzetting Uitz. Kiesrecht = facultatief, ll of tijdelijk Facultatief Veroordeelden tot GVS 10j – 20j Geheel/gedeeltelijk Tenzij wet verplichte ontzetting voorziet Veroordeelden tot GVS <10j In de gevallen bij wet bepaald (tenzij corr.) Geheel/gedeeltelijk - tijdelijk (5j-10j) Tenzij wet verplichte ontzetting voorziet Veroordeelden GVS Kiesrecht - tijdelijk (5j-10j)
431
terbeschikkingsstelling van de surb
Lange ontstaansgeschiedenis: Voor 1930: bijzonder politietoezicht Vanaf 1930: terbeschikkingstelling van de regering  bijkomende beveiligende straf: Veroordeelden wegens herhaling Criminele na correctionele veroordeling Gewoontemisdadigers Bepaalde seksuele delinquenten  vonnisrechter  na straf onder voogdij van minister van Justitie Sinds 2012: TBS van de SURB
432
ontbinding
doodstraf, Facultatief RP opzettelijk opgericht om misdrijven waarvoor veroordeeld te plegen Opzettelijke afwijking van doel om misdrijven waarvoor veroordeeld, te plegen
433
Tijdelijk of definitief verbod werkzaamheid die deel van maatschappelijk doel rechtspersoon is, uit te oefenen (art. 36 Sw.)
Niet als openbare dienstverlening In wettelijke gevallen
434
Tijdelijke of definitieve sluiting een of meer inrichtingen rechtspersoon (art. 37 Sw.)
Niet als openbare dienstverlening In wettelijke gevallen
435
straftoemeting
Bepaling/vaststelling van straf door SRer binnen wettelijke grenzen Art. 149 Gw. – motiveringsplicht m.b.t. aard en strafmaat Bepalingen en feitelijke aspecten die op dat feit een straf stellen Soevereine bepaling door SRer 2 belangrijke aspecten: Ernst misdrijf Schuld dader Beleidsprobleem: Beoordelingsmarge SRer (vrije speelruimte binnen STM) Wat is het doel van straffen? Debat over (buiten)wettelijke criteria voor STM Proportionaliteit? (Art. 49 Handvest Grondrechten EU)
436
Verzwarende Omstandigheid
= bijzondere, in de wet omschreven omstandigheid van een misdrijf die dat misdrijf in de ogen van de WGer ernstiger maakt:
437
VO Bijkomstig karakter
Soms maakt VerzwO een zelfstandig misdrijf uit – eendaadse samenloop misdrijven (bv. geweld of bedreiging en diefstal) Soms verandert VerzwO juridische kwalificatie naar ernstiger misdrijf VerzwO soms constitutief bestanddeel van ander misdrijf (vgl. diefstal en afpersing)
438
Wettelijk karakter VO
Geen toepassing zonder uitdrukkelijke bepaling (legaliteitsbeginsel) (dwz straf niet boven maximum) Wettelijke strafverhoging
439
Verplicht karakter VO
SR ook ambtshalve (→ nog steeds bevoegd?)
440
Verzwarende omstandigheden en poging
Eerst toepassing VerzwO, daarna toepassing poging. Bv. Poging tot wanbedrijf – op zich niet strafbaar – maar VerzwO – poging tot misdaad – poging strafbaar
441
Verzwarende omstandigheden en deelneming Objectieve v. subjectieve VerzwO:
Objectieve – betrekking op materiële elementen van feit Toepassing op álle deelnemers, ongeacht of ze op de hoogte waren of niet EHRM – Goktepe v. Belgie; Delespesse v. Belgie Ten minste eventueel opzet m.b.t. dergelijke omstandigheden Subjectieve – betrekking op persoon van dader Bv. relatie dader-slachtoffer (dienstverband art. 464 Sw., verwantschap art. 395 Sw.); persoonlijke hoedanigheid dader... Toepassing enkel op bepaalde mededader/medeplichtige
442
herhaling voorwaarden
Eerdere veroordeling (geen beveiligingsmaatregel) Belgische/EU-veroordeling In kracht van gewijsde (vóór het nieuwe feit) Nieuw misdrijf: zie artikelen 54 e.v. Sw. Misdaad na misdaad (art. 54 Sw.; facultatief, maar laatste lid: verplicht!) Wanbedrijf na misdaad (art. 56 lid 1 Sw.; dubbel – facultatief) Wanbedrijf na wanbedrijf (art. 56 lid 2&3 Sw.; dubbel – facultatief) Voorwaarden: eerdere veroordeling van minstens 1j GVS, voor één enkel strafbaar feit, vóór 5j vanaf uitvoering of verjaring eerdere straf Misdaad na wanbedrijf (art. 55bis Sw.: verhoging overeenkomstig art. 54 Sw. + VWen art. 56, lid 2 Sw.) (Wet 5/5/2019) Specialiteitsvereiste: Overtreding na overtreding (art. 562, 564, 565 Sw. identiteit – binnen 12m.), Sommige wanbedrijven (‘verwant’ misdrijf)
443
Bovengrenzen in geval van gecorrectionaliseerde misdaden:
Niet langer dan oorspronkelijke duur van opsluiting Voor gecorrectionaliseerde misdaden met ll opsluiting: niet langer dan 40j.
444
herhaling met specialiteitsvereiste
hetzelfde of verwant msidrijf. Overtreding na overtreding (art. 562, 564, 565 Sw.): Identiteit (zelfde overtreding) Binnen 12m. Sommige wanbedrijven (‘verwant’ misdrijf): Bv. valsheid informatica (art. 210bis, §4 Sw.), informaticabedrog (art. 504quater, §3 Sw.) Verdubbeling bij identiek misdrijf of aantal opgesomde verwante misdrijven
445
strafverzwaring
verzwarende omstandigheden (bijkomstig, wetteljk, verplicht). de wettelijke herhaling.
446
dering
strafverminderdende verschoningsgronden (midnerjairgheid, uitlokking) verzwachtende omstandigheden
447
Strafvermindende verschoningsgronde (supra) =
bijzondere omstandigheden die straf verminderen zonder invloed op delictsomschrijving te hebben ≠ verzachtende omstandigheden!
448
kenemerken strafverminderende verschoningsgronden
Wettelijk omschreven (art. 78 Sw.) Verplicht (indien bewezen, moet SRer er rekening mee houden) Wettelijke strafvermindering Persoonlijk karakter Voorbeelden: Minderjarigheid (art. 12 Sw.) Uitlokking van doodslag, slagen of verwondingen (art. 411-412 Sw.) Aangifte drugsmisdrijven
449
verschoningsgronden pro memorie 2 types
Strafuitsluitende (beslissende) verschoningsgronden (supra) Strafverminderende verschoningsgronden De mate van straf verminderen (let op: denaturatie mogelijk) Bv. art. 411, 412, 414 Sw.; art. 12 Sw. (minderjarigheid)
450
provocatie
Provocatie (= uitlokking) Uitzondering op principe dat iedereen emoties moet kunnen controleren 2 wettelijke gevallen Enkel voor bepaalde misdrijven (als reactie op uitlokking): doodslag en opzettelijke slagen en verwondingen: Zware gewelddaden tegen personen (art. 411 Sw.) Gewelddaden = fysiek of moreel én wederrechtelijk (dus geen RVG!) Zwaar = objectief (normaal en redelijk persoon) Tegen personen (ev. verwanten of derden, geen eigendom of dieren) Afweren van inbraak overdag (art. 412 Sw.) Inbraak ≠ vermoeden wettige verdediging bij nacht (art. 417, lid 1 Sw.) Onmiddellijk ≠ ogenblikkelijk (bv. voorbedachten rade bij moord) Persoonlijk (niet voor deelnemers) Strafvermindering: Art. 414 Sw. Misdaden: correctionalisatie; wanbedrijven: verlaging max. straf
451
strafverminderende verschoningsgronden weerslag op STM poging
Geen invloed, want strafverminderende VSG enkel van belang voor STM Eerst regels poging toepassen, daarna strafverminderende VSG
452
strafverminderende verschoningsgronden weerslag op STM deelneming
Idem! Eerst regels deelneming, daarna strafverminderende VSG Ook gevolg van persoonlijk karakter VSG
453
verzachtende omstandigheden Welke misdrijven?
Alle misdaden Art. 79-84 Sw. Wanbedrijven In Strafwetboek: art. 85 Sw. In bijzondere strafwetten: enkel indien art. 85 Sw. uitdrukkelijk van toepassing wordt verklaard of via een bijzondere regeling Overtredingen Alleen voor overtredingen in Strafwetboek: art. 566 Sw. In bijzondere strafwetten: enkel indien uitdrukkelijke bepaling VO mogelijk maakt
454
gevolgen verzachtende omstandigheden bij misdaden verplichte gevolgen
Wettelijke max. hoofdstraf laten dalen met 1 trap op strafschaal 80 Sw. Indien bindende correctionalisatie o.b.v. VO: wettelijke max. hoofdstraf laten dalen tot op niveau correctionele straffen volgens art. 80 Sw. (komt later) Gevolgen voor bijkomende straffen: ontzetting, publicatie & afzetting mogelijks niet meer van toepassing
455
gevolgen verzachtende omstandigheden bij misdaden facultatieve gevolge
Hoofdstraffen Dalen tot absolute minimum (tot op niveau van correctionele straffen indien correctionalisatie) Noot: ook HvA kan ‘correctionaliseren’ en dus ‘correctionele straffen opleggen’ (altijd! Art. 2 Wet VO!) Bijkomende straffen Bij correctionalisatie worden ook bijkomende straffen correctioneel Kijken naar opgelegde hoofdstraf
456
Potpourri II
Veralgemening correctionalisatie Correctionalisatie mogelijk voor alle misdaden (Wet Verzachtende Omstandigheden 4 oktober 1967) Verhoging max. GVS (art. 25 Sw.) Verhoging straf na correctionalisatie (art. 80 Sw.)
457
gevolgen verzachtende omstandigheden Strafvermindering Bij (oorspronkelijke) wanbedrijven
Art. 85 Sw. SRer verplicht om straf onder het maximum op te leggen SRer kiest hoe laag de straf (minimum GB 1€, te verhogen met opdeciemen) = Contraventionalisatie mogelijk
458
gevolgen verzachtende omstandigheden Strafvermindering Bij overtredingen
Art. 566 Sw. – vermindering geldboete (min. 1€) Bijzondere WG – kijk naar specifieke bepalingen
459
belang verzorgende omstandighedne in de praktijk tweedelige functie
Tweedelige functie: Individualisering Verandering van bevoegdheid van rechtscollege, ‘naar beneden’ (belangrijker)
460
ontaarding/denatureeren
Straf onder het minimum Verandering van aard Begrip: Misdrijf waarvoor wetboek criminele straf voorziet, komt toch voor correctionele rechtbank Misdrijf waarvoor wetboek correctionele straf voorziet, komt voor politierechtbank
461
Wie mag VO aannemen?
SRer soeverein Moet VO in beslissing vermelden! Eenmalig! (Dus niet misdaad  wanbedrijf  overtreding via verzachtende omstandigheden) Beslissing onderzoeksgerechten (bindend voor vonnisgerechten) Tenzij VG juridische kwalificatie verkeerd acht Beslissing OM (niet bindend) VG kan zich onbevoegd verklaren door gebrek aan verzachtende omstandigheden Ongeacht verklaring onbevoegdheid, mogelijke toepassing VO door volgend VG
462
samenloop van misdrijven
eendaadse samenloop, voortgezet of collectief misdrijf, meerdaagse samenloop
463
Eendaadse (ideële) samenloop
Eenzelfde feit levert verscheidene misdrijven op (65 Sw.) Eenheid feit, meervoudigheid juridische kwalificaties Bv. aanranding van de eerbaarheid (372 of 373 Sw.) in het openbaar Oplichting (496 Sw.) door gebruik van valse geschriften (197 Sw.)
464
Voortgezet of collectief misdrijf
Meerdere misdrijven (van dezelfde of verschillende aard) verbonden door eenheid van (misdadig) opzet
465
Meerdaadse (materiële) samenloop
Eén dader, meerdere feiten, meerdere misdrijven
466
Samenloop: één dader, meerdere misdrijven
Dezelfde dader heeft twee of meer misdrijven gepleegd (op hetzelfde ogenblik of niet)
467
2 basisopties straftoemeting samenloop,
cumul (optelsom) of opslorping? Beperkte cumul? Of onbeperkte cumul? Zouden we meer aandacht besteden aan feiten (een straf per feit – cumul – vergelding) of aan dader? Is één dader die meer misdrijven pleegt gevaarlijker of minder gevaarlijk? Logica? Vergelding, algemene/bijzondere preventie? Resocialisering?
468
Basisregels STM samenloop
(zie infra gedetailleerde regels) nooit onbeperkte cumul (tenzij verbeurdverklaring en GB overtreding) voorkeur voor opslorping zwaardere straffen (voldoende preventief effect?) Meerdaadse samenloop: teken van grotere gevaarlijkheid Eendaadse samenloop en voortgezet misdrijf: alleen zwaarste straf (65 lid 1 Sw.) Meerdaadse samenloop: beperkte cumul voor overtredingen en wanbedrijven (met aanpassingen, 58-60 Sw) – opslorping voor misdaden (met aanpassingen, 61-62 Sw.) Verbeurdverklaringen altijd gecumuleerd
469
eendaadse samenloop
Invloed op STM Enkel zwaarste straf kan worden uitgesproken (art. 65 lid 1 Sw.) Zowel hoofdstraf als bijkomende straffen van misdrijf met zwaarste straf En VBV en TBS, ook al zijn die énkel voorzien voor misdrijf met lichtere straf! Art. 64 Sw. en art. 34quater 4° Sw. Andere bijkomende straffen van lichter misdrijf mogen niet worden opgelegd!!! (want niet panacheren!) 
470
Wat indien eenheid van opzet laattijdig vastgesteld wordt? voortgezet/collectief misdrijf
Invloed op STM Art. 65 lid 1 Sw. (uitgebreid): zwaarste straf Bv. misdrijven die gemeenschappelijk plan vormen, ontdekt op verschillende momenten Art. 65 lid 2 Sw.: verschillende misdrijven, waarvan sommige al voorwerp van definitieve veroordeling en andere nu voor SR’er komen SR’er moet rekening houden met eerder uitgesproken straf Ofwel geen extra straf opleggen en beklaagde enkel schuldig verklaren mét verwijzing naar eerdere straf Ofwel bijkomend (=extra) straffen, met als maximum de “zwaarste straf” (d.w.z. alle afzonderlijke misdrijven van voortgezet/collectief misdrijf vergelijken, bepalen wat zwaarste straf is en extra straf opleggen in mate van het mogelijke 
471
Meerdere overtredingen meeraadse samenloop
Art. 58 Sw.: relatief onbeperkte cumul Cumul, maar maximum duur werkstraf (300 uren max), SoET (1 jaar) …
472
Meerdere wanbedrijven, meeraadse samenloop
Art. 60 Sw.: beperkte cumul Cumul met 2 bovengrenzen: 1) niet meer dan dubbel zwaarste straf (hoofdstraf en bijkomende straf van zwaarste misdrijf); 2) niet meer dan 20 jaar GVS, 300 uren WS, 1 jaar SoET, 2 jaar APS
473
Wanbedrijven en overtredingen meerdaadse samenloop
Art. 59 Sw.: beperkte cumul met opslorping politiegevangenisstraf Cumul, maar opslorping van politiegevangenisstraf (alleen “correctionele gevangenisstraf”) – opgelet: grenzen voor wanbedrijven blijven!
474
Misdaden en wanbedrijven/overtredingen meerdaadse samenloop
Art. 61 Sw.: opslorping lichtere straffen Straf misdaad
475
Meerdere misdaden meerdaadse samenloop
Art. 62 Sw.: opslorping lichtere straffen Zwaarste straf, maar verhoging mogelijk
476
zwaarste straf?
Type straf Vrijheidsstraffen – straffen ET – werkstraffen – APS- vermogensstraf (=geldboeten) Maximumduur of -hoogte (zie ook art. 63 Sw.) Gemeenrechtelijke – politieke Maximum bijkomende straffen Aard misdrijf (criminele – correctionele – politiestraffen) Andere criteria: Hoogte/lengte niet-vrijheidsstraf, vervangende straf, minimum hoofdstraf, minimum bijkomende straf (zie cursus, nr. 1733)
477
eendaadse samenloop invloed op STM
Enkel zwaarste straf kan worden uitgesproken (art. 65 lid 1 Sw.) Zowel hoofdstraf als bijkomende straffen van misdrijf met zwaarste straf En VBV en TBS, ook al zijn die énkel voorzien voor misdrijf met lichtere straf! Art. 64 Sw. en art. 34quater 4° Sw. Andere bijkomende straffen van lichter misdrijf mogen niet worden opgelegd!!! (want niet panacheren!) 
478
Wat indien eenheid van opzet laattijdig vastgesteld wordt?
