Jeugdcriminaliteit en Jeugdrecht Flashcards

1
Q

bedoeling integrale jeugdhulp

A

hulp voor minderjarigen vlotter en efficienter te laten verlopen, door samenwerking te organiseren over de grenzen heen van een aantal welzijnssectoren: bijzodnere jeugdbijstand, geestelijke gezondheidszorg, alemeen welzijnswerk, onderiwijs, gehandicaptenzorg en gezinsvoorzieningen// richt zich tot minderjarigen, hun ouders en, hun opvoedingsverantwoordelijken en de betrokken personen uit hun leefomgeving die daaraan behoefte hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

brede instap

A

betreft het aanbieden van de instapprocedure (onthaal, vraagverheldering, aanbodsverheldering, hulpverleningsvoorstel, verwijzingen, korte hulp en informatieverstrekking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

indicatiestelling

A

art 21-24 decreet integr jeugdh. Art 26-36 besluti integr jeugdh. Bbepalen van beheofte aan jeugdhulperlening van de wenselijke hulpverlening en de urgentie daarvan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Crisissituatie

A

*: acuut beleefde noodsituatie waarin onmiddleijk hulp moet worden geboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

○ In selcths 3 gevallen kan OM een vordering instellen:

A

a. na doorverwijzing door gemandateerde voorziening,
b. in hoogdringende zaken of
c. tijdens of na een jeugddelictprocedure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CAP:

A

centraal aanmeldpunt dat de instroom in de gemeenschapsinstellingen organiseert, die houdt rekening met d eporportionele verdeling van de plaatsen over de gerechtleijk earrondissement en met d eregio waar de plaats beschikbaar is. Een begelieidnscommissie houdt toezicht op de toewijzingen en de werking vna eht systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

○ Pleegzorg wordt verdeelt in 4 verschillende types:

A
  1. Odnerstuendend epleegzorg: voor korte aaneengesloten periode, met afwislend verblijf in gezin en pleeggezin voor meerdere korte peridoes
  2. Perspectiefzoekende pleegzorg: gedurende periode van max 1 jaar, eenmalig velrngmaar met max 6 maanden, waarbij duidelijk perspectief voor pleegkind of pleeggast wordt ontwikkeld
  3. Perspectiefbiedende pleegzorg, continu en langdurig karakter
  4. Behandleingspleegzorg, werkt samen met andere dinsten en voorziet in behandleing van pleegkidn of pleeggast of training en begelieidng
    (5) Perspectiefbiedende pleegzorg: lage frequentie. Wnnr kind lange periode tijdens de week in een internaat en tijdens weekend of vkaantie bij pleegzorger verblijft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

○ Twee soorten pleeggezinnen:

A
  1. Netwerk pleeggezin: pleeggezin dat een pleegkind uit het eigen familiale of sociale netwerk opvangt
    2. Bestandspleeggezin: heeft geen band met het kind voorafgankelijk aan de palatsing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

statusdelinquentie

A

staat voor hadnelingen waarvan de strafbaarheid afhankelijk is van de status van de dader, in casu die van de minderjarigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Terminologisch

A

beantwoording op niveau van OM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

reacties

A

beantwoording niveau van jeugdrechter/jeugdrechtbank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hca diensten

A

diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandleing zijn belast met uitvoering van 4 andere mogelijke natwoorden op delictne : herstelgerichte groepsoverleg, gemeenschapsdienst leerproject en positief project.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geschreven porject :

A

geeft de minderjarige de gelegenehid om verantwoordleijkheid voor zijn handelingen op izht te nemen door zelf een antwoord te zoeken en zo goed mogelijk te kiezen welke maatregle voo hem nuttig en noodzakelijk zou zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

6 mogelijke maatregelen herstelrechtelijk aanbod:

A

a. Positief project
b. Ambulante maatregel
c. Opleggen van voorwaarden
d. Plaatsing in forensische kinder en jeugdpsych afdeling FOR-K
e. Gesloten orientatie
f. Gesloten begeleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

herstelrechtelijk aanbod

A

(bemiddeling en hergo) valt niet onder de noemer van maatregelen, en vormt veeleer een autonoom spoor tdat in de plaats van of parallel aan de justitiele reactie kan lopen. In tegenstellen tot bij het opleggen van een maatregel is het herstelrechtelijk aanbod niet gekoppeld aan een ondertoezichtstelling door de sociale dienst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(laat)moderne risicomaatschappij (Beck, 1992)

A

… onvoorwaardelijke geloof in wetenschap en kennis
… productie van welvaart < productie van risico’s
… toenemend risicobewustzijn, dalende risicoacceptatie
… ‘voorzorgsprincipe’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

paradigmawissel

A

… van verzorgingsstaat naar een veiligheidsstaat
… van een post-crime naar een pre-crime samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

‘populaire mythen’ over (jeugd)criminaliteit

A

… ‘jeugddelinquentie stijgt spectaculair’
… ‘jeugddelinquenten beginnen steeds jonger’
… ‘jeugd wordt gewelddadiger’
… ‘jeugdcriminaliteit is etnisch gekleurd’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Premoderniteit

A

erkenning eigenheid kinderen en jongeren
perceptie van puberteit als moeilijke en turbulente periode
geen ruimte voor aparte levensfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Opkomst moderniteit (18-19e eeuw)

A

lindustrialisering. angzaam verandering houding t.a.v. kinderen
ontwikkeling apart ‘jeugdland’ door maatschappelijke evoluties (verstedelijking, onderwijs, afschaffing, kinderarbeid…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

‘De jeugd’ in historisch perspectief

Eind 19de – begin 20e eeuw

A

adolescentie als afgebakende levensperiode tussen kindertijd en volwassenheid
vrij recent fenomeen in de Westerse samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

‘De jeugd’ in historisch perspectief
Eind 19de – begin 20e eeuw

A

20e eeuw (vooral na WOII)
institutionalisering jeugdfase door:
verlenging schooltijd/leerplicht, democratisering onderwijs
individualisering, detraditionalisering…
opkomst jeugdsubculturen
ontdekking ‘jonge consument’
groei in besteedbare vrije tijd, belangrijke rol peergroup
adolescentie/jeugd ontwikkelt zich steeds meer tot zelfstandige en duidelijk afgebakende levensfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

20e eeuw: start wetenschappelijk onderzoek naar ‘jeugd’
Twee benaderingen

A

adolescentiepsychologie (focus op persoonlijkheidsontwikkeling)
jeugdsociologie (focus op jeugd als maatschappelijke categorie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

