Jeugdcriminaliteit en Jeugdrecht Flashcards
bedoeling integrale jeugdhulp
hulp voor minderjarigen vlotter en efficienter te laten verlopen, door samenwerking te organiseren over de grenzen heen van een aantal welzijnssectoren: bijzodnere jeugdbijstand, geestelijke gezondheidszorg, alemeen welzijnswerk, onderiwijs, gehandicaptenzorg en gezinsvoorzieningen// richt zich tot minderjarigen, hun ouders en, hun opvoedingsverantwoordelijken en de betrokken personen uit hun leefomgeving die daaraan behoefte hebben.
brede instap
betreft het aanbieden van de instapprocedure (onthaal, vraagverheldering, aanbodsverheldering, hulpverleningsvoorstel, verwijzingen, korte hulp en informatieverstrekking
indicatiestelling
art 21-24 decreet integr jeugdh. Art 26-36 besluti integr jeugdh. Bbepalen van beheofte aan jeugdhulperlening van de wenselijke hulpverlening en de urgentie daarvan.
Crisissituatie
*: acuut beleefde noodsituatie waarin onmiddleijk hulp moet worden geboden
○ In selcths 3 gevallen kan OM een vordering instellen:
a. na doorverwijzing door gemandateerde voorziening,
b. in hoogdringende zaken of
c. tijdens of na een jeugddelictprocedure
CAP:
centraal aanmeldpunt dat de instroom in de gemeenschapsinstellingen organiseert, die houdt rekening met d eporportionele verdeling van de plaatsen over de gerechtleijk earrondissement en met d eregio waar de plaats beschikbaar is. Een begelieidnscommissie houdt toezicht op de toewijzingen en de werking vna eht systeem.
○ Pleegzorg wordt verdeelt in 4 verschillende types:
- Odnerstuendend epleegzorg: voor korte aaneengesloten periode, met afwislend verblijf in gezin en pleeggezin voor meerdere korte peridoes
- Perspectiefzoekende pleegzorg: gedurende periode van max 1 jaar, eenmalig velrngmaar met max 6 maanden, waarbij duidelijk perspectief voor pleegkind of pleeggast wordt ontwikkeld
- Perspectiefbiedende pleegzorg, continu en langdurig karakter
- Behandleingspleegzorg, werkt samen met andere dinsten en voorziet in behandleing van pleegkidn of pleeggast of training en begelieidng
(5) Perspectiefbiedende pleegzorg: lage frequentie. Wnnr kind lange periode tijdens de week in een internaat en tijdens weekend of vkaantie bij pleegzorger verblijft
○ Twee soorten pleeggezinnen:
- Netwerk pleeggezin: pleeggezin dat een pleegkind uit het eigen familiale of sociale netwerk opvangt
2. Bestandspleeggezin: heeft geen band met het kind voorafgankelijk aan de palatsing
statusdelinquentie
staat voor hadnelingen waarvan de strafbaarheid afhankelijk is van de status van de dader, in casu die van de minderjarigheid
Terminologisch
beantwoording op niveau van OM
reacties
beantwoording niveau van jeugdrechter/jeugdrechtbank
hca diensten
diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandleing zijn belast met uitvoering van 4 andere mogelijke natwoorden op delictne : herstelgerichte groepsoverleg, gemeenschapsdienst leerproject en positief project.
Geschreven porject :
geeft de minderjarige de gelegenehid om verantwoordleijkheid voor zijn handelingen op izht te nemen door zelf een antwoord te zoeken en zo goed mogelijk te kiezen welke maatregle voo hem nuttig en noodzakelijk zou zijn.
6 mogelijke maatregelen herstelrechtelijk aanbod:
a. Positief project
b. Ambulante maatregel
c. Opleggen van voorwaarden
d. Plaatsing in forensische kinder en jeugdpsych afdeling FOR-K
e. Gesloten orientatie
f. Gesloten begeleiding
herstelrechtelijk aanbod
(bemiddeling en hergo) valt niet onder de noemer van maatregelen, en vormt veeleer een autonoom spoor tdat in de plaats van of parallel aan de justitiele reactie kan lopen. In tegenstellen tot bij het opleggen van een maatregel is het herstelrechtelijk aanbod niet gekoppeld aan een ondertoezichtstelling door de sociale dienst.
(laat)moderne risicomaatschappij (Beck, 1992)
… onvoorwaardelijke geloof in wetenschap en kennis
… productie van welvaart < productie van risico’s
… toenemend risicobewustzijn, dalende risicoacceptatie
… ‘voorzorgsprincipe’
paradigmawissel
… van verzorgingsstaat naar een veiligheidsstaat
… van een post-crime naar een pre-crime samenleving
‘populaire mythen’ over (jeugd)criminaliteit
… ‘jeugddelinquentie stijgt spectaculair’
… ‘jeugddelinquenten beginnen steeds jonger’
… ‘jeugd wordt gewelddadiger’
… ‘jeugdcriminaliteit is etnisch gekleurd’
Premoderniteit
erkenning eigenheid kinderen en jongeren
perceptie van puberteit als moeilijke en turbulente periode
geen ruimte voor aparte levensfase
Opkomst moderniteit (18-19e eeuw)
lindustrialisering. angzaam verandering houding t.a.v. kinderen
ontwikkeling apart ‘jeugdland’ door maatschappelijke evoluties (verstedelijking, onderwijs, afschaffing, kinderarbeid…)
‘De jeugd’ in historisch perspectief
Eind 19de – begin 20e eeuw
adolescentie als afgebakende levensperiode tussen kindertijd en volwassenheid
vrij recent fenomeen in de Westerse samenleving
‘De jeugd’ in historisch perspectief
Eind 19de – begin 20e eeuw
20e eeuw (vooral na WOII)
institutionalisering jeugdfase door:
verlenging schooltijd/leerplicht, democratisering onderwijs
individualisering, detraditionalisering…
opkomst jeugdsubculturen
ontdekking ‘jonge consument’
groei in besteedbare vrije tijd, belangrijke rol peergroup
adolescentie/jeugd ontwikkelt zich steeds meer tot zelfstandige en duidelijk afgebakende levensfase
20e eeuw: start wetenschappelijk onderzoek naar ‘jeugd’
Twee benaderingen
adolescentiepsychologie (focus op persoonlijkheidsontwikkeling)
jeugdsociologie (focus op jeugd als maatschappelijke categorie)
bij beide benaderingen van de start wetenschappelijk onderzoek naar jeugd
jeugd als periode van ‘storm & stress’
bezorgdheid over jeugd als sociale groep centraal
20e eeuw: start wetenschappelijk onderzoek naar ‘jeugd’
Ellen Key (1900)
consolidatie van kind
start van onderzoekstraditie
20ste eeuw als
… ‘eeuw van het kind’
… ‘century of the child professionals’
Granville Stanley Hall (1904)
evolutie-theoretische kijk in opvoeding
3 grote fasen:
fase van ‘animal-like primitivism’ (‘kindzijn’)
fase van ‘savagery’ (‘adolescentie’)
fase van ‘civilization’ (‘volwassenheid’)
Probleemgerichte benadering in maatschappelijke, politieke
en wetenschappelijke discours
maatschappelijke tendensen (introductieles)
youth as risk
evolutie van ‘eeuw van het kind’ naar ‘eeuw van het risicokind’
20e eeuw: start wetenschappelijk onderzoek naar ‘jeugd’
Belang van criminologische bril in jeugdonderzoek
interdisciplinair karakter
kritische ‘kruispuntwetenschap’
sociaal-ethische en juridische overwegingen
Verschillende benaderingen van ‘de jeugd’ als afzonderlijke fase
biologisch-psychologisch-sociologisch
juridisch
toekenning rechten & (groeiende) verantwoordelijkheden (o.a. WatWat platform)
Kinderrechtenkader (o.a. Kinderrechtencommissariaat)
rechten en plichten 12 jaar
12 jaar:
identiteitskaart, zichtrekening…
verplichte oproeping door rechter in zaken over omgangsrecht, voogdij e.d.