Bv. misdrijven die gemeenschappelijk plan vormen, ontdekt op verschillende momenten Art. 65 lid 2 Sw.: verschillende misdrijven, waarvan sommige al voorwerp van definitieve veroordeling en andere nu voor SR’er komen SR’er moet rekening houden met eerder uitgesproken straf Ofwel geen extra straf opleggen en beklaagde enkel schuldig verklaren mét verwijzing naar eerdere straf Ofwel bijkomend (=extra) straffen, met als maximum de “zwaarste straf” (d.w.z. alle afzonderlijke misdrijven van voortgezet/collectief misdrijf vergelijken, bepalen wat zwaarste straf is en extra straf opleggen in mate van het mogelijke 
479
Probatiewet 4 nieuwe sanctiemodaliteiten
1. Gewone opschorting van uitspraak van veroordeling 2. Probatieopschorting van uitspraak van veroordeling 3. Veroordeling met gewoon uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen 4. Veroordeling met probatie-uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen
480
opschoritng begrip
Begrip Vorm van op proef stellen van beklaagde voor bepaalde tijd voor bewezen strafrechtelijke feiten maar zonder veroordeling
481
Doel/zin opschorting
Zaak te ernstig voor seponering (of die niet geseponeerd werd) Maar veroordeling (ook met uitstel) veel te negatieve gevolgen voor de persoon Declassering of bemoeilijken re-integratie Indien proeftijd niet succesvol, herroeping en alsnog veroordeling mogelijk Bedreiging van toekomstige veroordeling (indien proef niet succesvol) voldoende als straf (en om recidive te voorkomen)
482
voorwaarden opschorting
Feiten van tenlastelegging bewezen Bewezen feit Antecedenten Instemming Bevoegdheid Proeftijd (art. 3 lid 4 Probatiewet)
483
Feiten van tenlastelegging bewezen
Niet voor ‘onschuldige’ beklaagden Niet dus indien vrijspraak of buitenvervolgingstelling door OG Uitspraak over burgerlijke vordering en gevolgen mogelijk Schadevergoeding + veroordeling tot teruggave en gerechtskosten (art. 6 lid 2 en 3 Probatiewet) Ev. VBV (ook buiten gevallen art. 43bis Sw.; art. 6 lid 2 Probatiewet) en geen strafkarakter In voorkomend geval mits schriftelijke vordering OM
484
Bewezen feit (voorwaarden ospchorting)
chijnt niet van die aard te zijn dat het moet worden gestraft met meer dan 5j gevangenisstraf Opgelet: beoordeling in concreto (≠ wettelijk max)! Geen uitgesloten misdrijf (art. 20, §2 Probatiewet)
485
voorwaarden opschorting antecedenten
Nog niet veroordeeld tot vrijheidsstraf van meer dan 6 maanden Criminele of correctionele hoofdstraf: geen vervangende straf; geen ET Moet veroordeling voor 1 strafbaar feit zijn (ook voortgezet misdrijf) Verschillende veroordelingen van minder dan zes maanden geen beletsel (bv. 1 veroordeling tot 2 maanden, 1 veroordeling tot 5 maanden) Gunstiger regime in art. 9 Drugswet
486
voorwaarden opschorting bevoegdheid
Door VG (NIET door HvA) of OG OG enkel indien openbaarheid van debatten tijdens vonnisfase declassering zou veroorzaken of reclassering bemoeilijken Geen opschorting mogelijk door HvA (art. 3 lid 1) – ook niet indien GVS van minder dan 5j op oog! VG: ev. beslissing ‘in raadkamer’ indien schriftelijk verzoek of vordering en openbare debatten risico op declassering of bemoeilijken reclassering
487
voorwaarden opschorting proftijd
Proeftijd (art. 3 lid 4 Probatiewet) Min 1j – max 5j – gaat in vanaf beslissing Motivering door strafgerechten (art. 3 lid 4 Probatiewet)
488
gevolgen opschorting
Gevolgen Einde aan de vervolging Tenzij herroeping Na gunstige proeftijd geen juridisch gevolg meer van feiten Geen grond voor wettelijke herhaling! Ne bis in idem: geen tweede vervolging mogelijk Geen veroordeling in strafregister, maar wel vermelding van opschorting (doch niet in elk type uittreksel vermeld) Geen bijkomende straffen! Uitz: VBV (als bijkomende straf en ook als beveiligingsmaatregel) Herroeping Facultatief Indien nieuw misdrijf tijdens proeftijd Nieuw misdrijf met veroordeling tot criminele straf of GVS van minstens 1 maand (art. 13 § 1 Probatiewet)
489
uitstel begirp en doel/zin
Begrip Vorm van op proef stellen van beklaagde voor bepaalde tijd voor feiten waarvoor veroordeling en straffen worden uitgesproken, maar tenuitvoerlegging van straffen wordt uitgesteld ≠ straf (maatregel in verband met tenuitvoerlegging) Telt dus niet mee bij beoordeling van ‘zwaarste straf’! Doel/zin Tenuitvoerlegging (‘TUL’) van straf niet nodig om recidive te vermijden en evenmin voor algemene ontrading TUL zou te veel negatieve gevolgen hebben voor de persoon
490
voorwaarden uitstel veroordeling
Veroordeling: Leidt tot GVS van niet meer dan 5j GVS Enkel kijken naar hoofd-GVS (niet vervangende GVS) en voor eenzelfde feit (dus geen opsomming van veroordelingen) Inbegrepen eendaadse samenloop van misdrijven en voortgezet misdrijf (indien straf lager dan drempel) Sommige misdrijven uitgesloten (art. 20 § 2 probatiewet) Enkel voor straffen Zowel hoofdstraffen als bijkomende straffen (maar limiet opgeteld op hoofdstraf, supra) Niet voor VBV, SoET, werkstraf en APS Niet voor burgerlijke gevolgen (schadevergoeding, teruggave of gerechtskosten)
491
voorwaarden uitstel antecedenten
(art. 8 §1 lid 1 en 2 Probatiewet) Nog niet zijn veroordeeld tot: Criminele straf of hoofd-GVS van meer dan 12 maanden (geen vervangende GVS) (≠ probatie-uitstel) Opgelet: 1j GVS > 12 maanden (360 dagen) Voor 1 strafbaar feit (= ook hypothese voortgezet misdrijf) Voortgezet misdrijf (hypothese art. 65, lid 2 Sw.) geen beletsel voor uitstel (art. 8 §1 lid 5 Probatiewet) Want eerdere en nieuwe veroordeling samen bekeken, feiten hangen samen door eenheid van opzet! Geen optelling van verschillende GVS (afzonderlijk bekijken) Eerdere veroordeling werkstraf, SoET of APS? Geen probleem
492
voorwaarden uitstel profetijd
Proeftijd (art. 8 §1 lid 6 en 7 Probatiewet) Min 1j Max 3j voor geldstraffen en GVS t.e.m. 6m Max 5j voor zwaardere straffen Gaat in vanaf beslissing Splitsbaar uitstel (art. 8 §1 lid 1 Probatiewet) Voor hele veroordeling, hoofdstraf, bijkomende straf Geheel of gedeeltelijk Gemotiveerde beslissing (art. 8 §1 lid 4 Probatiewet)
493
gevolgen uitstel
Gevolgen Indien geen herroeping, geen TUL Na gunstige afloop van periode vervalt recht op tenuitvoerlegging Wel mogelijke grond voor wettelijke herhaling
494
Herroeping gevolgen uitstel
Indien nieuw misdrijf tijdens proeftijd (art. 14 §1 en §1bis Probatiewet) Van rechtswege of facultatief, afhankelijk van nieuw misdrijf Rechtswege: veroordeling tot criminele straf of hoofd-GVS van meer dan 6m Facultatief: veroordeling tot hoofd-GVS tussen 1m-6m Ook mogelijk om gewoon uitstel te vervangen door probatie-uitstel In geval van herroeping begint verjaringstermijn voor straf (die geschorst was) opnieuw te lopen
495
probatiewet
= sanctiemodaliteit, bijzondere voorwaarden opgelegd door SR’er, onder toezicht van probatiecommissie en justitieassistenten Dus: extra ondersteuning en begeleiding om recidive te voorkomen Bv. opleiding (min 20u-max 240u) – bij opschorting of volledig uitstel van hoofdstraf (GVS of GB)
496
voorwaarden en herroeping probatiewet
Voorwaarden Ook instemming met bijzondere voorwaarden bij opschorting (niet enkel met opschorting) Herroeping Kan ook o.b.v. niet-naleving van probatievoorwaarden
497
stm en overschrijding redelijke termijn
Overschrijding redelijke termijn (Art. 6 EVRM) Art. 21ter V.T.Sv. Eenvoudige schuldigverklaring (+ gerechtskosten, teruggave en VBV) Of lagere straf dan wettelijk min (zonder VO) Vrijspraak indien onvoldoende resterend bewijs Andere situatie voor OG
498
overzicht STM regels volgorde
Verzw. O. Want eerst regels die kwalificatie beïnvloeden! Strafbare poging Gevolg = lager max, soms straffeloos en zo ‘impact’ op kwalificatie Wettelijke herhaling: enkel die regels die met Verzw. O. kunnen worden gelijkgesteld Indien verplicht (bv. art. 54 lid 3 Sw.) of facultatief maar met als gevolg straf van hogere aard (in bijzondere straf-WG) Deelneming (let op met type Verzw. O.!) Strafverminderende VSG VO (ev. impact op aard misdrijf) Facultatieve strafverzwaring wegens wettelijke herhaling (en geen wijziging aard misdrijf) Samenloop Probatie-uitstel/opschorting
499
Beveiligings- of beschermingsmaatregelen
geen repressieve functie ook mogelijk tegen schuldonbekwamen exclusief preventieve functie Juridisch beschermende functie t. gevaren tegen personen of zaken of situaties die gevaarlijk zijn Uitgesproken zonder enig schuldverwijt Beveiligingsmaatregelen in beginsel vreemd aan overwegingen betreffende de ernst van de feiten.
500
1) Straffen volgens Belgische Grondwet
Art.14 GW.: “Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet.” Straf: ruimere draagwijdte Bijvoorbeeld ook toegepast bij internering (een maatregel ter bescherming van de maatschappij)
501
indelingen maatregelen
Strafvervangende maatregelen (alternatief aan straf) internering, jeugdbescherming Strafaanvullende maatregelen (ook naast straf) sommige verbeurdverklaringen, gevallen van verval van recht tot sturen en van bekendmaking Persoonlijke maatregelen vrijheidsbenemende en vrijheidsbeperkende Vermogensgerichte maatregelen  eigendomsontnemende of -beperkende Maatregelen zonder noodzakelijk voorafgaand als misdrijf omschreven feit jeugdbescherming bij problematische opvoedingssituatie
502
interneringswet
Internering = strafvervangende maatregel Internering mikt op beveiliging maatschappij en zorg aan geesteszieke Waarborg "om een menswaardig leven te leiden" (art. 2 Interneringswet) Na talloze veroordelingen door EHRM  Verplicht voorafgaandelijk psychiatrisch deskundigenonderzoek (art. 5-8 Interneringswet) Maar rechter niet gebonden hierdoor Rechten voor slachtoffers in de uitvoeringsfase slachtoffers kunnen een verzoekschrift indienen om te worden geïnformeerd of gehoord (art. 3-4 Interneringswet)
503
Burgerlijke vordering:
Misdrijf veroorzaakt vaak schade (niet altijd!) Gericht op herstel van schade Voorwerp = schadevergoeding slachtoffer Door BP = slachtoffer dat aan bepaalde formele vereisten voldoet (infra) Uitz. ook door OM (teruggave, infra)
504
twee fasen van strafvordering
Onderzoeksfase (misdrijven ontrafelen met al zijn constitutieve bestanddelen en misdadigers) Vonnisfase en ev. rechtsmiddelen (misdrijven en daders formeel vaststellen)
505
Onderzoeksfase (misdrijven ontrafelen met al zijn constitutieve bestanddelen en misdadigers)
Publieke autoriteiten maken een hypothese Was er een misdrijf? Wie had het kunnen plegen? Geheime fase Geen volledige deelneming van verdachte
506
Vonnisfase en ev. rechtsmiddelen (misdrijven en daders formeel vaststellen)
De hypothese wordt getest Is de stelling die in de tenlastelegging staat waar of niet? Openbaar Volledige deelneming van aangeklaagde  (beklaagde/beschuldigde)
507
Accusatoir:
Twee partijen op gelijke voet (S’offer/aanklager v. beklaagde) Rechter als scheidsrechter (geen actieve rol), Openbare, tegensprekelijke en mondelinge procedure 
508
Inquisitoir:
Maatschappij (aanklager) v. beklaagde – geen gelijkheid Actieve rechter Geheime, niet-tegensprekelijke en schriftelijke procedure  Belgische strafprocedure? (mengeling? Of inquisitoir?)
509
2 gevolgen vermoedne van onschuld
Artikel 6/2 EVRM Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan Voor onschuldig gehouden = behandeld als onschuldig geen toepassing van straffen voor vonnis/definitieve beslissing Recht om zichzelf te verdedigen Gelijke behandeling (voor zover mogelijk) met OM Voor onschuldig gehouden = beschouwd als onschuldig OM heeft bewijslast (niet beklaagde) persoon slechts schuldig aan een misdrijf als bewijzen ondubbelzinnig schuld aantonen
510
strafvordering hoofdrolspelers
De aanklager = OM (procureur des Konings) De aangeklaagde = Verdachte (inverdenkinggestelde, OR’er-61bis Sv.) - GO = Beklaagde (beschuldigde bij HvA) – Vonnis Het slachtoffer De benadeelde partij De burgerlijke partij (burgerlijke vordering) De rechter Onderzoeksrechter/ Raadkamer / Kamer van Inbeschuldingstelling Vonnisrechter (eerste aanleg, hof van beroep, Hof van Cassatie)
511
Wie neemt het initiatief bij strafvordering
OM (‘parket’, ‘staande magistratuur’) Ambtenaren en organen die niet behoren tot het O.M. Met uitsluiting van OM Bv. Bestuur van Financiën (inzake douane en accijnzen) In samenwerking met OM Burgerlijke partij
512
parket van eerste aanleg
Procureur des Konings (PK): bij rechtbank van eerste aanleg = (politierechtbank en correctionele rechtbank) Substituten Eerste-substituut (verantwoordelijkheid voor bepaalde sector) ‘Gewone substituten’ Substituten gespecialiseerd In handelszaken In strafuitvoeringszaken In fiscale zaken (niet douane en accijnzen) Toegevoegde substituten Niveau hof van beroep, rechtsgebied, afhankelijk van noden Arbeidsauditeur (aparte organisatie) Sociaal Strafrecht! Raad van PK’s: geeft advies aan College van PG’s 
513
parket generaal
Bij Hof van beroep Overste: Procureur-generaal (PG) Bijgestaan door: Advocaten-generaal Substituut-procureurs-generaal [voor Sociaal SR: Arbeidsauditoraat-generaal] College van Procureurs-generaal: Uitwerking van SR beleid Advies aan minister van Justitie omtrent SR beleid Adviseert en informeert over opdrachten OM
514
hof. vanassissen
Geen permanent hof! Werkt ad hoc Taak OM bij HvA uitgeoefend door: PG Magistraat van PG Magistraat van parket van eerste aanleg
515
hof. vancassatie
Procureur-generaal bij het Hof van Cassatie Bijgestaan door Advocaten-generaal Geen uitoefening van strafvordering (art. 141 Ger. W.) Tenzij hij een rechtsvordering instelt waarvan de berechting aan het Hof van Cassatie is opgedragen Advies verlenen aan Hof omtrent oplossing zaak (amicus curiae)
516
federaal parket
Antwoord op het gebrek aan coördinatie en behandeling bij bepaalde dossiers 33 federale magistraten + gedetacheerde en gedelegeerde magistraten Overste: Federale Procureur Onder gezag minister van Justitie Opdrachten: Strafvordering uitoefenen overeenkomstig artikel 144ter (vooral: terrorisme) Coördinatie uitoefening strafvordering en vergemakkelijken internationale samenwerking Toezicht op federale politie Dringende maatregelen (art. 47duodecies, §2 Sv.) Bv. wanneer misdrijf nog niet in België kan worden gelokaliseerd
517
strafprocesrecht: federaal gebleven MAAR uitzonderingen:
hoedanigheid van officier gerechtelijke politie 2) bewijswaarde van een pv 3) gevallen waarin huiszoeking 4) decreten moeten zelf bepalen wanneer de bestraffing van een zaak stopt door verjaring  decreten mogen het moment bepalen waarin men niet langer kan bestraffen 5) strafbeleid: Vlaamse regering kan strafbeleid mee suggereren aan het parket
518
federaal parket Uitoefening Sv. – Bevoegdheid – 3 criteria (art. 144ter, §1 Ger.W.):
Limitatieve lijst van misdrijven Veiligheidscriterium Geweld t. personen of materiële belangen; om ideologische of politieke redenen (d.m.v. terreur, intimidatie of bedreigingen) = terroristische misdrijven Geografisch criterium Internationale dimensie Verschillende rechtsgebieden binnen België (~ hof van beroep) Niet: misdrijf binnen verschillende arrondissementen van 1 rechtsgebied (wél coördinatie Fed.P.) – tenzij onder 1 van 2 vorige criteria Ook samenhangende misdrijven
519
bevoegdheid van federaal parket
Subsidiaire bevoegdheid = parket 1ste aanleg blijft bevoegd Maar federaal parket kan zaak naar zich toe trekken = evocatierecht Vereiste van goede rechtsbedeling (meerwaarde bieden) Uitz.: ernstige schendingen van internationaal humanitair recht Wie beslist over wie een zaak behandelt? Federale procureur Overleg indien mogelijk Geen rechtsmiddel! Zaak kan later nog teruggestuurd worden naar lokaal parket primauteit Federaal Parket 
520
kenmerken OM deel van uitvoerende macht
PG onder disciplinair toezicht van PG Cassatie (maar geen inmenging in dagelijks beleid) Minister van Justitie (bovenaan piramide – OM is deel van uitvoerende macht) Minister van Justitie kan (sommige) bevelen (injuncties) geven
521
taken van OM algemene beginselen
Algemene beginselen Art. 28quater, lid 2 Sv.: OM oefent de strafvordering uit op de wijze door de wet bepaald Instellen strafvordering Zorgen voor samenstelling dossier Waken over verloop van strafrechtspleging Uitvoering van straffen en maatregelen Art. 28ter Sv.: OM heeft een algemene opsporingsplicht en algemeen opsporingsrecht
522
taken van OM instellen strafvordering
Zaak bij SR'er aanhangig maken  Via rechtstreekse dagvaarding (vonnisrechter) Via vorderen van GO (onderzoeksrechter)
523
causaliteit
is een noodzakelijk element van het misdrijf verwijst naar de bijdrage die de medeplichtige levert aan het hoofdfeit van de dader hoeft nooit beoordeeld te worden bij verzuimsmisdrijven omvat een analyse van de antecedenten van een gevolg
524
wat wordt nooit beshcouwd als een strafbare poging
rlelatief ondeugdelijk poging, poging tot opzettelijke misdrijven, onvrijwillig gestaakte poging, mislukt misdrijf, poging tot verzuim
525
De toestemming van het slachtoffer... 