bij beide benaderingen van de start wetenschappelijk onderzoek naar jeugd

A

jeugd als periode van ‘storm & stress’
bezorgdheid over jeugd als sociale groep centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
20e eeuw: start wetenschappelijk onderzoek naar ‘jeugd’ Ellen Key (1900)
consolidatie van kind start van onderzoekstraditie 20ste eeuw als … ‘eeuw van het kind’ … ‘century of the child professionals’
26
Granville Stanley Hall (1904)
evolutie-theoretische kijk in opvoeding 3 grote fasen: fase van ‘animal-like primitivism’ (‘kindzijn’) fase van ‘savagery’ (‘adolescentie’) fase van ‘civilization’ (‘volwassenheid’)
27
Probleemgerichte benadering in maatschappelijke, politieke
en wetenschappelijke discours maatschappelijke tendensen (introductieles) youth as risk evolutie van ‘eeuw van het kind’ naar ‘eeuw van het risicokind’
28
20e eeuw: start wetenschappelijk onderzoek naar ‘jeugd’ Belang van criminologische bril in jeugdonderzoek
interdisciplinair karakter kritische ‘kruispuntwetenschap’ sociaal-ethische en juridische overwegingen
29
Verschillende benaderingen van ‘de jeugd’ als afzonderlijke fase
biologisch-psychologisch-sociologisch juridisch toekenning rechten & (groeiende) verantwoordelijkheden (o.a. WatWat platform) Kinderrechtenkader (o.a. Kinderrechtencommissariaat)
30
rechten en plichten 12 jaar
12 jaar: identiteitskaart, zichtrekening… verplichte oproeping door rechter in zaken over omgangsrecht, voogdij e.d. vermoeden van maturiteit in het kader van integrale jeugdhulp, van verantwoordelijkheid in het jeugddelinquentierecht recht om dossier CLB in te kijken …
31
rechten en plichten van jongeren 14 jaar
je mag rijdier berijden op openbare weg plaatsing in gesloten instelling bij jeugddelict mogelijk (uitzonderlijk 12 jaar) GAS-boete en stadionverbod mogelijk (voetbalwet) toegangsverbod openbaar vervoer mogelijk plaatsverbod …
32
16 jaar
bromfiets, landbouwvoertuig, KNT films… zelf kindergeld ontvangen mits toestemming ouders alcoholhoudende dranken en seksuele omgang toegelaten (?) uithandengeving door jeugdrechter mogelijk
33
18 jaar
= volwassen → in principe overal alleen over beslissen, stemmen, verkozen worden, rijbewijs halen, voltijds werken, huis kopen,… ! onderhoudsplicht ouders voor studenten blijft van kracht op voorwaarde dat de studies ernstig worden opgevat strafrechtelijk volwassen: strafrecht wordt van toepassing
34
Rechten en plichten van jongeren… Juridische vs sociologische realiteit
minder harde afbakening van jeugd minder duidelijke grenzen geleidelijke overgang van jeugd naar volwassenheid via doorlopen van aantal sociale transities: van studie naar werk van afhankelijkheid van de ouders naar financiële onafhankelijkheid van wonen bij ouders naar een eigen woonst relaties, huwen en kinderen ‘moratorium van de jeugd’
35
Eigen JOP onderzoek tot nu. JOP-monitor: drie grote thema’s (de 3 C’s)
Levensomstandigheden van de Vlaamse jongeren (Conditions) Meningen, attitudes van Vlaamse jongeren (Convictions) Gedrag van Vlaamse jongeren (Conduct)
36
Eigen JOP onderzoek tot nu Behandelde thema’s:
Levensomstandigheden van Vlaamse jongeren Welbevinden van Vlaamse jongeren (jeugd als periode van ‘storm & stress’? ) Groei naar volwassenheid: reële en ideale levensloop bij Vlaamse jongeren Groei naar democratisch burgerschap Delinquentie en slachtofferschap
37
Levensomstandigheden van Vlaamse jongeren School
Democratisering van het onderwijs (?) Voorspellers voor volgen verdere opleiding: gevolgde onderwijsvorm in secundair: aso>>tso>bso opleidingsniveau ouders: jongeren waarvan beide ouders geen diploma hoger onderwijs studeren minder vaak verder geslacht: meisjes studeren vaker verder dan jongens
38
Welzijn: adolescentie als periode van ‘storm and stress’? Relatie met ouders JOP monitor
over algemeen vrij positieve perceptie van relatie met ouders relatie met moeder als beter ervaren dan relatie met vader (wat emotionele betrokkenheid betreft) meisjes rapporteren betere relatie met ouders dan jongens Steunfiguren ‘in geval van persoonlijke problemen’ 75% vermeldt moeder, 52.4% duidt vader aan ook vrienden (72%) en partner/lief (48.8%) worden vaak vernoemd
39
Levensomstandigheden van Vlaamse jongeren Arbeid
Grote regionale variatie qua jeugdwerkloosheid in België Voorspellers van werkloosheid: geslacht: mannen iets grotere kans op werkloosheid opleidingsniveau is cruciaal: schoolverlaters zonder diploma grootste kans op werkloosheid (VDAB: 9,5% van de mannen verliet schoolbanken zonder diploma in 2015, bij vrouwen slechts 6%)
40
Jongeren en de groei naar volwassenheid Ideale levensloop
weinig variatie tussen respondenten in de ideale leeftijd van de transities weinig variatie naargelang leeftijd ook tussen jongens en meisjes zijn de verschillen beperkt transities naar jonge volwassenheid (ouderlijk huis verlaten, samenwonen, huis kopen, huwen en eerste kind): vrouwen situeren dit +/- 7 maanden vóór mannen onderwijsvorm en opleidingsniveau (bijna) geen verschillen naar sequentie, wel naar timing door inpassen langere studieduur (later afstuderen, eerste werkervaring, samenwonen, huis kopen en op pensioen gaan)
41
○ In essentie betreft jeugdbescherming dus overheidsinterventies ten aanzien van :
1. Minderjarigen die zich in een problematische situatie bevinden (ongeacht de benamingen die daarvoor worden aangewend, zoals minderjarigen in gevaar, in moeilijkheden, in problematische opvoeidngssituateis, in problematische leefsituateis, in verontrustende situateis), die categorie vormt de doelgroep van het (bijzondere) jeugdhulprecht 2. Minderjarigen die wordne vervolgd wegens het plegen van feiten die in het volwassenenstrafrehct een misdrijf uitmaekn. Die categorie vormt doelgroep van jeugddelinquentierecht
42
* De jeugdbeschermingsrecht richt zich niet tot alle minderjarige kinderen of jongeren, maar deze twee doelgroepen wel :
a. Jongeren in probleemsituaties b. Jongeren die worden vervolgd wegens een jeugddelict.
43
Twee (drie) doelgroepen
VOS’sen MOF’ers / jeugddelinquenten (geesteszieken)
44
beginselen jeugdrecht
Respect voor de rechten van het kind Van rechtsobject naar rechtssubject Belang van de minderjarige = eerste overweging (art. 3 Kinderrechtenverdrag)
45
Belang van de minderjarige = eerste overweging (art. 3 Kinderrechtenverdrag)
Behoud van band met ouders én gezonde ontwikkeling in een veilige omgeving (EHRM, 6 juli 2010) Vaag, evolutief en waardegebonden ‘Machtsgevoelig’ Concrete gegevens Veronderstelt participatie en behoorlijke rechtswaarborgen
46
beginselen gezinsgerichtheid
Gezin = « natuurlijke en fundamentele kern van de maatschappij » Gezin = « eerste verantwoordelijke voor opvoeding, ontwikkeling en welzijn van het kind » Hulpverlening: gericht op gezinsmilieu Voorkeur voor minst ingrijpende maatregelen Gericht op behoud in / terugkeer naar het gezin Niet te allen prijze Betrekken ouders bij reactie op jeugddelinquentie
47
Subsidiariteit beginselen jeugdrecht
Opvoedingsverantwoordelijkheid 1° ouders (& gewone leefomgeving: vrienden, buurt, familie…) 2° algemeen-maatschappelijke voorzieningen (onderwijs…) 3° specifieke jeugdhulp Vrijwillige (aanvaarde) > gerechtelijke hulpverlening
48
beginselen mbt jeugddelinquentie
1° buitengerechtelijke afhandeling 2° vrijheidsberoving = ultimum remedium 3° minst ingrijpende maatregelen voor kortst mogelijke duur
49
beginselen Differentiatie hulpverleningsaanbod
‘Multifunctionele’ organisaties ‘Open’ categorieën in hulpverleningsvormen / reacties Belang ‘individualisering’ en afstemming op hulpnood Problemen: Beheersing aanbod Kenbaarheid aanbod Plaatstekort en wachtlijsten
50
beginselen Essentieel hulpverlenend karakter
België internationaal bekend voor ‘beschermingsmodel’ Evoluties Jeugdhulp: meer nadruk op eigen kracht, vermaatschappelijking en participatie Jeugddelinquentie: meer nadruk op rechtswaarborgen, op positie slachtoffers en op verantwoordleijkheid Criterium bevoegdheidsafbakening
51
§ Klassieke strafrechtsdoctrine
ging uit van ratoneel en uit vrije wil handelende mensen die kosten en baten van zijn handelen afweegt werd aangevochten door deterministische stromingen . Delinquentie beschouwen als resultante van medische psychologische en of sociale factoren
52
○ Oordeel des onderscheids
= werden gestraft waarbij de leeftijd als strafverminderende verschoningsgrond werd beschouwd.
53
voor 1912
geen autonoom kinderstrafrecht. principiële strafwaardigheid Minderjarige delinquenten werden als principieel strafwaardig beschouwd.
54
wet 15 mei 1912
Heeft een leeftijdsgrens ingevoerd: 16 jaar = strafrechtelijke meerderjarigheid Criterium:‘ oordeeldesoordeels’ werd formeel afgeschaft o Jonger dan 16 jaar: bewarings-, opvoedings- en behoedingsmaatregelen systeem tot 2019 stond deze terminologie nog steeds in Berisping Je hebt verkeerd gehandeld doe het niet meer Plaatsing Gevangenis wordt vervangen door plaatsing in specifieke Terbeschikkingstelling: geeft volmacht aan regering om te kijken wat goed zou zijn in dit geval o kinderrechter o delinquentie en predelinquentie
55
* Comite voor de rechten van het kind CRK:
CRK bestaat uit 18 onafhaneklijke experts uit verschillende lidstaten van de VN art 43 en behoudt toezicht op het kinderrechtenverdrag
56
Wet 8 april 1965
oprichting jeugdbeschermingscomités Preventieve taak: Gerechtelijke hulpverlening zoveel mogelijk vermijden Complementaire taak: Doorverwijzing in geval van mislukking van de vrijwillige hulpverlening jeugdrechtbank ook ouderlijk gezag & adoptie eigen sociale dienst strafrechtelijke meerderjarigheid: 18 ipv 16 delinquentie + minderjarigen in gevaar
57
Kritiek op Jeugdbeschermingswet 1965
Over het algemeen vrij positief in beginfase Gebrek aan middelen en infrastructuur Hoog aantal plaatsingen Geen scheiding vrijwillige/gerechtelijke jeugdbescherming Gebrek aan juridische waarborgen Naast bescherming ook repressie?
58
historiek parallele evoluties na jeugdbeschermingswet 1965
Communautarisering Mensenrechten & Kinderrechtenbeweging Jeugdhulprecht Jeugddelinquentierecht
59
er is volle bevoegdheid voord e gemeenschappen wbt sociale reactie. opjeugddelinquentie, met als uitzondering
de uithanden gegeven jongeren vanaf 23 jaar. Als zij onder 23jaar zijn en uithanden gegeven dan verblijven zij in gemeenschapsinstellingen
60
stappen van communautisering
1. In 1980 werd er definitief einde gemaakt aan de eenheidsstaat en zette een stap op de weg van de defederalisering van belgie. 2. Tweede stap: Uitvoerige voorbereiding van nieuwe bevoegdhiedsomschrijving vd gemeenschappen inzake jeugdbescherming -> nieuwe bevoegdheidsvraagstukken ontstaan (mof maatregel) 3. staatshervorming 2014: bevoegdheidsoverdracht werd geconcretiseerd. Bepalen van de maatregelen die genomen in geval van jeugddelinquentie wordt opgeheven.
61
communautarisering
bevoegdheden van federaal naar gemeenschappen
62
* In 1980 en 1988 tweedeling ingevoerd naar doelgroepen vd jeugdbescherming:
voor bijstand aan jongeren in probleemsituaties werden gemeenschappen bevoegd, terwijl voor delinquente jongeren de federale overheid bevoegd bleef om de maatregelen in geval van jeugddelinquentie te bepalen. Artikel 5 Bijzondere Wet Hervorming Instellingen: II. bijstand aan personen: 6°
63
Staatshervorming 1988
op het vlak van bevoegdheidsbepaling aangaande jeugdbescherming. Werd een nieuwe tekst toegevoged aan lid 6 hierboven. ○ Daarin is verduidelijkt dat de sociale en gerechtelijke jeugdbescherming behoort tot de bevoegdheid van de gemeenschappen, met een lijst van 5 welomschreven uitzonderingen daarop.
64
Staatshervorming 2014 (‘Zesde staatshervorming’)
Artikel 5 Bijzondere Wet Hervorming Instellingen: II. bijstand aan personen: 6° De jeugdbescherming met inbegrip van de sociale bescherming en de gerechtelijke bescherming, maar met uitzondering van: a) de burgerrechtelijke regels m.b.t. het statuut van de minderjarigen en van de familie (…) b) de strafrechtelijke regels (…) onverminderd artikel 11 en artikel 11bis c) de organisatie van de jeugdgerechten, hun territoriale bevoegdheid en de rechtspleging voor die gerechten d) de uitvoering van de straffen uitgesproken t.a.v. minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd die uit handen zijn gegeven, behalve voor het beheer van centra die bestemd zijn voor de opvang van deze jongeren tot de leeftijd van drieëntwintig jaar e) de ontzetting uit de ouderlijke macht en het toezicht op de gezinsbijslag of andere sociale uitkeringen
65
de bevoegdheid van de gemeenschappen omvat in het bijzonder
De bevoegdheid van de gemeenscahppen omvat in het bijzonder: a. Inhoud en de aard vd maatregelen b. Hierarchie tussen de maatregelen en de criteria die voor d ekeuze van de te bevelen maatregelen in acht moeten wordne genomen c. De voorwaarden waaronder de maatregelen kunnw orden genomen, zoals het vaststellen van de leeftijd vanaf wanneer ze kunnen worden toegepast en de keuze van de categorie van inbrueken die ze rechtvaardigen d. De duur van de maatregelen, daarin begrepen de voorwaarden voor verlenging e. De regels inzake uithandengeving
66
bijzondere jeugdbijstand
eugdbijstand richt zich tot een specifieke categorie van jongeren die door de algemeen-maatschappelijke en familiale voorzieningen niet voldoende worden beschermd, en is essentieel gericht op hulp- en dienstverlening  Doelgroep en aard interventies
67
‘Everbergarrest’ (Arbitragehof 17 december 2003)
‘Everbergarrest’ (Arbitragehof 17 december 2003)  Beroep tot vernietiging van Wet Voorlopige Detentie op grond waarvan minderjarigen die een MOF hebben gepleegd onder bepaalde voorwaarden toevertrouwd konden worden aan een federaal gesloten centrum  Wel ‘jeugdbescherming’, niet onder uitzondering d)  ‘Noodsituatie’ – ‘in afwachting’  Max. 2 maanden en 5 dagen
68
5 uitzonderingen bevoegdheidsverdeling
Burgerrechtelijk statuut Strafbaarstelling inbreuken op jeugdbescherming Jeugdgerechten: organisatie, territoriale bevoegdheid en rechtspleging Uitvoering straffen uit handen gegeven jongeren Ontzetting ouderlijk gezag & toezicht op sociale uitkeringen Volwaardige uitzonderingen (niet beperkend te interpreteren)
69
○ Jeugdrechtbank, de materiele bevoeghdied van jeugdrechtbank omvat volgende materies:
1. Berechting van midnerjarigen die vervolgd worden wegens jeugddelict, gepleegd voor volle leeftijd van 18 jaar 2. Gerechtelijke jeugdhulp 3. Bescherming van geeseszieke midnerjaige overeenkomstig de wet bescherming persoon geestesziekte 4. Hoger beroep tegen administratieve sancties opgelegd aan minderjarige 5. Opleggen van maatregelen tav de midnerjarige die de wet zedelijk ebescherming jeugd overtreedt of van een toegangsverbod voor midnerjarige tot een danszaal of drankgelegenheid 6. Opleggen van bepaalde maatregleen tav ouders
70
4/ Uitvoering van de straffen t.a.v. uit handen gegeven jongeren tot 23 jaar
T/m 22 jaar plaatsing in gemeenschapsinstelling (strafvleugel) Vanaf 23 jaar naar gevangenis Art. 606 Sv.: overplaatsing tussen 18 en 22 mogelijk Aantal plaatsen ontoereikend Ernstige verstoring van het leven in het centrum of gevaar voor integriteit van de andere jongeren of van het personeel Gebrekkige formulering Eigenlijk ‘federale’ uitzondering ‘Uitvoering’ van straffen – ook voorlopige hechtenis
71
Territoriale toepasselijkheid Gemeenschapsdecreten
Art. 128, § 2 GW: exclusieve territoriale bevoegdheidsverdeling: taalgebied (niet Brussel) Arbitragehof 11 december 1996: ‘gezinsverblijfplaats van de minderjarige’, of plaats van opvoeding Toelichting Zesde staatshervorming Territoriaal aanknopingscriterium gemeenschapsregelingen = territoriale bevoegdheidscriterium jeugdrechtbanken verblijfplaats van de ouders, voogden op personen die de hoede over de minderjarige hebben plaats waar het als misdrijf omschreven feit werd gepleegd plaats waar minderjarige wordt aangetroffen plaats waar minderjarige verblijft of waar de inrichting is gevestigd waaraan hij door de bevoegde instanties werd toevertrouwd
72
Territoriale toepasselijkheid Gemeenschapsdecreten Brussel-Hoofdstad
Noch Vlaamse, noch Franstalige decreet (behalve ‘vrijwillig’ luik) Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) evt. beroep op diensten & instellingen Vlaamse & Franse Gemeenschap Ordonnantie 29 april 2004 & Samenwerkingsakkoord 11 mei 2007 (jeugdhulp) Ordonnantie 16 mei 2019 (jeugdhulp en jeugddelinquentie)
73
Halle-Vilvoorde territoriale toepasselijkehid gemeenschapsdecreten
Jeugdrechtbank Brussel Mogelijkheid van Franstalige procedure Halle-Vilvoorde = Vlaams Gewest, dus Vlaamse decreten
74
het kinderrechtenverdrag art 3 belang van het kind is om 3 manieren van belang
□ Op 3 manieren van belang: a) Belang van het kind ondersteunt, rechtvaardigt en verklaart de inhoud van alle overige inhoudelijke artikelen b) Belang van het kind kan een bemiddelende rol spelen bij een conflict tussen verschillende bepalingen c) Belang van het kind is een leidraad bij de invulling van kinderrechten die niet in het kinderrechtenverdrag zijn vastgelegd
75
Kinderrechtenverdrag
§ Belang van het kind art 3 : belang van het kind vormt steeds de eerste overweging bij elke te nemen maatregel betreffende kinderen en dat het de verantwoordleijkheid van de verdragsstaten is de nodige bescherming en zorg voor het welzijn van het kind in de algemeen te verzekeren.
76
Centrale vraag: (welke) invloed internationale instrumenten?
Juridische relevantie (verdrag =/ aanbeveling) Inspiratiebron/toetssteen wetgeving en beleid Pedagogische functie: leidraad voor werkveld
77