vermoeden van maturiteit in het kader van integrale jeugdhulp, van verantwoordelijkheid in het jeugddelinquentierecht
recht om dossier CLB in te kijken
…
rechten en plichten van jongeren 14 jaar
je mag rijdier berijden op openbare weg
plaatsing in gesloten instelling bij jeugddelict mogelijk (uitzonderlijk 12 jaar)
GAS-boete en stadionverbod mogelijk (voetbalwet)
toegangsverbod openbaar vervoer mogelijk
plaatsverbod
…
16 jaar
bromfiets, landbouwvoertuig, KNT films…
zelf kindergeld ontvangen mits toestemming ouders
alcoholhoudende dranken en seksuele omgang toegelaten (?)
uithandengeving door jeugdrechter mogelijk
18 jaar
= volwassen → in principe overal alleen over beslissen, stemmen, verkozen worden, rijbewijs halen, voltijds werken, huis kopen,…
! onderhoudsplicht ouders voor studenten blijft van kracht op voorwaarde dat de studies ernstig worden opgevat
strafrechtelijk volwassen: strafrecht wordt van toepassing
Rechten en plichten van jongeren…
Juridische vs sociologische realiteit
minder harde afbakening van jeugd
minder duidelijke grenzen
geleidelijke overgang van jeugd naar volwassenheid via doorlopen van aantal sociale transities:
van studie naar werk
van afhankelijkheid van de ouders naar financiële onafhankelijkheid
van wonen bij ouders naar een eigen woonst
relaties, huwen en kinderen
‘moratorium van de jeugd’
Eigen JOP onderzoek tot nu. JOP-monitor: drie grote thema’s (de 3 C’s)
Levensomstandigheden van de Vlaamse jongeren (Conditions)
Meningen, attitudes van Vlaamse jongeren (Convictions)
Gedrag van Vlaamse jongeren (Conduct)
Eigen JOP onderzoek tot nu
Behandelde thema’s:
Levensomstandigheden van Vlaamse jongeren
Welbevinden van Vlaamse jongeren (jeugd als periode van ‘storm & stress’? )
Groei naar volwassenheid: reële en ideale levensloop bij Vlaamse jongeren
Groei naar democratisch burgerschap
Delinquentie en slachtofferschap
Levensomstandigheden van Vlaamse jongeren School
Democratisering van het onderwijs (?)
Voorspellers voor volgen verdere opleiding:
gevolgde onderwijsvorm in secundair: aso»tso>bso
opleidingsniveau ouders: jongeren waarvan beide ouders geen diploma hoger onderwijs studeren minder vaak verder
geslacht: meisjes studeren vaker verder dan jongens
Welzijn: adolescentie als periode van ‘storm and stress’?
Relatie met ouders
JOP monitor
over algemeen vrij positieve perceptie van relatie met ouders
relatie met moeder als beter ervaren dan relatie met vader (wat emotionele betrokkenheid betreft)
meisjes rapporteren betere relatie met ouders dan jongens
Steunfiguren ‘in geval van persoonlijke problemen’
75% vermeldt moeder, 52.4% duidt vader aan
ook vrienden (72%) en partner/lief (48.8%) worden vaak vernoemd
Levensomstandigheden van Vlaamse jongeren
Arbeid
Grote regionale variatie qua jeugdwerkloosheid in België
Voorspellers van werkloosheid:
geslacht: mannen iets grotere kans op werkloosheid
opleidingsniveau is cruciaal: schoolverlaters zonder diploma grootste kans op werkloosheid (VDAB: 9,5% van de mannen verliet schoolbanken zonder diploma in 2015, bij vrouwen slechts 6%)
Jongeren en de groei naar volwassenheid
Ideale levensloop
weinig variatie tussen respondenten in de ideale leeftijd van de transities
weinig variatie naargelang leeftijd
ook tussen jongens en meisjes zijn de verschillen beperkt
transities naar jonge volwassenheid (ouderlijk huis verlaten, samenwonen, huis kopen, huwen en eerste kind): vrouwen situeren dit +/- 7 maanden vóór mannen
onderwijsvorm en opleidingsniveau
(bijna) geen verschillen naar sequentie, wel naar timing door inpassen langere studieduur (later afstuderen, eerste werkervaring, samenwonen, huis kopen en op pensioen gaan)
○ In essentie betreft jeugdbescherming dus overheidsinterventies ten aanzien van :
- Minderjarigen die zich in een problematische situatie bevinden (ongeacht de benamingen die daarvoor worden aangewend, zoals minderjarigen in gevaar, in moeilijkheden, in problematische opvoeidngssituateis, in problematische leefsituateis, in verontrustende situateis), die categorie vormt de doelgroep van het (bijzondere) jeugdhulprecht
2. Minderjarigen die wordne vervolgd wegens het plegen van feiten die in het volwassenenstrafrehct een misdrijf uitmaekn. Die categorie vormt doelgroep van jeugddelinquentierecht
- De jeugdbeschermingsrecht richt zich niet tot alle minderjarige kinderen of jongeren, maar deze twee doelgroepen wel :
a. Jongeren in probleemsituaties
b. Jongeren die worden vervolgd wegens een jeugddelict.