is strafrechtelijk altijd irrelevant omdat strafrecht van openbare orde is. moet steeds uitdrukkelijk worden gegeven om rechtvaardigend te kunnen werken. is bij verkrachting (art. 417/11 Sw.) ongeldig als het om de toestemming van een meerdererjarige gaat. kan de delictstypiciteit van een gedraging uitsluiten
526
artike 6 §3 evrm recht op verdedigng
6 §3 Recht op verdediging Informatieplicht m.b.t. beschuldiging Voorbereiding verdediging Recht op zelfverdediging of met bijstand advocaat Recht op getuigen oproepen (tegenspraak) Recht op bijstand tolk
527
toepassingsgebied art 6 evrm
“Strafzaak” en “vervolging”: autonome betekenis (invulling) “Gegrondheid” Tijdens vonnisfase Ook binnen strafonderzoek? De bepalingen vermelden de onderzoeksfase niet uitdrukkelijk (bedoeld voor vonnisfase) OG zijn gebonden door art. 6 EVRM in zoverre de niet-naleving van de bepalingen, voor de aanhangigmaking bij de vonnisrechter, het eerlijk karakter van het proces ernstig in het gedrag kan brengen Beoordeling in concreto (aan de hand van de eigen omstandigheden en aard van elke zaak) Beoordeling in globo (rekening houden met hele verloop van procedure)
528
strafvordering hoofdrolspelers
De aanklager = OM (procureur des Konings) De aangeklaagde = Verdachte (inverdenkinggestelde, OR’er-61bis Sv.) - GO = Beklaagde (beschuldigde bij HvA) – Vonnis Het slachtoffer De benadeelde partij De burgerlijke partij (burgerlijke vordering) De rechter Onderzoeksrechter/ Raadkamer / Kamer van Inbeschuldingstelling Vonnisrechter (eerste aanleg, hof van beroep, Hof van Cassatie)
529
theoire van het nieuw sociaal verweer
bescherming van de maatscahappij tegen gevaarlijke personen
530
Kan iets door gewoonte strafbaar gesteld worden?
Nee, wetten nodig dankzij legaliteitsbeginsel
531
klacht= aangifte van diegene die zich benadeeld voelt
Doel: louter signaleren van strafbare feit
532
Burgerlijke partijstelling
Doel: schadevergoeding en teruggave
533
S’offer
= benadeelde, maar zonder specifiek juridisch statuut Art. 3bis V.T.Sv.: zorgvuldige en correcte bejegening door alle betrokken actoren (info & contact) Geen formele procespartij Recht op zorgvuldige en correcte bejegening Verder nauwelijks rechten Sinds 2006 wel: Recht op informatie over verklaring benadeelde partij en BP-stelling PK informeert geïdentificeerde S’offers over plaats en tijdstip van zitting voor VG Strafrechter informeert S’offers over uitvoering vrijheidsstraf en mogelijke strafuitvoeringsmodaliteiten
534
Benadeelde persoon
Heeft bepaalde rechten dankzij formele verklaring, maar nog geen procespartij (art. 5bis V.T.Sv.) Tussenvorm, tussen S’offer en BP – sinds 1998 – art. 5bis V.T.Sv. Wat? Verklaren schade te hebben geleden door misdrijf (≠schadeclaim) Persoonlijk belang Waar? Verklaring op secretariaat OM (of bij politie) Geen procespartij, maar wel 4 rechten: Recht op bijstand of vertegenwoordiging advocaat Voeging van stukken bij strafdossier Drievoudige verwittigingsplicht OM Inzage in – en kopie van strafdossier 
535
BP = partij in proces
Meeste rechten, BP-stelling Maakt benadeelde/S’offer partij in strafproces  schadeclaim Impact op strafvordering? (infra) Strafvordering bestaat al? Strafvordering bestaat nog niet? Maar uitz.! Instellen strafvordering niet altijd mogelijk! Bv. ministers, minderjarigen, vervolging wegens genocide, voorrecht van rechtsmacht Wat wel mogelijk in die gevallen? BP-stelling bij wijze van “voeging” (infra)
536
optierecht benadeelde, voordelen van strafrechtelijke weg:
benaeelde kan kiezen tussen sr en br. Procedure verloopt sneller Weinig kosten (en bijna geen onmiddellijke kosten) ‘Profiteren’ van bewijsverzameling door OM en OR Argumenten rechtstreeks aan strafrechter voorleggen en zo mee oordeel van strafrechter helpen vormen (vermijden ongunstige uitkomst van strafzaak)  De facto ook: streven naar bestraffing dader (hoewel geen wettelijk doel)
537
Voorwerp burgerlijke voordering =
het herstel van de door het misdrijf veroorzaakte privaatrechtelijke schade
538
Schadevergoeding =
het herstel van de schade in geld
539
Teruggave =
het herstel van de schade in natura Enge zin: teruggave van goederen die aan eigenaar ontnomen werden Ruime zin: alle maatregelen die de gevolgen van het misdrijf doen verdwijnen Herstel oude situatie, d.w.z. zoals voor het misdrijf Maar niet altijd mogelijk: sommige gevolgen onomkeerbaar
540
Verschil tussen schadevergoeding en teruggave:
Teruggave vrijwaart ook algemeen belang (openbare orde) Verplicht (valt ook onder taken OM)
541
burgerlijke vordering voor de SR'er na instelling SV
Benadeelde kan zich in elke stand van geding (tot sluiten van debatten) burgerlijke partij stellen (67 Sv.) Voor OR’er, voor OG’en, voor VR’er in eerste aanleg (niet in beroep)
542
burgerlijke vordering voor de SR'er, Voor instelling SV
Benadeelde kan burgerlijke vordering voor de SR’er brengen Voor OR’er (63 Sv.) – verplicht voor misdaden Voor VR’er via rechtstreekse dagvaarding Initiatief BP stelt ook SV in Accessoriumkarakter BV
543
BV voor SV (= BV is beëindigd voor SV is ingesteld):
BR’er beslist vrij Maar SR’er (die later geadieerd is) blijft ook vrij Nooit sprake van gezag van gewijsde (ne bis in idem)
544
SV voor of tijdens BV
Indien tijdens (= BV al gestart voor SV ingesteld)   BV wordt geschorst “Le criminel tient le civil en état”: vermijden van tegenstrijdigheden SV heeft voorrang: BR’er moet zich in beginsel conformeren Gezag van gewijsde als SR’er al over zelfde onderwerp BV beslist heeft
545
tegen wie wordt strafvordering uitgeoefend
Potentiële daders (of deelnemers) NP en/of RP (ev. vertegenwoordigd door lasthebber ad hoc) Verdachte Tijdens onderzoeksfase Eventueel onderzoek tegen ‘onbekenden’! Inverdenkinggestelde Door OR (art. 61bis lid 1 Sv.) Onderscheid met: ‘persoon tegen wie strafvordering is ingesteld i.k.v. GO’ (art. 61bis lid 2 Sv.) Beklaagde Vonnisfase Hof van assisen: ‘beschuldigde’
546
CAP
CAP? = civielrechtelijk/burgerrechtelijk aansprakelijke partij Art. 1384 BW en (andere) wettelijk omschreven gevallen o Enkel op burgerrechtelijk vlak! (dus geen strafvordering tegen CAP!) Veroordeling tot schadevergoeding en gerechtskosten In solidum met beklaagde Uitz. ook veroordeling tot geldboete (maar let op: art. 50bis Sw.) Kan enkel door OM of BP in zaak worden betrokken, niet op eigen initiatief of via beklaagde!
547
Opsporingsonderzoek v. Gerechtelijk onderzoek Gemeenschappelijke kenmerken (~inquisitoir karakter)
Geheim: Beschermen van het maken van hypotheses tegen externe invloed Efficiëntie en vermoeden van onschuld (infra) Niet-tegensprekelijk (= niet-contradictoir) Geen debat en geen (of heel beperkte) deelneming van verdachte OM of OR voert onderzoek Privépartijen kunnen zich niet verzetten tegen bepaalde onderzoeksdaden (maar uitz.) Schriftelijk Schriftelijk stuk voor elke uitgeoefende activiteit/onderzoeksdaad Manier om regelmatigheid van handelingen later na te gaan Maar ook manier om resultaten later te gebruiken
548
2 types strafonderzoeken
Waarom twee onderzoeken? Beschermende functie GO i.t.t. OO Veronderstelling: OR beschermt meer dan OM OR onafhankelijk & onpartijdig – meer aandacht voor fundamentele rechten Oorspronkelijk (GO verplicht): onpartijdig onderzoek nodig naast onderzoek OM Nu (GO facultatief): indien het onderzoek dwangmaatregelen vereist, is onpartijdig onderzoek nodig Tussensituatie: mini-instructie (infra)
549
opsporingsonderzoek
Uit praktijk gegroeid “[H]et geheel van de handelingen die ertoe strekken de misdrijven, hun daders en de bewijzen ervan op te sporen en de gegevens te verzamelen die dienstig zijn voor de uitoefening van de strafvordering” (art. 28bis §1 lid 1 Sv.) Leidt niet noodzakelijk tot GO GO niet noodzakelijk (art. 47 & 64 Sv.) Art. 47 Sv.: “kan vorderen”
550
politie
Geïntegreerde politiedienst (sinds hervorming 1998) 2 niveaus Lokaal v. federaal Basispolitiezorg Gespecialiseerde en supralokale opdrachten en steun Bevoegdheid Opsporen van alle misdrijven (art. 8 Sv.) Ook al zijn andere ambtenaren misschien ook bevoegd (bijzondere WG) Onderscheid agent – officier van gerechtelijke politie Officier: eigen opsporings- en vaststellingsbevoegdheid Agent: enkel bijstand (soms uitz.)
551
proactieve recherche
art 28bis §2 Sv, Proactieve v. reactieve recherche 2 criteria proactieve: restrictief Doel = gerechtelijke finaliteit (niet zomaar informatie verzamelen) Bepaalde zware misdrijven: Criminele organisaties Misdrijven art. 90ter §2-4 Sv. Vereiste: voorafgaande schriftelijke toestemming PK/arbeidsauditeur/federale procureur; BOM mogelijk (infra)
552
Kenmerken OO
Geen dwangmaatregelen Uitz.: heterdaad Mini-instructie (infra) Geheim (art. 28quinquies Sv.) Efficiëntie waarheidsvinding Eerbiediging vermoeden van onschuld Schriftelijk Niet-contradictoir Geen debat over aannemen onderzoeksdaden Geen deelname aan de onderzoeksverrichtingen
553
Geheim karakter OO (art. 28quinquies Sv.)
Efficiëntie waarheidsvinding Eerbiediging vermoeden van onschuld Beroepsgeheim (geheim van onderzoek) voor al wie beroepshalve betrokken is bij onderzoek Bestraft door art. 458 Sw.
554
Uitzonderingen geheim karakter OO
Kopie van verhoor aan ondervraagde persoon Persmededelingen door PK of advocaat Verzoek tot inzage en kopie van dossiers
555
verzoek tot inzage en kopie van dossiers
Art. 21bis Sv. (algemene bepaling) en art 61ter SV Verzoekschrift van belanghebbenden en ook van derden (“In alle andere gevallen…”) Opgelet: recht op verzoek ≠ recht op inzage OM niet verplicht om op verzoek in te gaan Specifieke procedure voor belanghebbende (§§ 2-9) OM moet antwoorden 4 maanden (soms herleid) Limitatieve lijst van weigeringsgronden (art. 21bis § 5) Gedeeltelijke inzage of kopie toelaten Rechtsmiddel belanghebbenden t. weigering of stilzwijgen van OM (art. 21bis §7-8 Sv.) – voor KI
556
Niet contradictoir
Geen debat over aannemen onderzoeksdaden Geen deelname aan de onderzoeksverrichtingen Houdbaar na beslissing EHRM in Salduz?
557
niet contradictoir Uitz. “strafrechtelijk kort geding” (art. 28sexies Sv.)
Degene die geschaad wordt door opsporingshandeling m.b.t. goederen kan aan PK opheffing van maatregelen vragen (ook gedeeltelijk) Niet preventief Mogelijke afwijzing: Noodwendigheden onderzoek vereisen maatregel Rechten partijen of derden kunnen door opheffing in gedrang komen Opheffing zou gevaar voor personen of goederen opleveren VBV of teruggave aan rechthebbende voorzien in wet HB bij KI
558
bescherming rechten p geoderen, “Strafrechtelijk kort geding” (art. 28sexies Sv.) “Strafrechtelijk kort geding” (art. 28sexies Sv.) Vervreemding of teruggave tegen betaling van geldsom (art. 28octies Sv.) Vervreemding =
Vervreemding = verkoop van in beslag genomen goederen Enkel vervangbare vermogensvoordelen waarvan de waarde eenvoudig bepaalbaar is Bewaring zou leiden tot waardevermindering, schade of kosten die onevenredig zijn met hun waarde Teruggave aan persoon tegen wie inbeslagneming gedaan werd onder betaling van geldsom PK bepaalt bedrag
559
mini instrucite art 28septies SV
Rechter van het onderzoek v. onderzoeksrechter Voordeel: meer onpartijdig Nadeel: minder kennis van strafdossier, geen grondig overzicht zaak Mini-instructie (≈ rechter van onderzoek) PK vordert dat OR bepaalde onderzoekshandelingen verricht zonder dat dit de instelling van GO impliceert PK krijgt het dossier terug na de uitvoering van handeling Tenzij “evocatie” (autosaisine)
560
evocatie
Als beslissing in eerste aanleg onjuist is Zaak wordt niet naar SR’er in eerste aanleg teruggestuurd EVOCATIE (‘tot zich trekken’) Appelrechter beslist over zaak Bevestiging of bekrachtiging van beslissing 1ste aanleg = geen evocatie Gedeeltelijke vernietiging mogelijk Geen evocatie in geval van onbevoegdheid of onregelmatigheid aanhangigmaking in eerste aanleg Zaak gaat terug naar (bevoegde) SR’er eerste aanleg// Tenzij “evocatie” (autosaisine) = OR trekt dossier naar zich toe en oefent GO uit (OR heeft ‘evocatierecht’) Maar niet als OR handeling weigert
561
mini instructie is Uitgesloten voor sommige onderzoeksdaden, bv.
