Jeugdcriminaliteit en Jeugdrecht Flashcards
bedoeling integrale jeugdhulp
hulp voor minderjarigen vlotter en efficienter te laten verlopen, door samenwerking te organiseren over de grenzen heen van een aantal welzijnssectoren: bijzodnere jeugdbijstand, geestelijke gezondheidszorg, alemeen welzijnswerk, onderiwijs, gehandicaptenzorg en gezinsvoorzieningen// richt zich tot minderjarigen, hun ouders en, hun opvoedingsverantwoordelijken en de betrokken personen uit hun leefomgeving die daaraan behoefte hebben.
brede instap
betreft het aanbieden van de instapprocedure (onthaal, vraagverheldering, aanbodsverheldering, hulpverleningsvoorstel, verwijzingen, korte hulp en informatieverstrekking
indicatiestelling
art 21-24 decreet integr jeugdh. Art 26-36 besluti integr jeugdh. Bbepalen van beheofte aan jeugdhulperlening van de wenselijke hulpverlening en de urgentie daarvan.
Crisissituatie
*: acuut beleefde noodsituatie waarin onmiddleijk hulp moet worden geboden
○ In selcths 3 gevallen kan OM een vordering instellen:
a. na doorverwijzing door gemandateerde voorziening,
b. in hoogdringende zaken of
c. tijdens of na een jeugddelictprocedure
CAP:
centraal aanmeldpunt dat de instroom in de gemeenschapsinstellingen organiseert, die houdt rekening met d eporportionele verdeling van de plaatsen over de gerechtleijk earrondissement en met d eregio waar de plaats beschikbaar is. Een begelieidnscommissie houdt toezicht op de toewijzingen en de werking vna eht systeem.
○ Pleegzorg wordt verdeelt in 4 verschillende types:
- Odnerstuendend epleegzorg: voor korte aaneengesloten periode, met afwislend verblijf in gezin en pleeggezin voor meerdere korte peridoes
- Perspectiefzoekende pleegzorg: gedurende periode van max 1 jaar, eenmalig velrngmaar met max 6 maanden, waarbij duidelijk perspectief voor pleegkind of pleeggast wordt ontwikkeld
- Perspectiefbiedende pleegzorg, continu en langdurig karakter
- Behandleingspleegzorg, werkt samen met andere dinsten en voorziet in behandleing van pleegkidn of pleeggast of training en begelieidng
(5) Perspectiefbiedende pleegzorg: lage frequentie. Wnnr kind lange periode tijdens de week in een internaat en tijdens weekend of vkaantie bij pleegzorger verblijft
○ Twee soorten pleeggezinnen:
- Netwerk pleeggezin: pleeggezin dat een pleegkind uit het eigen familiale of sociale netwerk opvangt
2. Bestandspleeggezin: heeft geen band met het kind voorafgankelijk aan de palatsing
statusdelinquentie
staat voor hadnelingen waarvan de strafbaarheid afhankelijk is van de status van de dader, in casu die van de minderjarigheid
Terminologisch
beantwoording op niveau van OM
reacties
beantwoording niveau van jeugdrechter/jeugdrechtbank
hca diensten
diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandleing zijn belast met uitvoering van 4 andere mogelijke natwoorden op delictne : herstelgerichte groepsoverleg, gemeenschapsdienst leerproject en positief project.
Geschreven porject :
geeft de minderjarige de gelegenehid om verantwoordleijkheid voor zijn handelingen op izht te nemen door zelf een antwoord te zoeken en zo goed mogelijk te kiezen welke maatregle voo hem nuttig en noodzakelijk zou zijn.
6 mogelijke maatregelen herstelrechtelijk aanbod:
a. Positief project
b. Ambulante maatregel
c. Opleggen van voorwaarden
d. Plaatsing in forensische kinder en jeugdpsych afdeling FOR-K
e. Gesloten orientatie
f. Gesloten begeleiding
herstelrechtelijk aanbod
(bemiddeling en hergo) valt niet onder de noemer van maatregelen, en vormt veeleer een autonoom spoor tdat in de plaats van of parallel aan de justitiele reactie kan lopen. In tegenstellen tot bij het opleggen van een maatregel is het herstelrechtelijk aanbod niet gekoppeld aan een ondertoezichtstelling door de sociale dienst.
(laat)moderne risicomaatschappij (Beck, 1992)
… onvoorwaardelijke geloof in wetenschap en kennis
… productie van welvaart < productie van risico’s
… toenemend risicobewustzijn, dalende risicoacceptatie
… ‘voorzorgsprincipe’
paradigmawissel
… van verzorgingsstaat naar een veiligheidsstaat
… van een post-crime naar een pre-crime samenleving
‘populaire mythen’ over (jeugd)criminaliteit
… ‘jeugddelinquentie stijgt spectaculair’
… ‘jeugddelinquenten beginnen steeds jonger’
… ‘jeugd wordt gewelddadiger’
… ‘jeugdcriminaliteit is etnisch gekleurd’
Premoderniteit
erkenning eigenheid kinderen en jongeren
perceptie van puberteit als moeilijke en turbulente periode
geen ruimte voor aparte levensfase
Opkomst moderniteit (18-19e eeuw)
lindustrialisering. angzaam verandering houding t.a.v. kinderen
ontwikkeling apart ‘jeugdland’ door maatschappelijke evoluties (verstedelijking, onderwijs, afschaffing, kinderarbeid…)
‘De jeugd’ in historisch perspectief
Eind 19de – begin 20e eeuw
adolescentie als afgebakende levensperiode tussen kindertijd en volwassenheid
vrij recent fenomeen in de Westerse samenleving
‘De jeugd’ in historisch perspectief
Eind 19de – begin 20e eeuw
20e eeuw (vooral na WOII)
institutionalisering jeugdfase door:
verlenging schooltijd/leerplicht, democratisering onderwijs
individualisering, detraditionalisering…
opkomst jeugdsubculturen
ontdekking ‘jonge consument’
groei in besteedbare vrije tijd, belangrijke rol peergroup
adolescentie/jeugd ontwikkelt zich steeds meer tot zelfstandige en duidelijk afgebakende levensfase
20e eeuw: start wetenschappelijk onderzoek naar ‘jeugd’
Twee benaderingen
adolescentiepsychologie (focus op persoonlijkheidsontwikkeling)
jeugdsociologie (focus op jeugd als maatschappelijke categorie)
bij beide benaderingen van de start wetenschappelijk onderzoek naar jeugd
jeugd als periode van ‘storm & stress’
bezorgdheid over jeugd als sociale groep centraal