Twee (drie) doelgroepen
VOS’sen
MOF’ers / jeugddelinquenten
(geesteszieken)
beginselen jeugdrecht
Respect voor de rechten van het kind
Van rechtsobject naar rechtssubject
Belang van de minderjarige = eerste overweging (art. 3 Kinderrechtenverdrag)
Belang van de minderjarige = eerste overweging (art. 3 Kinderrechtenverdrag)
Behoud van band met ouders én gezonde ontwikkeling in een veilige omgeving (EHRM, 6 juli 2010)
Vaag, evolutief en waardegebonden
‘Machtsgevoelig’
Concrete gegevens
Veronderstelt participatie en behoorlijke rechtswaarborgen
beginselen gezinsgerichtheid
Gezin = «natuurlijke en fundamentele kern van de maatschappij»
Gezin = «eerste verantwoordelijke voor opvoeding, ontwikkeling en welzijn van het kind»
Hulpverlening: gericht op gezinsmilieu
Voorkeur voor minst ingrijpende maatregelen
Gericht op behoud in / terugkeer naar het gezin
Niet te allen prijze
Betrekken ouders bij reactie op jeugddelinquentie
Subsidiariteit
beginselen jeugdrecht
Opvoedingsverantwoordelijkheid
1° ouders (& gewone leefomgeving: vrienden, buurt, familie…)
2° algemeen-maatschappelijke voorzieningen (onderwijs…)
3° specifieke jeugdhulp
Vrijwillige (aanvaarde) > gerechtelijke hulpverlening
beginselen mbt jeugddelinquentie
1° buitengerechtelijke afhandeling
2° vrijheidsberoving = ultimum remedium
3° minst ingrijpende maatregelen voor kortst mogelijke duur
beginselen Differentiatie hulpverleningsaanbod
‘Multifunctionele’ organisaties
‘Open’ categorieën in hulpverleningsvormen / reacties
Belang ‘individualisering’ en afstemming op hulpnood
Problemen:
Beheersing aanbod
Kenbaarheid aanbod
Plaatstekort en wachtlijsten
beginselen Essentieel hulpverlenend karakter
België internationaal bekend voor ‘beschermingsmodel’
Evoluties
Jeugdhulp: meer nadruk op eigen kracht, vermaatschappelijking en participatie
Jeugddelinquentie: meer nadruk op rechtswaarborgen, op positie slachtoffers en op verantwoordleijkheid
Criterium bevoegdheidsafbakening
§ Klassieke strafrechtsdoctrine
ging uit van ratoneel en uit vrije wil handelende mensen die kosten en baten van zijn handelen afweegt werd aangevochten door deterministische stromingen . Delinquentie beschouwen als resultante van medische psychologische en of sociale factoren
○ Oordeel des onderscheids
= werden gestraft waarbij de leeftijd als strafverminderende verschoningsgrond werd beschouwd.
voor 1912
geen autonoom kinderstrafrecht. principiële strafwaardigheid
Minderjarige delinquenten werden als principieel strafwaardig beschouwd.
wet 15 mei 1912
Heeft een leeftijdsgrens ingevoerd:
16 jaar = strafrechtelijke meerderjarigheid
Criterium:‘ oordeeldesoordeels’ werd formeel afgeschaft
o Jonger dan 16 jaar: bewarings-, opvoedings- en behoedingsmaatregelen systeem tot 2019 stond deze terminologie nog steeds in
Berisping
Je hebt verkeerd gehandeld doe het niet meer
Plaatsing
Gevangenis wordt vervangen door plaatsing in specifieke
Terbeschikkingstelling: geeft volmacht aan regering om te kijken wat goed zou zijn in dit geval
o kinderrechter
o delinquentie en predelinquentie
- Comite voor de rechten van het kind CRK:
CRK bestaat uit 18 onafhaneklijke experts uit verschillende lidstaten van de VN art 43 en behoudt toezicht op het kinderrechtenverdrag
Wet 8 april 1965
oprichting jeugdbeschermingscomités
Preventieve taak: Gerechtelijke hulpverlening zoveel mogelijk vermijden Complementaire taak: Doorverwijzing in geval van mislukking van de vrijwillige hulpverlening
jeugdrechtbank
ook ouderlijk gezag & adoptie
eigen sociale dienst
strafrechtelijke meerderjarigheid: 18 ipv 16
delinquentie + minderjarigen in gevaar
Kritiek op Jeugdbeschermingswet 1965
Over het algemeen vrij positief in beginfase
Gebrek aan middelen en infrastructuur
Hoog aantal plaatsingen
Geen scheiding vrijwillige/gerechtelijke jeugdbescherming
Gebrek aan juridische waarborgen
Naast bescherming ook repressie?
historiek parallele evoluties na jeugdbeschermingswet 1965
Communautarisering
Mensenrechten & Kinderrechtenbeweging
Jeugdhulprecht
Jeugddelinquentierecht
er is volle bevoegdheid voord e gemeenschappen wbt sociale reactie. opjeugddelinquentie, met als uitzondering
de uithanden gegeven jongeren vanaf 23 jaar. Als zij onder 23jaar zijn en uithanden gegeven dan verblijven zij in gemeenschapsinstellingen
stappen van communautisering
- In 1980 werd er definitief einde gemaakt aan de eenheidsstaat en zette een stap op de weg van de defederalisering van belgie.
- Tweede stap: Uitvoerige voorbereiding van nieuwe bevoegdhiedsomschrijving vd gemeenschappen inzake jeugdbescherming -> nieuwe bevoegdheidsvraagstukken ontstaan (mof maatregel)
- staatshervorming 2014: bevoegdheidsoverdracht werd geconcretiseerd. Bepalen van de maatregelen die genomen in geval van jeugddelinquentie wordt opgeheven.
communautarisering
bevoegdheden van federaal naar gemeenschappen
- In 1980 en 1988 tweedeling ingevoerd naar doelgroepen vd jeugdbescherming:
voor bijstand aan jongeren in probleemsituaties werden gemeenschappen bevoegd, terwijl voor delinquente jongeren de federale overheid bevoegd bleef om de maatregelen in geval van jeugddelinquentie te bepalen.
Artikel 5 Bijzondere Wet Hervorming Instellingen:
II. bijstand aan personen:
6°
Staatshervorming 1988
op het vlak van bevoegdheidsbepaling aangaande jeugdbescherming. Werd een nieuwe tekst toegevoged aan lid 6 hierboven.
○ Daarin is verduidelijkt dat de sociale en gerechtelijke jeugdbescherming behoort tot de bevoegdheid van de gemeenschappen, met een lijst van 5 welomschreven uitzonderingen daarop.