Bevel tot aanhouding Heimelijke zoeking in informaticasystemen
562
gerechtelijk onderzoek
Art. 55 lid 1 Sv. “[H]et geheel van de handelingen die ertoe strekken de daders van misdrijven op te sporen, de bewijzen te verzamelen en de maatregelen te nemen die de rechtscolleges in staat moeten stellen met kennis van zaken uitspraak te doen” Vgl. OO: geen “opsporen van misdrijven” Veronderstelling: misdrijf bestaat GO: de daders duidelijk identificeren, constitutieve bestanddelen misdrijf verduidelijken, bewijzen verzamelen Art. 61bis Sv.: inverdenkingstelling link naar art 28bis §1
563
facultatief karakter GO
Art. 64 Sv.: klachten “kunnen … worden doorgegeven” aan OR Mogelijke seponering van zaak door OM Mogelijke rechtstreekse dagvaarding voor politie- en correctionele zaken (art. 145 en 182 Sv.) Maar GO verplicht voor niet-gecorrectionaliseerde misdaden GO niet mogelijk voor overtredingen m.u.v. samenhangende overtredingen
564
saisine OR (= instelling SV)
OM Vordering tot gerechtelijk onderzoek Datum en ondertekening op straffe van nietigheid Aanvullende vordering mogelijk BP BP-stelling Gewone klacht onvoldoende (art. 64 Sv.) Art. 70 Sv.: informatie aan OM (stukken toegestuurd aan OM) Vaak in de praktijk: vordering OM na BP-stelling OR ambtshalve (autosaisine) Heterdaad Mini-instructie (evocatierecht)
565
instelling van GO gevolgen
Rechtstreekse dagvaarding in politie- en correctionele zaken niet meer mogelijk Onontvankelijkheid van RD Geen mogelijkheid meer om zaak te seponeren Geen beoordeling meer van opportuniteit Een rechter moet zich over de zaak uitspreken Raadkamer (of in voorkomend geval KI) Louter technische redenen (bewijzen, feiten, juridische kwalificatie)
566
Leiding (en verantwoordelijkheid) GO: OR Taak: waarheidsvinding
Onderzoeksverrichtingen die nuttig zijn Gegevens verzamelen à charge et à décharge Onpartijdigheid Gebruik dwangmaatregelen (die inbreuk maken op persoonlijke rechten en vrijheden) indien noodzakelijk Waken over de wettigheid van bewijsmiddelen en loyauteit verzameling Geen verboden middelen (bv. verhoor verdachte zonder advocaat, huiszoeking tussen 21u en 5u, afluisteren voor misdrijf niet in lijst) Geen middel dat onverenigbaar is met ambt OR (bv. afluisteren in gevangenis na provocatiemanoeuvres) Niet recht van verdediging in gedrang brengen
567
verantwoordelijkheid en rol OR
OR: rechter in rechtbank van eerste aanleg die met GO wordt belast Onverenigbaarheid met behandeling zaak in vonnisfase Art. 56 §1 lid 3 Sv.: handelingen die behoren tot gerechtelijke politie, opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek Onafhankelijkheid en onpartijdigheid OR geen partij Balans in evenwicht tussen vervolgende partij en verdediging (ondanks/vanwege geen wapengelijkheid) Bevoegdheid: Ratione materiae: alle zaken waarvoor GO wordt ingesteld Ratione loci: 3 criteria Maar ook handelingen buiten arrondissement OR gespecialiseerd in terroristische misdrijven Niet tegen personen met immuniteit
568
taak OR
Leiding GO OM blijft verantwoordelijk voor uitoefening van SV Onderzoeksverplichting: geen weigering onderzoek Maar niet verplicht om handelingen te verrichten die door OM worden gevraagd = gemotiveerd ‘strijdig bevel’ OM kan in beroep gaan tegen ‘strijdig bevel’ Inactiviteit? Geen rechtstreeks rechtsmiddel maar verzoekschrift mogelijk aan KI door partijen (art. 136 en 136bis Sv.) Maar mogelijk dat er geen nuttige onderzoeksdaden te verrichten zijn volgens OR Afsluiting van onderzoek door RK als zaak klaar is voor een beslissing
569
omvang saisine OR mbt feiten
Saisine m.b.t. feiten Beperkt tot feiten die in aanhangigmaking aangegeven zijn Geen zelfstandige uitbreiding (aanvullende vordering OM nodig) Maar mogelijks komen nieuwe feiten aan het licht Kennisgeving aan OM als die misdaden of wanbedrijven zijn (art. 56 §1 lid 6 Sv.) OR: geen GO-bevoegdheid maar mogelijk handelingen te verrichten van gerechtelijke politie of opsporingsonderzoek
570
omvang saisine OR mbt personen
Tegen onbekenden of bepaalde personen Geen beperking voor OR – kan onderzoek richten op eender welke persoon (maar uitz.) Geeft wel bepaalde rechten aan met naam vermelde personen
571
nominatieve SV of BP-stelling
Vordering van OM & BP-stelling kunnen bepaalde persoon/personen aanduiden “personen tegen wie de strafvordering wordt ingesteld in het kader van een gerechtelijk onderzoek” Art. 61bis lid 2 Sv. Zelfde rechten als inverdenkinggestelde Hoewel wetboek geen uitdrukkelijke informatieplicht voorziet (zoals in art. 61bis lid 1 Sv. voorzien is voor inverdenkingstelling), moet kennisgeving als verplicht beschouwd worden (conforme interpretatie)
572
geheim GO redenen geheim (zoals in OO)
Beschermt efficiëntie onderzoek (belangrijkste) Eerbiediging vermoeden van onschuld Beschermt onderzoek tegen mediadruk en vermijdt publieke sensatiezucht
573
geheimhoudingsplihct art 57 SV geheim GO
Tegen wie? Iedereen, maar niet tegen OM Wie is verplicht om geheim te houden? Personen die beroepshalve kennis krijgen van GO-gegevens OR, OM, griffiers … Niet-rechtstreeks belanghebbenden en derden (ook journalisten)? Advocaten? Geheim niet absoluut: “behoudens de wettelijke uitzonderingen”
574
geheim uitzonderingen kennisname GO
Kopie van verhoor ondervraagde persoon (art. 57 §2 Sv.) Recht op kennisname dossiers voor aangehoudene (infra) Verzoek tot inzage en kopie van dossiers door partijen en andere bepaalde personen (art. 61ter §1 juncto 21bis lid 2 Sv.) Volgende slide Persmededelingen
575
verzoek tot inzage en kopie van dossiers
Verzoekschrift van partijen en andere bepaalde personen art. 61ter §1 juncto 21bis lid 2 Sv. Opgelet: recht op verzoek ≠ recht op inzage OR kan afwijzen (art. 61ter §3 Sv.) – lijst van gronden OR kan ook gedeeltelijke inzage of kopie toelaten Gebruik inlichtingen slechts in het belang van zijn verdediging en zonder inbreuk op vermoeden van onschuld en rechten van derden Misbruik strafbaar (art. 460ter Sw.)
576
uitzinderen mogelijk op niet-contradictoir OR GO
Maar uitzonderingen mogelijk Bijkomend/aanvullend onderzoek (art. 61quinquies Sv.) Aanvechten maatregelen m.b.t. goederen SR kort geding (opheffing onderzoekshandelingen die rechten op goederen schaden, art. 61quater Sv.)  Gelijkaardige regels als in art. 28sexies Sv. bij OO Vervreemding en teruggave (art. 61sexies Sv.)
577
aanvullend bijkomend onderzoek
art 61quinquies SV, Titularis: Inverdenkinggestelde (en gelijkgestelde persoon die nominatief genoemd is in vordering of BP-stelling) BP Onderwerp: Elke handeling die de OR kan (laten) verrichten en die tot volledigheid van strafdossier bijdraagt Verzoekschrift Afwijzing: niet noodzakelijk voor waarheidsvinding of maatregel nadelig voor onderzoek Beroep mogelijk: bij KI
578
instellen van vervolging
Opportuniteitsbeginsel (≠ legaliteitsbeginsel) art. 28quater, lid 1 Sv. OM beslist om al dan niet te vervolgen – min of meer vrij Niet alleen o.b.v. technische redenen Misdrijf bestaat niet, onvoldoende bewijzen … Legaliteitsbeginsel (quod non): verplichte vervolging Maar ook o.b.v. loutere opportuniteit Bv. Evenwicht tussen haalbaarheid, kosten en ernst misdrijven Wel rekening houden met richtlijnen van SR beleid
579
kennis van misdrijven / notitia criminis eerste verieste kennis van misdrijf
Vaak via aangifte maar ook andere manieren: betrapping op heterdaad, informatie gevonden door politie of in de krant, … Ambtelijke aangifte Art. 29 Sv. en bijz. WG: overheid/ambtenaar in uitoefening van ambt = verplicht (disciplinaire sanctie) Private aangifte Gelijk welke burger (getuige, S’offer, iemand anders) Art. 30 Sv.: getuige => verplicht (maar geen sanctie) Overheid (buiten toepassing van art. 29 Sv.) Anonieme aangifte? ≠ anonieme getuigenis!
580
voordelen en nadeling legaliteitsbeginsel
+ uniformiteit en gelijkhied, - minder efficient (overload)
581
opportuniteit voordelen en nadelen
+ felxibel & meer efficient, - willekeur en subjectiviteit (gevaar voor slachotffers)
582
verplihcte vervolging
Mogelijke verplichting tot vervolging? Bevel van hiërarchisch overste PG aan PK (art. 364 Sv.) Bevel minister van Justitie: Positief injunctierecht Maar geen negatief injunctierecht! Waarom? Politici kunnen de bestraffing van misdrijven niet verhinderen Geen immuniteit voor politici! Onder gezag, maar niet onder leiding van minister SR richtlijnen (art. 143quater Ger. W.) ≠ injunctierecht
583
Sommige gevallen = voorafgaande voorwaarde nodig: Moeten vervuld zijn om geldige strafvordering in te stellen Verplichte voorwaarden ≠ verplichte vervolging
Vereiste van machtiging Parlementsleden Vereiste van aangifte Misdrijven in buitenland Vereiste van een klacht
584
Klacht =
aangifte van wie zich benadeeld voelt Doorgaans van geen belang voor instellen van vervolging Maar wel bij klachtmisdrijven (= beperkt in aantal) Bv. laster (art. 443 Sw.) Vormen: art. 31 en 65 Sv., maar niet noodzakelijk Ondubbelzinnige wilsverklaring van S’offer (zelf of door advocaat) volstaat Geen schadeclaim (nog niet BP-stelling) – S’offer ‘wenst’ vervolging OO mogelijk, maar klacht nodig om SV in te stellen (GO-rdv)
585
Intrekking klacht?
In ‘normale’ gevallen: geen invloed Bij klachtmisdrijven: Vóór instelling SV: strafvordering niet meer mogelijk Na instelling SV: strafvordering blijft verder lopen
586
seponering
Beslissing OM om niet te vervolgen = OM ‘klasseert de zaak zonder gevolg’ Enkel mogelijk zolang strafvordering niet is ingesteld!
587
Technisch sepot v. beleidssepot
Motivatie nodig (maar formele motivatie volstaat) Ook pretoriaanse probatie (sepot onder bepaalde voorwaarden voor verdachte) Louter feitelijke beslissing, geen rechtskracht Voorlopige beslissing – OM kan zaak later heropenen Geen ne bis in idem-gevolg Geen rechtsmiddel Geen plicht om ter kennis van geïnteresseerden te brengen  Enkel art. 5bis V.T.Sv.: kennisgeving aan benadeelde persoon
588
OM en ingestelde strafvordering, Beschikkingsrecht over ingestelde strafvordering?
Vroeger: nee Eens ingesteld, trein niet meer te stoppen Sinds 2011: wel Wet inzake verruimde minnelijke schikking (komt later) OM kan voorstellen om te schikken, ZOLANG er nog geen eindvonnis of eindarrest gewezen is in eerste aanleg Enkel voor misdrijven die: Strafbaar zijn tot 20j opsluiting (en in concreto geen zwaardere straf dan 2j GVS zouden krijgen) En geen zware aantasting van lichamelijke integriteit inhouden
589
onderzoeksdaden opsporingsonderzoek
Geen dwangmaatregelen Tenzij heterdaad Tenzij via mini-instructie
590
gerechtelijke onderzoek ondrzoeksdaden
Dwangmaatregelen mogelijk in functie van waarheidsvinding
591
Aspecten waaraan er in Sv. aandacht moet worden besteed:
Wat? Voorwerp maatregel Wie? Bevoegdheid: wie kan de maatregel nemen? PK (uitzonderlijk), OR (GO of mini-instructie) Hoe? Wettelijke voorwaarden voor het aannemen van maatregel Bv. proportionaliteit (Evenwicht tussen ingrijpen m.b.t. recht, ernst en mogelijkheid onderzocht misdrijf, noodzakelijkheid en doeltreffendheid maatregel) Bv. subsidiariteit (afwezigheid andere efficiënte alternatieven) Algemeen beginsel: hoe zwaarder inbreuk op recht(en) is, hoe meer waarborgen nodig zijn
592
Relevantie van het begrip heterdaad
Bij arrestatie: uitbreiding bevoegdheden vrijheidsbeneming naar politie Onderzoeksdaden: uitbreiding bevoegdheden PK Heterdaad  uitzonderingsregime; strikte interpretatie van toepassingsgebied
593
proces cverbaal
Officiële akte van een wettelijk bevoegde officier of agent van gerechtelijke politie, die strekt tot het bewijs van een misdrijf, en ofwel de vaststelling van bepaalde feiten, ofwel de verklaringen van bepaalde personen, met eventueel aanvullende inlichtingen en met inbegrip van de gedane opsporingen, inhoudt. = officieel schriftelijk verslag Taal: taal van de streek (Indien persoon taal van de streek niet spreekt: art. 47bis, §6, lid 4 Sv.)
594
Naamloze of anonieme aangiften
Aangever onbekend of heeft gevraagd naam niet te vermelden Mogelijk om namen niet op te nemen Niet ongeldig Kan worden gebruikt: OM oordeelt vrij welk gevolg Vormvereisten aangifte niet op straffe van nietigheid Geen schending eerlijk proces ≠ anonieme getuigenis
595
verhoor OO
+ art 112terSV Elke politieambtenaar (ook agent gerechtelijke politie) Ondervraagde persoon: verdachte of getuige Mededelingen nodig, maar… … geen eed … geen verplichting verklaring te ondertekenen … geen plicht om te antwoorden (= geen dwang!) Recht op kopie van verhoor (= uitzondering op geheim karakter OO) Vragen, niet automatisch Ev. uitgesteld om technische of strategische redenen (1 maand, ev. 3 maanden)
596
verhoor GO getuige
Niet verplicht Wel recht BP ten minste 1x te worden gehoord G. moet verschijnen indien formeel opgeroepen Dagvaarding – plicht te verschijnen (GB als sanctie) Bevel tot medebrenging tegen getuige die niet verschijnt Geen plicht bij eenvoudige verwittiging – kan ook spontaan verschijnen G. moet (in principe) eed afleggen (≠ verdachte) – art. 75 Sv. G. moet verklaring afleggen (≠ verdachte) 3 uitzonderingen: Recht zichzelf niet te beschuldigen Journalisten  bronnen - tenzij expliciet verzoek OR onder strenge voorwaarden Personen met beroepsgeheim (supra: RVG – wettelijk voorschrift) G. moet waarheid spreken (≠ verdachte) Valse getuigenis voor OR: nog geen meineed (art. 218 en 219 Sw.) Meineed: getuige volhardt tot aan sluiting debatten
597
verhoor verdachte
Verhoor verdachte Niet verplicht (valt wel aan te bevelen) Uitz.: bevel tot aanhouding IVD kan het vragen Verschijning via: Eenvoudige verwittiging Dagvaarding (= formele uitnodiging) Bevel tot medebrenging = dwang (ondervraging binnen 48u vanaf vrijheidsbeneming en ev. bevel tot aanhouding) Ondervraging door OR (+ griffier) of politie Recht op kopie van verhoor Geen automatisme + ev. uitstel (art. 57 §2 Sv.)
598
verhoor GO-> IVD stelling
officiele kennisgeving aan persoon dat hij verdachg wordt van bepaalde feiten Plicht voor OR Indien ernstige aanwijzingen van schuld (art. 61bis Sv.) Onmiddellijk (voor zover mogelijk) Voorafgaande ondervraging geen voorwaarde via verhoor (ook mondeling, opgenomen in pv) of kennisgeving (schriftelijk) Gevolg: Onomkeerbaar OG moet uitspraak doen over persoon .
599
verhoor inleiding
Belang (verdachten)verklaringen in het strafproces Belangrijk moment van tegenspraak voor de verdachte Juridische en rechtspsychologische bezorgdheden Juridisch: vrijwillige en welingelichte verklaring Zwijgrecht en dwangverbod Informatie over rechten Rechtspsychologisch: fouten Valse bekentenissen Liegende verdachten (quid polygraaf?) Geheugenproblemen (alibi)
600
verhoor beginselen
Niemand kan worden gedwongen zichzelf te incrimineren Zwijgrecht tijdens verhoor Geen verhoor onder eed/ liegen niet strafbaar Medewerkingsplichten? Nuance Sociaal-fiscaal toezicht Pin-code GSM? 88quater Sv. Belang zwijgrecht Vermoeden van onschuld – bewijslastverdeling Bescherming tegen ongeoorloofde druk en dus valse bekentenissen
601
EHRM salduz v turkije conclusie
Recht op bijstand van advocaat = fundamenteel recht Nationale wetgever verantwoordelijk om vorm aan dit recht te geven Recht op toegang tot een advocaat vanaf eerste verhoor, tenzij dringende en buitengewone gevallen
602
recht op advovacaat neit-verdachte
Geen recht strictu sensu (maar art. 47bis § 6, 5) Sv.!!!) Maar geen verzet indien advocaat bij verhoor (algemeen recht van bijstand)
603
vrije verdachte recht op advocaat geen risico op vrijheidsstraf
Geen recht strictu sensu Maar geen verzet indien advocaat bij verhoor (algemeen recht van bijstand
604
Vrije verdachte – risico op vrijheidsstraf: recht op advocaat?
Recht op vertrouwelijk gesprek + bijstand van advocaat Tenzij schriftelijke uitnodiging (vermoeden) Tenzij afstand (niet voor minderjarigen)
605
Van vrijheid benomen verdachte recht op advocaat?
