Inleiding tot het recht Flashcards
definitie van recht
recht is in de eerste plaats een normen systeem, regels. De overheid legt deze op en handhaaft deze. En of als he tniet wordt nageleefd dan sancioneert zij.
algemeen geldende regels opsplitsen:
algemene gebodsbepaling, algemene verbodsbeplaing, verlofbepalingen en belovende regels
Algemene gebodsbepalingen
§ Voor elk subject in belgie een bepaald gedrag verplicht stelt (in codex art. 422bis SR)
□ Kan positief of negatief beschreven worden
Algemene verbodsbepalingen
§ Iets wat je niet mag doen, bijv tweede huwelijk aangaan tegelijkertijd.
Verlofbepalingen
§ Toelating aan bepaald rechtobject om iets te doen.
□ Bijv elk van de twee mensen die getrouwd zijn mogen echtscheiding aanvragen/u kunt met uw goederen doen wat u iwl
Belovende regels
Iets in het vooruitzicht stellen. Toekomstige gebeurtenis. Grondwet: recht op onderwijs etc.
WILSAANVULLENDE OF SUPPLETIEVE REGELS
○ Veel van de wetsregels gelden maar wilsaanvullend, wil komt eerst. Regels gelden maar wilsaanvullend, u kunt er dus van afwijken. is een rechtsregel die voorkomt in het geldend recht maar waarvan partijen bij overeenkomst kunnen afwijken.
§ Vb: mensen gaan trouwen, het recht stelt die voor iedereen gelden dat je op dat moment alles deelt. Maar stel je bent het edaar niet mee eens dan stel je een huwelijkscontract op waarin staat dat je je eigendom houdt en niet deelt, bijv.
TECHNISCHE REGELS
○ Welke vermeldingen moeten er op een document staan.
○ Zelden of nooit nodig als gewone mens
Publiekrecht
creert verticale relatie tussen overheid en burgers.
a. algemene belangen van de overheid nastreeft,
b. Creert een verticale relatie (=gelijkheid)
c. Dwingend recht
d. Rechter is deel vd overheid en je hebt conflcit met overheid, rechter mag volgens regels de overheid terugfluiten.
e. Staatsrecht (organisatiestaat), bestuursrecht (uitvoerende macht), fiscaalrecht, strafrecht, strafprocesrecht, milieurecht
Privaatrecht
private relaties tussen mensen/rechtssubjecten te regelen
a. horizontaal tussen gelijken. Gelijkheid tussen mensen.
b. Private relaties tussen rechtssubejcten regelen
c. Wilsaanvullend, of supletief -> kan je vanaf wijken.
d. Als je er niet uitkomt ga je naar de rechter.
Alles tussen mensen, verhuurt, erfenis, jeugdrecht
Nationaal recht en internationaal recht
- Recht is gekoppeld aan staten/een grondgebied
- Nationaal = staten
- Internationaal = staten die met elkaar afspraken maken, kan ook voor de hele wereld gelden (VN)
Objectief recht
recht als object, voorwerp, alle regels, kopie databank. Het recht van een rechtsubject, eigen naam, op basis van eigen belang, een welbepaalde juridische verplichting, die afgeleid is uit een regel van objectief recht, rechtstreeks af te dwingen van een derde dmv een rechtsvordering.
Subjectief recht
wat kunnen we nu met dat recht doen.