Staatshervorming 2014 (‘Zesde staatshervorming’)
Artikel 5 Bijzondere Wet Hervorming Instellingen:
II. bijstand aan personen:
6° De jeugdbescherming met inbegrip van de sociale bescherming en de gerechtelijke bescherming, maar met uitzondering van:
a) de burgerrechtelijke regels m.b.t. het statuut van de minderjarigen en van de familie (…)
b) de strafrechtelijke regels (…) onverminderd artikel 11 en artikel 11bis
c) de organisatie van de jeugdgerechten, hun territoriale bevoegdheid en de rechtspleging voor die gerechten
d) de uitvoering van de straffen uitgesproken t.a.v. minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd die uit handen zijn gegeven, behalve voor het beheer van centra die bestemd zijn voor de opvang van deze jongeren tot de leeftijd van drieëntwintig jaar
e) de ontzetting uit de ouderlijke macht en het toezicht op de gezinsbijslag of andere sociale uitkeringen
de bevoegdheid van de gemeenschappen omvat in het bijzonder
De bevoegdheid van de gemeenscahppen omvat in het bijzonder:
a. Inhoud en de aard vd maatregelen
b. Hierarchie tussen de maatregelen en de criteria die voor d ekeuze van de te bevelen maatregelen in acht moeten wordne genomen
c. De voorwaarden waaronder de maatregelen kunnw orden genomen, zoals het vaststellen van de leeftijd vanaf wanneer ze kunnen worden toegepast en de keuze van de categorie van inbrueken die ze rechtvaardigen
d. De duur van de maatregelen, daarin begrepen de voorwaarden voor verlenging
e. De regels inzake uithandengeving
bijzondere jeugdbijstand
eugdbijstand richt zich tot een specifieke categorie van jongeren die door de
algemeen-maatschappelijke en familiale voorzieningen niet voldoende worden beschermd, en is essentieel gericht op hulp- en dienstverlening
Doelgroep en aard interventies
‘Everbergarrest’ (Arbitragehof 17 december 2003)
‘Everbergarrest’ (Arbitragehof 17 december 2003)
Beroep tot vernietiging van Wet Voorlopige Detentie op grond waarvan minderjarigen die een MOF hebben gepleegd onder bepaalde voorwaarden toevertrouwd konden worden aan een federaal gesloten centrum
Wel ‘jeugdbescherming’, niet onder uitzondering d)
‘Noodsituatie’ – ‘in afwachting’
Max. 2 maanden en 5 dagen
5 uitzonderingen bevoegdheidsverdeling
Burgerrechtelijk statuut
Strafbaarstelling inbreuken op jeugdbescherming
Jeugdgerechten: organisatie, territoriale bevoegdheid en rechtspleging
Uitvoering straffen uit handen gegeven jongeren
Ontzetting ouderlijk gezag & toezicht op sociale uitkeringen
Volwaardige uitzonderingen (niet beperkend te interpreteren)
○ Jeugdrechtbank, de materiele bevoeghdied van jeugdrechtbank omvat volgende materies:
- Berechting van midnerjarigen die vervolgd worden wegens jeugddelict, gepleegd voor volle leeftijd van 18 jaar
2. Gerechtelijke jeugdhulp
3. Bescherming van geeseszieke midnerjaige overeenkomstig de wet bescherming persoon geestesziekte
4. Hoger beroep tegen administratieve sancties opgelegd aan minderjarige
5. Opleggen van maatregelen tav de midnerjarige die de wet zedelijk ebescherming jeugd overtreedt of van een toegangsverbod voor midnerjarige tot een danszaal of drankgelegenheid
6. Opleggen van bepaalde maatregleen tav ouders
4/ Uitvoering van de straffen t.a.v. uit handen gegeven jongeren tot 23 jaar
T/m 22 jaar plaatsing in gemeenschapsinstelling (strafvleugel)
Vanaf 23 jaar naar gevangenis
Art. 606 Sv.: overplaatsing tussen 18 en 22 mogelijk
Aantal plaatsen ontoereikend
Ernstige verstoring van het leven in het centrum of gevaar voor integriteit van de andere jongeren of van het personeel
Gebrekkige formulering
Eigenlijk ‘federale’ uitzondering
‘Uitvoering’ van straffen – ook voorlopige hechtenis
Territoriale toepasselijkheid Gemeenschapsdecreten
Art. 128, § 2 GW: exclusieve territoriale bevoegdheidsverdeling: taalgebied (niet Brussel)
Arbitragehof 11 december 1996: ‘gezinsverblijfplaats van de minderjarige’, of plaats van opvoeding
Toelichting Zesde staatshervorming
Territoriaal aanknopingscriterium gemeenschapsregelingen = territoriale bevoegdheidscriterium jeugdrechtbanken
verblijfplaats van de ouders, voogden op personen die de hoede over de minderjarige hebben
plaats waar het als misdrijf omschreven feit werd gepleegd
plaats waar minderjarige wordt aangetroffen
plaats waar minderjarige verblijft of waar de inrichting is gevestigd waaraan hij door de bevoegde instanties werd toevertrouwd
Territoriale toepasselijkheid Gemeenschapsdecreten
Brussel-Hoofdstad
Noch Vlaamse, noch Franstalige decreet (behalve ‘vrijwillig’ luik)
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC)
evt. beroep op diensten & instellingen Vlaamse & Franse Gemeenschap
Ordonnantie 29 april 2004 & Samenwerkingsakkoord 11 mei 2007 (jeugdhulp)
Ordonnantie 16 mei 2019 (jeugdhulp en jeugddelinquentie)
Halle-Vilvoorde territoriale toepasselijkehid gemeenschapsdecreten
Jeugdrechtbank Brussel
Mogelijkheid van Franstalige procedure
Halle-Vilvoorde = Vlaams Gewest, dus Vlaamse decreten
het kinderrechtenverdrag art 3 belang van het kind is om 3 manieren van belang
□ Op 3 manieren van belang:
a) Belang van het kind ondersteunt, rechtvaardigt en verklaart de inhoud van alle overige inhoudelijke artikelen
b) Belang van het kind kan een bemiddelende rol spelen bij een conflict tussen verschillende bepalingen
c) Belang van het kind is een leidraad bij de invulling van kinderrechten die niet in het kinderrechtenverdrag zijn vastgelegd
Kinderrechtenverdrag
§ Belang van het kind art 3 : belang van het kind vormt steeds de eerste overweging bij elke te nemen maatregel betreffende kinderen en dat het de verantwoordleijkheid van de verdragsstaten is de nodige bescherming en zorg voor het welzijn van het kind in de algemeen te verzekeren.
Centrale vraag: (welke) invloed internationale instrumenten?
Juridische relevantie (verdrag =/ aanbeveling)
Inspiratiebron/toetssteen wetgeving en beleid
Pedagogische functie: leidraad voor werkveld
Officiële statistieken
kritiek
werkelijke omvang van jeugdcriminaliteit?
dark number / meldings- en aangiftebereidheid / maatschappelijke tolerantie en politieke aandacht / prioriteitenstelling / capaciteit / of en hoe registreren / …
noch volledig, noch representatief beeld van werkelijke jeugdcriminaliteit
beeld van de zaken waarmee politie en justitie in aanraking komen
In 2003: permanente onderzoeksopdracht NICC
productie en wetenschappelijke exploitatie cijfergegevens over jeugddelinquentie (MOF) en jeugdbescherming (VOS/POS)
instroom, doorstroom en uitstroom bij jeugdparketten en -rechtbanken
Sedert 2010: opdracht van de statistisch analisten
van het openbaar ministerie
instroom, doorstroom en uitstroom
verdere ontwikkeling van een ‘geïntegreerde criminologische statistiek’
Voorlopige conclusie
obv officiële statistieken en zelfrapportagestudies
bevindingen JOP consistent met ander self-report onderzoek
meerderheid geen of een enkel delict, ‘lichte’ feiten
kleine minderheid meer en ernstige delicten (‘veelplegers’)
hoofdzakelijk leeftijdsgebonden criminaliteit
age-crime curve: piek op 14-17, 18-21 jaar
jongens > meisjes
jongeren worden ook slachtoffer van criminaliteit: zie later
trendanalyse: algemene ‘crime-drop’?
methodologische knelpunten
basisprincipes IJH
Vraaggerichtheid
Intersectorale samenwerking
Werkingsprincipes
Cliënt- en contextgerichtheid
Eigen kracht en participatie
Subsidiariteit (minst ingrijpend) en scheiding
‘Vermaatschappelijking’
Continuïteit
Efficiëntie en effectiviteit
Vertrouwelijkheid (beroepsgeheim)
Respect kinderrechten
Normatief gehalte?