Recht op vertrouwelijk gesprek + bijstand advocaat Tenzij advocaat te laat (meer dan 2 uur) Tenzij overmacht Tenzij afstand (niet voor minderjarigen) Tenzij bijzondere omstandigheden en dwingende redenen
606
Eerste verhoren tijdens de eerste 48 uur vrijheidsberoving, organisatie recht op advocaat
Politie zorgt voor contactname permanentiedienst advocaten Voorkeursadvocaat of permanentieadvocaat Advocaat moet binnen 2 uur aanwezig zijn, anders mag verhoor aanvatten Vertrouwelijk (!) overleg van 30 minuten voor eerste verhoor Bijstand tijdens verhoor 1x onderbreking van 15 minuten op verzoek OF telkens als nieuwe feiten
607
Verhoor bij onderzoeksrechter (artikel 16 WVH), organisatie recht op advocaat
Geen nieuw vertrouwelijk overleg Advocaat wordt verwittigd van tijdstip voorleiding
608
Verhoor bij onderzoeksrechter (artikel 16 WVH), organisatie recht op advocaat
Geen nieuw vertroverhoor gedachte GOuwelijk overleg Advocaat wordt verwittigd van tijdstip voorleiding
609
verhoor verdachte GO
Vermoeden van onschuld: bewijslast rust niet op verdachte Zwijgrecht Geen eed Tegen zwijgrecht en recht op verdediging Geen plicht om waarheid te spreken Geen plicht om mee te werken Geen schuld uit afleiden Negatief effect stilzwijgen? Mogelijks conclusie in nadeel?    (zwijgrecht geen absoluut recht?) Formele inverdenkingstelling (art. 61bis Sv.) - infra
610
bijzondere regimes getuigenverhoor
Minderjarigen Verhoor op afstand Bescherming van bedreigde getuigen Getuige, deskundige of verdachte in het buitenland Minderjarigen Recht op begeleiding door meerderjarige Tenzij gemotiveerde beslissing OM/OR Audiovisuele opname mogelijk
611
anonieme getuigen
Art. 75bis en art. 86bis Sv. Personen die een verklaring afleggen onder eed Wiens identiteit verborgen gehouden wordt ≠ informant, tipgever, infiltrant Redelijke vrees voor ernstige bedreiging van leven of levenssfeer getuige
612
Gedeeltelijke v. volledige anonimiteit Gedeeltelijke (art. 75bis Sv.):
OR beslist om geen melding te maken van bepaalde identiteitsgegevens// Gedeeltelijk (art. 155bis en ter Sv.) Geen vermelding bepaalde identiteitsgegevens in pv Indien redelijk vermoeden ernstig nadeel voor persoon of naasten Getuige die niet door OR werd ondervraagd – ambtshalve of op verzoek partijen of getuige – Getuige die wel door OR werd ondervraagd: behoudt gedeeltelijke anonimiteit Politie? Geen nood aan vermoeden ernstig nadeel – enkel dienstadres
613
gedeeltelijke v volledige anoniemiteit Volledige (art. 86bis Sv.):
OR beslist identiteit volledig verborgen te houden// Getuige al beschermd door OR (86bis en ter Sv.): dagvaarding enkel met toestemming getuige VG kan OR bevel geven tot ondervraging getuige die niet door OR werd ondervraagd of tot opnieuw ondervragen Verhoor met nodige beschermende maatregelen (bv. vermomming of stemvervorming)
614
volledige anonimiteit voorwaarden
//Proportionaliteit (middel-doel) en subsidiariteit (andere middelen lijken niet te volstaan om waarheid te vinden) Alleen voor bepaalde misdrijven Ernstige criminaliteit (lijst art. 90ter Sv. en criminele organisatie) Voorafgaande toetsing betrouwbaarheid door OR
615
plaatsbezoek
Artikel 62 Sv. Wie? Politie, OM of OR’er Onderzoeksrechter altijd vergezeld van OM en griffier Waar? Openbare plaatsen (voor iedereen toegankelijk) Wanneer? Onmiddellijk na vaststelling misdrijf Wedersamenstelling (verdachte en BP ook aanwezig)
616
huiszooeking
Bescherming van de ‘woning’ Artikel 15 GW  definitie Hof van Cassatie Artikel 8 EVRM (eerbiediging privéleven) Artikel 17 IVBPR Wettelijke basis: Huiszoekingswet van 7 juni 1969 (zie codex) Artikelen 36, 37 en 87-90 Sv. Artikelen 26, 27 en 29 WPA Bevoegdheid: onderzoeksrechter (maar uitzonderingen) Ernstige aanwijzingen misdrijf!
617
huiszoeking tijdens opsporingsonderzoek
Artikel 26 e.v. WPA Zoeking in privéwoningen Met toestemming (vooraf en schriftelijk) Oproep, brand en overstroming Zoeking in publiek toegankelijke plaatsen Heterdaad Procureur des Konings en hulpofficieren
618
huiszoeking tijdens gerechtelijk onderzoek
Onderzoeksrechter oordeelt soeverein Dwangmaatregel Toevallige vaststellingen = geldig Beperking: NIET tussen 21u ‘s avonds en 5u ‘s morgens –Tenzij: - Bijzondere wetsbepaling - Heterdaad - Toestemming - Oproep - Brand, overstroming… - Terroristische misdrijven
619
inkijkoperatie
= Betreden van een private plaats [en gesloten voorwerpen openen, zie wet 25 december 2016], buiten medeweten van eigenaar of zonder zijn toestemming te allen tijde. Doel (artikel 46quinquies, §2 Sv.): Plaats opnemen en vergewissen van aanwezigheid zaken art. 42 Sw. Bewijzen verzamelen van de aanwezigheid van deze zaken (video-opname of foto) Technisch hulpmiddel plaatsen voor observatie Voorwerpen meegenomen onder §5 terugplaatsen NIET: beslag
620
voorwaarden inkijkoperatie, Bevoegdheid en plaatsen
Voorwaarden (artikel 46quinquies, § 1 Sv.): Ernstige aanwijzingen van ernstige misdrijven Lijst artikel 90ter, § 2-4 Sv. Criminele organisatie Subsidiariteit: overige middelen volstaan niet O.O. OM: schriftelijke vordering (tenzij spoedeisendheid) NIET: woning, beroepslokaal, woonplaats arts/advocaat G.O.: alle plaatsen (artikel 89ter Sv.)
621
het beslag
≠ verberudverklaring, Onttrekking van zaak/zaken aan beslagene Verlies beschikkingsrecht over zaak Bewaren van zaken door overheid met het oog om ze … als bewijs te gebruiken later (definitieve einde van vonnisfase) verbeurd te verklaren terug te geven aan de gerechtigde
622
wat kan in beslag genomen worden?
Artikel 35 Sv. Alle zaken die in aanmerking komen voor verbeurdverklaring Voorwerp Instrument Product Vermogensvoordelen Alles wat kan dienen om de waarheid aan het licht te brengen
623
beslag bij equivalent
Artikel 35ter Sv. Ernstige en concrete aanwijzingen dat goederen niet (meer) in het vermogen van verdachte in België zijn Of vermengd met wettige goederen Vermogensvoordelen Ook voor vermogensvoordelen uit identieke feiten (art. 43quater Sw.) Middelen van misdrijf Goederen van derden (art. 35ter §4 Sv.) Ernstige en concrete aanwijzingen dat verdachte goed heeft overgedragen aan derde met doel VBV te verhinderen Derde wist het of moest het weten Openbaar Ministerie: raming + motivatie
624
beslag wie is bevoegd? vormvereiesten?
Wie is bevoegd? Procureur des Konings Opgelet: beslag op onroerende goederen alleen bij heterdaad in opsporingsonderzoek Onderzoeksrechter Vormvereisten? Beslag roerende goederen: art. 35-39 j° 89 Sv. (niet op straffe van nietigheid) Beslag onroerende goederen: art. 35bis Sv. (sommige vereisten wel op straffe van nietigheid)
625
wat gebeurt er met inbeslaggenomen goederen
Bewaring ter griffie / ter plaatse Vermogensbestanddelen: kennisgeving aan het COIV Evt. vervreemding (art. 28octies en 61sexies Sv.) Opheffing van het beslag en teruggave (art. 28sexies en 61quater Sv.) Terbeschikkingstelling aan de politie Vernietiging? Verbeurdverklaring / teruggave
626
vernietiging inbeslagngenomen goederen
Artikel 28novies Sv. Opsporingsonderzoek: procureur des Konings Gerechtelijk onderzoek: akkoord onderzoeksrechter Welke goederen? Gevaar voor openbare veiligheid of volksgezondheid Mogelijke aantasting van fysieke integriteit of goederen Inbreuk op openbare orde, goede zeden… Bewaring en verkoopwaarde niet proportioneel
627
databeslag
Artikel 39bis Sv. Wanneer? Inbeslagname gegevens nuttig, maar inbeslagname gegevensdrager niet wenselijk Wat? Kopiëren Ontoegankelijk maken Toelating verder gebruik mogelijk, tenzij: Voorwerp of product van misdrijf Strijdig met openbare orde of goede zeden Gevaar voor integriteit informaticasystemen of gegevens  Verwijderen
628
fouillering
Artikel 28 WPA: Gerechtelijke fouillering en veiligheidsfouillering Gerechtelijke fouillering: Betasting van lichaam, kledij en controle bagage Doel: misdrijven opsporen of verhelderen
629
Hoe wordt DNA-materiaal bekomen?
Opsporingsonderzoek (art. 44quater e.v. Sv.) Definities: artikel 44ter Sv. Vergelijkend DNA-onderzoek Reeds aangetroffen ≥ 16 jaar: afnemen bloed, haarwortels of wangslijmvlies Toestemming Kennisgevingen door OM Personen tegen wie aanwijzingen van schuld bestaan of niet-verdachten
630
Afname DNA-materiaal
Met toestemming Zonder toestemming: dwang = mogelijk Feiten strafbaar met maximumstraf 5 jaar GVS of meer Persoon tegen wie aanwijzingen van schuld bestaan Niet-verdachten: directe band met GO Persoon wordt gehoord Kennisgevingen Fysieke dwang: bloedafname verboden
631
aanstelling van een deskunidge
Nood om beroep te doen op “personen die wegens hun kunde of beroep bekwaam geacht worden om de aard en de omstandigheden van de misdaad of het wanbedrijf te beoordelen” (Art. 43 Sv.) Zaken die niet tot de expertise van jurist behoren bv. ballistisch onderzoek bv. medisch onderzoek
632
aanstelligng vna een deskunidge opsporingsonderzoek en heterdaad
Opsporingsonderzoek Inlichtingen inwinnen bij een ‘man van het vak’ Niet-contradictoir (maar zie volgende slide: RS GwH en EHRM) Heterdaad in opsporingsonderzoek Openbaar Ministerie kan deskundige aanstellen Artikelen 43-44bis Sv. Gewelddadige of verdachte dood Dronkenschap
633
aanstelling van een deskundige Gerechtelijk onderzoek
Artikelen 43-44 Sv. Vrije keuze onderzoeksrechter Aanstelling op basis van nationale register gerechtsdeskundigen (Art. 555/6-16 Ger. W.) Techniciteit van het onderzoek Geen dwang Uitzondering: DNA-afname Niet-contradictoir Rechtspraak GwH en EHRM
634
Onderscheppen en openen van post
Onderscheppen en in beslag nemen (art. 46ter Sv.): Tijdens opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek Bij postoperator (medewerkingsplicht) Post bestemd voor of afkomstig van verdachte Ernstige aanwijzingen dat feit GVS van 1 jaar of meer tot gevolg kan hebben Openen van post (art. 88sexies Sv.): Alleen onderzoeksrechter Uitzondering: PK bij heterdaad
635
inwinnen van bankgegevens
Artikel 46quater Sv. Wanneer? Tijdens opsporings- of gerechtelijk onderzoek Ernstige aanwijzingen dat feit GVS van 1 jaar of meer tot gevolg kan hebben Wat? Inlichtingen over o.a. Lijst van bankrekeningen en bankkluizen Bankverrichtingen Bankverrichtingen onder toezicht plaatsen Bevriezen van gelden Medewerkings- en geheimhoudingsplicht
636
snelle bewaring gegevens
Wettelijke basis: art. 39ter Sv. Grensoverschrijdende situatie: art. 39quater Sv.  Wat: bewaring van informaticagegevens om te voorkomen dat ze beschadigd geraken of verloren gaan Geen overhandiging aan speurders ≠ beslag Bevoegdheid Officier gerechtelijke politie (maar ook PK & OR) Voorwaarden Wanneer gegevens in informaticasysteem bijzonder kwetsbaar zijn voor verlies of wijziging Met redenen omklede schriftelijke beslissing (ook met duur maatregel)
637
identificatie van gebruikers wat wie voorwaarden
Art. 46bis Sv. Wat? Vorderen operator (medewerking bevelen) Identificatiegegevens van abonnee of gewoonlijke gebruiker (telefoonnummer of e-mailadres) Identificatiegegevens van elektronische communicatiediensten die een bepaald persoon gebruikt (gebruiker dynamisch IP-adres) Wie? Procureur des Konings In geval van uiterst dringende noodzakelijkheid kan PK de maatregel mondeling bevelen (mits zo snel mogelijk schriftelijke bevestiging) Voorwaarden? Gemotiveerde en schriftelijke beslissing
638
registratie van lokalisatie elektronische communicatie, wat en wie
Art. 88bis Sv. Wat? Bestaan van gesprekken (ook in real time) Identificatie van nummers van telefoontoestellen van waaruit verbindingen worden of werden gemaakt met telefoontoestel en van telefoontoestellen die werden gebeld vanuit bepaald toestel Dus: nummers van in- en uitgaande gesprekken Ook faxnummers Ook oorsprong en bestemming van      telefoon/GSM-gesprekken  Ook oorsprong en bestemming van e-mails van/      naar bepaald e-mailadres Voor verleden en/of toekomst Met weergave van tijdstip, duur en plaats Wie? In beginsel enkel OR, maar uitzonderlijk ook PK (infra)
639
registratie van lokalisatie elektronische communicatie voorwaarden
Voorwaarden Nuttig (zoals bij andere onderzoeksdaden)? Nee Noodzakelijk! (= uitzonderlijke maatregel) Ernstige aanwijzingen dat feiten GVS van 1 jaar of meer                         tot gevolg kunnen hebben Gemotiveerd bevel – proportionaliteit & subsidiariteit Duur Toekomst (real time) = max. 2 maanden Hernieuwbaar – onbeperkt – gemotiveerd bevelschrift Verleden = bewaarplicht in art. 126 wet 13 juni 2005 (dataretentie) Heterdaad PK mag bevelen indien misdrijf in artikel 90ter § 2-4 Sv. OR bevestigt binnen 24u (begin GO of via mini-instructie) Uitz.: gijzeling, terrorisme, onrechtmatige vrijheidsberoving en afpersing: zolang heterdaadsituatie voortduurt, zonder dat bevestiging nodig is Uitz. buiten heterdaad: totstandbrenging bedrieglijke communicatie om voordeel te verkrijgen of overlast veroorzaken                                    (art. 145 §3 en 3bis wet 13 juni 2005)
640
online infiltratie, wat wie limieten en voorwaarden
Wettelijke basis: art. 46sexies Sv. Wat: contact onderhouden op het internet met bepaalde personen (eventueel met fictieve identiteit) Wie: Uitvoering: politie onder controle PK Machtiging: PK of OR Limieten en voorwaarden:  T.a.v. verdachten (= personen tegen wie er ernstige aanwijzingen zijn dat ze misdrijven plegen of zouden plegen) minstens 1j GVS Subsidiariteit (geen alternatief middel) Voorafgaande schriftelijke en gemotiveerde machtiging geldig voor 3 maanden (hernieuwbaar)
641
online infiltratie wat
Artikel 46sexies Sv. Wat? PK of OR kan politiediensten machtigen om op internet (eventueel met fictieve identiteit) contact te onderhouden met bepaalde personen Alleen t.a.v. personen waarvan er aanwijzingen zijn dat ze feiten (minstens 1j GVS) (zouden) plegen Subsidiariteit, maar soepeler dan fysieke infiltratie (infra) PK  voorafgaande schriftelijke en gemotiveerde machtiging voor 3m – hernieuwbaar. In spoedeisende gevallen ook mondeling, met schriftelijke bevestiging zo spoedig mogelijk Registratie via PV (uitvoering maatregel + contacten)
642
informatica openlijke zoekingen 3 soorten
Informaticazoeking (art. 39bis, §2 Sv.) Netwerkzoeking (art. 88ter Sv.) Andere openlijke zoekingen (art. 39bis, §4 Sv.)