Officiële statistieken kritiek
werkelijke omvang van jeugdcriminaliteit? dark number / meldings- en aangiftebereidheid / maatschappelijke tolerantie en politieke aandacht / prioriteitenstelling / capaciteit / of en hoe registreren / … noch volledig, noch representatief beeld van werkelijke jeugdcriminaliteit beeld van de zaken waarmee politie en justitie in aanraking komen
78
In 2003: permanente onderzoeksopdracht NICC
productie en wetenschappelijke exploitatie cijfergegevens over jeugddelinquentie (MOF) en jeugdbescherming (VOS/POS) instroom, doorstroom en uitstroom bij jeugdparketten en -rechtbanken
79
Sedert 2010: opdracht van de statistisch analisten van het openbaar ministerie
instroom, doorstroom en uitstroom verdere ontwikkeling van een ‘geïntegreerde criminologische statistiek’
80
Voorlopige conclusie obv officiële statistieken en zelfrapportagestudies
bevindingen JOP consistent met ander self-report onderzoek meerderheid geen of een enkel delict, ‘lichte’ feiten kleine minderheid meer en ernstige delicten (‘veelplegers’) hoofdzakelijk leeftijdsgebonden criminaliteit age-crime curve: piek op 14-17, 18-21 jaar jongens > meisjes jongeren worden ook slachtoffer van criminaliteit: zie later trendanalyse: algemene ‘crime-drop’? methodologische knelpunten
81
basisprincipes IJH
Vraaggerichtheid Intersectorale samenwerking Werkingsprincipes Cliënt- en contextgerichtheid Eigen kracht en participatie Subsidiariteit (minst ingrijpend) en scheiding ‘Vermaatschappelijking’ Continuïteit Efficiëntie en effectiviteit Vertrouwelijkheid (beroepsgeheim) Respect kinderrechten Normatief gehalte? Gelden als erkennings- en subsidiëringsnormen
82
vrijwillige jeugdhulp
‘Vrijwillig’ Modulering en onderscheid Rechtstreeks toegankelijke hulp Brede instap Probleemgebonden hulp (Niet) rechtstreeks toegankelijke hulp Toegangspoort Crisisjeugdhulpverlening Vertrouwenspersoon Cliëntoverleg en bemiddeling
83
vrijwillige jeugdhulp 'vrijwillig'
Instemming ouders/opvoedingsverantwoordelijken Instemming minderjarige (12j of <12 indien in staat tot redelijke beoordeling) Gemotiveerde afwijking mogelijk in belang minderjarige Rekbaar: van ‘zelfgevraagd’ tot ‘net-niet-geweigerd’
84
modulering
Op basis van 11 ‘functies’ (kernprocessen): Brede instap; info & advies; diagnostiek; begeleiding; behandeling; bemiddeling; training; hulpcontinuïteit; verblijf; dagopvang; bijstand Voorbeelden: Contextbegeleiding laagintenstief Ondersteunende begeleiding Handelingsgerichte diagnostiek Verblijf -12-jarigen Verblijf 5d/week
85
vrjiwillige jeugdhulp brede instap
Voor alle hulpvragen, los van enige probleemkenmerken Drie kernopdrachten: instapprocedure, informatieverstrekking en kortdurende hulp Jongerenadviescentrum (CAW) Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) Preventieve zorg (Opgroeien) Inloopteam (Opgroeien)
86
vrijwillige jeugdhulp probleemgebonden hulp
Voor probleemgebonden hulpvragen Vrij toegankelijk: rechtstreeks of via brede instap Heel uiteenlopende modules
87
vrijwillige jeugdhulp multidisciplinair team
Voor diagnostiek en voorstel van indicatiestelling Diverse teams qua expertise en specialisatie Erkende diensten binnen of buiten toepassingsgebied IJH Komen in aanmerking: rechtstreeks toegankelijke hulp: CLB, COS, CAW, CGG niet rechtstreeks toegankelijke hulp: OOOC, OBC buiten toepassingsgebied integrale jeugdhulp: kinderpsychiatrische dienst, revalidatiecentra … Moeten werken volgens dezelfde kwaliteitseisen als een MDT: gemandateerde voorzieningen sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulp
88
vrijwiillige jeugdhulp niet rechtstreeks toegankelijke hulp
Voor hulpvragen met een ingrijpende ondersteuningsnood Enkel inzetbaar via tussenkomst toegangspoort Langdurige pleegzorg Multifunctioneel centrum (gehandicaptenzorg) Residentiële jeugdzorg Internaat …
89
vrijwillige jeugdhulp itnersectorale toegangspoort
Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Leuven (incl. Brussel) Bevoegd = deze van ‘woonplaats’ minderjarige = wettelijk domicilie … ≠ aanknopingspunt ‘gezinsverblijfplaats’ … v/h decreet as such Aanmelding Elektronisch: A-document Door jeugdhulpaanbieders en jeugdhulpverleners Uitzonderlijk door cliënten (na weigering + [poging tot] bemiddeling) Aanmelder blijft verantwoordelijk tijdens procedure!
90
Intersectorale toegangspoort
De intersectorale toegangspoort ITP werkt onafhankelijk van de personenn en voorzieningen die jeugdhulpverlening aanbeiden. De ITP moet alle aanvragen voor niet rechtstreeks toegankelijke jeughdulpverlening ontvangen en daarover beslissen volgens de geiegende procedure.
91
○ Mogelijk dat de geindiceerde hulp niet meteen beschikbaar is. In dat geval kan team jeugdhulpregie volgende 3 actis ondernemen:
a. Als hulpaanbod niet onmiddellijk beschikbaar is kan het team een jeugdhulpverleningsvoorstel opmajen. Het vermeldt de relevante modules en indien mogelijk de vermoedelijke wachttijd. b. Is het jeugdhulpaanbod niet uitvoerbaar dan wordt het dossier bezorgd aan de intersectorale regionale prioriteitencommissie. c. Voor dossiers met hoogste prio kan team jeugdhulpreige zelfs de opdracht geven aan de hulpaanbieders om binnen de beschikabre capaciteit een of meer modueles uit te voeren
92
Intersectorale toegangspoort: jeugdhulpregie
de geindiceerde hulp wordt omgezet in concrete jeugdhulpverlening: a. Bepaling van 1 of meer modules, die nauw mogelijk aansluiten bij geindiceerde jegudhulpvelrening b. Inschrijving op de intersecotrale registratielijst Bijstand vd clienten bij zoeekn van jeugdhulpaanbeider die module kan realiseren.
93
Versnelde indicatiestelling (VIST) in urgente gevallen, bv.
Time-out Van crisis naar residentiële jeugdhulp (120 dagen) ‘SA’ = specifieke acties = restcategorie ondersteunende acties
94
Crisissituatie, Jeugdhulpaanbieders werken gezamenlijk hulpprogramma uit:
“Een acuut beleefde noodsituatie waarin onmiddellijk hulp moet worden geboden.” a. Centraal permanent crisismeldpunt: team van aanbieders dat een eerste neutrale toetsing doet van de aangeemdle situatie en dat consult kan beiden aan de aanmelders. 24/7 bereikbaar b. Ambulante of mobiele crisisinterventie: aanbod van onmiddelijke en kortdurende stressverlagende interventeis c. Ambulante of mobiele crisisbegelieidng: begeleidinsgaanbod aan huis of in jeugdhulpvoorziening Crisisopvang: aanbod van verblijf in jeugdhulpvoorzienign
95
Vertrouwenspersoon
krijgt in integrale jeugdhulp rol van vast aanspreekpersoon van midnerjarige en een vershcillende voor de ouders . Bij ouders is het verlenen van bijstand: hij beschikt niet over zelfstandige actiemogelijkheden zoals initieren van bemiddeling en clientoverleg en wordet evnemin automatisch door de jeughdulpactoren op de hoogte gebracht van beslissingen Ook ouders/opvoedingsverantwoordelijken recht op vertrouwenspersoon
96
Cliëntoverleg
bestaat uit overleg van alle betrokken jeugdhulpaanbieders en aldere verleners, in aanwweizgheid en met amximale betrokkenheid van de clienten ook deskunidgen kunnen wordne uitgenodigd. Bedoeling is in complexe situaties de hulpverlening te coordingeren en de continutieeti ervan te bewaren. Resulteert in een werkplan dat wordt opgevolgd door een coordinator.
97
Bemiddeling
○ Bemiddeling: in geval van conflict of onenigheid. Onafhenklijke en opgeleide virjwilliger, gebonden door deontologische code. Kan tussen clienten en hulpaanbieders zijn of tussen midnerjarige en ouders
98
gemandateerde voorzieningen hebben 4 wettelijke pdrachten
consult GV kan consult aanbieden als jeugdhulpverleners daarom vragen in vos situaties waar een vermoeden is dat het aanbieden van hulpverlening maatschappelijk noodzakelijk is onderzoek: en interventie maatschappelijke noodzaak: MaNo (maatschappelijke noodzaak) houdt onderzoek en opvolging vos in. feedback: beperkte feedback en doorverwijzing: de gv kan de midnerjarige doorverwijzen naar OM
99
sociaal verweer
Men moet naar de hele context en opvoeding kijken om misdrijven te verklaren en aan te pakken . Beveiliging nodig door maatregelen afgestemd op de persoonlijkheid van de daders waarvan duur in beginsel onbeperkt is
100
verontrustende situatie
“Een situatie die de ontwikkeling van een minderjarige bedreigt doordat zijn psychische, fysieke of seksuele integriteit of die van een of meer leden van zijn gezin wordt aangetast of doordat zijn affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen in het gedrang komen, waardoor het aanbieden van jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk kan zijn.”“De kwalificatie die na onderzoek door een gemandateerde voorziening aan een verontrustende situatie wordt gegeven en die de noodzaak vastlegt om jeugdhulpverlening in te schakelen.”
101
oud pos begrip
“Een toestand waarin de fysieke integriteit, de affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen van minderjarigen in het gedrang komen, door bijzondere gebeurtenissen, door relationele conflicten, of door de omstandigheden waarin zij leven” Verwijst naar situationele, pedagogische en relationele probleemcomponenten Elke schuldnotie is afwezig: louter feitelijke situatie Niet louter incidentele problemen of tijdelijke moeilijkheden Niet louter “risico op”, maar effectief in het gedrang “komen” Cf. pedagogie (Kousemaker): opvoedingsvragen > -spanning > -crisis > POS
102
gedeelde verantwoordleijkheid hulpverleners
Eventueel aanmelden bij de toegangspoort voor meer ingrijpende hulp Consult bij gemandateerde voorziening Bij blijvende ongerustheid en geen vrijwilligheid, aanmelden bij gemandateerde voorziening Bij ernstig/gewichtig en reëel gevaar: gebruik maken van spreekrecht (art. 458bis Strafwetboek) – aanmelden bij parket
103
veratnwoordleijkheid hulpverleners
Zelf bewaken en verzorgen van continuïteit – aanklampend werken Continu exploreren om veiligheid minderjarige in te stellen Werken vanuit een participatieve en krachtgerichte basishouding, betrouwbaar voor de cliënt Gedeelde verantwoordelijkheid op 3 niveaus Gradueel: eigen mogelijkheden zien verontrusting bespreken met cliënt en team tijdig beroep op partners
104
Kindermishandeling = “
Elke vorm van lichamelijk, psychisch of seksueel geweld waarvan een minderjarige het slachtoffer is, actief door het schadelijk optreden of passief door een ernstige nalatigheid van zijn ouders of van iedere andere persoon t.o.v. wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid staat.”
105
Onderzoek en interventie ‘MANO’
Initiatief: jeugdhulpverleners, andere dienstverleners, OM, cliënt, vertrouwenspersoon M-document (Vermoeden MANO?) – onderzoek (max. 65d) – beslissing Cliënten worden geïnformeerd en gehoord Art. 76 D.IJH: bijzondere onderzoeksbevoegdheid Geheimplichtingen kunnen (niet: moeten) noodzakelijke informatie aan GV verschaffen zonder instemming client GV kan informatie verwerking zonder (onmiddellijke) verwittiging (wel binnen 30d, tenzij >< belang minderjarige Gemotiveerde beslissing ‘MANO’ Opvolging of opstart jeugdhulp: onderworpen aan instemmingsvereiste cliënten ! Case-management
106
Doorverwijzing naar parket
MANO maar geen vrijwilligheid Weigering medewerking aan MANO-onderzoek Doorverwijzingsdocument met beknopte beschrijving
107
vorderingsgrond jegudrechtbank 'regulier'Als het OM aantoont dat cumulatief volgende voorwaarden zijn vervuld:
Het verlenen van vrijwillige jeugdhulpverlening is niet mogelijk Alles is in het werk gesteld om vrijwillige jeugdhulpverlening te realiseren in de zin dat een gemandateerde voorziening is ingeschakeld en heeft doorverwezen naar het parket
108
Vorderingsgrond jeugdrechtbank: hoogdringendheid. Als het OM aantoont dat cumulatief de volgende voorwaarden zijn vervuld:
Een gerechtelijke maatregel is dringend noodzakelijk Er zijn voldoende aanwijzingen dat de minderjarige onmiddellijk beschermd moet worden tegen een vorm van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik Het verlenen van vrijwillige jeugdhulpverlening is niet meteen mogelijk = procedure hoogdringendheid
109
Vorderingsgrond jeugdrechtbank: MOF-dossier
Als het OM aantoont dat cumulatief de volgende voorwaarden zijn vervuld: Er loopt ijn voor de minderjarige een ‘MOF’-procedure Er zijn voldoende aanwijzingen dat de minderjarige zich in een verontrustende situatie bevindt = ‘derde vorderingsgrond’
110
Gegevensoverdracht vrijwillige-gerechtelijke jeugdhulp
Vanuit de gemandateerde voorzieningen Beperkte feedback & gemotiveerde doorverwijzing Basisgegevens (identificatie partijen en verleende jeugdhulp) Met instemming betrokkenen Vanuit jeugdhulpaanbieders (mits schriftelijke vraag) Basisgegevens (identificatie partijen en aanvatten/voortzetten/beëindigen van jeugdhulp) Geen verplichting (~beroepsgeheim en scheiding vrijwillige/gerechtelijke jeugdhulp) Met instemming betrokkenen << Het dossier van Luc belandde uiteindelijk op de jeugdrechtbank. “De samenwerking met het Ondersteuningscentrum verliep stroef. Ik dacht: oef, bij de jeugdrechtbank krijg ik een nieuwe kans. Maar toen viel de uitnodiging van de consulent van de sociale dienst van jeugdrechtbank in de bus… Identiek hetzelfde adres! Ik stond te trillen op mijn benen!” >>°
111
Gerechtelijke jeugdhulpmaatregelen
* Inschakeling in logica IJH Voornemen NRTH: inschrijving op registratielijst ITP – team jeugdhulpregie zet om in modules en gaat uitvoerbaarheid na = art. 26, § 1, tweede lid en art. 55 D.IJH Gespannen verhouding rechterlijke en uitvoerende macht ‘Afhankelijkheid’ vs. ‘efficiënt capaciteitsbeheer’ GwH 29 augustus 2019 (118/2019): art. 26 en 55 D.IJH schenden op zich Grondwet / EVRM / Kinderrechtenverdrag niet, maar uitvoerende macht moet de rechterlijke beslissing onverkort en met vereiste spoed uitvoeren (~ overheidsaansprakelijkheid?) Verwijzing GI: niet via ITP, maar (Inter)CAP
112
3. Opvoedend project moet cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoen:
a. Gericht zijn tot specifieke doelgroep of bijzonder probleemsituatie b. Gericht zijn op het verterken van de eigen zorg of de verterking van de zorg in het eigen miieu c. Georganiseerd zijn door een ejgudhulpaanbieder of een organisatie die daartoe een overeenkomst heeft gesloten met vlaamse regering
113
Pleeggezinplaatsing
Voorrang igv uithuisplaatsing – motivering indien andere plaatsing Bij voorkeur broers en zussen samen houden Tot 13 jaar; nadien max. 3 jaar, verlengbaar Ondersteunende – perspectiefzoekende – perspectiefbiedende – behandelingspleegzorg Netwerkpleeggezin of bestandpleeggezin Attest van pleegzorgdienst vereist Netwerkpleeggezin: binnen zes weken
114
** ‘Gesloten’ plaatsing (gemeenschapsinstelling)
Min. 14 jaar 3m (1x verlengbaar) Igv onttrekking (2x of +) aan plaatsingsmaatregel én noodzakelijk voor integriteit minderjarige Overheidsexclusieve (enkel GI)? Oorspronkelijk (1990): ja D.IJH 2013: niet noodzakelijk Project ‘proeftuinen’: zgn. ‘besloten opvang’ in private voorzieningen Toekomst: ‘beveiligend verblijf’  ‘veilig traject’ (GI niet meer voor VOS)
115
trends in jeugddelinquentie, hypothesen en verklaringen
Werking politie en justitie, criminaliteitsbeleid, sociaal beleid… Demografische veranderingen: aandeel jongeren in totaal van bevolking Gezondheid(evoluties) Preventie en focus op risicofactoren Gewelddadige games Gelegenheid Securisering of ‘responsieve beveiliging’
116
everberg
Wet 1 maart 2002 Afschaffing art. 53 Jeugdbeschermingswet Oprichting « Centrum voor voorlopige plaatsing » (Everberg) enkel jongens ≥ 14 jaar ernstige feiten geen alternatief mogelijk omwille van plaatsgebrek max. 2 maanden en 5 dagen Arbitragehof nr. 166/2003, 17 december 2003 en 90/2004, 19 mei 2004 bevoegdheid federale overheid (opgave + uitvoering) Centrum Everberg vs gemeenschapsinstellingen minderjarigen vs volwassenen jongens vs meisjes: dringende behoeften & eigenheden Centrum
117
wet onkelinx
Eindrapport ‘commissie Cornelis’ (1991) Herstelrechtelijk jeugdsanctierecht (Onderzoeksgroep Jeugdcriminologie o.l.v. L. Walgrave) (1997) Ontwerp houdende ‘antwoorden’ op delinquent gedrag van jongeren (Christian Maes, kab. Justitie, 2001-02) Regeerakkoord Verhofstadt-II (juli 2003) Ontwerp van minister van Justitie Onkelinx (2004) Wetten van 15 mei 2006 en 13 juni 2006
118
zesde staatshervorming jeugddelinquentierecht
Gemeenschappen (GGC in Brussel) worden quasi-volledig bevoegd (behalve gerechtelijke aspecten) Vlaams Decreet Jeugddelinquentierecht (15 februari 2019)
119
Traject georganiseerd door Agentschap Jongerenwelzijn:
Omgevingsanalyse (juli – september 2015) Thematische werkgroepen + parallel spoor met jongeren en ouders (oktober 2015 – juni 2016) Opvolging in ‘meerderheidsoverleg’ (juli 2016 – juli 2017)
120
voorontwerop decreet jeugddelinquentierecht
‘Meerderheidsoverleg’ (juli 2016-juli 2017) Eerste goedkeuring Vlaamse regering (14 juli 2017) Adviesronde Tweede goedkeuring Vlaamse regering (22 december 2017) Advies Raad van State over (tweede) voorontwerp JDR (18 april 2018) Derde goedkeuring Vlaamse regering (13 juli 2018) Vlaams Parlement (stuk 2017-18, nr. 1670)
121
Interventiegronden
Artikel 14 Jeugddelinquentiedecreet: ‘jeugddelict’ Art. 2, 7°: jeugddelict = een als misdrijf omschreven feit gepleegd door een minderjarige Artikel 36, 5° Jeugdbeschermingswet: gemeentelijke administratieve sanctie (GAS-boetes) Artikel 36, 6° Jeugdbeschermingswet: stadionverbod Wet 15 juli 1960: zedelijke bescherming
122
als misdrijf omschreven feit