Gelden als erkennings- en subsidiëringsnormen
vrijwillige jeugdhulp
‘Vrijwillig’
Modulering en onderscheid
Rechtstreeks toegankelijke hulp
Brede instap
Probleemgebonden hulp
(Niet) rechtstreeks toegankelijke hulp
Toegangspoort
Crisisjeugdhulpverlening
Vertrouwenspersoon
Cliëntoverleg en bemiddeling
vrijwillige jeugdhulp ‘vrijwillig’
Instemming ouders/opvoedingsverantwoordelijken
Instemming minderjarige (12j of <12 indien in staat tot redelijke beoordeling)
Gemotiveerde afwijking mogelijk in belang minderjarige
Rekbaar: van ‘zelfgevraagd’ tot ‘net-niet-geweigerd’
modulering
Op basis van 11 ‘functies’ (kernprocessen):
Brede instap; info & advies; diagnostiek; begeleiding; behandeling; bemiddeling; training; hulpcontinuïteit; verblijf; dagopvang; bijstand
Voorbeelden:
Contextbegeleiding laagintenstief
Ondersteunende begeleiding
Handelingsgerichte diagnostiek
Verblijf -12-jarigen
Verblijf 5d/week
vrjiwillige jeugdhulp brede instap
Voor alle hulpvragen, los van enige probleemkenmerken
Drie kernopdrachten: instapprocedure, informatieverstrekking en kortdurende hulp
Jongerenadviescentrum (CAW)
Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB)
Preventieve zorg (Opgroeien)
Inloopteam (Opgroeien)
vrijwillige jeugdhulp probleemgebonden hulp
Voor probleemgebonden hulpvragen
Vrij toegankelijk: rechtstreeks of via brede instap
Heel uiteenlopende modules
vrijwillige jeugdhulp multidisciplinair team
Voor diagnostiek en voorstel van indicatiestelling
Diverse teams qua expertise en specialisatie
Erkende diensten binnen of buiten toepassingsgebied IJH
Komen in aanmerking:
rechtstreeks toegankelijke hulp: CLB, COS, CAW, CGG
niet rechtstreeks toegankelijke hulp: OOOC, OBC
buiten toepassingsgebied integrale jeugdhulp: kinderpsychiatrische dienst, revalidatiecentra …
Moeten werken volgens dezelfde kwaliteitseisen als een MDT:
gemandateerde voorzieningen
sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulp
vrijwiillige jeugdhulp niet rechtstreeks toegankelijke hulp
Voor hulpvragen met een ingrijpende ondersteuningsnood
Enkel inzetbaar via tussenkomst toegangspoort
Langdurige pleegzorg
Multifunctioneel centrum (gehandicaptenzorg)
Residentiële jeugdzorg
Internaat
…
vrijwillige jeugdhulp itnersectorale toegangspoort
Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Leuven (incl. Brussel)
Bevoegd = deze van ‘woonplaats’ minderjarige
= wettelijk domicilie …
≠ aanknopingspunt ‘gezinsverblijfplaats’ … v/h decreet as such
Aanmelding
Elektronisch: A-document
Door jeugdhulpaanbieders en jeugdhulpverleners
Uitzonderlijk door cliënten (na weigering + [poging tot] bemiddeling)
Aanmelder blijft verantwoordelijk tijdens procedure!
Intersectorale toegangspoort
De intersectorale toegangspoort ITP werkt onafhankelijk van de personenn en voorzieningen die jeugdhulpverlening aanbeiden. De ITP moet alle aanvragen voor niet rechtstreeks toegankelijke jeughdulpverlening ontvangen en daarover beslissen volgens de geiegende procedure.
○ Mogelijk dat de geindiceerde hulp niet meteen beschikbaar is. In dat geval kan team jeugdhulpregie volgende 3 actis ondernemen:
a. Als hulpaanbod niet onmiddellijk beschikbaar is kan het team een jeugdhulpverleningsvoorstel opmajen. Het vermeldt de relevante modules en indien mogelijk de vermoedelijke wachttijd.
b. Is het jeugdhulpaanbod niet uitvoerbaar dan wordt het dossier bezorgd aan de intersectorale regionale prioriteitencommissie.
c. Voor dossiers met hoogste prio kan team jeugdhulpreige zelfs de opdracht geven aan de hulpaanbieders om binnen de beschikabre capaciteit een of meer modueles uit te voeren
Intersectorale toegangspoort: jeugdhulpregie
de geindiceerde hulp wordt omgezet in concrete jeugdhulpverlening:
a. Bepaling van 1 of meer modules, die nauw mogelijk aansluiten bij geindiceerde jegudhulpvelrening
b. Inschrijving op de intersecotrale registratielijst
Bijstand vd clienten bij zoeekn van jeugdhulpaanbeider die module kan realiseren.
Versnelde indicatiestelling (VIST) in urgente gevallen, bv.
Time-out
Van crisis naar residentiële jeugdhulp (120 dagen)
‘SA’ = specifieke acties = restcategorie ondersteunende acties
Crisissituatie, Jeugdhulpaanbieders werken gezamenlijk hulpprogramma uit:
“Een acuut beleefde noodsituatie waarin onmiddellijk hulp moet worden geboden.”
a. Centraal permanent crisismeldpunt: team van aanbieders dat een eerste neutrale toetsing doet van de aangeemdle situatie en dat consult kan beiden aan de aanmelders. 24/7 bereikbaar
b. Ambulante of mobiele crisisinterventie: aanbod van onmiddelijke en kortdurende stressverlagende interventeis
c. Ambulante of mobiele crisisbegelieidng: begeleidinsgaanbod aan huis of in jeugdhulpvoorziening
Crisisopvang: aanbod van verblijf in jeugdhulpvoorzienign
Vertrouwenspersoon
krijgt in integrale jeugdhulp rol van vast aanspreekpersoon van midnerjarige en een vershcillende voor de ouders . Bij ouders is het verlenen van bijstand: hij beschikt niet over zelfstandige actiemogelijkheden zoals initieren van bemiddeling en clientoverleg en wordet evnemin automatisch door de jeughdulpactoren op de hoogte gebracht van beslissingen
Ook ouders/opvoedingsverantwoordelijken recht op vertrouwenspersoon
Cliëntoverleg
bestaat uit overleg van alle betrokken jeugdhulpaanbieders en aldere verleners, in aanwweizgheid en met amximale betrokkenheid van de clienten ook deskunidgen kunnen wordne uitgenodigd. Bedoeling is in complexe situaties de hulpverlening te coordingeren en de continutieeti ervan te bewaren. Resulteert in een werkplan dat wordt opgevolgd door een coordinator.
Bemiddeling
○ Bemiddeling: in geval van conflict of onenigheid. Onafhenklijke en opgeleide virjwilliger, gebonden door deontologische code. Kan tussen clienten en hulpaanbieders zijn of tussen midnerjarige en ouders
gemandateerde voorzieningen hebben 4 wettelijke pdrachten
consult GV kan consult aanbieden als jeugdhulpverleners daarom vragen in vos situaties waar een vermoeden is dat het aanbieden van hulpverlening maatschappelijk noodzakelijk is
onderzoek: en interventie maatschappelijke noodzaak: MaNo (maatschappelijke noodzaak) houdt onderzoek en opvolging vos in.
feedback: beperkte feedback
en doorverwijzing: de gv kan de midnerjarige doorverwijzen naar OM
sociaal verweer
Men moet naar de hele context en opvoeding kijken om misdrijven te verklaren en aan te pakken
. Beveiliging nodig door maatregelen afgestemd op de persoonlijkheid van de daders waarvan duur in beginsel onbeperkt is
verontrustende situatie
“Een situatie die de ontwikkeling van een minderjarige bedreigt doordat zijn psychische, fysieke of seksuele integriteit of die van een of meer leden van zijn gezin wordt aangetast of doordat zijn affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen in het gedrang komen, waardoor het aanbieden van jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk kan zijn.”“De kwalificatie die na onderzoek door een gemandateerde voorziening aan een verontrustende situatie wordt gegeven en die de noodzaak vastlegt om jeugdhulpverlening in te schakelen.”