643
openlijke zoekingen
Gewone informaticazoeking (art. 39bis §2 Sv.) Officier gerechtelijke politie – indien toestel in beslag genomen PK – indien geen eerder beslag Netwerkzoeking (art. 88ter Sv.) = uitbreiding naar netwerk (andere gelinkte informaticasystemen die op afstand staan) OR Limieten en voorwaarden Alleen binnen toegangsrechten van gebruiksgerechtigde Proportionaliteit en subsidiariteit Andere zoekingen in informaticasysteem (residuaire gevallen) OR (proportionaliteit en subsidiariteit) Bijz. bescherming informaticasysteem arts/advocaat
644
heimelijke zoekingen wat wie limieten en voorwaarden
Wettelijke basis: art. 90ter Sv. Wat: onderscheppen, kennisnemen, doorzoeken, opnemen van private communicatie of informaticagegevens Met een heimelijk oogmerk Wie: OR (maar ook PK) – cfr. infra Limieten en voorwaarden: (cfr. infra)
645
heimelijke zoeking telefoontap informatiectap art 90ter SV OR
binnen GO (geen mini-instructie – art. 28septies Sv.) Kan zo nodig ook: Bevelen om woning of informaticasysteem binnen te dringen om maatregel mogelijk te maken (direct of via technische hulpmiddelen) Maar wel: (art. 90ter, §1, lid 4 Sv. – infra) Beveiliging opheffen (ook via hackertools) Gegevens laten ontcijferen en decoderen
646
heimelijke zoeking telefoontap/infomratietap art 90ter SV
PK Bij heterdaad … … maar enkel voor terrorisme, gijzeling, onrechtmatige vrijheidsberoving en afpersing Zolang heterdaadsituatie duurt – geen bevestiging OR nodig Toevallige vaststellingen door OR gedaan? Nieuw misdrijf? = geldig – wel ev. uitbreidende vordering nodig
647
heimelijke zoekeing voorwaarden
Voorwaarden Proportionaliteit en subsidiariteit – uitzonderlijke maatregel Dus enkel wanneer onderzoek het vereist (noodzakelijkheid) en wanneer andere onderzoeksmiddelen niet lijken te volstaan (subsidiair karakter) Limitatieve lijst van misdrijven (art. 90ter §2-4 Sv.) Ernstige aanwijzingen van … Ernstige misdrijven – (niet proactief – alléén reactief) Lange lijst van misdrijven (verandert nog regelmatig) Tijdstip kwalificatie? Latere herkwalificatie altijd mogelijk (maar geen misbruik) Alléén bepaalde ‘targets’ Art. 90ter §1 lid 4 Sv. – 4 hypotheses Verdachte; communicatiemiddelen/informaticasystemen geregeld gebruikt door verdachte; plaatsen waar verdachten vertoeven; ook personen in verbinding met verdachten Precieze aanwijzingen – niet lukraak
648
Opsporingsonderzoek
Onder leiding van PdK Inquisitoire wortels blijven (GwH 2020) Wel inzage in strafdossier, geen bijkomend onderzoek
649
Gerechtelijk onderzoek
Onder leiding en verantwoordelijkheid onderzoeksrechter Meer ingrijpende onderzoekshandelingen + VH ° Sv. door OM of door BP À charge en à décharge Inzage en participatie tijdens GO Inverdenkingstelling (formeel vs informeel) Verzoek tot bijkomende onderzoekshandelingen
650
afsluiten opsporingsonderzoek OM kan kiezen hoe OO afsluiten / welk gevolg
Seponering (supra) Technisch sepot/bewijssepot/ ‘praeterionaanse probatie’ Minnelijke schikking (216bis Sv.) Strafbemiddeling (216ter Sv.) Rechtstreekse dagvaarding voor vonnisgerecht Ev. met rechtstreekse contraventionalisatie of correctionalisatie Niet onmiddellijk mogelijk indien observatie of infiltratie tijdens OO – KI controleert regelmatigheid BOM alvorens OM tot rechtstreekse dagvaarding overgaat (zie art. 235ter Sv.) Vordering tot gerechtelijk onderzoek Gebeurt meestal wanneer dwangmaatregelen nodig zijn Bv. Telefoontap/huiszoeking/VH (tempering: mini-instructie)
651
RK met KI als beroepsinstantie afsluiting gerechtelijk onderzoek
Filterfunctie “regeling der rechtspleging” na einde GO Bekrachtigingsfunctie minnelijke schikking/bemiddeling Uitzonderlijk als vonnisgerecht (internering/opschorting) (Periodieke controle VH) Verdergaandere bevoegdheden KI (beroepsinstantie beslissingen onderzoeksrechter/OM) Algemene toezichtsbevoegdheden KI Verwijzing naar hof van assisen
652
“beschikking tot mededeling” aan OM
OM kan echter niet zelf beslissen of hij zaak zal dagvaarden of zal seponeren, want strafvordering is opgestart Eventueel wel: minnelijke schikking/bemiddeling Oordeel over volledigheid van het strafdossier na GO
653
raadkamer gaat na, regeling der rechtspleging
Of het onderzoek volledig is gevoerd + ontslag van het onderzoek of strafvordering ontvankelijk en regelmatig is Niet burgerlijke vordering, tenzij enige fundament Sv. Of het onderzoek voldoende bezwaren heeft opgeleverd Of een procedure voor het vonnisgerecht verantwoord is
654
ontslag van onderzoek en redennen
Ontslag van onderzoek Geen wettelijke regeling Soms nodig om OR van onderzoek te ontheffen zonder uitspraak over bezwaren te doen Redenen Goede rechtsbedeling → GO eindigt niet Bv. samenvoeging van 2 onderzoeken in 2 verschillende arrondissementen in belang van goede rechtsbedeling Bv. onderzoek in arrondissement A begonnen, maar wenselijk het voort te zetten in arrondissement B OR onbevoegd, ratione personae (bv. vooronderzoek tegen minister) of ratione loci → GO eindigt wél Dossier terug naar OM, dat verder beslist
655
Zuivering van nietigheden (art. 131 Sv.)
Ingevoerd door Kleine Franchimont-Wet (1998)  Doel: Verklaren nietigheden vóór vonnisfase Vermijden dat VG überhaupt kennis neemt van bepaalde bewijsstukken die misschien onregelmatig zijn verkregen VG moet onbevangen en in hoofdzaak kunnen focussen op schuldvraag en STM Vorm- en procedurefouten in vroeg(er) stadium van strafprocedure ontdekken, om zo te vermijden dat strafvordering (pas) in vonnisfase onontvankelijk of ongegrond wordt verklaard Bepaalde lacunes in onderzoek zo nodig nog herstellen
656
zuivering van nietigheden, initiatief, gevolg, gelding tav VG
Initiatief? IVD/gelijkgestelde, BP of OM RK ambtshalve (= zonder enig verzoek van partijen) Gevolg? Verwijdering stukken uit strafdossier (art. 131 §2 Sv.) – RK bepaalt modaliteiten (bv. teruggave bewijs) Worden op griffie Rb. eerste aanleg neergelegd (niet vernietigd!) RK bepaalt of en in welke mate partijen nietigverklaarde stukken nog mogen inkijken en ev. aanwenden Gelding t.a.v. VG Indien verzoek om regelmatigheid van onderzoekshandelingen te onderzoeken, maar RK spreekt na onderzoek nietigheid niet uit én geen HB voor KI Dan kunnen partijen zelfde middel opnieuw voor VG opwerpen Ongeacht of partij die middel voor VG brengt aanwezig was bij regeling van rechtspleging (bv. latere BP-stelling voor VG) Ongeacht of partij die middel voor VG brengt zelfde of andere is
657
Bezwaren:
aanwijzingen van schuld die voldoende graad van ernst vertonen zodat veroordeling waarschijnlijk is? Lege en kansloze strafdossiers al vroegtijdig beëindigen
658
buitenvervolgingstelling art 128 SV
In feite = generlei bezwaar bestaat In rechte = feit noch misdaad, noch wanbedrijf, noch overtreding Gezag van gewijsde Maar precair (= voorlopig karakter) Beslissing o.b.v. gekende elementen Onder voorbehoud van ‘nieuwe bezwaren’ Nieuwe bezwaren: begrip in art. 247 Sv. (indicatief) Indien nieuwe bezwaren: heropenen GO mogelijk Uitsluitend door OM – vordering tot OR Niet ambtshalve RK of OR – niet BP Voor BV in feite maar ook in rechte Geen nieuw onderzoek Nieuwe beslissing RK Geen rechtstreekse dagvaarding meer! T.a.v. alle mogelijke personen = ook voor personen die niet uitdrukkelijk vermeld zijn (niet-nominatieve BVS irrelevant)
659
buitenvervolgingstelling en BP
BP kan in hoger beroep gaan t. BVS (infra) Geen mogelijkheid om zaak te heropenen door nieuwe bezwaren Geen mogelijkheid rechtstreekse dagvaarding Mogelijk burgerlijke vordering bij burgerlijke rechter Geen gezag van gewijsde van BVS door voorlopig karakter RK (of KI) kunnen niet over burgerlijke zaak beslissen met BVS Mogelijk machtiging tot afschrift van SR dossier krijgen Gebruik SR elementen in burgerlijke procedure BR’er geen bevoegdheid voorleggen SR dossier te bevelen
660
denauratie
Verandering van aard – wijziging van bevoegdheid Correctionalisatie of contraventionalisatie Waarom denaturatie? Anticiperen op aanname verzachtende omstandigheden of strafverminderende verschoningsgronden Lichtere straf, maar vooral procedurele redenen: correctionalisatie omzeilt procedure met jury (complexer)
661
denaturatie Zonder tussenkomst OG = Met tussenkomst OG
Hoe het gebeurt? Zonder tussenkomst OG = rechtstreekse dagvaarding Niet bindend – VG beslist Met tussenkomst OG = RK of KI Bindend voor VG (maar slechts m.b.t. toepassing van VO) VG blijft vrij om kwalificatie te veranderen Als OM/RK vergeten of foutief: vonnisrechter kan sinds 2008 zelf denatureren en zichzelf dus bevoegd maken
662
Art. 2 lid 3 – lijst niet-correctionaliseerbare misdaden
Misdaden met straf > 20j opsluiting + anderen in lijst waren niet correctionaliseerbaar
663
uitzondering RK/KI als vonnisgerehcht
Internering 71 Sw. Interneringsvoorwaarden Opschorting van de uitspraak van de veroordeling Als procedure ten gronde maatschappelijke verval Uitspraak over verbeurdverklaring en kosten Uitspraak over burgerlijke vordering
664
rol van KI
Rol toezichthouder op het gerechtelijk onderzoek (art. 136 Sv.) Toezicht op regelmatigheid van rechtspleging (136bis, 235bis) TOEZICHT Toezicht (ook ambtshalve) op het verloop van GO (art. 136 lid 1) Toezicht op langdurige onderzoeken (art. 136 lid 2) Toezicht op rechtspleging (art. 136bis) Op vordering OM/partij of ambtshalve Appelrechter t. beschikkingen RK/OR Rechtspleging VH Participatierechten/strijdig bevel Controle BOM (art. 235ter Sv.) Beslissing over verwijzing naar hof van assisen (uitzonderlijk:) Vonnisgerecht
665
bevoegdheden KI in toezicht
“Volheid van onderzoeksbevoegdheid” Vervollediging van onderzoek bevelen (art. 228 Sv.) Verplichte opdrachten aan OR Kan zelf inverdenkingstellen Evocatierecht (art. 235 Sv.) raadsheer-onderzoeker Nietigverklaring onderzoekshandelingen Vonnisrechter wél gebonden!
666
opties van vrijheidsberoving voor voorlopige hechtenis
Arrestatie (of aanhouding) Beslissing politie/parket (ook als arr. door particulier) Misdaden of wanbedrijven (alle) Geen minimumdrempel zoals voor VH (bevel tot aanhouding) 2 gevallen Bij heterdaad – politie of particulier (art. 1 WVH) Buiten heterdaad in geval van ernstige aanwijzingen van schuld – OM (art. 2 WVH) Vaak eerste stap naar VH (bevel tot aanhouding) toe Bevel tot medebrenging beslissing OR’er
667
betrapping op heterdaad
Arrestatie door politie “gerechtelijke” vrijheidsbeneming ≠ administratieve aanhouding (opdracht administratieve politie): 12 uren max o.b.v. gronden van verstoring openbare orde Arrestatie om vlucht van verdachte te verhinderen Agenten houden verdachte tegen feitelijke vrijheidsberoving (nog niet arrestatie) Agenten stellen verdachte ter beschikking van officier Officier beslist over aanhouding Indien arrestatie: officier verwittigt meteen PK (‘onverwijld’ = op snelste manier) - PK beslist over verdere stappen Vasthouden door particulier Vasthouden met aangifte aan agent die beslist of door te gaan (supra) of niet
668
arrestatie buiten heterdaad
Doel: persoon waartegen ernstige aanwijzingen van schuld bestaan voor rechter brengen Ook met het oog op verhoor Beslissing énkel door PK of OR! Politie niet! Ev. vooraf wel feitelijke vrijheidsberoving door politie tot beslissing PK of OR (om vluchten te voorkomen) Bewarende maatregelen
669
rechten van de gearresteerde
Verschillende rechten (art. 2bis WVH) Recht op vertrouwelijk gesprek met advocaat Recht om een vertrouwenspersoon op de hoogte te laten brengen van zijn arrestatie Recht op medische bijstand Recht op mededeling van redenen van arrestatie (en ev. beschuldigingen) In verstaanbare taal (Art. 5 EVRM, § 2)
670
bevel tot medebrenging BM
Art. 3 WVH OR’er - gemotiveerd bevel Doel: verdachte bij OR brengen voor ondervraging ev. met dwang (art. 11 WVH) Voorwaarden Ernstige aanwijzingen van schuld aan misdaad of wanbedrijf Hoeft nog niet heel precies te zijn – geen minimumdrempel Verdachte is nog niet ter beschikking van OR Duur: 48u (art. 3 + 12 WVH) Vanaf effectieve vrijheidsbeneming Bevel betekend op moment arrestatie Rechten verdachte van vrijheid beroofd = gearresteerde Art. 2bis WVH
671
bevel tot aanhouding
Voorwaarden (16 WVH) soevereine beslissing OR'er Geen rechtsmiddelen t. weigering (17 WVH) Misdaad of wanbedrijf Tenminste 1 jaar GVS mogelijk (in abstracto ≠ effectieve straf) Ernstige aanwijzingen van schuld ≠ bewijzen van misdrijf ≠ bezwaren (in art. 128 e v. Sv.) Volstrekt noodzakelijk voor openbare veiligheid Proportionaliteit: is het gevaar voor openbare veiligheid proportioneel voldoende groot? Omvat ook subsidiariteit: is er geen minder dwingende maatregel mogelijk?
672
vrijheid onder voorwaarden
Optie tussen vrijheid en voorlopige hechtenis Alternatief voor voorlopige hechtenis Vrijlating onder oplegging van één of meer voorwaarden Voorlopige hechtenis als ultimum remedium
673
borgsom
Beslissing OR’er: verdachte betaalt som als garantie ≠ voorwaarde = invrijheidstelling mits zekerheidstelling Doel borgsom Vluchten voorkomen Ernstige vermoedens dat gelden of waarden afkomstig van misdrijf in buitenland zitten of verborgen worden (art. 35 § 4 lid 2 WVH) Cf. VBV vermogensvoordelen! Andere redenen Omvang OR/OG bepaalt die soeverein Fiscale en economische misdrijven: rekening houden met vermoedelijke vermogensvoordelen (supra)  Rekening houden met financiële draagkracht betrokkene Hoe bepalen??? Verborgen gelden??? Teruggave aan verdachte/toewijzing aan staat van som
674
Teruggave aan verdachte van borgsom
Indien verdachte op alle proceshandelingen verschenen is + voor tenuitvoerlegging (TUL) van vrijheidsstraf, of Indien verdachte op alle proceshandelingen verschenen is indien geen TUL GVS met uitstel GVS al gedekt door VH Veroordeling tot geldboete Opschorting Internering
675
nwettige voorlopige hecthenis
Art. 27 wet 13 maart 1973 Recht op vergoeding voor degenen die van vrijheid zijn beroofd in overtreding van regels artikel 5 EVRM (vereist door art. 5.5 EVRM) Verwijzing Artikel 5 omvat ook interne regels (d.w.z. regels van WVH en Sv.) Burgerlijke rechter bevoegd (zaak t. Belgische Staat)
676
onwerkdadige voorlopige hechtenis 3 gevallen
3 gevallen: Vrijspraak van verdachte Verdachte buiten vervolging gesteld Verdachte in hechtenis gehouden na het verval van de strafvordering door verjaring Niet in geval van veroordeling, ook als geen  veroordeling tot een vrijheidsstraf Verdachte niet verwijtbaar Minstens acht dagen VH  Verzoekschrift aan Minister van Justitie (rechtsmiddel bij bijzondere Commissie)
677
vonnisfase
Hypothese testen De hypothese bevestigen (OM, BP) of betwisten (beklaagde) Kenmerken Openbaarheid Geen geheim Wapengelijkheid Geschil tussen partijen Tegenspraak = recht op verdediging van beklaagde Mogelijkheid argumenten aan te dragen Mogelijkheid eigen bewijzen voor te leggen (indien nuttig voor waarheidsvinding) Mogelijkheid bewijzen te betwisten Fundamentele waarborgen in GW, Sv. maar ook (en meer uitgebreid) in internationale verdragen (vooral EVRM)
678
fundamentele waarborgen
Artikel 6 EVRM Recht op een eerlijk proces 6 §1 waarborgen van toepassing op alle zaken (burgerlijke, strafrechtelijke …) Bijzondere waarborgen in het strafrechtelijk domein 6 §2 vermoeden van onschuld 6 §3 recht op verdediging Informatieplicht m.b.t. de beschuldiging Voorbereiding verdediging Recht op zelfverdediging of bijstand advocaat Recht op getuigen oproepen (tegenspraak) Recht op kosteloze bijstand tolk
679
Subjectieve onpartijdigheid rechter
= geen vooroordeel m.b.t. zaak of feiten Vermoed tot tegendeel bewezen Bewijslast voor partijen Rechter moet zich onthouden van handelingen die vertrouwen van de rechtzoekende kunnen beschamen Bv. Zijn mening over een zaak voor de uitspraak laten kennen
680
Objectieve onpartijdigheid  rechter
= geen uitwendige schijn dat rechter partijdig zou zijn Justice must not only be done, it must also be seen to be done Geen band met één van partijen Geen voorkennis van zaak in andere hoedanigheid (bv. vroeger OR'er of OG)
681
gesloten deuren uitzonderingen 3 niveaus
GW: gevaar voor orde of goede zeden  Drukpers-, politieke misdrijven met algemene stemmen EVRM: behoudens goede zeden, openbare orde, veiligheid land, ook in belang van minderjarigen, bescherming privéleven van partijen (indien gevaar van schade) Sv. (190 Sv.): m.b.t. misdrijven art. 371/1-378, 379, 380, 383bis §§1-2 (seksuele misdrijven) en indien een van de partijen dit vraagt Geen uitdrukkelijke uitz. voor pol.rb. Beslissing uitz. via vonnis of arrest Ook gedeeltelijk Nietigheid Behandeling in RK Soms verplicht: bv. voor beslissingen over VI
682
erkwalificatie dubbele voorwaarde
Hetzelfde feit betreffen Geen verandering tenlastegelegde feiten Wel precisering van zelfde feiten mogelijk Recht van verdediging geëerbiedigd Verwittiging van de beklaagde vereist, zodat deze precies de kwalificatie kent waartegen hij zich moet verdedigen Geen instemming beklaagde vereist Rechter kan veroordelen voor oorspronkelijke kwalificatie Tijd om verdediging op te bouwen → mogelijkheid uitstel te vragen
683
bevoegdheid vonnis gerecht
Het recht dat een rechterlijke instantie overeenkomstig de wet heeft om een bepaald feit te onderzoeken en er uitspraak over te doen Elke rechter moet altijd bevoegdheid nagaan voordat hij een beslissing neemt Geen rechtstreekse verwijzing naar andere SR’er – verklaring onbevoegdheid Ratione materiae: soort misdrijven Ratione loci: plaats Ratione personae: bepaalde personen (bv. ministers) Art. 17 GW: “Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de wet hem toekent”.