Jeugdrechtbank bevoegd voor minderjarige die wordt vervolgd wegens als misdrijf omschreven feit minderjarige ≥12 en < 18 jaar op het ogenblik van de feiten evt. meerderjarig op het ogenblik van de beschikking (maatregelen) of van het vonnis (sancties) – zie verder feiten moeten vaststaan moet inbreuk op strafwet zijn verjaringstermijnen uit strafrecht ook toepasselijk moreel element (schuld)* besef van wederrechtelijk karakter hoeft niet ten volle aanwezig te zijn (neutralisering ‘oordeel des onderscheids’) gewone strafrechtbanken onbevoegd
123
Knack 2 december 2010 odnerzoek
Wanneer is iemand crimineel? Wanneer zijn iemands hersenen voldoende ‘volwassen’ om toerekeningsvatbaarheid te kunnen bepleiten? Volwassen vs. verantwoordelijk Het is ook mogelijk de synchroniciteit van de activiteit van verschillende hersenzones te meten. Hoe ouder iemand is, hoe meer regio’s van de hersenen samen bij een activiteit betrokken worden. Bij de meeste mensen zou neurologische volwassenheid rond de leeftijd van twintig jaar bereikt worden.
124
MOF moreel element (schuld)
Moreel element (schuld) ‘Systeemniveau’: wettelijk vermoeden (doli incapax) Minderjarigen zijn schuldonbekwaam (t.a.v. het strafrecht) ‘Casusniveau’: beperkte toets Besef van wederrechtelijk karakter hoeft niet ten volle aanwezig te zijn Is de betrokkene de ‘dader’ van de feiten? Concrete beoordeling motieven en aard v/d feiten “Vrijwillig en bewust” Bijzonder opzet indien vereist voor bepaald misdrijf (bv. kwaadwillig karakter laster en eerroof) Afwezigheid rechtvaardigings- of schulduitsluitingsgronden (bv. onweerstaanbare dwang, onoverkomelijke dwaling, geestesstoornis) Afwezigheid strafuitsluitende verschoningsgronden (bv. diefstal ten nadele van (groot)ouders of kinderen) DUS: veeleer ‘afwezigheid strafrechtelijke verantwoordelijkheid’
125
status delinquentie wet zedelijke beschermign jeugd 1960
Wet Zedelijke Bescherming Jeugd (1960) Verboden voor minderjarigen om zich op te houden in speelhuizen, hondenrenbanen, inrichtingen waar diensters of ‘entraineuses’ gewoonlijk met het cliënteel mede verbruiken en de voor weddenschappen bestemde ruimte in de paardenrenbanen niet vergezeld, beneden 16 jaar, in danszalen (behoudens bals die niet uit handelsgeest plaatshebben of danslessen) Vergelijk met Bioscopen, tabak, alcohol, spijbelen Kansspelen
126
leeftijdsgrenzen
Ogenblik feiten: minimum 12 jaar en minder dan 18 jaar -12: onweerlegbaar vermoeden van niet-verantwoordelijkheid; evt. doorverwijzing naar jeugdhulp ≥ 14 (met uitz.): gesloten oriëntatie en begeleiding 16-17: verkeersmisdrijven & uithandengeving
127
leeftijdsgrenzen looptijd van de 'antwoorden'’ (afhandeling parket, maatregelen, sancties)
Algemene maximumleeftijd = 23 jaar Geldt ook voor berisping en volstaan met de genomen maatregel For-K: tot max. 19 jaar ‘Lange gesloten begeleiding’ Algemeen: tot max. 23 jaar 16 of 17 ogenblik feiten: tot max. 25 jaar Na afloop: nog 10 jaar terbeschikkingstelling mogelijk Overgangsperiode: plaatsing GI tot max. 20 jaar
128
Geen maximumleeftijd bepaald voor:
Herstelrechtelijk aanbod Toevertrouwen jeugdpsychiatrische dienst Uithandengeving
129
Beginselen van behoorlijke rechtsbedeling
Voorafgaande Titel Jeugdbeschermingswet Gespecialiseerde actoren (~ vorming) Genot van rechten en vrijheden, o.m. deze uit het Kinderrechtenverdrag Hoorrecht tijdens en deelnamerecht aan proces dat leidt tot beslissingen die hem aangaan Onttrekking ouderlijk gezag enkel igv contra-indicatie handhaving daarvan
130
Model Jeugdbeschermingswet (versie 2006)
Bescherming – Herstel - Straf Doelstellingen (Voorafgaande Titel) Opvoeding; verantwoordelijkheidszin; resocialisatie; bescherming maatschappij; diversie; rechtswaarborgen Beslissingsfactoren (alle gelijkwaardig) Persoonlijkheid & leefomgeving; feiten & schade; vroegere interventies; veiligheid Voorkeurregeling Herstel > eigen project > ambulant > plaatsing > gesloten plaatsing > uithandengeving
131
Model Jeugddelinquentiedecreet (2019)
Bescherming – Herstel - Straf Doelstellingen & kenmerken Verantwoordelijkheid; normbevestiging; herstel schade; re-integratie; bescherming maatschappij; recidivevermijding; diversie; rechtswaarborgen; proportionaliteit Beslissingsfactoren (in volgorde) Feiten & schade; persoonlijkheid & maturiteit; recidive(risico); veiligheid maatschappij; leefomgeving; veiligheid minderjarige Voorkeurregeling Herstel > positief project / ambulant / voorwaarden > gesloten plaatsing > uithandengeving
132
basisprocedure
Basisetappes van de procedure Detectie en feitenonderzoek Evt. afhandeling door openbaar ministerie Parket beslist over vordering / dagvaarding Opportuniteitsbeginsel Monopolie van saisinerecht Voorbereidende rechtspleging - Jeugdrechter Persoonsonderzoek en maatregelen Berechting ten gronde - Jeugdrechtbank Sancties Plaatsing jeugdpsychiatrie Uithandengeving Uitvoeringsfase
133
Detectie & feitenonderzoek
Actoren Politie Openbaar ministerie / Parket Advocaat Onderzoeksrechter Verhoor Arrestatie en aanhouding Onderzoek feiten
134
politie
(Jeugd)politie Geen wettelijk kader (federaal noch lokaal) Jeugdafdeling / jeugdpolitie / jeugdbrigade Opsporen misdrijven, verzamelen bewijzen + kennisgeven aan de bevoegde overheden (art. 15 Wet Politieambt)  proces-verbaal (Geen) Autonome afhandelingsbevoegdheid Omz. PLP 41 (7 juli 2006) Prioriteit jeugdcriminaliteit Samenwerking scholen (spijbelen, drugs…) Aanspreekpunt scholen
135
○ Parketcriminologen jeugd en gezin:, Vervult drie belangrijke opdrachten:
die verleent bijstand aan parketmagistraten inzake 3 problematieken: jeugddelinquentie, spijbelen en kindermishandeling. 1. In zaken kan hij worden ingeschakeld voor bepaalde afhandleingsvormen of verlenen van info daarover 2. Hij werkt samenwerkingsverbanden uit met scholen en centra voor leerlingenbegeleiidng inzake spijbelgedrag 3. Hij werkt samenwerkingsverbanden uit omd e aanpak van kindermishandleing te versterken
136
onderzoeksrechter
○ Onderzoeksrechters worden aangewezen door voorzitter van rechtbank van eerste aanleg. De onderzoeksrechters komen tussen op vordering van OM wnnr in het kader van onderzoek naar de feiten een gerechtelijk onderzoek vereist is, bijv indien het gaat om zeer ernstige feit gepleegd dor minderjarige of indien minderjarige het feit heeft gepleegd met een of meerdere minderjarige
137
advocaat
Ambtshalve toewijzing voor minderjarige die partij is Andere advocaat dan ouders igv strijdige belangen Bijstand én vertegenwoordiging (?)
138
onderzoeksdaden
Politie & openbaar ministerie Onderzoek naar de feiten: principes Sv. Verhoor Conform Sv. & Wet Voorlopige Hechtenis Minderjarigen kunnen geen afstand doen van hun rechten Sommige onderzoeksdaden vereisen toestemming of tussenkomst onderzoeksrechter In beginsel kan minderjarige niet rechtsgeldig toestemmen
139
arrestatie
Principe: 48-uur regel (tot 28/11/2017: 24 uur) Art. 12 GW; art. 1 Wet Voorlopige Hechtenis Cass. 15 mei 2002, 31 augustus 2010, 20 december 2011 Overschrijding: invrijheidstelling  geen vrijheidsberovende maatregel meer mogelijk als voorlopige maatregel (wel andere maatregelen) Wet Voorlopig Hechtenis is voor het overige niet toepasselijk (Cass. 16 juli 2002) Verwittiging ouders ‘Celslapers’ https://steunpuntwvg.be/images/swvg-3-rapporten/ef20-celslapers-rapport
140
parketinterventie
Pas geregeld bij hervorming Jeugdbeschermingswet in 2006 Voordien: allerlei, diverse praktijken Mogelijkheden 2006 (naast seponering en vordering): Waarschuwingsbrief Waarschuwingsoproeping (‘herinnering aan de wet’) Voorstel bemiddeling
141
afhandeling op niveau van OM
Aanbod van bemiddeling ‘Zuivere’ seponering Waarschuwingsbrief Waarschuwingsoproeping (‘herinnering aan de wet’) Seponering onder voorwaarden (~ verval strafvordering) Aanbod van positief project
142
Zuivere seponering
= herroepbare beslissing tot niet-vervolging
143
Aanbod bemiddeling
Een overleg tussen de partijen betrokken bij een jeugddelict om hen de mogelijkheid te bieden, samen en met de hulp van een onpartijdige bemiddelaar, tegemoet te komen aan o.m. de relationele en materiële gevolgen van een jeugddelict Betrokken partijen Minderjarige verdachte Ouders of opvoedingsverantwoordelijken van de minderjarige Slachtoffer (indien minderjarig: + ouders of opvoedingsverantwoordelijken)
144
voorwaarden aanbod bemiddelign
Voorwaarden Ernstige aanwijzingen van schuld Niet-ontkenning Geïdentificeerd slachtoffer Basiskenmerken: vrijwilligheid, vertrouwelijkheid, neutraliteit Ook mogelijk wanneer (een) ouder(s) niet akkoord gaa(t)(n)
145
Schriftelijk aanbod OM, aanbod bemiddleing
Schriftelijk aanbod OM Verplicht aanbod? Wettekst: OM doet aanbod (= normatieve bepaling) MvT: verplicht, ongeacht andere afhandelingsvorm, ook bij seponering Indien om ‘organisatorische redenen’ niet haalbaar: rekening houden met belang slachtoffer (cf. vorderingsmonopolie OM) Ook ‘wenselijk’ / ‘verplicht’ (?) igv vordering jeugdrechter, maar geen sanctie (meer) Verschillende praktijken op komst? + verwittiging stafhouder (aanstelling advocaat) Bedenktijd van 15 dagen Geen reactie binnen 8 dagen: bemiddelingsdienst neemt contact op
146
"hca dienst"
Bemiddelingsdienst
147
akkoord voor aanbod bemiddeling OM
Goedkeuring parket of homologatie jeugdrechtbank Parket ‘houdt rekening’ met uitgevoerd akkoord bij beslissing al dan niet te vervolgen Geen ‘sepotgarantie’, maar seponering leidt tot verval van strafvordering
148
Geen akkoord: aanbod bemiddeling OM
mag geen nadelig gevolg hebben Erkenning feiten, verloop noch resultaat mag in het nadeel van de jongere worden gebruikt
149
Aanbod ‘positief project’
Voorwaarden Ernstige aanwijzingen van schuld Niet-ontkenning Oproeping OM + verwittiging stafhouder (aanstelling advocaat) Enkel in ‘vorderbare dossiers’ (geen net-widening)? 15 dagen bedenktijd (niet akkoord: vordering waarschijnlijk) Eigen voorstel minderjarige! Bijstand advocaat Ondersteuning hca-dient bij uitwerking en uitvoering Niet verplicht bij uitwerking OM stuurt kopie PP naar hca-dienst Rapportageverplichting hca-dienst
150
Aanbod ‘positief project’
Opleiding, taak, dienst of deelname aan een georganiseerde activiteit OM kan enkel goedkeuren of weigeren, niet wijzigen Criteria: proportionaliteit; vergoeding schade Weigering Vordering mogelijk / waarschijnlijk Schakeling naar opleggen voorwaarden mogelijk Max. 30 uur & binnen 6 maanden Correct uitgevoerd project leidt tot verval van strafvordering Niet (volledige) uitvoering: vordering mogelijk / waarschijnlijk
151
Seponering onder voorwaarden
Verdachte ‘ontkent niet’ Oproeping OM + verwittiging stafhouder (aanstelling advocaat) 15 dagen bedenktijd (niet akkoord: vordering waarschijnlijk) Enkel in ‘vorderbare dossiers’ (geen ‘net-widening’)? Niet wanneer lange opvolging / plaatsing aangewezen lijkt Voorwaarden (eenzijdig) bepaald door OM Geen ‘onderhandeling’ - evt. schakeling naar positief project Plaatsverbod; contactverbod; leerproject (max. 30u); therapie (max. 30u); aanbieden bij jeugdhulp Dus niet: gemeenschapsdienst; meewerken bemiddeling; vergoeden schade Naleving / Uitvoering in een periode van max. 6 maanden Rapportageplicht begeleidingsdienst Voorwaarden vervuld = verval van strafvordering Voorwaarden niet vervuld: vordering mogelijk / waarschijnlijk
152
mogelijkheden OM - overzicht
Verwijzing jeugdhulp (BI, ITP, GV) of hoogdringende VOS-vordering Seponering, afhandeling OM of zaak voor de jeugdrechter brengen Afhandeling OM, zo mogelijk, voorrang op gerechtelijke afhandeling (art. 3, § 3, 3°) Verval van strafvordering Seponeringsvoorwaarden voldaan Positief project uitgevoerd Seponering na geslaagde bemiddeling Mogelijkheid tot vordering / dagvaarding Opportuniteitsbeginsel Monopolie van saisinerecht Mogelijk parallel met bemiddelingsaanbod ‘Derde vorderingsgrond’
153
gerechtelijke afhandleing actoren
Jeugdrechter Jeugdrechtbank Sociale Dienst
154
sociale dienst jeugdrechtbank
○ Dienst van de vlaamse gemenschap, georganiseerd per gerechtleijk arrondissmetn ter ondersteuning van de jeugdparketten en vooral de jegudrechtbanken/ Zijn belast met indicatiestellingen. Suggereren welke hulp aanbieder de voorgestelde maatregel kan uitvoeren. Contact met toegangspoort Overbrenging minderjarige naar voorziening Uitvoering ‘ondertoezichtstelling’ (en evt. contextbegeleiding) Toezicht op uitvoering Opvolging evolutieverslagen en rapportering aan jeugdrechter
155
ger afhandleing beslissingsfactoren
Ernst feiten, schade en gevolgen slachtoffer Persoonlijkheid en maturiteit minderjarige (Risico op) recidive Veiligheid maatschappij Leefomgeving minderjarige Veiligheid minderjarigen
156
Voorrangsregeling ger afhandeling
Herstelrechtelijk aanbod Niet-residentiële maatregelen: positief project < ambulante maatregel < voorwaarde Residentiële maatregelen: (for-K) < gesloten oriëntatie < gesloten begeleiding
157
voorbereidende rechtspleging
Vordering van OM voor de jeugdrechter Uitzonderlijk, bij volstrekte noodzaak of betrapping op heterdaad: onderzoeksrechter Onderzoek geleid door jeugdrechter en Maatregelen
158
voorbereidende rechtspleging Onderzoek naar de persoon en de leefomgeving
Doel Informatie over persoonlijkheid jongere en milieu Informatie over de geschiktheid van maatregelen (belang van de jongere) Noodzakelijk? Cass. 13 juni 2001: niet absoluut Methode Maatschappelijk onderzoek door sociale dienst Evt. medisch-psychologisch onderzoek door deskundige Geen beslissing ten gronde zonder dit advies Uitz.: spoedeisende gevallen/ overschrijding termijn 75d.
159
Herstelrechtelijk aanbod antwoorden tijdens voorbereidende rechtspleging
Bemiddeling Herstelgericht groepsoverleg
160
antwoorden tijdens voorbereidende rechtspleging maatregelen
Positief project Ambulante maatregel Voorwaarden For-K plaatsing Gesloten oriëntatie Gesloten begeleiding
161
antwoorden voorbereidnende rehctpsleging voorwaarde
Voorwaarde van ‘niet-ontkenning’ Voor herstelrechtelijk aanbod & positief project GwH 11 februari 2021, nr. 22/2021 Geen ‘actieve’ plicht tot erkenning van de feiten of tot verklaring de feiten niet te ontkennen Belet niet zich op het zwijgrecht te beroepen Geen afbreuk aan vermoeden van onschuld
162
algemene voorwaarden op maatregelen voorbereidende rechtspleging
Algemene voorwaarden: Voldoende ernstige aanwijzingen dat verder onderzoek noodzakelijk is Infra – ‘sancties – onpartijdigheid rechter’ Geen onmiddellijke sanctionering Vermoeden van onschuld! Niet om bekentenissen of verklaringen af te dwingen Subsidiariteit: reden voor maatregel niet op andere manier bereikbaar Mogelijk, niet verplicht (Cass. 20 mei 2009)
163
kenmerken voorbereidende rechtspleging
Steeds gekoppeld aan ondertoezichtstelling door sociale dienst Betrekken van ouders/opvoedingsverantwoordelijken Cumulatie mogelijk (ook herstelrechtelijk aanbod en maatregel[en]) Jeugdrechter bepaalt duur – ‘zo kort mogelijk’
164
Rangorde ~ ingrijpend karakter maatregelen
Positief project < Ambulante maatregel < Voorwaarde < For-K < Gesloten oriëntatie < Gesloten begeleiding
165
voorstel positief project Cf. parketniveau – verschillen:
Voorwaarden Ernstige aanwijzingen dat verder onderzoek noodzakelijk is Niet-ontkenning Jeugdrechter kan enkel goedkeuren of weigeren, niet wijzigen Max. 60 uur & binnen 6 maanden Correct of niet-correct uitgevoerd project: jeugdrechtbank neemt dat op in de motivering van haar uitspraak
166
Opleggen van voorwaarden parketniveau, verschillen
Niet-ontkenning: geen vereiste (i.t.t. niveau OM) Mogelijke voorwaarden Plaatsverbod Contactverbod Leerproject (max. 60u) Gemeenschapsdienst (max. 60u)* Therapie Jeugdhulp Huisarrest Cumulatie LP & GD ook max. 60u ‘Onder meer’  andere voorwaarden mogelijk ! (legaliteitsbeginsel?) Binnen ‘proefperiode’ Ten hoogste 1 jaar Verlengbaar indien voorbereidende rechtspleging langer loopt
167
opleggen van voorwaarden op parket niveau
Begeleiding door erkende dienst Rapportageverplichting begeleidingsdienst en diensten igv therapie of jeugdhulp Herroeping mogelijk Nieuw jeugddelict: vrije keuze van maatregel Niet-naleving: vervangende maatregel Alle maatregelen komen in aanmerking, behalve positief project Vooraf bepaald - Grondige wijziging omstandigheden: meer gepaste
168
maatregelen parket niveau
Gemeenschapsdienst mogelijk? Tijdens voorbereidende rechtspleging >< vermoeden van onschuld? Niet als sanctie (Cass. 4 maart 1997) Wel als begeleiding van onderzoeksmaatregel (Cass. 21 mei 2003) Jeugdbeschermingswet (aanpassing 2006) Max. 30 uur Als ‘begeleidende onderzoeksmaatregel bij ondertoezichtstelling’ Jeugddelinquentiedecreet Max. 60 uur Als voorwaarde
169
ambulante maatregel
Niet-residentiële interventie Methodieken die recidiverisico verminderen (>< vermoeden onschuld?) en die sterk inzetten op activeren van de context In een voorziening of elders Max. 1 jaar
170
for-k plaatsing
For-K = forensische kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis Residentieel Verdere diagnostiek Behandeling van een psychiatrische problematiek Noodzaak moet blijken uit psychiatrische expertise Max. 6 maanden, 2 x verlengbaar met 3 maanden Uiterlijk tot 19e verjaardag
171
plaatsingsmaatregelen
Gemeenschapsinstellingen (‘GI’) als eerste optie voor ‘voorlopige’ plaatsing Specialisatie + opnameplicht Jeugddelinquentiedecreet Opheffing onderscheid ‘open’ en ‘gesloten’ afdelingen Plaatsing in private voorziening of pleeggezin niet meer mogelijk als maatregel Scheiding MOF/VOS Beperking gemeenschapsinstellingen tot MOF (behalve time-out) ‘Derde vorderingsgrond’ ‘(Be)veilige(nde)’ opvang van VOS in private voorzieningen Plaatsing start altijd met oriëntatiefase
172
voorwaardne gelsoten orientatie GI