oud pos begrip
“Een toestand waarin de fysieke integriteit, de affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen van minderjarigen in het gedrang komen, door bijzondere gebeurtenissen, door relationele conflicten, of door de omstandigheden waarin zij leven”
Verwijst naar situationele, pedagogische en relationele probleemcomponenten
Elke schuldnotie is afwezig: louter feitelijke situatie
Niet louter incidentele problemen of tijdelijke moeilijkheden
Niet louter “risico op”, maar effectief in het gedrang “komen”
Cf. pedagogie (Kousemaker): opvoedingsvragen > -spanning > -crisis > POS
gedeelde verantwoordleijkheid hulpverleners
Eventueel aanmelden bij de toegangspoort voor meer ingrijpende hulp
Consult bij gemandateerde voorziening
Bij blijvende ongerustheid en geen vrijwilligheid, aanmelden bij gemandateerde voorziening
Bij ernstig/gewichtig en reëel gevaar: gebruik maken van spreekrecht (art. 458bis Strafwetboek) – aanmelden bij parket
veratnwoordleijkheid hulpverleners
Zelf bewaken en verzorgen van continuïteit – aanklampend werken
Continu exploreren om veiligheid minderjarige in te stellen
Werken vanuit een participatieve en krachtgerichte basishouding, betrouwbaar voor de cliënt
Gedeelde verantwoordelijkheid op 3 niveaus
Gradueel: eigen mogelijkheden zien
verontrusting bespreken met cliënt en team
tijdig beroep op partners
Kindermishandeling = “
Elke vorm van lichamelijk, psychisch of seksueel geweld waarvan een minderjarige het slachtoffer is, actief door het schadelijk optreden of passief door een ernstige nalatigheid van zijn ouders of van iedere andere persoon t.o.v. wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid staat.”
Onderzoek en interventie ‘MANO’
Initiatief: jeugdhulpverleners, andere dienstverleners, OM, cliënt, vertrouwenspersoon
M-document
(Vermoeden MANO?) – onderzoek (max. 65d) – beslissing
Cliënten worden geïnformeerd en gehoord
Art. 76 D.IJH: bijzondere onderzoeksbevoegdheid
Geheimplichtingen kunnen (niet: moeten) noodzakelijke informatie aan GV verschaffen zonder instemming client
GV kan informatie verwerking zonder (onmiddellijke) verwittiging (wel binnen 30d, tenzij >< belang minderjarige
Gemotiveerde beslissing ‘MANO’
Opvolging of opstart jeugdhulp: onderworpen aan instemmingsvereiste cliënten !
Case-management
Doorverwijzing naar parket
MANO maar geen vrijwilligheid
Weigering medewerking aan MANO-onderzoek
Doorverwijzingsdocument met beknopte beschrijving
vorderingsgrond jegudrechtbank ‘regulier’Als het OM aantoont dat cumulatief volgende voorwaarden zijn vervuld:
Het verlenen van vrijwillige jeugdhulpverlening is niet mogelijk
Alles is in het werk gesteld om vrijwillige jeugdhulpverlening te realiseren in de zin dat een gemandateerde voorziening is ingeschakeld en heeft doorverwezen naar het parket
Vorderingsgrond jeugdrechtbank: hoogdringendheid. Als het OM aantoont dat cumulatief de volgende voorwaarden zijn vervuld:
Een gerechtelijke maatregel is dringend noodzakelijk
Er zijn voldoende aanwijzingen dat de minderjarige onmiddellijk beschermd moet worden tegen een vorm van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik
Het verlenen van vrijwillige jeugdhulpverlening is niet meteen mogelijk
= procedure hoogdringendheid
Vorderingsgrond jeugdrechtbank: MOF-dossier
Als het OM aantoont dat cumulatief de volgende voorwaarden zijn vervuld:
Er loopt ijn voor de minderjarige een ‘MOF’-procedure
Er zijn voldoende aanwijzingen dat de minderjarige zich in een verontrustende situatie bevindt
= ‘derde vorderingsgrond’
Gegevensoverdracht vrijwillige-gerechtelijke jeugdhulp
Vanuit de gemandateerde voorzieningen
Beperkte feedback & gemotiveerde doorverwijzing
Basisgegevens (identificatie partijen en verleende jeugdhulp)
Met instemming betrokkenen
Vanuit jeugdhulpaanbieders (mits schriftelijke vraag)
Basisgegevens (identificatie partijen en aanvatten/voortzetten/beëindigen van jeugdhulp)
Geen verplichting (~beroepsgeheim en scheiding vrijwillige/gerechtelijke jeugdhulp)
Met instemming betrokkenen
«_space;Het dossier van Luc belandde uiteindelijk op de jeugdrechtbank. “De samenwerking met het Ondersteuningscentrum verliep stroef. Ik dacht: oef, bij de jeugdrechtbank krijg ik een nieuwe kans. Maar toen viel de uitnodiging van de consulent van de sociale dienst van jeugdrechtbank in de bus… Identiek hetzelfde adres! Ik stond te trillen op mijn benen!”»_space;°
Gerechtelijke jeugdhulpmaatregelen
- Inschakeling in logica IJH
Voornemen NRTH: inschrijving op registratielijst ITP – team jeugdhulpregie zet om in modules en gaat uitvoerbaarheid na
= art. 26, § 1, tweede lid en art. 55 D.IJH
Gespannen verhouding rechterlijke en uitvoerende macht
‘Afhankelijkheid’ vs. ‘efficiënt capaciteitsbeheer’
GwH 29 augustus 2019 (118/2019): art. 26 en 55 D.IJH schenden op zich Grondwet / EVRM / Kinderrechtenverdrag niet, maar uitvoerende macht moet de rechterlijke beslissing onverkort en met vereiste spoed uitvoeren (~ overheidsaansprakelijkheid?)
Verwijzing GI: niet via ITP, maar (Inter)CAP
- Opvoedend project moet cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoen:
a. Gericht zijn tot specifieke doelgroep of bijzonder probleemsituatie
b. Gericht zijn op het verterken van de eigen zorg of de verterking van de zorg in het eigen miieu
c. Georganiseerd zijn door een ejgudhulpaanbieder of een organisatie die daartoe een overeenkomst heeft gesloten met vlaamse regering
Pleeggezinplaatsing
Voorrang igv uithuisplaatsing – motivering indien andere plaatsing
Bij voorkeur broers en zussen samen houden
Tot 13 jaar; nadien max. 3 jaar, verlengbaar
Ondersteunende – perspectiefzoekende – perspectiefbiedende – behandelingspleegzorg
Netwerkpleeggezin of bestandpleeggezin
Attest van pleegzorgdienst vereist
Netwerkpleeggezin: binnen zes weken
** ‘Gesloten’ plaatsing (gemeenschapsinstelling)
Min. 14 jaar
3m (1x verlengbaar)
Igv onttrekking (2x of +) aan plaatsingsmaatregel énnoodzakelijk voor integriteit minderjarige
Overheidsexclusieve (enkel GI)?