Rechtsubject
Een rechtssubject of persoon is een drager van subjectieve rechten en plichten. Deze bezit met andere woorden rechtspersoonlijkheid of juridische persoonlijkheid. In de meeste hedendaagse rechtsstelsels worden twee soorten rechtssubjecten erkend: natuurlijke personen en rechtspersonen.//een verplichting beschaafd afdwingen (door een ander rechtssubject) met een rechtsvordering). □ Bijv waarborg, verplichting van ku leuven als u alle punten gehaald heeft, bijv belasting
Af te dwingen omdat het niet vrijwillig is, rechtsvordering nodig
categorieen/ indelingen van subjectief recht:
- Absolute vs relatieve rechten
2. Politieke vs burgerlijke
Absoluut recht
alomgeldig, afdwingend van iederen. bijv eigendomsrecht
relatief recht
vergelijkt nog met anderen, kun je alleen maar afdwingen van bepaalde personen
Huurrecht tussen twee personen
Politieke recht
rechten die een burger/rechtsubject kunnen afdwingen van de overheid. Bijv. politieke vrijheden, vrijheid van meningsuiting, vereniging,
participatierechten
kiesrecht, recht om te deelnemen, en ook recht om u verkiesbaar te stellen
politiek recht verdeeld
participatierechten, sociaal economische rechten, politieke subejctieve rechten
Politieke subjectieve rechten:
rechten die rechtssubjecten kunnen afdwingen vd overheid (politieke virjheden, participatierechten, sociaaleconomische rechten)
Burgerlijke rechten + kenmerken
civiele subejctief recht. persoonlijkheids rechten, familierechten, vermogensrechten
Persoonlijkheidsrechten
ivm uw bestaan als persoon, rechten op fysieke integriteit (eigen wil over lichaam) en geestelijke integriteit (vrijheid van opvattingen, privacy, bescherming van persoonlijke levingssfeer)
} Zijn absoluut
Familierechten
persoon is deel van ruimer geheel, ouders verplicht om hun kinderen in levensonderhoud te voorzien
◊ Zowel voor persoonsrechten en famrecht geldt 3 dingen:
- Rechten die zijn van extra patrimoniale aard = van buiten vermogen, behoren niet tot uw vermogen, kan er geen prijs op plakken. Is niet in geld uit te drukken
- Je kan de rechten niet verkopen of overdragen
- Rechten eindigen altijd bij de dood van de persoon die het recht had.
Vermogensrechter
} Vermogen is actief (bezittingen, huis, hond)/passief(schulden)
– Schulden worden ook overgegeven aan nabestaanden in de erfenis
– Kan dus altijd overdragen
– Zijn nooit absoluut
Drie kenmerken van vermogensrechten in vergelijking met familierechten/persoonrechten kunnen worden omgedraaid
- Alles wat u bezit, kan dus prijs op worden geplakt
2. Kan de rechten verkopen of overdragen
Eindigen niet bij de dood
Zakelijke rechten
absoluut, eigendom
Vorderingsrechten
relatief, kan alleen uitoefenen tenaanzien van de tegenpartij, contract. Schuldeiser schuldenaar
rechtssubjecten
personen door het recht erkend, kan je rechten en plichten aan toekennen. ○ Natuurlijke personen & rechtspersonen
Natuurlijke personen
elk mens, maar ook een embryo dat levensvatbaar is. Na de verwekking kan u al vatbaar zijn voor rechten, geen plichten. □ Een oma kan al aan het niet geboren kind een erfenis schenken met als voorwaarde dat je levensvatbaar bent.
□ Tot je overlijden ben je een rechtssubject
□ Je hebt wel een regelgeving hoe je met dode mensen omgaat
Rechtspersonen
geen mens, met een direct doel en om dat doel waar te maken heeft dat rechtspersoon rechten en plichten
2 categorieen rechtspersonen
a) Privaatrechtelijke rechtspersonen (venootschappen, verenigingen)b)Publiekrechtelijke rechtspersonen
Publiekrechtelijke rechtspersonen
Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn instellingen die, als zij niet de overheid zelf zijn, door de openbare overheid in het leven werden geroepen, die voor het algemeen belang deelnemen aan het overheidsbeleid en daarom doorgaans met een gedeelte van het overheidsgezag zijn bekleed. Het zijn ofwel de onmisbare organen voor de uitoefening van het openbaar gezag (waarvan het bestaan zich natuurlijkerwijze opdringt), ofwel zijn het de organen die door de overheid noodzakelijk of nuttig werden geacht voor de administratie en door hem met dit doel werden geschapen.// overheidsorganen, problemen met belasting
Venootschappen
delhaize, zaak die vermogen heeft samengebracht en afgescheiden van eigen vermoden
Verenigingen
crimen (vzw) grote groep mensen die capitaal inbrengen waaraan doel wordt gekoppeld en die op zichzelf een rechtspersoon is en die dus zelf rechten en plichten bezit.
Actief rechtssubject
iemand wat kan eisen
passief
persoon van wie wat kan worden gevraagd en die heeft een plicht
§ Meestal lopen passief en actief door elkaar heen
Rechtsfeit
elke feitelijke gebeurtenis of toestand waaraan het objectief recht bepaalde rechtsgevolgen koppelt. Recht vind bepaalde gebeurtenissen dus belangrijk want daar worden gevolgen aan gekoppeld.