Voorwaarden Ernstige aanwijzingen dat verder onderzoek noodzakelijk is Ernstig jeugddelict (in strafrecht: gevangenisstraf ≥ 3 jaar) Dringende, ernstige en uitzonderlijke omstandigheden mbt openbare veiligheid Gesloten oriëntatie is noodzakelijk 1-4: cumulatief; omstandige beschrijving in beschikking verplicht Minimumleeftijd = 14 jaar (ogenblik feiten) Uitz. 12-13 jaar: ernstig jeugddelict (in strafrecht: opsluiting ≥ 5 jaar); voorbehouden capaciteit in GI Maximumduur = 1 maand (30 dagen); niet verlengbaar
173
gesloten orientatie (in GI)
Multidisciplinaire screening en risicotaxatie Oriëntatievoorstel aan jeugdrechter Eerste advies (ten laatste na 10 dagen) over behoefte aan gesloten begeleiding, obv risicotaxatie ‘Geen behoefte’: jeugdrechter beslist binnen 48u 2 werkdagen Voortzetting, ambulante maatregel, voorwaarden, for-K of stopzetting ‘Wel behoefte’: gesloten oriëntatie loopt verder, of zitting mogelijk binnen 48u 2 werkdagen Bij voortzetting: uitgewerkt oriëntatievoorstel over nood aan gesloten begeleiding en duur daarvan
174
gelsoten begeleiding
‘Gesloten’ = minderjarige mag instelling niet verlaten Uitzonderingen – zonder toelating jeugdrechter Verschijning rechtbank Medische redenen Begrafenis in België van familielid tot 2de graad Uitzondering – met toelating jeugdrechter Op advies GI; evt. onder te bepalen voorwaarden Contact met ‘derden’ (?): toelating jeugdrechter /// Mogelijk na ‘gesloten oriëntatie’ Jeugdrechter (niet) gebonden door advies? GwH 11 februari 2021, nr. 22/2021: « B. 39.1.2. (…) Die bepaling dient bijgevolg aldus te worden begrepen dat een gesloten begeleiding enkel door de jeugdrechter kan worden opgelegd indien die maatregel in het orëntatievoorstel wordt geadviseerd. » Aanpassing art. 27, § 2: « De jeugdrechter kan enkel een gesloten begeleiding opleggen als dit in het oriëntatievoorstel wordt geadviseerd, tenzij hij hiervan afwijkt met een gemotiveerde beslissing. » ‘Doorwerking’ voorwaarden gesloten oriëntatie Leeftijd, delict, ernstige aanwijzingen dat verder onderzoek noodzakelijk is ? Openbare veiligheid; nood aan gesloten opvang ~ subsidiariteit ~ beslissingsfactor Per 3 maanden
175
plaatsingsmaatregelen -overgangsperiode
Regeling Jeugdbeschermingswet Plaatsing GI Initieel 3 maanden (herzieningsvraag maandelijks mogelijk) Verlengbaar met 3 maanden Handhaafbaar per maand Tot 20 jaar Plaatsing in private voorziening of pleeggezin niet meer mogelijk
176
duur vd voorbereidende rechtspleging
Beginsel: 9 maanden Vanaf vordering OM Schorsing igv hoger beroep Verval maatregel op het einde van de termijn Discussie: geen nieuwe maatregel mogelijk of ook verval van lopende maatregelen? Discussie: ‘vervaltermijn’ of ‘termijn van orde’ Vervaltermijn  dagvaarding onontvankelijk Wettekst: geen indicaties Antwoord op vraag Raad van State: vervaltermijn Maar enkel van maatregelen, of ook van vervolging?
177
uitzonderingen op duur van de voorbereidnede rechtpsleging
Beginsel: 9 maanden Uitzonderingen Onderzoek naar de feiten of deskundigenonderzoek is nog niet afgerond Ernstig jeugddelict (~ reeks artikelen Sw.) 1 of 2 : maximumtermijn = 12 maanden 1 en 2 : maximumtermijn = 24 maanden, uitzonderlijk nog langer Jeugdrechter moet uitdrukkelijk afwijken Binnen initiële termijn van 9 maanden; nadien per 3 maanden; vanaf 2 jaar per maand Maatregelen parallel verlengbaar Gesloten begeleiding nog verlengbaar tussen dagvaarding en uitspraak (per maand)
178
berechting ten gronde
Beoordelingsvrijheid jeugdrechtbank Niet beperkt door vordering parket Wettelijke beperkingen beoordelingsvrijheid Grondbeginselen Beslissingsfactoren Rangorde / Voorrangsregeling Voorwaarden en limieten sancties Motiveringsplicht Verenigbaarheid met legaliteitsbeginsel?
179
jeugddelinquentiedecreet. Scheiding rechter in voorbereidende fase en fase ten gronde?
Niveau parket: ‘ernstige aanwijzingen van schuld’ & ‘niet-ontkenning’ Niveau jeugdrechter: ‘voldoende ernstige aanwijzingen dat verder onderzoek noodzakelijk is’ & ‘niet-ontkenning’ Advies RvS 62.779/3 over voorontwerp Jeugddelinquentiedecreet Jeugdrechter voert niet onderzoek naar de feiten, oordeelt wel over wenselijkheid maatregel Is oordeel ‘nood aan verder onderzoek’ parallel met schuldoordeel?
180
Voorwaarde van ‘niet-ontkenning’
Geen ‘actieve’ plicht tot erkenning van de feiten of tot verklaring de feiten niet te ontkennen Belet niet zich op het zwijgrecht te beroepen Geen afbreuk aan vermoeden van onschuld
181
Antwoorden ‘ten gronde’
Herstelrechtelijk aanbod (bemiddeling & hergo) Sancties Berisping Volstaan met genomen maatregel Positief project (max. 220u) Ambulante sanctie evt. + elektronische monitoring Voorwaarde Plaatsverbod; contactverbod; leerproject (max. 220u); gemeenschapsdienst (max. 220u); therapie; jeugdhulp; huisarrest For-K plaatsing Gesloten oriëntatie (1m) Gesloten begeleiding (3-6-9m) Lange gesloten begeleiding evt. + terbeschikkingstelling Uithandengeving Plaatsing in de jeugdpsychiatrie j
182
voorwaarden sancties
Schuld betrokkene is bewezen Subsidiariteit: reden voor sanctie niet op andere manier bereikbaar Beslissingsfactoren + voorrangsregeling van toepassing Rangorde ~ ingrijpend karakter Berisping < Volstaan met genomen maatregel < Positief project < Ambulante sanctie < Voorwaarde < For-K < Gesloten oriëntatie < Gesloten begeleiding < Lange gesloten begeleiding (evt. + terbeschikkingstelling)
183
kenmerken van sancties
Steeds gekoppeld aan ondertoezichtstelling door sociale dienst Betrekken van ouders/opvoedingsverantwoordelijken Cumulatie mogelijk (ook tussen herstelrechtelijk aanbod en sanctie[s]) In één uitspraak Gelijktijdig of achtereenvolgens Jeugdrechtbank bepaalt duur – ‘zo kort mogelijk’ In beginsel: verlenging nadien niet meer mogelijk >< ‘herziening’ onder Jeugdbeschermingswet Jaarlijkse evaluatie
184
berisping
Onmiddellijk aflopende sanctie Schuld bewezen, afkeuring & appel op verantwoordelijkheid (minderjarige, evt. ouders)
185
volstaan met genomen maatregel
Geen eigenlijke sanctie Gelet op wat als maatregel is uitgevoerd of doorlopen
186
elektronsiche monitoring
Elektronische ‘monitoring of opvolging met begeleiding’ Elke gevalideerde moderne technologie waardoor het mogelijk is om van op afstand bijzondere voorwaarden op het vlak van vrijheidsbeperking of mobiliteitopvolging te ondersteunen en te controleren
187
Voorwaarden elektronische monitoring
Bijzondere motivering of igv plaatsing wordt overwogen Enkel igv positief project, ambulante sanctie of voorwaarden Dus niet inzetbaar voor voortijdige beëindiging sanctie van plaatsing… Steeds gepaard met begeleiding Jeugdrechtbank bepaalt duur (~ ondersteunde sanctie)
188
lange gesloten begeleiding
Enkel als sanctie (niet maatregel) Plaatsing of ‘vervolgtraject’ Geconcipieerd als vervanging voor uithandengeving, maar: UHG blijft behouden Én terbeschikkingstelling tot 10 jaar wordt mogelijk Én lange gesloten begeleiding ook mogelijk voor 12-15-jarigen
189
voorwaarden lange gesloten begeleiding
(Weerlegbaar) vermoeden van schuldbekwaamheid aanwezig ‘Schuldbekwaamheid’ vs ‘niet-verantwoordelijkheid’ -12-jarigen vs strafbekwaamheid vs ‘oordeel des onderscheid’ vs … ‘Vermoeden aanwezig’: wettelijk vermoeden / vast te stellen voorwaarde? ? ~ medisch-neuropsychologische inzichten mbt ontwikkeling prefrontale cortex (impulsbeheersing, planning en beslissingen) Andere sancties ongepast of gefaald (in een vorig dossier) Limitatieve lijst jeugddelicten/strafbepalingen Bv. terroristische misdrijven, verkrachting, (poging) doodslag en moord, diefstal met geweld of bedreiging en afpersing Gevaar voor integriteit minderjarige of derden Gesloten begeleiding noodzakelijk
190
Leeftijdsvoorwaarde (ogenblik feiten) bij lange gesloten begelieidng
Beginsel: 16-17 jaar ‘In uitzonderlijke omstandigheden’: 12-13 of 14-15 jaar Geen limitatieve lijst van misdrijven? 12-13 jaar: misdrijf waarop min. 5 jaar gevangenisstraf staat
191
lange gesloten begeleiding procedure
Maatschappelijk onderzoek (MO) en medisch-psychologisch onderzoek (MPO) door multidisciplinair team Situatie minderjarige, rekening houdend met maturiteit, persoonlijkheid en omgeving Aard, frequentie en ernst feiten, voor zover ze bijdragen tot evaluatie van de persoonlijkheid Uitzonderingen (MPO) Minderjarige onttrekt zich aan onderzoek (MO & MPO) -18 en reeds vroegere sanctie voor bepaalde feiten gepleegd na 16 jaar en opnieuw vervolgd voor gelijkaardige feiten (limitatieve lijst) (MO & MPO) +18 en als misdaad omschreven feit met straf >20 jaar, gepleegd na 16 jaar Bijzondere motivering jeugdrechtbank
192
lange gesloten begeleiding uitvoering
Afdeling binnen gemeenschapsinstelling, gericht op begeleiding en re-integratie 12/13-jarigen: voorbehouden capaciteit ‘Vervolgtraject’ mogelijk Inhoud? MvT: “Deze re-integratie slaat op alle levensdomeinen die vervat zaten in het handelingsplan en geeft de minderjarige de mogelijkheid om vanuit de geslotenheid te experimenteren met nieuwe rollen en uitdagingen in de maatschappij.” Evaluatie -18: halfjaarlijks +18: jaarlijks
193
ter beschikkingstelling
TBS van maximum 10 jaar Uit te spreken door jeugdrechtbank tegelijk met lange gesloten begeleiding Voorwaarden: op ogenblik vonnis én bij start TBS Vol bewustzijn op ogenblik feiten van ernst feiten en gevolgen, rekening houdend met persoonlijkheid, maturiteit en sociale context Cf. kritiek op ‘schuldbekwaamheid’ als voorwaarde lange gesloten begeleiding ‘Onverminderd artikel 71 Sw.’ (geestesstoornis of onweerstaanbare dwang) Limitatieve lijst jeugddelicten/strafbepalingen + enkel in zover strafbaar met opsluiting ≥ 20 jaar Verdere opvolging na gesloten begeleiding noodzakelijk Bescherming integriteit jongere of derden Bescherming maatschappij tegen hoog recidiverisico
194
TBS procedure procedure
Maatschappelijk onderzoek (MO) en medisch-psychologisch onderzoek (MPO) door multidisciplinair team Voor vonnis: valt samen met MO en MPO lange gesloten begeleiding Geen uitzonderingen Uitspraak en duurbepaling (max. 10 jaar) in initieel vonnis jeugdrechtbank (samen met lange gesloten begeleiding) Heroverweging voor start TBS: handhaven, opheffen, duur beperken, inhoud wijzigen Vanaf 25 jaar: strafuitvoeringsrechtbank ipv jeugdrechtbank Nieuwe heroverweging noodzakelijk Samenwerkingsakkoord met federale overheid nodig
195
tbs uitvoering
Uitvoering In een afdeling binnen gemeenschapsinstelling Alternatief Ambulante begeleiding Opleggen voorwaarden Evt. samen met elektronische monitoring
196
tbs Evaluatie
Om de 6 maanden Handhaving, wijziging of opheffing (ook verzwaring?)
197
~ Misdrijfbegrip ~ Aard van de antwoorden: niet louter sanctie Artikel 39: mogelijkheid delictpleger toe te vertrouwen aan open of gesloten afdeling van een jeugdpsychiatrische dienst Open afdeling Gesloten afdeling Halfjaarlijkse evaluatie Nood aan samenwerkingsakkoord met federale overheid
198
plaatsing jeugdpsychiatrie open afdeling
Oordeelsvermogen of vermogen tot beheersen van handelingen is ernstig aangetast Onafhankelijk verslag jeugdpsychiater (max. 1 maand oud)
199
plaatsing jeugdpsychiatrie gesloten afdeling
Verwijzing naar art. 43 Jeugdbeschermingswet, en zo naar Wet Bescherming Persoon Geesteszieke (1990)
200
Hoger beroep ‘
Devolutieve werking’ zolang beroep hangende is Ook tegen beschikkingen Na arrest ‘ten gronde’ over beroep tegen beschikking: terugzending naar eerste rechter
201
Cassatie
Enkel tegen eindbeslissingen Tegen arrest tot uithandengeving? Art. 420 Sv.: nee GwH 24 oktober 2019, nr. 161/2019: ja
202
uithandengeving
Feiten gepleegd tussen 16 en 18 jaar leeftijd op moment van uitspraak is niet relevant Bij vonnis Criterium: sancties niet meer geschikt vervroegde verantwoordelijkheid sancties niet meer geschikt individualiteit van jongere, niet ernst van de feiten beoordeling op moment van uitspraak
203
uithandengeving procedure
Maatschappelijk onderzoek (MO) en medisch-psychologisch onderzoek (MPO) door multidisciplinair team Situatie minderjarige, rekening houdend met maturiteit, persoonlijkheid en omgeving Aard, frequentie en ernst feiten, voor zover ze bijdragen tot evaluatie van de persoonlijkheid Uitzonderingen (MPO) Minderjarige onttrekt zich aan of weigert onderzoek (MO & MPO) -18 en reeds vroegere sanctie voor bepaalde feiten gepleegd na 16 jaar en opnieuw vervolgd voor gelijkaardige feiten gepleegd na veroordeling (limitatieve lijst) (MO & MPO) +18 en vervolgd voor als misdaad omschreven feit met straf >20 jaar
204
jeugddelinquentiedecreet overzicht art 3
verantwoordleijkheid, duidelijk sne constructief herstelgericht, evidencebased, gedifferentieerd, verschillende kaders, jeugddelinquentie & jeugdhulp, subsidiariteit (last resort), rechtswaarborgen
205
verantwoordleijkheid
 Herstelgericht werken Leeftijdsgrenzen (instellen ondergrens & optrekken bovengrens) Versterking participatiemogelijkheden Diverse begrippen: < 12 jaar: onweerlegbaar vermoeden van ‘niet-verantwoordelijkheid’ Lange gesloten begeleiding: vermoeden van ‘schuldbekwaamheid’ aanwezig Terbeschikkingstelling: ‘ten volle bewust’ van ernst feiten en gevolgen Uithandengeving: ~ ‘maturiteit’ Plaatsing ‘open’ jeugdpsychiatrie: oordeelsvermogen of vermogen tot beheersen van handelingen ernstig aangetast Plaatsing ‘gesloten’ jeugdpsychiatrie: geestesziekte + ernstig gevaar
206
Bouamar=
midnerjarige bouamar was aangehouden wegens criminele feiten en opeenvolgende malen in een huis van arrest geplaatst. Het EHMR onderzocht in zijn arrest de verenighbaarheid van de belgishce praktijk en procedure inzkae de voorlopige opsluiting van minderjarigen met artikel 5 lid 1 d en lid 4 EVRM, hetgeen uiteindelijk tot een aanpassing van de wetgeving heeft geleid. EHRM stelt in het arrest bouamar dat een voorlopige plaatsingsmaatregel niet noodzakelijk een inbreuk op het verdrag impliceert zelf als de maatregel geen opvoedingscomponent bevat. wel een inbruek was dat de jongere niet was bijgestaan door een advocaat -> schending art 5 EVRM
207
bevoegdheidsverdeling 4/ Uitvoering van de straffen t.a.v. uit handen gegeven jongeren tot 23 jaar
T/m 22 jaar plaatsing in gemeenschapsinstelling (strafvleugel) Vanaf 23 jaar naar gevangenis Art. 606 Sv.: overplaatsing tussen 18 en 22 mogelijk Aantal plaatsen ontoereikend Ernstige verstoring van het leven in het centrum of gevaar voor integriteit van de andere jongeren of van het personeel Gebrekkige formulering Eigenlijk ‘federale’ uitzondering ‘Uitvoering’ van straffen – ook voorlopige hechtenis
208
bevoegdheidsverdeling 3/ De organisatie van de jeugdgerechten, hun territoriale bevoegdheid en de rechtspleging voor die gerechten
○ Organisatie van de jeugdgerechten: betreft onder meer de inrichting en samenstelling van de jeugdrechtbanken, van de jeugdkamers in het hof van beroep en van de kamers voor uithandengeving, de benoemings- en opleidingsvoorwaarden voor d ejeugdrechters, de aanduiding van de onderzoeksrechters die belast worden met de zaken waarin minderjarigen zijn betrokken en de aanwezigheid van het OM bij de jeugdrechtbnak ○ De terrirotiale bevoegdheid van de jeugdgerechten (art 44 jeugdbeschermingswet): komt neer op gezinsverblijfplaats. ○ De rechtspleging voor de jeugdgerechten: vaststellen van procedure regels voor jeugdrechtbanken -> fedreale wetgever, zelfs voor de materies waarvoor de gemeenschappen bevoegd zijn en waarvoor de gemeenschappen op grond vna hun bevoegdheid de materiele bevoegdheid van de jeugdrechtbanken hebben gewijzigd
209
Vijf jeugdrechtmodellen
Beschermingsmodel Strafmodel Herstelmodel Sanctiemodel Risicomanagementmodel
210
Jeugdrechtmodellen in theorie Goedseels (2016) Drie typen van criteria (ifv ‘alledaags rechtspreken’)
Daderbeeld Gerechtelijke interventie Gerechtelijk proces
211
Jeugdrechtmodellen in theorie 1) Beschermingsmodel
Dader Minderjarige met onderliggende problemen Delict veruitwendiging Niet verantwoordelijk Doel gerechtelijke interventie Helpen, behandelen, heropvoeden, beschermen Maatregelen onbepaalde duur (~ onderliggende problemen) Proces Sociale dienst (~ onderzoek context, onderliggende problemen) Rechtswaarborgen ondergeschikt (~ belang van het kind)
212
Jeugdrechtmodellen in theorie 2) Strafmodel
Dader Berekend, rationeel, intentioneel Verantwoordelijk Doel gerechtelijke interventie Bestraffing, vergelding, afkeuring, afschrikking, morele inkeer Bepaalde duur (~ proportionaliteit) Proces Belang van rechtswaarborgen (~ strafrecht) Advocaat
213
Jeugdrechtmodellen in theorie 3) Herstelmodel
Dader Positief en actiever mensbeeld Competente dader (Aanspreken op) verantwoordelijkheid Doel gerechtelijke interventie Herstel van de schade Re-integratie dader en slachtoffer Aard en duur in verhouding tot schade Proces Buitengerechtelijk, informeel Slachtoffer
214
Jeugdrechtmodellen in theorie 4) Sanctiemodel Sanctie ≠ straf sanc·tie (de; v; meervoud: sancties)
1 goedkeuring, bekrachtiging 2 (economische) dwangmaatregel om verdragsbepalingen te laten uitvoeren 3 straf waarmee wordt gedreigd
215
Jeugdrechtmodellen in theorie 4) Sanctiemodel
Dader Positief en actiever mensbeeld Competente dader Ondersteunen in opnemen van verantwoordelijkheid Doel gerechtelijke interventie Focus op daad maar herstel van rechtsorde Norm stellen, tot inzicht komen Bepaalde duur (~ proportionaliteit) Proces Belang van rechtswaarborgen Meer constructieve variant van strafmodel
216
Jeugdrechtmodellen in theorie 5) Risicomanagementmodel