Oorspronkelijk (1990): ja
D.IJH 2013: niet noodzakelijk
Project ‘proeftuinen’: zgn. ‘besloten opvang’ in private voorzieningen
Toekomst: ‘beveiligend verblijf’ ‘veilig traject’ (GI niet meer voor VOS)
trends in jeugddelinquentie, hypothesen en verklaringen
Werking politie en justitie, criminaliteitsbeleid, sociaal beleid…
Demografische veranderingen: aandeel jongeren in totaal van bevolking
Gezondheid(evoluties)
Preventie en focus op risicofactoren
Gewelddadige games
Gelegenheid
Securisering of ‘responsieve beveiliging’
everberg
Wet 1 maart 2002
Afschaffing art. 53 Jeugdbeschermingswet
Oprichting «Centrum voor voorlopige plaatsing» (Everberg)
enkel jongens ≥ 14 jaar
ernstige feiten
geen alternatief mogelijk omwille van plaatsgebrek
max. 2 maanden en 5 dagen
Arbitragehof nr. 166/2003, 17 december 2003 en 90/2004, 19 mei 2004
bevoegdheid federale overheid (opgave + uitvoering)
Centrum Everberg vs gemeenschapsinstellingen
minderjarigen vs volwassenen
jongens vs meisjes: dringende behoeften & eigenheden Centrum
wet onkelinx
Eindrapport ‘commissie Cornelis’ (1991)
Herstelrechtelijk jeugdsanctierecht (Onderzoeksgroep Jeugdcriminologie o.l.v. L. Walgrave) (1997)
Ontwerp houdende ‘antwoorden’ op delinquent gedrag van jongeren (Christian Maes, kab. Justitie, 2001-02)
Regeerakkoord Verhofstadt-II (juli 2003)
Ontwerp van minister van Justitie Onkelinx (2004)
Wetten van 15 mei 2006 en 13 juni 2006
zesde staatshervorming jeugddelinquentierecht
Gemeenschappen (GGC in Brussel) worden quasi-volledig bevoegd (behalve gerechtelijke aspecten)
Vlaams Decreet Jeugddelinquentierecht (15 februari 2019)
Traject georganiseerd door Agentschap Jongerenwelzijn:
Omgevingsanalyse (juli – september 2015)
Thematische werkgroepen + parallel spoor met jongeren en ouders (oktober 2015 – juni 2016)
Opvolging in ‘meerderheidsoverleg’(juli 2016 – juli 2017)
voorontwerop decreet jeugddelinquentierecht
‘Meerderheidsoverleg’ (juli 2016-juli 2017)
Eerste goedkeuring Vlaamse regering (14 juli 2017)
Adviesronde
Tweede goedkeuring Vlaamse regering (22 december 2017)
Advies Raad van State over (tweede) voorontwerp JDR (18 april 2018)
Derde goedkeuring Vlaamse regering (13 juli 2018)
Vlaams Parlement (stuk 2017-18, nr. 1670)
Interventiegronden
Artikel 14 Jeugddelinquentiedecreet: ‘jeugddelict’
Art. 2, 7°: jeugddelict = een als misdrijf omschreven feit gepleegd door een minderjarige
Artikel 36, 5° Jeugdbeschermingswet: gemeentelijke administratieve sanctie (GAS-boetes)
Artikel 36, 6° Jeugdbeschermingswet: stadionverbod
Wet 15 juli 1960: zedelijke bescherming
als misdrijf omschreven feit
Jeugdrechtbank bevoegd voor minderjarige die wordt vervolgd wegens als misdrijf omschreven feit
minderjarige
≥12 en < 18 jaar op het ogenblik van de feiten
evt. meerderjarig op het ogenblik van de beschikking (maatregelen) of van het vonnis (sancties) – zie verder
feiten moeten vaststaan
moet inbreuk op strafwet zijn
verjaringstermijnen uit strafrecht ook toepasselijk
moreel element (schuld)*
besef van wederrechtelijk karakter hoeft niet ten volle aanwezig te zijn (neutralisering ‘oordeel des onderscheids’)
gewone strafrechtbanken onbevoegd
Knack 2 december 2010 odnerzoek
Wanneer is iemand crimineel?
Wanneer zijn iemands hersenen voldoende ‘volwassen’ om toerekeningsvatbaarheid te kunnen bepleiten?
Volwassen vs. verantwoordelijk
Het is ook mogelijk de synchroniciteit van de activiteit van verschillende hersenzones te meten. Hoe ouder iemand is, hoe meer regio’s van de hersenen samen bij een activiteit betrokken worden. Bij de meeste mensen zou neurologische volwassenheid rond de leeftijd van twintig jaar bereikt worden.
MOF moreel element (schuld)
Moreel element (schuld)
‘Systeemniveau’: wettelijk vermoeden (doli incapax)
Minderjarigen zijn schuldonbekwaam (t.a.v. het strafrecht)
‘Casusniveau’: beperkte toets
Besef van wederrechtelijk karakter hoeft niet ten volle aanwezig te zijn
Is de betrokkene de ‘dader’ van de feiten?
Concrete beoordeling motieven en aard v/d feiten
“Vrijwillig en bewust”
Bijzonder opzet indien vereist voor bepaald misdrijf (bv. kwaadwillig karakter laster en eerroof)
Afwezigheid rechtvaardigings- of schulduitsluitingsgronden (bv. onweerstaanbare dwang, onoverkomelijke dwaling, geestesstoornis)
Afwezigheid strafuitsluitende verschoningsgronden (bv. diefstal ten nadele van (groot)ouders of kinderen)
DUS: veeleer ‘afwezigheid strafrechtelijke verantwoordelijkheid’
status delinquentie wet zedelijke beschermign jeugd 1960
Wet Zedelijke Bescherming Jeugd (1960)
Verboden voor minderjarigen om zich op te houden
in speelhuizen, hondenrenbanen, inrichtingen waar diensters of ‘entraineuses’ gewoonlijk met het cliënteel mede verbruiken en de voor weddenschappen bestemde ruimte in de paardenrenbanen
niet vergezeld, beneden 16 jaar, in danszalen (behoudens bals die niet uit handelsgeest plaatshebben of danslessen)
Vergelijk met
Bioscopen, tabak, alcohol, spijbelen
Kansspelen
leeftijdsgrenzen
Ogenblik feiten: minimum 12 jaar en minder dan 18 jaar
-12: onweerlegbaar vermoeden van niet-verantwoordelijkheid; evt. doorverwijzing naar jeugdhulp
≥ 14 (met uitz.): gesloten oriëntatie en begeleiding
16-17: verkeersmisdrijven & uithandengeving
leeftijdsgrenzen looptijd van de ‘antwoorden’’ (afhandeling parket, maatregelen, sancties)
Algemene maximumleeftijd = 23 jaar
Geldt ook voor berisping en volstaan met de genomen maatregel
For-K: tot max. 19 jaar
‘Lange gesloten begeleiding’
Algemeen: tot max. 23 jaar
16 of 17 ogenblik feiten: tot max. 25 jaar
Na afloop: nog 10 jaar terbeschikkingstelling mogelijk
Overgangsperiode: plaatsing GI tot max. 20 jaar
Geen maximumleeftijd bepaald voor:
Herstelrechtelijk aanbod
Toevertrouwen jeugdpsychiatrische dienst
Uithandengeving
Beginselen van behoorlijke rechtsbedeling
Voorafgaande Titel Jeugdbeschermingswet