684
Politierechtbank bevoegdheid qua type misdrijf
Overtredingen (art. 137 Sv.) Wanbedrijven opgenomen in art. 138 Sv. (Bv. wegverkeerswanbedrijven, Veldwetboekwanbedrijven, Boswetboekwanbedrijven ...) Gecontraventionaliseerde wanbedrijven
685
Correctionele rechtbank bevoegdheid qua type misdrijf
Wanbedrijven Gecorrectionaliseerde misdaden Overtredingen in art. 2ter Drugwet Samenhangende overtredingen (samenhang infra)
686
Hof van assisen bevoegdheid qua type misdrjf
Misdaden die niet werden gecorrectionaliseerd (en samenhangende wanbedrijven en overtredingen) Drukpersmisdrijven Politieke misdrijven
687
verstek
Afwezigheid Geen deelneming & ... ... geen weerlegging bezwaren Normaal gevolg = verzet Verstek = geen recht meer (na Potpourri II) Verzet mogelijk enkel indien wettige reden voor afwezigheid of overmacht (maar anders bij HvA) Verstek ≠ afwezigheid van uitdrukkelijk weerwerk (= aanwezige partij die zich hult in stilzwijgen) Afwezigheid relevant in behandeling van zaak Afwezigheid bij uitspraak maakt niet uit
688
verstek voorwaarden en gevolgen
Voorwaarden verstek: Regelmatige DV (als dagstelling of aanhangigmaking) Geen overmacht Geen vertegenwoordiging door advocaat Feitelijke kwestie (feitenrechter beoordeelt) PV van terechtzitting = nuttig instrument Gevolgen Geen mogelijkheid om zich te verdedigen Verzet mogelijk = rechtsmiddel bij zelfde rb. als diegene die verstekbeslissing velde! Zowel in 1e aanleg als HB Geen verplichting: betrokkene mag ook meteen in HB of cassatie gaan
689
getuigenverhoor
Art. 153 Sv. Op initiatief partijen Recht om bewijzen voor VG te brengen OM, BP en beklaagde VG niet ambtshalve – ook geen bevel aan OM VG beoordeelt noodzakelijkheid verhoor Recht op verdediging (en tegenspraak) komt aan bod! (6 §3d EVRM) Ondervraging door VG Getuige verwittigd, uitgenodigd of meegenomen Getuige verplicht tot verschijnen (bij dagvaarding) en antwoorden Eedaflegging (nietigheid) Opname mogelijk
690
VES rpocedure van voorafgaande erkenning van schuld
Consensualisme VES Minnelijke schikking Strafbemiddeling (≠ bemiddeling) Nieuwe vorm van versnelde afhandeling Guilty plea Akkoord/overeenkomst tussen beklaagde/verdachte en OM over bestraffing Wel rechterlijke controle noodzakelijk
691
VES regels
Art. 216 Sv. Waarvoor (materieel toepassingsgebied)? Feiten schijnen niet van die aard te zijn dat ze moeten bestraft worden met meer dan 5j GVS In concreto = straf die kan toegepast worden op basis van alle concrete omstandigheden van feit (inbegrepen aannemen VO of overschrijding redelijke termijn) Lijst uitgesloten misdrijven (art. 216 §1 lid 3 Sv.) Wanneer (procedureel toepassingsgebied)? Onderzoeksfase Altijd in OO In GO slechts na verwijzingsbeslissing Vonnisfase = zoals minnelijke schikking Voor zover nog geen eindvonnis of –arrest
692
VES procedureel verloop
2 fasen 1: OM en verdachte/beklaagde Formeel initiatief van OM Wel kan verdachte/beklaagde informeel initiatief nemen Recht op inzage na initiatief OM Bijstand advocaat verplicht Voorstel van straf van OM 10 dagen na kennisname om hierop in te gaan 2: Rechterlijke beoordeling (aanvaarden of afwijzen) Corr.rb. of pol.rb. Controle over: Voorwaarden (toepassingsgebied) Correct procedureel verloop (met eerbiediging verdedigingsrechten) Akkoord gesloten op vrije en weloverwogen manier Juiste juridische kwalificatie Proportionaliteit opgelegde straf Geen hoger beroep
693
debatten
vorderingen en pleidooien partijen Mondeling (maar schriftelijke conclusie mogelijk) Conclusie = bijzondere motiveringsverplichting
694
3 dagvaardingen HvA door PG
Preliminaire zitting Samenstelling jury Zitting ten gronde
695
preliminaire zitting
Doel: lijst van getuigen samenstellen + onderzoek naar nietigheden Uiterlijk 10 (OM) of 5 (overige partijen) dagen vóór preliminaire zitting: lijst getuigen Voorzitter bepaalt getuigen en volgorde via arrest Marginaal toetsingsrecht m.b.t. aantal getuigen (art. 278 §2 lid 4 Sv.) Inbegrepen verplichte getuigen (politieambtenaren belast met synthese over vaststellingen, onderzoek en feiten) Latere getuigen? Nog mogelijk: verzoek tot verhoor van latere getuigen Indien noodzakelijk (sinds wet 05/05/2019) onderzoek naar door partijen bij conclusie omschreven onregelmatigheden, verzuimen, nietigheden en gronden niet-ontv. of verval (art. 278bis Sv.): uitspraak hierover in afzonderlijk arrest
696
terechtzitting
Beginselen Ononderbroken behandeling In principe: geen contact met buitenwereld Doel: beïnvloeding vermijden Maar praktijk: juryleden (en hof) gaan ‘s avonds naar huis! Mondeling karakter Sinds 2009 uitdrukkelijk in wet Voorzitter leidt en heeft discretionaire macht Ondervraagt getuigen Regelt tussenkomst van partijen Leidt jury bij uitoefening van hun taak en wijst hen op hun plichten Mag alles doen om waarheid te achterhalen (grens = wet naleven) – na opening der debatten énkel in aanwezigheid van jury en partijen 
697
beraadslaging
Jury trekt zich terug met vragen, akte van beschuldiging en ev. verdediging, pv’s van vaststelling misdrijf en processtukken Geheim – Beraadslaagt samen met beroepsrechters over schuldvraag! (wijziging PPII). Het hof neemt niet deel aan de stemming over de schuld. Uitz.: schuldigverklaring bij eenvoudige meerderheid. Eerst oordelen over hoofdfeit → dan over verzw. omst. en ev. andere kwalificaties Staking van stemming → vrijspraak Eenvoudige meerderheid 7 tegen 5 stemmen 2/3 van hof andere beslissing dan jury→ vrijspraak
698
Bewijzen Die in het dossier staan
Quod non est in actis non est de hoc mundo Geen persoonlijke kennis van rechter A) Elementen verzameld tijdens OO en/of GO B) Bewijzen gehoord (of aangebracht) tijdens proces Noodzakelijk in (sterk) mondelinge procedure voor HvA
699
onrechtmatig bewijs oorzaken
) Oorzaken: bewijs wordt verkregen: Door het plegen van een misdrijf Met miskenning regel strafprocedure Welke regel? Door schending van recht Welk recht wordt er geschonden? Recht op persoonlijke vrijheid en integriteit (bv. folteren) Recht op privacy Recht van verdediging Recht op menselijke waardigheid
700
antigoonrechtspraak cassatie 14 oktober 2003
Onrechtmatig bewijs moet uitgesloten worden in 3 gevallen: Niet-naleving op straffe van nietigheid Onrechtmatigheid tast betrouwbaarheid aan Gebruik onrechtmatig bewijs is in strijd met eerlijk proces Cass. na Antigoon: ook vierde uitsluitingsgrond – gebrek aan bevoegdheid (organisatie rechtsmacht) – maar … NU ART. 32 V.T.SV. (wet 2013)
701
bewijswaardering
“Intime conviction” – Innerlijke overtuiging 2 aspecten: Morele zekerheid (beyond reasonable doubt) Vrije beoordeling van bewijzen door VG (oud art. 342 Sv.) Geen vastgelegde hiërarchie tussen bewijsmiddelen Ook bekentenis niet bindend Bewijswaarde hangt slechts van geloofwaardigheid af ≠ Bewijskracht (= bindende kracht van datgene wat in een bepaalde akte is vastgelegd) Tenzij uitzonderingen (later)
702
uitzondering vrije beoordeling bewijs
Prejudiciële vragen en geschillen Regels burgerlijk recht voor overeenkomsten Art. 16 lid 1 V.T.Sv. Steunbewijs Wet bepaalt dat bewijs op zich niet als beslissend of doorslaggevend mag worden aangewend Bv. volledige anonimiteit, teleconferentie … PV tot bewijs tegendeel en PV tot bewijs valsheid = PV's met bijzondere bewijswaarde (art. 154 Sv.) Andere pv’s gelden als loutere inlichting
703
Vonnis =
beslissing rechtbank
704
Arrest =
beslissing hof
705
Eindbeslissing =
beslissing waarbij rechter zijn rechtsmacht uitput
706
eindbeslissing Over grond Sv.
Vrijspraak/veroordeling
707
eindbeslissing Over incident
Onbevoegdheid, zaak onregelmatig aanhangig gemaakt, verval van strafvordering ...
708
‘alvorens recht te doen’ =
Tussenvonnissen of -arresten
709
Verval van Sv
Dood beklaagde tijdens vonnisfase Opheffing strafwet (of vernietiging door GwH) tijdens vonnisfase Minnelijke schikking (transactie) afgesloten in vonnisfase Verjaring Gezag van gewijsde
710
vrijspraak redenen
Redenen? Misdrijf bestaat niet Misdrijf werd niet door beklaagde/beschuldigde gepleegd Rechtvaardigingsgronden Schulduitsluitingsgronden Gronden niet-toerekenbaarheid/gronden niet-toerekeningsvatbaarheid (schuldonbekwaamheid) Strafuitsluitende verschoningsgronden BV: geen schadevergoeding (wel teruggave mogelijk) – infra VG oordeelt over schadevergoeding vrijgesproken beklaagde/beschuldigde tegen BP (art. 159 en 191 Sv.)  Foutief gedrag BP
711
veroordeling
Veroordeling Rechter verklaart beklaagde/beschuldigde schuldig Past straf toe Welke straf? Hoofdstraf (vrijheidsstraf, werkstraf, GB, straf onder ET, autonome probatiestraf) Bijkomende straf (GB, BVB, bekendmaking vonnis/arrest, afzetting, ontzetting, TBS …) Waar/wanneer? Zelfde vonnis: uitspraak over schuldigverklaring en straftoemeting Uitz.: bijzonder vermogensonderzoek Aparte zitting en beslissing voor HvA (splitsing noodzakelijk) Beslissing over BV
712
motivering en zijn functies
Verplicht – art. 149 GW Art.149 niet van toepassing op OG Hoe is de rechter tot zijn beslissing gekomen? In feite/in rechte Geeft redenen beslissing (o.b.v. beschikbare bewijzen) Rationele benadering van beoordeling Vermijden van willekeur 2 functies: Binnen SV Laat controle van hogere rechters over vonnis/arrest toe Nauw verbonden met recht op verdediging Door initiatief partijen (rechtsmiddelen) Buiten SV Openbaarheid en transparantie Justitie Maatschappelijke controle
713
Bijzondere motiveringsplicht
Plicht om conclusies van partij(en) te beantwoorden (niet voor HvA!) Ook al evident
714
gezag van gewijsde
Grond verval strafvordering Gevolgen In strafrecht T.a.v. veroordeelde Ne bis in idem (double jeopardy) – geen tweede vervolging voor hetzelfde feit Wat als het vorige feit op een andere manier gekwalificeerd was? Maakt niet uit – verbod zelfde persoon voor zelfde feit tweemaal te vervolgen ongeacht juridische kwalificatie T.a.v. andere personen Geen – mogelijke vervolging en veroordeling voor zelfde feit In burgerlijk recht Erga omnes (m.b.t. zelfde feit)
715
gezag van gewijsde in burgerlijk recht
In burgerlijk recht Erga omnes (m.b.t. zelfde feit) – bindend voor BR’er (wat zeker en noodzakelijk werd beslist) Vrijspraak: gedrag niet strafbaar, wel burgerrechtelijke fout mogelijk Versoepeling erga omnes-regel door Cass. RS (en invloed EVRM):    Niet voor degene die geen partij in strafproces waren Derden, slachtoffer dat geen burgerlijke partijstelling deed   Bescherming recht op verdediging en tegenspraak
716
Devolutieve werking
Zaak wordt aan (hogere of zelfde) rechter opnieuw voorgelegd Rechter neemt kennis van zaak binnen de perken van datgene wat hem door de partij die het rechtsmiddel aanwendt, wordt voorgelegd (In beginsel) geen nadeel voor partij Op voorwaarde dat énkel deze partij HB op bepaald vlak instelde ≠ situatie waarin er tegenberoep is van andere partij Uitz. OM  HB geldt enkel voor degene die HB aantekende uitz.: CAP Grievenstelsel – HB beperkt tot grieven (Potpourri II-wet) Mogelijke tegenstrijdigheden = inherent aan devolutieve werking Bv. vrijspraak in eerste aanleg, maar veroordeling tot schadevergoeding in HB van beklaagde
717
Schorsende werking
Uitvoering van straf geblokkeerd Behoudens uitvoerbaarheid bij voorraad Tijdens termijn HB En zodra HB ingesteld Tot aan definitieve uitspraak in HB (of cassatie) Kan zowel op strafgebied als op burgerlijk vlak D.w.z.: vonnis kan tijdens die termijn niet ten uitvoer worden gelegd Uitz.: vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard
718
Hoger beroep =
gewoon rechtsmiddel dat aan partijen de mogelijkheid geeft om de juistheid van de beslissing van een rechter in eerste aanleg te laten toetsen door een hogere rechter
719
hoger beroep wie
Gerechtigde personen Alle partijen betrokken in 1ste aanleg OM enkel op strafrechtelijk vlak (maar ook teruggave ~openbare orde) Dubbele mogelijkheid bijvonnissen CRB – PK eerste aanleg of PG verklaring ter griffier (van gerecht van aangevochten uitspraak) of gerechtsdeurwaardersexploot BP enkel op burgerlijk vlak Uitz.: tussenkomende derden (VBV goederen van derden) 
720
Incidenteel beroep
Burgerlijk vlak – gericht tegen partij die principaal HB ingesteld heeft Ingesteld via conclusie genomen ter terechtzitting (Art. 203 § 4 Sv.) Minimale vereisten Tot sluiting van debatten (Art. 203 § 4 Sv.) Bijkomstig karakter Ontvankelijkheid = afhankelijk van bestaan ontvankelijk hoofdberoep Afstand hoofdberoep -> verval incidenteel beroep Maar niet afhankelijk van gegrondheid hoofdberoep
721
termijn invidenteel beroep
Regel: 30 dagen Vanaf uitspraak (= dag na uitspraak) Vonnis geacht op tegenspraak (geen verzet mogelijk): 30 dagen na betekening Verstekvonnis (nooit bij OM): 30 dagen na betekening Uitzondering: 40 dagen volgend op dag vonnis (Art. 205 Sv) voor parket bij appelgerecht BIJKOMEDE TERMIJNEN Volgberoep OM  Bijkomende termijn 10 dagen indien beklaagde of CAP al beroep instelde (Art. 203 § 1 lid 2 Sv.) Nu ook beperkt volgberoep voor beklaagde als OM tussen dag 20 en 30 HB instelt BP : bijkomende termijn van 10 dagen
722
Gegrondheid
Bevestiging (ook al is het met andere motieven) Onbevoegdheid of onregelmatige aanhangigmaking Hervorming
723
Eenparigheid:
regel voor hervorming ten nadele Vrijspraak wordt tot veroordeling hervormd Verzwaring van straf tegen beklaagde
724
Rechtsmiddel tegen beslissingen bij verstek
In eerste aanleg, maar ook in tweede aanleg Geen tweemaal binnen dezelfde aanleg Keuzerecht: verzet of HB (1ste aanleg); verzet of Cass. (2de aanleg) Geen verzet tegen beslissingen geacht op tegenspraak
725
verzet door gerechtigde persoon
Partij t.a.v. wie beslissing bij verstek werd genomen Niet: OM (noodzakelijk altijd aanwezig) Niet: slachtoffer dat geen BP-stelling Met BELANG (zoals HB)
726
verzet gevolgen schorsende werking
Schorsende werking Akte van gewoon verzet (en lopende termijn) schorst tenuitvoerlegging Tot einde van termijn Tot uitspraak op verzet Strafrechtelijke gevolgen en burgerrechtelijke gevolgen Splitsbare beslissing en verzet alleen tegen gedeelte van beslissing = resterend gedeelte van beslissing uitvoerbaar Buitengewoon verzet: schorsing verjaring strafvordering 
727
verzet gevolgen devolutieve werking
Zaak aanhangig gemaakt bij dezelfde rechtsmacht die beslissing bij verstek heeft genomen Geen nadeel/elen voor partijen die rechtsmiddel hebben aangewend Voordelen alleen voor partij die verzet instelt Binnen perken van ingesteld verzet Bv. geen verzet tegen burgerrechtelijke aspecten (of omgekeerd)
728
verzet uitspraak onontvankkelijkheid
Laattijdige of onregelmatige betekening akte van verzet Niet tegen verstekbeslissing Niet door gerechtigde Al ontvankelijk HB ingesteld Afstand verzetdoende partij (indien akte voor de rest ontvankelijk) HB of CB tegen onontvankelijkheid
729
verzet uitspraak ongedaanverklaring bijzondere sanctie
Ongedaanverklaring: bijzondere sanctie niet-verschijning verzetdoende partij op een van zittingen waarop verzet behandeld wordt. Verzetdoende partij in kennis van dagvaarding en geen vermelding van overmacht of wettige reden van verschoning verzet als vervallen beschouwd – arrest/vonnis blijft tenuitvoerlegging HB of CB tegen beslissing ongedaanverklaring
730
ongegrondheid verzet uitspraak
(On)Gegrondheid bevestiging/hervorming beslissing (binnen limieten devolutieve werking, supra) HB/Cass. nog mogelijk!