Dader Individu met risico’s, deel van ‘risicogroep’ Potentieel gevaarlijk Doel gerechtelijke interventie Risico-inschatting Voorkomen van criminaliteit en recidive Beveiligen van de samenleving Proportioneel tav potentiële, toekomstige gevaar Proces (Gerechtelijke) experten Rechtswaarborgen ondergeschikt
217
○ Multifinaliteit:
mensen die in een zelfde situatie starten, kunnen othc verschillende wegen afleggen met verschillend eindresultaat
218
Equifinaliteit:
mensen die vanuit verschillende beginsituaties starten, kunnen toch op een zelfde manier eindigen
219
○ Sociobiologsische theorieen:
geld de veronderstelling dat er personen zijn die delicten plegen en dat dit doorheen de tijd en in alle samenlevingen onvereer dezelfde antisociale handeinge zijn, omdat zij min of meer onveranderlijke eigenschappen bezitten.
220
○ Sociaal sychologische theorieen:
beanderukken zowel individuele als omgevingsinvleoden. Richt izch vooral op perosonlijkheid en identitieti van idnidivud.
221
§ Differentiele associatietheorie:
gezin als risicofactor  gezinscontext kan dus ook een negatieve context zijn  Kinderen die opgroeien in een autoritaire opvoedingscontext, hebben een grotere kans om later zelf die autoritaire opvoedingsstijl te hanteren
222
□ Theorie van sociaal leren
gedrag zal worden herhaald indien het vaker wordt beloond en aangemoedigd dan gedrag dat wordt bestraft en aangeduid als lsecht of fout.
223
§ Drie aspecten staan in deze beandering centraal bij nontwikelings en levensloop criminologie
1) Onstaan en de ontiwkkling van delinquent gedrag 2) Risico- en protectieve factoren tijdens verschillende perioden in de levenslooop 3) Het begrijpen van de effecten van gebeurtenissen en veranderingen op eht verloop van criminele carrieres
224
○ Ontwikkelings en levensloop cirminlogie:
gaat men ervan uit dat gebeurtenissen in de vroege ontiwkkelingsfase bepalend zijn voor later (gewelddadig) gedrag. De basis van crimineel gedrag in de kindertijd gelegd (of zelfs eerder) crimineel gedrag wordt gezien als cumulatie van ongsunstige porocessen tijdens de verschillende ontwikkelingsfasen van de levensloop, waarbij de eerste ongunstige processen zich reeds vroeg in de kindertijd manifesteren.
225
§ Adolescene limited:
gaat om tijdelijk alleen gedurende de adolescentie vertoond delinquent gedrag
226
§ Maturity gap .
: door regels te overtreden benadrukken de jongeren hun onafhankelijkheid en vrerkijrgen zij weliswaar negatieve aandacht van volwasssenen
227
§ Sociale bindingstheorie: Hirschi, 4 soorten bindingen:
1) Affectieve banden met anderen (attachement) 2) Investeringen in bijv school (commitment) 3) Deelname aan conventionele bezigheden (involvement) 4) Onderschirjvne vna morele ne maatschapplijk normen (beliefs)
228
§ Starin theorieen:
de universlee ne met name economische doelen die in een samenleving aanreikt aan haar leden, voor sommigen niet te realiseren zijn en voor anderen weingig aantrekkingskrahct hebbem. Delinquentie is adan ene mogelijke oplossing.
229
§ Routine activiteitentheorie:
buurtfactoren worden als risico gezien in temren van de gelegenhid die zij bieden voor het plegen van cirminaliteit. Zij gaan er van uit dat een dleictzal worden gepleegd
230
buurtfactoren worden als risico gezien in temren van de gelegenhid die zij bieden voor het plegen van cirminaliteit. Zij gaan er van uit dat een dleictzal worden gepleegd indien aan de volgende voorwaardne is voldaan :
1) Aanwezigheid van een gemotiveerde (potentiele) dader, 2) Een geschikt doel of object 3) De afwezigheid van adequate beveiliging
231
§ Labelingtheorie:
 criminaliteit wordt beschouwd als een specifieke vorm van afwijkend gedrag dat het resultaat is van een proces van strafrechtelijke classificatie.  Vanaf het moment dat het etiket ‘delinquent’ wordt opgeplakt, wordt de persoon op een stereotiepe manier bekeken en behandeld. Op den duur gaat de persoon zich ook gedragen in overeenstemming met dit stereotiepe gedrag.
232
1) Socio-biologische theorieën
Biologische verklaringen Geneigdheid tot het plegen van delicten ‘Geboren crimineel’ Lombroso’s Uomo Delinquente (1876) lichaamstypetheorieën fysionomie en frenologie Lange tijd afkeer van ‘biologische school’ Meer recentere (bio)genetische theorieën cf. tweeling- en adoptiestudies cf. hersenonderzoek (MRI, fMRI…) prenatale, hormonale invloeden… erfelijke/aangeboren component generationele overdracht geen eenrichtingsverkeer ‘van gen naar gedrag’ Maar, relatief weinig/geen aandacht voor situationele factoren
233
Bindingen en zelfcontrole Hirschi’s sociale bindingstheorie (‘70)
… omkeren van de vraag: waarom géén delinquent gedrag … beschermende factoren > risicofactoren … sociale controle (~ Durkheim) (1) attachment ~ affectieve banden met bv. ouders (2) commitment ~ investeringen in bv. school (3) involvement ~ conventionele bezigheden (4) belief ~ morele of maatschappelijke normen
234
A General Theory of Crime – Gottfredson & Hirschi (‘80)
… accent op zelfcontrole … ‘weerstand tegen onmiddellijke behoeftebevrediging’ … gezin en deficiënte socialisatie
235
Crime in the Making – Sampson & Laub (‘90)
Crime in the Making – Sampson & Laub (‘90) (leerlingen van Hirschi) o ... grepen terug naar de ‘originele’ bindingstheorie en OLC o ... belang van ‘turning points’  Turning points als tegenslagen in het ontwikkelingsproces. Vb: overlijden ouders, tegenslagen doordat je van school bent gestuurd, ...
236
Sociale desorganisatietheorie (~ Chicago School) Shaw & McKay (‘40)
Basis: sociale controle en cohesie leiden tot de bereidheid van bewoners om gedragsnormen te handhaven. explosieve stedelijke bevolkingsgroei in VS (eind 19e, begin 20e eeuw) door industrialisatie, migratie, ... hoge criminaliteitsconcentratie in bepaalde stadsdelen  ... sociale desorganisatie  Zorgt voor een hoog aantal criminaliteit.  ... heterogeniteit, mobiliteit, diversiteit...  ... sociale cohesie en sociale contrôle  Mensen met verschillende achtergrond komen samen op een nieuwe plaats, dit is een uitdaging voor de sociale cohesie en de sociale controle. invloed van buurten/steden in de VS vs. Europa voorbeeld franse stad: buurt in Saint-Louis.  Om de migranten een plaats te geven, moet er een andere manier komen van bouwen. -> er moet veel meer in de hoogte worden gewerkt. ==>Hoogbouwproject door Franse architect. Mensen die hier gingen wonen voelden weinig eigenaarschap.
237
Routine activiteiten theorie
gaat het bij leeftijdsgenoten vooral om de ongestructureerd eomgang met leeftijdsgenoten zonder toezich tvan volwassenen. dit biedt niet alleen veel gelegenheden voor dleinquent gedrag maar ook meer verleidingen. de veronderstelling is daarbij dat de meeste jongreren zich wel gebonden voelen aan de wet, maar onder omstandigheden openstaan voor regelovertreding
238
Cohen & Felson (‘70) criminaliteit ontstaat als er sprake is van drie zaken.
(1) aanwezigheid van een gemotiveerde dader (2) een geschikt doel of object (slachtoffer) (3) afwezigheid van adequate beveiliging/toezicht
239
Strain theorieën ~ Merton (‘60)
belang van socio-economische, maatschappelijke druk die bepaalde bevolkingsgroepen kennen  armoede, relatieve deprivatie als ‘trigger’ ten aanzien van het plegen van criminaliteit. o Vb: American dream ~ zoeken naar alternatieven  Doelen die niet op een legale manier worden nagestreefd. Via op een illegale manier komt men tot de doelen. o Centrale idee: universele doelen zijn voor sommigen niet te realiseren en hebben voor andere weinig aantrekkingskracht. o latere strain theorieën, o.a. Agnew
240
Sociale reactie benadering
Sociale reactie benadering = criminologie van de lawmaker o Houdt zich bezig met hoe criminalisering tot stand komt. o Houdt zich eerder bezig met de reactie op criminaliteit, dan met criminaliteit zelf o maatschappelijke definiëring als element in het proces o vb: labeling theorie
241
Farrington’s Integrated cognitive antisocial potential theory
vroege risicofactoren in wisselwerking met de omgeving kunnen leiden tot delinquent gedrag. onderscheidt tussen lange en korte termijneffecten, waarmee hij verschillende benaderingen combineert. bij langetermijn effecten gaat het dan aan ene kant om behoeften, energizing factors aan materiele goederen, status. enopwinding. die leiden tot meer antisocial ptoential wanneer behoeften mieljk op een legale manier kunnen owrden bevredigd door werkloosheid, een laag inkomen of schoolproblemne. bij korte termijn effecten gaat het om omstandigheden die onmiddeleijmk de geneigdheid tot regelovertreding stimuleren, zoals dronkenschap, boosheid, verve;ing en de aanwezigheid vna leeftijdsgenoten.
242
Sutherland’s differentiële associatietheorie (‘50)
o gezin en peergroup als risicofactor voor delinquentie  naarmate kinderen ouder worden, verdwijnt het gezin naar de achtergrond en komen peers op de voorgrond. differentiële associatietheorie: al het gedrag wordt aangeleerd. Vb: als in het gezin conflicten op een agressieve manier worden opgelost, dan gaan de kinderen later ook op deze manier reageren op een conflict. o Vb: geweld wordt aangeleerd via andere gewelddadige individuen.
243
(3) Ecologische invloeden cf. Chicago school, sociale desorganisatietheorie,…
methodologische vernieuwing … multilevel analyse integratie en interactie van individuele en contextfactoren
244
Naar een integratie van verklaringen Van een ontwikkelingsperspectief… (cf. ontwikkelings- en levensloopcriminologie)
… naar een ‘ontwikkelingsecologisch’ perspectief integratie van ‘risicofactoren en beschermende factoren individu, het gezin’ en de bredere context aandacht ook voor maatschappelijke reactie
245
Naar een integratie van verklaringen Wikström Situational Action Theory
individu, gezin/familie, school, peers, buurt individuele vs. contextuele factoren persoon en omgeving ‘propensity’ en ‘exposure’ ‘geneigdheid’ en ‘gelegenheid’
246
Naar een integratie van verklaringen Wikström Situational Action Theory
‘a theory of moral action’ (> general theory of crime) “crime is regarded as a subclass of a more general category of acts of moral rulebreaking” “no fundamental difference between explaining why people (follow or) break moral rules in general, and why they (follow or) break moral rules defined by law” empirische toets… Peterborough Adolescent and Young Adult Development Study (PADS+)
247
Naar een integratie van verklaringen Theorie van de maatschappelijke kwetsbaarheid Lode Walgrave en Nicole Vettenburg
Uitgangspunten individuele (micro-meso) verklaringen en maatschappelijke reactie belang van maatschappelijke kwetsbaarheid en sociale uitsluiting ‘sociaal kapitaal’ = ‘gestructureerd relatienetwerken tussen individuen in families, buurten, scholen, het beroepsleven en elders’ integratie van bindings-, controle- en straintheorieën (Hirschi, Merton,…) labeling en criminalisering
248
cultuurdeficiëntie
‘maatschappelijke kwetsbaarheid komt niet voor omdat men arm is, maar omdat de cultuurvariant als deficiënt wordt aangeduid, wat een aaneenschakeling van discriminaties en stigmatiseringen uitlokt’
249
Naar een integratie van verklaringen Theorie van de maatschappelijke kwetsbaarheid De essentie… maatschappelijk kwetsbaarheid is…
‘… het risico om in contact met maatschappelijke instellingen vooral, en telkens opnieuw, de negatieve aspecten (controle, sancties) te ondergaan en minder te genieten van het positieve aanbod’ (Vettenburg, 1989)
250
Naar een integratie van verklaringen Theorie van de maatschappelijke kwetsbaarheid De essentie… interactief
maatschappelijke instelling èn individu betrokken verschillende instellingen, maar sleutelpositie voor school
251
Naar een integratie van verklaringen Theorie van de maatschappelijke kwetsbaarheid De essentie… cumulatief
‘eens gekwetst, kwetsbaarder bij contact met volgende instelling’ over generaties heen
252
Naar een integratie van verklaringen Theorie van de maatschappelijke kwetsbaarheid Determinisme?
… traject is niet ‘fataal’ … gedeelde inspanningen, maatschappelijke verantwoordelijkheid … belang van focus op ‘krachten’ … belang van ‘toevalligheden’, ‘life events
253
Naar een integratie van verklaringen Theorie van de maatschappelijke kwetsbaarheid Besluit ‘integratie van micro-, meso-, macro(sociologische) aspecten’ ‘fundamenteel interactionistische opvatting over menselijk gedrag’ ‘maatschappelijke structuren en dynamieken’ ‘circulaire causaliteit’
‘… negatieve escalatie van foutlopende wisselwerking tussen jongeren, gezinnen, peers en maatschappelijke instellingen’
254
jeugddelinquentierecht
“De nadruk komt te liggen op de verantwoordelijkheid van de dader, maar diezelfde delictpleger laten we niet vallen op vlak van herintegratie en hulp. ” (p.10, memorie van toelichting, 2018) “Binnen het jeugddelinquentierecht gaat uitdrukkelijk ook aandacht naar jongeren met zeer complexe en meervoudige problemen die jeugddelicten plegen” “Enkel wanneer er sprake is van een jeugdpsychiatrische …, en de betrokkene niet verantwoordelijk geacht kan worden voor het gepleegde jeugddelict, wordt voorzien worden in een eigensoortige reactie op het jeugddelict” “In dergelijk geval staan zorg en beveiliging van betrokkene en samenleving voorop bij het invullen van de reactie op het jeugddelict.”
255
risk need responsivity model
Risk = De intensiteit van de interventie wordt bepaald aan de hand van de hoogte van het recidive risico. Need = De interventie richt zich op die risicofactoren waarvan gekend is dat ze gerelateerd zijn aan recidive (i.e., criminogene factoren). Responsivity = De interventie is aangepast aan individuele karakteristieken van de delictpleger en zijn/haar situatie.
256
risk need responsivity model risico factoren
Criminele geschiedenis Familie problemen School/werk problemen Antisociale vrienden Middelenmisbruik Vrijetijdsbesteding (gebrek) Antisociale persoonlijkheid Antisociale attitudes
257
risk need responsivity model kritiek
Niet voldoende effectief en duurzaam Primaire focus op risico (pinkussen metafoor) Bepaald door professionals Mist belangrijke levensbehoeften Niet motiverend Risicofactoren zijn predictief, niet verklarend.
258
primaire good lives model behoeften
Primaire GLM behoeften Gezond/veilig leven Verbondenheid Groepsgevoel Autonomie Uitblinken in werk Uitblinken in vrije tijd Kennis Mentale gezondheid Spiritualiteit Plezier/genot Creativiteit
259
kritiek op GLM
“Explanations of why people offend may be a key part of building rehabilitation theories, but increasingly criminologists recognize the need for another kind of explanatory theory concerned with the aetiology not of crime but of desistance from crime.” (McNeill, 2012) “At this point, the empirical support for GLM pales compared to that of RNR.” (p. 737, Andrews et al., 2011).
260
assumpties GLM onderzoek volwassenen
In eerste instantie ontwikkeld voor volwassen zedendelinquenten. Tegenwoordig ingezet in allerlei populaties. Vooral theoretische onderbouwing o.b.v. andere theorieën: Filosofische stromingen (o.a. Aristoteles), Zelfdeterminatie theorie van Deci & Ryan (2000), Agnew’s strain theorie, Motivational interviewing.
261
Mallion et al. (2020): 4 studies die assumpties onderzochten. (GLM) onderzoek
Vooral gebaseerd op kwalitatieve studie en kleine samples Namen niet alle primaire behoeften mee Vonden wel enkele primaire behoeften als gerelateerd aan delinquentie: Plezier/genot Verbondenheid Mentale gezondheid Uitblinken in vrijetijd Autonomie Leven
262
effectiviteit GLM onderzoek voorzichtige conclusies
Minder drop-out Meer positief ingesteld Meer gemotiveerd
263
GLM onderzoek jeugd
Redelijk wat studies vinden een relatie tussen levenstevredenheid of algemeen welzijn en jeugddelinquentie (zie o.a., Hannibal et al., 2018) Slechts een handje vol onderzoek expliciet naar GLM bij jeugd: 2 van de in totaal 11 studies uit Netto et., (2014) 5 van de in totaal 17 studies uit Mallion et al., (2020) 1 van de in totaal 6 studies uit Zeccola et al., (2021) Vooral case studies en beschrijvend/kwalitatief Alle studies nemen niet alle 11 primaire levensbehoeften mee Twee uitzonderingen van kwantitatieve longitudinale studies ‘effectiviteit’
264
Van Damme en collega’s (2016) vonden bij meisjes dat:
Lagere kwaliteit van leven bij opname (gemeten als de tevredenheid op de levensdomeinen fysieke gezondheid, psychische gezondheid en omgeving), Indirect via psychische problemen, gerelateerd was aan Meer recidive zes maanden na ontslag
265
Barendregt en collega’s (2018) vonden geen relatie bij jongens tussen
kwaliteit van leven bij opname (als proxy-maat voor welzijn, gemeten als de tevredenheid met sociale participatie, gezondheid, familierelaties, woonsituatie, veiligheid, financiën, zelfvertrouwen en zingeving) en delinquentie 12 maanden na ontslag.
266
primaire levensbehoeften gerelateerd aan (jongeren) welzijn?
Gezond/veilig leven Verbondenheid Groepsgevoel Autonomie Uitblinken in werk Uitblinken in vrije tijd Kennis Mentale gezondheid Spiritualiteit Plezier/genot Creativiteit
267
conclusies GLM
Een focus op andere factoren dan enkel risicofactoren kan rehabilitatie verbeteren voor de jongeren en samenleving. Bepaalde behoeften vooral belangrijk voor jongeren en in rehabilitatie: - Familie relaties - Plezier (met vrienden) - Mentale gezondheid (psychopathologie) - Toekomstvooruitzicht: studies, autonomie, financiële situatie.
268
(1) Herstelrechtelijk aanbod Herstelrecht
aandacht voor schade, slachtoffer en samenleving constructief sanctioneren slachtoffer (explicitering van materiële, fysieke en psychische schade) maatschappij (maatschappelijke schade) dader (responsabilisering en verantwoordelijkheid van de dader) “herstelrecht als visie op ‘recht doen’, die prioriteit geeft aan het herstel van de schade, het leed en de sociale onrust die door het misdrijf zijn ontstaan”