Gespecialiseerde actoren (~ vorming)
Genot van rechten en vrijheden, o.m. deze uit het Kinderrechtenverdrag
Hoorrecht tijdens en deelnamerecht aan proces dat leidt tot beslissingen die hem aangaan
Onttrekking ouderlijk gezag enkel igv contra-indicatie handhaving daarvan
Model Jeugdbeschermingswet (versie 2006)
Bescherming – Herstel - Straf
Doelstellingen (Voorafgaande Titel)
Opvoeding; verantwoordelijkheidszin; resocialisatie; bescherming maatschappij; diversie; rechtswaarborgen
Beslissingsfactoren (alle gelijkwaardig)
Persoonlijkheid & leefomgeving; feiten & schade; vroegere interventies; veiligheid
Voorkeurregeling
Herstel > eigen project > ambulant > plaatsing > gesloten plaatsing > uithandengeving
Model Jeugddelinquentiedecreet (2019)
Bescherming – Herstel - Straf
Doelstellingen & kenmerken
Verantwoordelijkheid; normbevestiging; herstel schade; re-integratie; bescherming maatschappij; recidivevermijding; diversie; rechtswaarborgen; proportionaliteit
Beslissingsfactoren (in volgorde)
Feiten & schade; persoonlijkheid & maturiteit; recidive(risico); veiligheid maatschappij; leefomgeving; veiligheid minderjarige
Voorkeurregeling
Herstel > positief project / ambulant / voorwaarden > gesloten plaatsing > uithandengeving
basisprocedure
Basisetappes van de procedure
Detectie en feitenonderzoek
Evt. afhandeling door openbaar ministerie
Parket beslist over vordering / dagvaarding
Opportuniteitsbeginsel
Monopolie van saisinerecht
Voorbereidende rechtspleging - Jeugdrechter
Persoonsonderzoek en maatregelen
Berechting ten gronde - Jeugdrechtbank
Sancties
Plaatsing jeugdpsychiatrie
Uithandengeving
Uitvoeringsfase
Detectie & feitenonderzoek
Actoren
Politie
Openbaar ministerie / Parket
Advocaat
Onderzoeksrechter
Verhoor
Arrestatie en aanhouding
Onderzoek feiten
politie
(Jeugd)politie
Geen wettelijk kader (federaal noch lokaal)
Jeugdafdeling / jeugdpolitie / jeugdbrigade
Opsporen misdrijven, verzamelen bewijzen + kennisgeven aan de bevoegde overheden (art. 15 Wet Politieambt) proces-verbaal
(Geen) Autonome afhandelingsbevoegdheid
Omz. PLP 41 (7 juli 2006)
Prioriteit jeugdcriminaliteit
Samenwerking scholen (spijbelen, drugs…)
Aanspreekpunt scholen
○ Parketcriminologen jeugd en gezin:, Vervult drie belangrijke opdrachten:
die verleent bijstand aan parketmagistraten inzake 3 problematieken: jeugddelinquentie, spijbelen en kindermishandeling.
1. In zaken kan hij worden ingeschakeld voor bepaalde afhandleingsvormen of verlenen van info daarover
2. Hij werkt samenwerkingsverbanden uit met scholen en centra voor leerlingenbegeleiidng inzake spijbelgedrag
3. Hij werkt samenwerkingsverbanden uit omd e aanpak van kindermishandleing te versterken
onderzoeksrechter
○ Onderzoeksrechters worden aangewezen door voorzitter van rechtbank van eerste aanleg. De onderzoeksrechters komen tussen op vordering van OM wnnr in het kader van onderzoek naar de feiten een gerechtelijk onderzoek vereist is, bijv indien het gaat om zeer ernstige feit gepleegd dor minderjarige of indien minderjarige het feit heeft gepleegd met een of meerdere minderjarige
advocaat
Ambtshalve toewijzing voor minderjarige die partij is
Andere advocaat dan ouders igv strijdige belangen
Bijstand én vertegenwoordiging (?)
onderzoeksdaden
Politie & openbaar ministerie
Onderzoek naar de feiten: principes Sv.
Verhoor
Conform Sv. & Wet Voorlopige Hechtenis
Minderjarigen kunnen geen afstand doen van hun rechten
Sommige onderzoeksdaden vereisen toestemming of tussenkomst onderzoeksrechter
In beginsel kan minderjarige niet rechtsgeldig toestemmen
arrestatie
Principe: 48-uur regel (tot 28/11/2017: 24 uur)
Art. 12 GW; art. 1 Wet Voorlopige Hechtenis
Cass. 15 mei 2002, 31 augustus 2010, 20 december 2011
Overschrijding: invrijheidstelling geen vrijheidsberovende maatregel meer mogelijk als voorlopige maatregel (wel andere maatregelen)
Wet Voorlopig Hechtenis is voor het overige niet toepasselijk (Cass. 16 juli 2002)
Verwittiging ouders
‘Celslapers’
https://steunpuntwvg.be/images/swvg-3-rapporten/ef20-celslapers-rapport
parketinterventie
Pas geregeld bij hervorming Jeugdbeschermingswet in 2006
Voordien: allerlei, diverse praktijken
Mogelijkheden 2006 (naast seponering en vordering):
Waarschuwingsbrief
Waarschuwingsoproeping (‘herinnering aan de wet’)
Voorstel bemiddeling
afhandeling op niveau van OM
Aanbod van bemiddeling
‘Zuivere’ seponering
Waarschuwingsbrief
Waarschuwingsoproeping (‘herinnering aan de wet’)
Seponering onder voorwaarden (~ verval strafvordering)
Aanbod van positief project
Zuivere seponering
= herroepbare beslissing tot niet-vervolging
Aanbod bemiddeling
Een overleg tussen de partijen betrokken bij een jeugddelict om hen de mogelijkheid te bieden, samen en met de hulp van een onpartijdige bemiddelaar, tegemoet te komen aan o.m. de relationele en materiële gevolgen van een jeugddelict
Betrokken partijen
Minderjarige verdachte
Ouders of opvoedingsverantwoordelijken van de minderjarige
Slachtoffer (indien minderjarig: + ouders of opvoedingsverantwoordelijken)
voorwaarden aanbod bemiddelign
Voorwaarden
Ernstige aanwijzingen van schuld
Niet-ontkenning
Geïdentificeerd slachtoffer
Basiskenmerken: vrijwilligheid, vertrouwelijkheid, neutraliteit
Ook mogelijk wanneer (een) ouder(s) niet akkoord gaa(t)(n)
Schriftelijk aanbod OM, aanbod bemiddleing
Schriftelijk aanbod OM
Verplicht aanbod?
Wettekst: OM doet aanbod (= normatieve bepaling)
MvT: verplicht, ongeacht andere afhandelingsvorm, ook bij seponering
Indien om ‘organisatorische redenen’ niet haalbaar: rekening houden met belang slachtoffer (cf. vorderingsmonopolie OM)
Ook ‘wenselijk’ / ‘verplicht’ (?) igv vordering jeugdrechter, maar geen sanctie (meer)
Verschillende praktijken op komst?
+ verwittiging stafhouder (aanstelling advocaat)
Bedenktijd van 15 dagen
Geen reactie binnen 8 dagen: bemiddelingsdienst neemt contact op