731
cassatie
Tegen beslissingen in laatste aanleg, HvA (inbegrepen tussenvonnissen of -arresten) Door partijen (met grieven!) Schorsende werking Devolutieve werking
732
cassatie uitspraak
Niet-toelaatbaarheid (geen doel, geen onwettigheid of onrechtmatigheid) Verwerping Onontvankelijk of ongegrond Verbreking: Met verwijzing Verwijzing naar rechter van dezelfde hoedanigheid (tenzij uitz.) Zonder verwijzing: Niets meer te oordelen na cassatie: bv. afschaffing strafwet, zaak verjaard Gedeeltelijke cassatie 
733
cassatieberoep tegen beslissingen in laatste aanleg
Arresten HvA Arresten HvB Arresten CRB (als appelrechter) Inbegrepen tussenvonnissen of -arresten Maar alleen samen met eindarrest of eindvonnis Uitz.: bevoegdheid Geen tweede voorziening “Pourvoi sur pourvoi ne vaut” Door partijen (met belang en grieven!) Tegen dispositieven die de partij betreffen
734
3 soorten politieke misdrijven
1. Misdrijven met wettelijk politiek karakter 2. Misdrijven met als intrinsieke aard een politiek karakter (zuiver politieke of objectief politieke misdrijven) 3. Politieke misdrijven door de omstandigheden (gemengd politieke misdrijven)
735
drukpersmisdrijf
Misbruik van vrijheid van meningsuiting en drukpers (art. 25 GW) Geen (grond)wettelijke definitie
736
amnestie
opheffen strafwaardigheid van bepaalde strafbare feiten uit het verleden om politieke motieven (woelige periodes, zoals oorlogen, revoluties, grote stakingen) wetgever vindt na of bij het afsluiten van de periode repressie niet opportuun door een wet (amnestiewet) binnen de grenzen die amnestiewet vastlegt Enkel het internationaal recht legt de Belgische wetgever beperkingen op en verbiedt amnestie bv. bij genocide
737
gevolgen amnestie
Afhankeljk van keuzes amnestiewet Meestal: verval van Sv. Terugwerkende kracht Sterken dan loutere afschaffing van strafwet: amnestie verhindert de (verdere) tenuitvoerlegging van bepaalde definitief geworden straffen. Invloed enkel op straffen, niet op uitgesproken (beveiligings)maatregelen Amnestie mag normaal ook de belangen van derden niet in het gedrang brengen.
738
verval SV
Verder zetten SV niet meer mogelijk = strafvordering kan door bepaalde omstandigheid niet langer worden ingesteld of uitgeoefend  SV nog niet ingesteld Zal nooit ingesteld worden SV ingesteld SR’er (OG of VG naargelang het moment) spreekt verval uit Ook in beroep Onderzoeksfase of vonnisfase? → bepaalt lot van burgerlijke vordering Verval ≠ vrijspraak Bij verval geen uitspraak over schuld of onschuld, noch beoordeling van bewijs
739
verval wegens akkoord
Verval Sv. Minnelijke schikking (transactie) afgesloten Strafbemiddeling  Onmiddellijke inning geldsom/volgen opleiding Alternatieve vormen van behandeling van de zaak Gebaseerd op akkoord
740
Consensuele afhandeling van zaken
Mogelijkheid om de zaken in onderling akkoord sneller te laten verlopen door afstand te doen van recht op klassieke behandeling Vorm van zelfbeschikking Besparing mensen en middelen - VES (art. 216 Sv.) – geen verval - Minnelijke schikking (art. 216bis Sv.) – verval Sv. - Strafbemiddeling (art. 216ter Sv.) – verval Sv. - Onmiddelijke nning geldsom – verval Sv.
741
minnelijke schikking
Transactie (art. 216bis Sv.) Overeenkomst tussen verdachte en OM: verval van de strafvordering in ruil voor geldsom Consensuele vorm van justitie Akkoord tussen aanklager en verdediging Nooit verplicht (voor OM en voor verdachte/beklaagde) Buitengerechtelijke afhandeling Geen beslissing over grond o.b.v. bewijs Dus: geen straf, geen vermelding op uittreksel strafregister, geen herhaling Verval SV als gevolg (indien al ingesteld)
742
Strafbemiddeling =
dader oproepen en met hem bepaalde voorwaarden afspreken – vervulling van voorwaarden blokkeert SV Sinds wet 18 maart 2018: ook mogelijk indien SV is ingesteld! Verval van SV indien succesvol
743
strafbemiddeling voorwaarden
Initiatief OM Feiten die niet van die aard schijnen te zijn dat ze moeten worden gestraft met meer dan 2j GVS in concreto ≈ zoals bij minnelijke schikking Verdachte moet kosten van analyse of deskundig onderzoek hebben betaald binnen termijn bepaald door PK Verdachte moet burgerlijke aansprakelijkheid erkennen PK kan verdachte ook verzoeken om Veroorzaakte schade SO te vergoeden of te herstellen Bij ziekte of verslaving ev. behandeling of therapie te volgen  In te stemmen met dienstverlening of vorming (max. 120u)
744
herstel bemiddeling
Informeel proces van herstel (art. 3ter V.T.Sv.) Vertrouwelijk, vrijwillig proces Communicatie tussen partijen met hulp van neutrale derde (bemiddelaar) en volgens bepaalde methodologie met als doel om zelf tot een akkoord te komen inzake regels en voorwaarden die tot herstel kunnen leiden. Subsidiair t.a.v. strafbemiddeling (art. 216ter Sv.) Onmogelijk als strafbemiddeling opgestart en niet afgebroken
745
wie wanneer en gevolg herstel bemiddeling
‘Partijen’= dader(s), rechtstreekse of zelfs onrechtstreekse S’offer(s) (vereiste = ‘direct belang’)  Advocaat? Enkel bijstand, geen vertegenwoordiging Wie? ‘Partijen’= dader(s), rechtstreekse of zelfs onrechtstreekse S’offer(s) (vereiste = ‘direct belang’)  Advocaat? Enkel bijstand, geen vertegenwoordiging Wanneer? In elke fase van strafproces (zelfs in SUV) Gevolg: indien positief en partijen bezorgen SR’er die informatie (= vrijwillig), kan SR’er hiermee rekening houden bij STM Niet mogelijk: onder wettelijk minimum gaan!
746
onmiddelijke inning van een geldsom
Wat? Voorstel tot betaling van geldsom door politie of opsporingsambtenaar ≠ minnelijke schikking (tussenkomst OM) Onder toezicht van OM Geen algemeen regime, enkel in bijzondere strafwetgeving Bv. art. 65 Wegverkeerswet Vetorecht OM Mag aan verdachte laten weten dat het strafvordering wil instellen Termijn: binnen 1 maand na betaling geldsom Zo ja, dan geen verval van strafvordering Keuzerecht voor dader (instemming)
747
administratieve GB als grond van verval
Wat? GB te betalen aan administratie Geen strafsancties nadien (una via-principe) O.a. in Sociaal Sw. – admin. GB + opdeciemen! Strafvordering vervalt vanaf kennisgeving aan overtreder van beslissing waarin bedrag werd vastgesteld
748
verjaring van de strafvordering
Wat? Verjaring = strafvervolging voor bepaald misdrijf maar mogelijk gedurende een zekere tijd, bij wet bepaald Rekening houdend met stuiting en schorsing Waarom? Bedoeld als bescherming van verdachte/beklaagde tegen de overheid Recht op vergeten – maatschappij verliest interesse in vervolging Gevolg Indien geen beëindiging strafvordering binnen verjaringstermijn, vervalt strafvordering  Dus vervolging dan niet meer mogelijk Verval van strafvordering wegens verjaring ≠ vrijspraak!
749
redenen voor verjaring
Vermijden dat te veel tijd verloopt tussen misdrijf en berechting van de zaak Verstoring van rechtsorde vereist snelle reactie Met verloop van tijd: Verstoring van rechtsorde dient niet meer te worden hersteld Laat mensen gerust na zekere tijd Rechtszekerheid Moeilijker om betrouwbare bewijzen te verzamelen Getuigen sterven, herinneringen vervagen, sporen verdwijnen maar ook onrechtstreekse bescherming snelheid procedure
750
is verjaring noodzakelijk
Juridisch Niet vereist door EVRM Niet grondwettelijk vereist Onverjaarbare misdrijven: genocide, oorlogsmisdaden, misdaden tegen mensheid (art. 21 bis lid 1 V.T.Sv. en 136bis, -ter, -quater Sw.) Bepaalde zedenmisdrijven tegen minderjarigen (art. 21 bis lid 1 V.T.Sv. en Art. 371/1 tot 377, 377, 377quater, 379, 380, 383bis, 409 en 433quinquies, eerste lid 1° + poging) Geen noodzakelijk gevolg van bescherming fundamentele rechten De facto Zeer nuttig om de haalbaarheid van systeem te garanderen Te veel lopende procedures vermijden common law landen geen verjaring
751
aard van verjaring
Substantiële aard (materieel strafrecht) of procedurele aard? Unanieme visie: procedurele aard Gevolgen: Tempus regit actum - Onmiddellijk toepasbaar op lopende zaken Die nog niet verjaard zijn Wetgever kan geen verstreken termijn weer doen opleven Geen toepassing van lex mitior Visie van procedurele aard meest verspreid in Europa- maar niet noodzakelijk (zie arrest Hvj – 5 Dec 2017 –C-42/17)
752
termijnen voor verjaring
Duur afhankelijk van aard misdrijf en type misdrijf: artikel 21 V.T. Sv.  20 jaar Misdaden strafbaar met levenslange opsluiting, ongeacht correctionalisatie  Zware misdaden – specifiek opgelijst (bv. doodslag, foltering) – tegen minderjarigen, ongeacht correctionalisatie  15 jaar Zware misdaden – specifiek opgelijst – tegen meerderjarigen, ongeacht correctionalisatie Zedenmisdrijf artikel 376 lid 1 Sw. (verkrachitng met dood als gevolg) tegen meerderjarigen, ongeacht correctionalisatie 10 jaar Alle andere misdaden dan hierboven genoemd, indien niet gecorrectionaliseerd Misdaden 20-30 jaar opsluiting (andere dan lijst van zware misdaden), ongeacht correctionalisatie  5 jaar Wanbedrijven Alle gecorrectionaliseerde misdaden, andere dan die hierboven genoemd 1 jaar Gecontraventionaliseerde wanbedrijven 6 maanden Overtredingen
753
denaturatie en verjaringstermijnen
Denaturatie = terugwerkende kracht Verjaringstermijn staat dus pas vast op ogenblik definitieve beslissing strafrechter  Afwijkingen Geen invloed denaturatie op: Misdrijven met 20 of 15 jaar verjaringstermijn (supra) Dus termijn blijft 20 of 15j (naar gelang geval) ook bij correctionalisering Misdaden strafbaar met opsluiting + 20j (en niet behorend tot vorige categorie) Dus termijn blijft 10j ook bij correctionalisering Gecontraventionaliseerde wanbedrijven
754
Eenheid van opzet
Soevereine rechterlijke beslissing Vanaf het laatste bewezen verklaarde feit betrokken in de vervolging en gepleegd door eenzelfde beklaagde Er is tussen de verschillende door eenheid van opzet verbonden feiten geen termijn verlopen gelijk aan of langer dan de verjaringstermijn (met schorsing en stuiting) Maar elk feit behoudt voor de berekening zijn eigen verjaringstermijn
755
stuiting
Lopende verjaringstermijn onderbroken = nieuwe verjaringstermijn begint te lopen Dag van stuitingsdaad inbegrepen in nieuwe termijn
756
Stuitingsdaad
Onderbreking verjaring alleen indien voor verstrijken van termijn (met eventuele schorsingen) Stuitingsdaden mogelijk ook tijdens schorsing Rekening houden met wettelijke verlengingen van verjaringstermijnen (die zijn gebeurd voor verstrijken van oorspronkelijke termijn) Onderzoeksdaad t. vervolgingsdaad
757
“Restart”:
vanaf dag van stuiting begint nieuwe verjaringstermijn te lopen, die even lang is als oorspronkelijke termijn In principe enkel stuiting tijdens oorspronkelijke termijn laatste nuttige stuitingsdaad binnen verjaringstermijn
758
Daden van onderzoek =
handelingen om strafdossier zo volledig mogelijk samen te stellen voor beoordeling door SR’er  Niet alleen handelingen gericht op bewijsgaring  Ook alle handelingen die zaak “in staat van wijzen” stellen = klaarmaken voor SR’er om erover te oordelen  Handelingen tijdens onderzoek (OO/GO) of tijdens vonnisfase
759
schorsing
Termijn stopt te lopen Stilzetten verjaringsklok wegens onmogelijkheid uitoefening strafvordering totdat de uitoefening van de strafvordering weer mogelijk is Maar wetgevende verwarring: schorsingsgronden zonder onmogelijkheid om strafvordering uit te oefenen Bv. Nieuwe “Securitaswet” (2013): schorsing bij verzoek en beslissing tot aanvullend onderzoek Wanneer? Tijdens oorspronkelijke verjaringstermijn of in nieuwe termijn na stuiting Gevolg verjaringstermijn wordt verlengd met duur van de schorsingsperiode Werkt in rem (tav iedereen) q
760
Overschrijding redelijke termijn (Art. 6 EVRM)
Art. 21ter V.T.Sv. Eenvoudige schuldigverklaring (+ gerechtskosten, teruggave en VBV) Of lagere straf dan wettelijk min. (zonder VO) Vrijspraak indien onvoldoende resterend bewijs Andere situatie voor OG Criterium bij OG: onherstelbare schending van recht van verdediging of niet? Zo ja, strafvordering onontvankelijk → buitenvervolgingstelling Zo nee, verwijzing naar VG → die art. 21ter V.T.Sv. toepast
761
exceptie van ne bis in idem
Gezag (Kracht) van gewijsde Geen tweede vervolging voor hetzelfde feit Impliciet: tegen dezelfde person (idem persona) Openbare orde Ook door rechter ambtshalve Gegronde exceptie van ne bis in idem = verval Sv.
762
algemene kernpunten hervorming strafprocedure
Afschaffing van het onderscheid tussen het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek.  Veralgemening mini-instructie? Afschaffing van de regeling van rechtspleging door de raadkamer
763
in zaken van terroristische aanslagen is enkel de federale procereur bevoegd?
fout. de beovoegheid gewoen procereurs blijft onangetast. de FP kan evt optreden uit evocatierecht.