269
Decreet Jeugddelinquentierecht
behouden prioriteit bemiddeling, hergo, gemeenschapsdienst en leerproject nieuw: positief project
270
Hervorming Jeugdwet 2006
prioriteit voor herstelrechtelijk (en constructief) aanbod parket: bemiddeling jeugdrechter: bemiddeling, hergo, gemeenschapsdienst en leerproject
271
(2) Ontheming
Achtergrond ontheming sinds 1982 twee organisaties Oikotèn (vzw Alba) en Albezon (vzw aPart) Werkvormen staptochten (vnl. Compostela) werkprojecten in het buitenland Ontheming? ‘losmaken uit de vertrouwde omgeving’, ‘nieuwe uitdagingen, ervaringen, horizonten…’ cf. Oikotèn
272
Evidence-based werken… gevaar van ‘evaluatiedrift’
Reductie van een complex debat tot enkele indicatoren en kerncijfers
273
algemene voorwaarden voor gedragsverandering (‘effectieve straffen’)
onvermijdelijk: op ongewenst gedrag volgt reactie onmiddellijk voldoende zwaar gevarieerd begrijpelijk (meerdere betekenissen)
274
(1) risicobeginsel: intensiteit van de reactie (risks)
te lichte/te zware reactie kan leiden tot meer criminaliteit recidiverisico: nood aan instrumenten (risk assessment) enkel recidive?
275
(2) behoeftebeginsel: accent op criminogene behoeften (needs)
risicofactoren die samenhangen met gedrag gebrekkige sociale relaties, slechte huisvesting, geen werk, opleiding, verslavingsproblematiek,… complex van factoren (~ cf. verklaringsmodellen)
276
(3) responsiviteitsbeginsel:
persoon van de dader en ‘behandelaar’ (responsivity) capaciteiten van dader en uitvoerder goede match (op alle vlakken)
277
(4) beginsel van behandelmodaliteit:
multimodale of integrale interventie veelheid aan (criminogene) behoeften sociale vaardigheden, cognitieve en gedragsgeoriënteerde methoden prosociaal netwerk RNR (Risk-Need-Responsivity) èn GLM (Good Lives model) accent op belonen, bekrachtigen, ‘positief of constructief sanctioneren’…
278
(5) beginsel van programma-integriteit:
opzet en uitvoering van de interventie belang van een theoretische basis stelsel van activiteiten
279
(6) professionaliteitsbeginsel:
uitvoerders van de interventie opleiding, ondersteuning, methodieken,…
280
(7) beginsel van gemeenschapsgeoriënteerdheid
ambulant > residentieel samenhang met andere beginselen
281
Wat werkt niet? in hoofdlijnen…
… interventies bij gering recidiverisico … interventies die zich enkel op niet-criminogene behoeften richten … psychodynamische of niet-directieve therapieën … interventies (enkel) volgens het ‘medisch model’ … afschrikking (bootcamps, scared straight projecten,…) … elektronisch toezicht, ‘kale’ detentie,…
282
(1) Doctoraatsonderzoek Goedseels Resultaten
‘Veel bescherming’ Focus op minderjarige dader: … ‘beïnvloedbaar’, ‘impulsief’, ‘mentaal zwak’, ‘gebrekkig waarde- en normenpatroon’… Betrekken van de familiale context: … ‘te weinig grenzen’, ‘vergoelijken’, ‘overbeschermend’, ‘onvoldoende omkadering of structuur’… Beperkingen en tekorten >> krachten en competenties Belang van sociale dienst en maatschappelijk onderzoek ‘De afwezige had de meeste inbreng, dus de consulent eigenlijk, ik heb al geschetst dat die voor mij heel bepalend is geweest’
283
doctoraatsonderzoek goedseels conclusie en discussie
Conclusie en discussie Slachtoffer is vergeten partij Onduidelijkheid en onzekerheid mbt doel (cf. hybride model) Communicatie niet transparant Gebrekkige rechtswaarborgen proportionaliteit vermoeden van onschuld hoorrecht en recht op bijstand Nieuwe jeugddelinquentierecht? zie beperkt vooronderzoek
284
(2) NICC onderzoek Conclusie en discussie
In kaart brengen van genomen maatregelen bij MOF o Objectiveren van noden en behoeften (gewenste maatregelen)  nagaan in hoeverre noden en behoeften op elkaar zijn afgestemd  wat zijn de gewenste maatregelen? (en wat zijn de gekozen maatregelen aangezien eventueel gewenste maatregelen niet konden w uitgevoerd) Herstelrecht en geschreven project onderbenut Wettelijke verankering is onvoldoende Traag proces o Residentiële maatregelen Oneigenlijk gebruik – last resort? Private voorzieningen en jongeren complexe problematiek  *In Vlaams decreet jonge delictplegers enkel in GI opgesloten kunnen worden, kan voor extra druk zorgen op GI en des te meer op jongeren die niet alleen feiten plegen, maar ook te kampen hebben met problematieken
285
(3) Vooronderzoek ‘monitoring en evaluatie van het decreet jeugddelinquentierecht’
Opzet van het onderzoek In opdracht van SWVG Tussen 1 april 2019 – 30 juni 2021 Voorbereiding structurele monitoring en evaluatie van het Vlaamse Jeugddelinquentiedecreet Twee onderdelen: ontwikkeling onderzoeksdesign voor structurele monitoring en evaluatie uitvoering ‘nulmeting’ over de situatie vóór de inwerkingtreding van het decreet Bevraging nieuwe aspecten jeugddelinquentiedecreet
286
preventie definitie
‘preventie omvat de initiatieven die doelbewust en systematisch anticiperen op risicofactoren’ initiatieven: handelingen en dus geen omstandigheden doelbewust: het initiatief is gericht op het bereiken van een preventief doel systematisch: planmatige werking risicofactoren: factoren die de gewenste situatie belemmeren (of consolideren, bevorderen… - protectieve factoren)
287
Criminologische preventie
nood aan ‘geïntegreerde preventie’ nood aan deskundigheid en visie… per definitie normatief discours zoektocht naar evenwichtige en sociaal rechtvaardige preventie
288
orde in de chaos het preventielandschap in drie dimensies:
(1) tijdstip van ingrijpen: vóór, tijdens of na probleem (primair, secundair of tertiaire preventie) (2) focus: persoons- of structuurgerichte actie (3) karakter: defensieve of offensieve preventie
289
Criminologische preventie orde in de chaos het preventielandschap in vier preventietypes:
(1) situationele preventie (2) punitieve preventie (3) behandelende preventie (4) maatschappelijke preventie
290
~ punitieve preventie
idee van afschrikking
291
behandelende preventie
opkomst van gedragswetenschappelijke kijk: wat ziek is genezen
292
~ maatschappelijke preventie
kritische stroming: maatschappij en structurele oorzaken
293
~ situationele (techno)preventie
hoogtechnologische (risico)maatschappij
294
preventie symptomen
situationele preventie: technopreventie, ‘hostile architecture’ of ‘defensible space’ (speelt in op gelegenheid),… punitieve preventie: afschrikking (cf. kosten/baten, rational choice,…)
295
preventie wortels
behandelende preventie: vroegtijdige interventie, individuele en familiale dysfuncties (cf. levensloop en ontwikkelingscriminologie, risicofactoren-onderzoek…) maatschappelijke preventie: maatschappelijke en sociale context, interactie,… (cf. structurele factoren, labeling en stigmatisering…)
296
voorzorgsprincipe
controle en beheersing van risico’s, reductie van onzekerheid Impact op het domein van de (jeugd)criminologie vroegtijdige registratie, archivering, classificatie en detectie van sociale risico’s efficiëntie en effectiviteit van middelen, maatregelen en interventies
297
Preventie risicomaatschappij
Beck. Productie van welzijn, dat centraal komt, kwam onder de productie van risico’s. Risico’s zijn de keerzijde. Vb: kernenergie: jaren ’70 als energiebron van de toekomst. Hieruit volgt het voorzorgsprincipe.
298
Lucia Zedner: ‘pre-crime’ samenleving
in deze samenleving steunen interventies niet langer op een klassieke inbruek tegen de (strafwet) maar staat de reductie van onveiligheid en onzeerhied, en de vroegtijdige detectie van potentieel risicovol gedrag centraal. richt zich op risicos en risiocgroepen, en op het detecteren. enopvolgen van individuen en groepn die de openbare orde. e veiligheid potentieel in het gedrang kunnen brengen
299
Preventie ‘Voorkomen is beter dan genezen’ Theoretische reflecties
kinderen als ‘risico-objecten’, als onvermijdelijk pre-criminal? valse positieven/negatieven als casualties of war? labelling, stigmatisering, criminalisering…
300
‘Voorkomen is beter dan genezen’ Focus op preventie en vroegtijdige interventie Dunne grens tussen preventie en repressie
preventie in het teken van controle, vroegtijdige detectie en gedragsregulering preventie ~ apparaat van repressie ‘pre-pressie’ ‘Proactieve repressie die bepaalde vormen van leven vroegtijdig de kop beoogt in te drukken en om te buigen in de richting van gewenste levensvormen’ (Schinkel, 2009, p. 8)
301
Burgess & Akers’ theorie van het sociaal leren (afgeleid van Sutherland’s differentiële associatietheorie)
belonen en straffen  gedrag zal herhaald worden indien het beloond en aangemoedigd wordt.  Gedrag zal veranderen of niet meer getoond worden als er negatief wordt gereageerd. o we weten dat het interessanter is om op een positieve manier te sanctioneren.
302
ontwikkelingstrajecten- en typologieën onderscheiden en waarom o Moffitt’s ‘dual taxonomy theory’
het antisociale gedrag van de life course persistent daders vooral wordt veroorzaakt door een fatale wisselwerking tusse naangeboren eigenschappen en een gberekkige opvoedingsomgeivng. adolescent limited en life course persistent
303
subcultuurtheorieen
Sluiten wat aan bij strain theorieën doordat ze de nadruk leggen op het alternatieve en criminele waardesysteem dat jongeren van lagere klassen ontwikkelen, als gevolg van economische en sociale frustratie. opbouwen van alternatieve identiteit o gaat eigenlijk over alles wat met labeling te maken heeft.  Clash tussen mods en rockers
304
Theorie van de maatschappelijke kwetsbaarheid
o Jongeren die veel controle ervaren van maatschappelijke instellingen en weinig kunnen genieten van het positieve aanbod, gaan een ongunstig maatschappij- en zelfbeeld ontwikkelen.
305
space/time budget bevragingen
is een analysetechniek waarbij je jongeren bevraagt om op een gedetailleerde manier bij te houden wat ze doen en waar ze zijn, ...
306
sociale netwerkanalyse
is het verbinden van vriendengroepen met elkaar en het gedrag dat zich op dat moment in de groep stelt.
307
Warr’s Companions of crime (1993; 2002)
 Richt zich op de dynamiek in adolescenten en jongerengroepen. Enerzijds geven leeftijdsgenoten elkaar veel steun bij het proces van volwassenwording maar anderzijds zijn ze meer geneigd om in groep delicten te plegen.
308
Drie processen staan centraal bij warr's companions of crime theory
o ... angst voor ridiculisering  Als puber doe je iets omdat je in de groep schrikt hebt om belachelijk gemaakt te worden of om uw plaats in de groep te verliezen.  Conformeren aan de groep om te voorkomen dat je jezelf belachelijk maakt. o ... loyaliteit  Is een manier om ervoor te zorgen dat je de vriendschap van leeftijdsgenoten waard bent en betrouwbaar bent. o ... opbouwen van identiteit, status...  Na statusbedreiging kan het leiden tot een directe en heftige reactie.
309
methodologische vernieuwing dat leidde tot nieuwe inzichten  ... multilevel analyse
o Data verzamelen op verschillende niveaus en die data kunt samenbrengen in uw analyse. Hierdoor kan je de verschillende variabelen met elkaar in verband brengen. o Vb: percentage werkloosheid hangt samen met de criminaliteit in de buurt. Je mag niet concluderen dat mensen die werkloos zijn, criminaliteit plegen. -> dit is een ecologische fout: je mag observaties van het niveau van de buurt niet toewijzen aan het niveau van het individu.
310
situationele actie theorie SAT
neemt dynamische en statische factoren in model op. Stelt dat gepercipieerde afschrikking een situationeel kenmerk is dat enkel een sterk negatief effect uitoefent op de frequentie van het plegen van criminaliteit voor die indiviudeen die hoog scoren op het kenmerk criminele geneigdheid. er wordt statistische interactie verwacht tussen persoonkermekn. enomgevingskenmerken. crimineel gedrag wordt gezien als een reeks morele acties, die geleid worden door morele regels over wat goed en slecht gedrag is in bepaalde omstandigheden.
311
‘sociaal kapitaal’ =
‘gestructureerd relatienetwerken tussen individuen in families, buurten, scholen, het beroepsleven en elders’  Situationele actie theorie
312
leefstijl theorie jongeren
individuele verschillen in leefstijlen die samenhangen met demografische en sociale kenmerken  vb: uitgaansvrijetijdspatroon leidt tot meer gelegenheid en het worden van slachtoffer in vergelijking met een thuisvrijetijdspatroon.
313
routine activiteiten theorie
 aanwezigheid van gemotiveerde daders  aantrekkelijke doelwitten  afwezigheid van controle
314
 onrechtstreekse overlap tussen dader- en slachtofferschap
cf. leefstijl en routine activiteiten theorie -> daders en slachtoffers delen deze.  daders en slachtoffers ‘are alike’ o wanneer je vaker uitgaat, zijn er zowel daders als slachtoffers. Hierdoor is er een onrechtstreekse samenhang tussen daders en slachtoffers. ‘principle of homogamy (Hindelang): potentiële daders en potentiële slachtoffers lijken op elkaar, ook op vlak van leeftijd.
315
echtstreekse overlap tussen dader en slachtoffer
 dader is/wordt slachtoffer o vb: iemand die zich agressief gedraagt in het uitgaansleven. Hij deelt klappen uit maar ontvangt ook meer klachten dan iemand die niet agressief is. o Vb: dealer die bestolen wordt. Die gaat wss geen aangifte doen.  slachtoffer is/wordt dader o vb: fiets wordt gestolen, nieuwe stelen.
316
Prepressie als nieuwe preventie
in vroegtijdige detectie ien gedragsregulering. isde opkomst van een nieuwe vorm van preventie die aanleunt bij het apparaat van repressie. prepressie is een vorm van proactieve repressie die bepaalde vormen van leven vroegtijdig de kop indrukt en poogt om te buigen in de richting. vangewenst elevensvormen. de toekomstige dader heeft met andere woorden geen andere keuze dan het delict te plegen
317
Emancipatorische preventie als buffer tegen prepressie.
o Ashworth & Zedner zien preventie als een belangrijk en legitiem instrument in de strijd tegen criminaliteit en onveiligheid. o Emancipatorische preventie streeft naar een evenwicht tussen sociale verantwoordelijkheid, maximale keuzevrijheid en ruimte voor zelfontplooiing. Het is een offensieve vorm van preventie. Het is inclusief en sluit geen individuen of doelgroepen uit.
318
gedragen verantwoordelijkheid of individueel schuldmodel  1ste principe Werkgroep Jeugdsanctierecht
o Bestaat al meer dan 30 jaar. o Het is een verzameling van mensen met verschillende achtergronden. o Ze hebben een aantal principes naar voor geschoven voor een nieuwe jeugddelinquentiewetgeving: het ging over het dragen van verantwoordelijkheid. Jongeren mee ondersteunen in het opnemen van de verantwoordelijkheid. Jongeren nooit loszien van de samenleving, het is een gedeelde verantwoordelijkheid.  thematische werkgroepen in het voortraject  ≠ decreet
319
globaal plan jeugdzorg
stelt zich tot doel om via gerichte gedragsprogramma's prevnetief in te grijpen op gedrags problemen
320
kritiek op risicofactorenonderzoek bij jeugd (preventie)
gebruik van brede kwanittatieve risicofactoren di ewordne gebruikt om statistische verschillen tussen groepen vast te stellen ne zich dus per definitie niet focussen op inidivuele verandering (ecological fallacy)
321
black box benadering
we weten wat samenhangt maar geen idee over hoe of waarom. vandie samnehang
322
○ Ontplooiing vd jongere moet op drie niveaus worden gewaarborgd, die ten opzichte van elkaar subsidiair zijn:
i. De ouders of voogden, die daarbij rekening houden met de zich ontwikkelende vermogens van de jongere (art 5 kinderrechtenverdrag) ii. De overheid die de nodige voorwaardne schept opdat de ouders in staat zouden zijn hun taak te vervullen en die nodige ondersteunende algemene welzijsnvoorzieningen opricht of steunt iii. De bijzondere interventies in de jeugdhulp (residentiele jeugdbijstand) indien de ouders niet in staat zijn of weigeren hun taak op te nemen. Binnen de jeugdhulp geldt er dan nog een voorrang van vrijiwllige (of aanvaarde) boven gerechtelijke jeugdhulp
323
c. Filantropische beweging burgerij
§ Rol spelen totstand koming van wet op kinderbescherming § Er ontstonden patronagecomités die zich het lot van kinderen uit het stedelijke proletariaat aantrokken § Aandacht voor kinderarbeid, moeilijke leefsituaties, ...
324
Uitvoering van de straffen uitgesproken tav uit handen gegeven jongeren:
○ Overheid bleef na staatshervorming van 1888 bevoegd voor vaststellen van de jeugddelinquentiemaatregelen, het uitvoeren ervan behoort tot de bevoegdheid van de gemeenschappen. ○ De gemeenschappen zijn bevoegd voor het beheer van dergelijke centra die bestemd izjn voor de opvang van diejogneren tot de leeftijd van 23 jaar. § 'uitvoering van straffen' zodat er strikt genomen enkel van toepassing is op de strafuitvoering na veroordeling en niet op de voorlopige hechtenis.
325
* Decreet van 27 juni 1985:
werd voortgebouwd op verwezenlijking van de wet op de jeugdbescherming. Versterking rechtspositie minderjarige en differentiatie van jeugdhulpaanbod werd scheiding tussen vrijwillige en gerechtelijke hulpverlening ingevoerd. Samen met versterking van subsidiariteitsbeginsel.
326
bemiddelingscommissie voor bijzondere jeugdbijstand
: moest bemiddelen in conflictsituaties waarin de vrijwillige hulpverlening dreigt vast te lopen
327
* Wet van 2 februari 1994: beoogde de belgische wetgeivng in overeenstemming te brengen met een aantal internationale verdragen.
○ Aanpassingen doorgevoerd mbt buitengewone voorlopige maatregel vd bewaring van een minderjarige in huis van arrest, en hoorplicht van minderjarigen in burgerlijke zaken voor de jeugdrechtbank ingevoerd.
328
of een minderjarige zich op een verdrag kan beroepen ligt aan. hetobjectieve of subejctieve criterium van de directe werking van het verdrag
Om deze directe werking vast te stellen hanteren sommige auteurs een objectief criterium: ze verbinden directe werking aan bepalingen die verplichtingen aan de lidstaten opleggen die dermate volledig en nauwkeurig zijn geformuleerd dat ze door de rechter kunnen worden toegepast. Andere hebben subjectief criterium: de directe werking van een bepaling hangt volgens hen af van de bedoeling van de verdragsluitende staten.
329
commentaren Comite voor de rechten van het kind CRK
zijn gezaghebbende interpretaties van bepalingen uit het kinderrechtenverdrag en moeten de implementatie ervan bevorderen en staten helpen in het nakomen van hun rapportageverplichtingen. Het verheldert het verdrag waarop ze betrekking hebben maar verruimen in sommige gevallen de draagwijdte ne inhoud van het verdrag en interpreteren ze de verdragsbepalingen in fun tie van nieuwe ontwikkelingen in de samenleving
330
Mededelingsprocedure bij comite voor de rechten van het kind CRK
derde toezichtmogelijkheid werd bij het kinderrechtenverdrag aangenomen. Maakt het voor kinderen en vertegenwoordigers mogelijk om schendingen van hun recht aan te klagen bij CRK.
331
○ Protecol voorziet in twee mededelingsprocedures
invididuele mededeling en optionele interstatelijke mededeling. Creert ook optionele onderzoeksprocedure, in geval van ernstige of systematische schendingen van het rechten van het kind door een staat
332
"Bejing Rules" "standard minimum rules for the administration of juvenile justice" :
(= Standard Minimum Rules for the Administration of Juvenile Justice) o Aanpak van jeugddelinquenten o O.a. belang van diversie (= niet-gerechtelijke afhandeling prioritair maken)  Lijfstraf en doodstraf zijn uitgesloten// bevatten set van algemene principes en specifieke regels inzake onderzoek en vervolging, beoordeling en beschikking, resdidentiele en niet-residentiele behandeling, onderzoek, beleidsontwikkeling en evaluatie die door de VN-lidstaten na te leven zijn bij de aanpak van jeugddelinquentie.
333
* "rules for the prevention of juvenile delinquency" ookwel bekend als 'riyadh guidelines :
bevatten richtlijnen met het oog op de preventie van jeugddelinquentie. Vormt een essentieel onderdeel van misdrijfbestrijding in de samenleving. Bevatten ook bepalingen over socialisatieprocessen die een grote invloed kunnen hebben op jongeren namelijk de familie, onderwijs, gemeenschap en massamedia.
334
* "rules for protection of juveniles deprived of their liberty" "Havana rules"
bevatten specifieke bepalingen overm idnerjarigen die van hun vrijheid izjn berood. Wordt verstaan elke vorm van inhecthenisneming, gevangenneming of plaatsing in een openbare of private instelling, bevoen door een gerechtelijke, administratieve of andere autoriteit waarbij de minderjarige niet gemachtigd is om op eigen initiatief de instelling te verlaten. ○ Overige bepalingen izjn waarborgen die gelden gedurende de vrijheidsberoving zoals de vertrouwelijkehid van het dossier etc.
335
○ Bulger case:
werd gevraagd of een lage minimumleeftijd voor strafrechtelijke verantwoordelijkheid als onmenselijk of vernederend voor de minderjarige kan worden beschouwd. het EHRM oordeelde dat ingeval kinderen worden vervolgd voor strafbare feiten, het van essentieel belang is dat de rechtspleging wordt aangepast aan hun leeftijd, rijpheid en emotionele en intellectuele capaciteiten. Maatregelen moeten worden genomen om voor het kind de begrijpelijkheid vd procedure en van zijn rol daarin te bevorderen Indien dat niet gebeurd -> schending art 6 EVRM.
336
assenov zaak
□ In de zaak Assenov benadrukte het EHRM inzake het in voorhecthenis nemen van een minderjarige dat de druk op de overhied om de zaak snel af te handelen in geval van minderjairge gedetenieerden nog groter is dan bij volwassen gedetineerden
337
blokhin vs rusland zaak
preciseert het EHRM wat de vereiste opvoedingscomponent concreet moet inhouden. Het educational supervision moet ruimer worden opgevat zoals het uiteofenen van verschillende aspecten van ouderlijke rechten in functie van de bescherming van de minderjarige. EHRM zegt ook dat het niveau van het aan geplaatste minderjarige verschafte onderwijs in overeenstemming moet zijn met het normale schoolcurriculum.
338
□ D.L v Bulgarije zaak
stelt EHRM dat de vrijheidsberoving proportioneel moet zijn aan het doel van toezicht op de opvoeding van de minderjarige -> vrijheidsberoving moet voldoen aan de vereisten van last resort en het belang van het kind en dat door de opsluiting getacht wordt om ernstige risico's voor de ontwikkeling van de minderjarige te voorkomen.
339
salduz zaak
§ Salduz zaak: EHRM oordeelde dat er sprake is van schending van het recht van een minderjarige op een eerlijk proces wanneer het recht op bijstand van een advocaat wordt ontzegd tijdens het eerste plitieverhoor, ook al heeft de verdacthe minderjarige later de mogelijkheid izjn bekentenis tijdens het politieverhoor te betwisten □ Salduz wet 2012 1 januari: recht op bijstand van advocaat zowel voor minderjarige als meerderjarige
340
§ NL zaak Nortir:
EHRM kwam tot conclusie dat het enkele feit dat de kinderrechter ook beslissingen heeft genomen in het vooronderzoek waaronder voorlopig hecthenis, nog niet maakt dat zijn onbevnangenheid in het gedrang komt. Het komt volgens het Hof neer op de reikwijdte en de aard vd beslissingen
341
§ Richtlijn EU 2016/800 (11 mei 2016):
is de enige richtlijn die uitsluitend gewijd is aan minderjarigen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure. Zij bevat minimale waarborgen die de strafprocedures van de lidstaten moeten bieden wanneer minderjarige betrokken zijn.
342
Individueel klachtrecht (art. 5):
personen of groepen van personen onder rechtsmacht van een staat die partij is, en die slachtoffer zijn van een schending door die staat van rechten genoemd in het Kinderrechtenverdrag
343
General Comment nr. 24 on ‘childrens rights in the child justice system’ (18/9/2019)
Principes van ‘comprehensive juvenile justice policy’  Geeft aan hoe een jeugdrechtssyteem voor minderjarigen in overtreding met de wet er zou moeten uitzien  Pleidooi voor specifiek systeem minderjarigen in handen van goed getrainde professionelen dat sterk inzet op diversie en procedurele waarborgen
344
Optioneel interstatelijk klachtrecht (opt-in):
bevoegdheid CRK om een mededeling in ontvangst te nemen en te onderzoeken waarin een staat die partij is, verklaart dat een andere staat zijn verplichtingen voortvloeiende uit het verdrag niet nakomt (art. 12)
345
wie is in brussel bevoegd voor het jeugdbeschermingsrecht?
de GGC, de vlaamse gemeenschap. ende franse gemeenschap
346
* Bevoegdheid inzake jeugdhulprecht:
○ Rechtspraak grondwettelijk hof zoals hierboven besproken heeft niet alleen betrekking op vrijwillige (sociale, buitengerechtelijke) overheidsinterventies, maar kan zij ook gerechtleijke (gedwongen) interventies omvatten
347
* Bevoegdheid inzake jeugddelinquentierecht:
○ Gemeenschappen volledig de aard van de te nemen maatschappijbeveiligende maatregelen mogen bepalen. § De bescherming van minderjarige blijft het uitgangspunt. De gemeenschappen kunnen die amatregelen voortaan zelf invullen met inachtneming van het kinderrechtenverdrag. § De jegudbeschermingsmaatregelen kunnen de gemeenschappen neiwue accenten leggen, voor het gemene strafrehct, dat voor bepaalde misdrijven straffen bepaalt, blijft het federale niveau bevoegd. § Voor strafrecht is er een grens. Zij kunnen bijv niet maximumstraf naar 20 jaar brengen oid.
348
§ Tot 18 worden de uit handen gegeven jongeren in elk geval opgevangen in een Gemeenschaps Instelling. Vanaf de leeftijd van 23 jaar worden ze in elk geval ovegebracht naar of geplaatst in een gevangenis. Tussen leeftijd van 18 en 23 is het principe dat ze worden geplaatst in een GI, maar daarop bestaan 2 uitzonderingen:
1) Wanneer het aantal plaatsen in een GI p het tijdstip van de plaatsing of later ontoereikend is 2) Wanneer de jongere het leven in de instelling ernstig verstoort of de integriteit van de andere jogneren of van het personeel in gevaar brengt, wrodt dat in een omstnadig verslag gemeld aan de minister van justitie die de jongere naar een gevangenis kan verwijzen.
349
* Vrijwilligheid en instemming: op de instemmingsvereiste bestaan 2 uitzonderingen:
a. Het onderdeel gerechtelijke jeugdhulp b. Een aantal activiteiten die CLB's uitoefenen, in eht bijzonder de leerplichtbegeleiding in het kader van de controle op de leerplicht
350
de personen die moeten instemmen
art 6 IJH a. Dde ouders van de midnerjarigen en opvoedingsverantwoordleijken b. De midnerjarige vanaf 12 jaar. Voor 12 jarigen geldt minstens een hoorrecht, maar zelf sene instemmingsverieste indien de betrokkene tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is, rekening houdend met zijn eleftijd en maturiteit
351
* Rechtstreeks toegankelijke hulpverlening:
grootste deel jeugdhulpverlening. Niet noodzakelijk dat client via brede instap wordt verwezen naar meest passende hulp ○ Vb: neutrale ontmoetingsruimten, begeleid zelfstandig wonenn, opvang en begelieding gezinnen
352
Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening:
kan worden verkregen door jeugdhulpverleningsbeslissing van de toegangspoort.
353
De ITP moet alle aanvragen voor niet rechtstreeks toegankelijke jeughdulpverlening ontvangen en daarover beslissen volgens de geiegende procedure. Zijn aantal afwijkingen:
a. De ITP kan niet verwijzen naar het aanbod van de gemeenschapsinstellingen b. Ing eval van ger jeugdhulpverlening blijft belsissingebevoegdheid bij de jeugdrechter of jeugdrechtbank, maar er is wel samenwerking in zoektocht naar niet rechtstreekts toegnaklijke hulp Wat individuele materiele bijstand betreft, heeft de ITP slecht beperkte opdracht.
354
gemandateerde hulpverlening
Inschakelen van gemandateerde voorzieningen GV's die in de virjwillige hulpverlening de verontrustende situaties detecteerd en die situaties kan inschatten en de nodige acties tot aanpak daarvan kunnen voorstellen en opvolgen -
355
Vertrouwenscentra kindermishandeling VK:
voornaamste taak is sensibilisering, en het verlenen van consult en het bieden van hulpverlening in situaties van vermoede kindermishandeling. § Consult, onderzoek, feedback en doorverwijzing. Daarenboven nog 2 opdrachten: a. Onderozekn van meldingen van kindermishandeling en vermodedns van kindermishandleing, op verzoek van om het even welke persoon of instelling b. Het verstrekken van gepaste jeugdhulpverlenning aan midnerjarige slachtoffers van kindermishandeling en hun gezien
356
Doorverwijzing: de gemandateerde voorziening kan de midnerjarige doorverwijzen naar OM. Dat is mogelijk in twee gevallen:
a. Als volgens de gemotiveerde beslissing jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakleijk is, amar de minderjarige, zijn ouders en in voorkomend geval zijn opvoedingsveranwoordelijke ne nbetrokken personen uit zijn leefomgeving geen gepaste jeugdhulpverlening vrijwillig aanvaarden b. Als de minderjarige, zijn ouders en in voorkomende gevallen opvoedingsverantworodelijken en betrokken personen uit zijn leefomgeving weigeren mee te werken aan MaNo onderozek
357
○ Jeugdrechtbank moet om een minderjarige schuldig te kunnen verklaren aan een mof de volgende elementen nagaan:
1. Materiele elementen van misdrijf 2. Materiele toerekening van feit aan de dader 3. Bewust karakter van gepleegde feit 4. De aanwezigheid van een bijzonder opzet, indiens zulks vereist is voor de strafbaarheid van eht gedrag 5. Afwezigheid van rechtvaardigings of schulduitsluitigngs gronden (bijv noodweer, onweerstaanbare drang of krankzinnigheid)
358
1. In de ontwikkelingspsychologische literatuur kan men lezen over vier klassieke opvoedingsstijlen, die op twee dimensies kunnen worden gesitueerd. Benoem/situeer deze opvoedingsstijlen op die twee dimensies. Wat wordt beschouwd als de meest gunstige opvoedingsstijl?
Deze vier klassieke opvoedingsstijlen kunnen worden gesitueerd op twee dimensies (hoog/laag), namelijk ‘warmte’ (of ‘love’) en ‘structuur (of ‘discipline’/’controle’). De ‘autoritatieve opvoedingsstijl’ kenmerkt zich door veel warmte en veel discipline, de ‘autoritaire’ stijl door weinig warmte en veel discipline, de ‘permissieve’ stijl door veel warmte en weinig discipline, en tot slot de ‘afwijzende’ stijl door weinig warmte en weinig discipline. De meest gunstige opvoedingsstijl is de ‘autoritatieve opvoedingsstijl’ (goede mix van warmte/ discipline). Situeren kan ook via figuur waarbij 4 stijlen duidelijk op de twee dimensies worden geplaatst.
359
2. Misschien wel de meest aannemelijke verklaring voor de universele ‘crime drop’ is de securiseringshypothese. Deze verklaring kan schematisch worden samengevat: teken en leg de essentie beknopt uit.
De securiseringshypothese is gebaseerd op enkele maatschappelijke ontwikkelingen en criminologische inzichten uit de routine activiteiten/gelegenheidstheorieën (of criminaliteit als een rationele afweging/kosten-batenanalyse). De periode na WOII kenmerkt zich door economische groei/toenemende welvaart, wat de opportuniteit/gelegenheid tot criminaliteit doet toenemen. Burgers, die slachtoffer worden/zich onveiliger voelen, en de samenleving/industrie reageren hierop door meer te investeren in veiligheid en beveiliging, waardoor de gelegenheid, en dus ook de criminaliteit zelf, opnieuw afneemt.
360
3. In een recent interview (11.12.2020) sprak StampMedia met Magda Massoels, afdelingshoofd van de Vlaamse Gemeenschapsinstellingen (GI). In dat interview stelt Magda Massoels dat ‘het RNR-Model van Andrews en Bonta, samen met het Good Lives Model (GLM) van Tony Ward, de basis van het handelen in de GI vormt’. Dat GLM, zo zagen we, kan inderdaad als complementair worden gezien, en komt tegemoet aan de belangrijkste kritieken op het RNR-Model. Wat zijn die belangrijkste kritieken? Leg kort uit.
Het Good Lives Model komt tegemoet aan de belangrijkste kritieken die oa door Ward ten aanzien van het RNR-model werden geformuleerd. Vanuit dit perspectief zijn die voornaamste kritieken op het RNR-model dat het: - de primaire focus teveel op risico’s ligt (risicofactoren wegnemen volstaat niet, er moet ook iets (positief) in de plaats komen); - voorbij gaat aan het feit dat risicofactoren slechts predictief/voorspellend zijn, maar niet verklarend; - bepaald wordt door professionals, en te weinig door de jongeren zelf; - niet voldoende effectief en duurzaam is (doordat het voldoen van…); - (het voldoen van) de belangrijke levensbehoeften van individuen negeert; - (daardoor) niet motiverend werkt/geen aandacht aan het belang van motivatie hecht.
361
Voorbeeld: Over welke mogelijkheden beschikt het openbaar ministerie indien het kennis krijgt van een VOS-zaak via de politie? Modelantwoord:
Niets doen/seponeren Aanmelden bij een GV: OCJ of VK (art. 33, § 1, 2° en 42, § 1, tweede lid, 4° DIJH) Bij toegangspoort: niet mogelijk De personen, louter als suggestie en zonder rechtsgevolg, aanraden zich aan te bieden bij de brede instap of jeugdhulpaanbieder in het rechtstreeks toegankelijke aanbod Crisishulp inschakelen (art. 44 DIJH) Opstart voorbereidende rechtspleging via hoogdringende interventie (art. 47, 2° DIJH) 3 cumulatieve voorwaarden: Gerechtelijke jeugdhulpmaatregel is dringend noodzakelijk Verlenen van vrijwillige jeugdhulpverlening is niet meteen mogelijk omdat de noodzakelijke instemmingen niet zijn verkregen Voldoende aanwijzingen dat de minderjarige onmiddellijk moet worden beschermd tegen een vorm van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling
362
: Leidt een geslaagde herstelbemiddeling op parketniveau in het Vlaams jeugddelinquentierecht automatisch tot een verval van strafvordering? Wat verantwoordt de keuze van de wetgever? Welke argumenten vallen in te brengen tegen deze keuze?
Een geslaagde herstelbemiddeling op parketniveau leidt niet automatisch tot het verval van de strafvordering. Als een akkoord wordt bereikt tijdens de herstelbemiddeling en dat akkoord volgens de afspraken is uitgevoerd, houdt het openbaar ministerie (OM) daarmee rekening bij zijn beslissing om de zaak al dan niet te seponeren. Het is dus slechts een element om mee in overweging te nemen bij de beslissing. Indien het OM alsnog vervolgt, moet het zijn beslissing wel motiveren. Indien het OM echter beslist te seponeren, vervalt de strafvordering wel (art. 12, §4, tweede lid JDD).   Deze keuze werd door de wetgever gemaakt om het aanbod ook voor ernstige misdrijven mogelijk te maken (cf. GwH 13 maart 2008) en om de herstelrechtelijke aanpak als een volwaardige, parallelle piste uit te werken.   Het Comité voor de Rechten van het Kind is in General Comment 24 echter van oordeel dat een geslaagde buitengerechtelijke afhandeling moet resulteren in een volledige en definitieve stopzetting van de zaak. Op basis daarvan zou geargumenteerd kunnen worden dat een geslaagde herstelbemiddeling automatisch tot een verval van de strafvordering moet leiden.
363
autotelisch geweld
geweld om geweld zelf
364
socialisatieprincipe
gaat er van uit dat criminele gedrag een gevolg is van beinvloedingsprocessen tijdens en door de vriendschap, omdat men met elkaar bevriend is , zal men na verloop van tijd hetzelfde gedrag gaan vertonen