○ Vb: geboorte, plichten communie bijv niet, maar wel 18 geworden omdat je dan meerderjarig bent en zelf verantwoordelijk voor je daden, 67 worden want pensioen en dus rechtsfeit, sneeuw -> op openbare weg rijgedrag aanpassen, staking is niet rechtsfeit als het aangekondigt is en je een tentamen hebt maar wel als hij opeens stil staat en je bent op tijd vertrokken en dus overmacht. Overlijden is rechtsfeit, diploma halen,
○
Kan een rechtsfeit een bewuste handeling zijn?
ja
Rechtshandeling
1.3 (boek 1 art 3) staat rechtshandleing in omschreven. Handeling die bewust (willens en wetens) stelt om de rechtsgevolgen tot stand te brengen die het objectief recht aan die handeling koppelt.
○ Onbewuste handeling kan nooit een rechtshandeling zijn.
○ Verkrachting is beide rechtsfeit maar normaal gezien geen rechtshandeling, ookal is het een bewuste handeling
wie stelt de rechtshandeling : 3 soorten rechthsnadelingen
- Publiekelijkrechtelijke rechtshandeling vs privaatrechtelijke rechtshandeling:
- Hoeveel stellen de handeling: Eenzijdige vs meerzijdige rechtshandelingen
- Rechtsgevolgen indelen: vormen van rechtshandeling: Consensuele rechtshandelingen vs plechtige rechtshandelingen:
Publiekrechtelijke rechtshandleingen
overheid binnen overheidsfunctioneren. Ambtenaren of magistraten id uitvoering van hun arbeid. normerende rechtshandleing, gerechtelijke rechtshandeling, individuele rechtshandeling
normerende rechtshandeling
norm die wordt uitgevaardigd.
gerechtelijke rechtshandeling
arrest
Individuele rechtshandeling:
louter gaat over 1 persoon. Bijv de gemeente beslist dat u wordt onteigend van een grond die u eerder bezat.
privaatrechtelijke rechtshandeling
gaat uit van personen (evt rechtspers) die niet tot de overheid behoren of die daar wel toe behoren maar die handeling niet tot overheidshand stellen. Wordt gesteld door iemand die geen band heeft met overheid, iemand die wel tot de overheid behoort maar die handeling niet stelt als overheidsorgaan omdat het toebehoort aan privesfeer.
® Bijv rechter die een reisje boekt voor zijn gezin, prive handeling. Dus hij behoort wel officieel tot overheid maar is niet in zijn overheid
eenzijdige rechthsnadlign
maar 1 persoon in betrokken
® Bijv: Testament aanmaken, een kind erkennen, aanvaarden van erfenis
meerzijdige rechthsandling
akkoord tussen minstens 2 personen, meerdere partijen 2 of meer die een wilsovereenstemming = akkoord hebben
® Alle contracten, maar opzegging van overeenkomst is eenzijdige rechtshandeling!
® Kan overheid een meerzijdige rechtshandeling stellen? Kan wel want overheid die openbare werken doet over bijv stadswerken en bepaalt dus met bouwbedrijven hoe de straat vernieuwd moet worden.
Constitutieve rechtshandelingen
Vestigende rechtshandeling, betekent dat door die rechtshandeling er nieuwe subjectieve rechten ontstaan die er voor die rechtshandeling niet waren.
® Bijv: huwelijk daar ontstaan nieuwe rechten door die je voorheen niet had. Adoptie.
Declaratieve rechtshandelingen
aanwijzende rechtshandelingen, rechtshandeling waarmee je subjectief recht hebt dat al bestond bevestigd. Onderlijnd nog een keer dat het er is.
® Bijv rechterlijke beslissing waarbij rechter zegt dat jij dat recht hebt en al had. Verdeling van nalatenschap, wordt verdeeld volgens regels van het recht, u bent al erfegenaam alleen moet u het nog verdelen. Mondeling akkoord die je nog eens op mail zet en dus zo schriftelijk bevestigd.
Translatieve rechtshandelingen:
subjectief recht en wordt overgedragen aan ander rechtssubject.
® Bijv: Als je iets verkoopt dus een transactie.
Vormen van rechtshandeling:
Consensuele rechtshandelingen vs plechtige rechtshandelingen:
Consensuele rechtshandleing
: we hebben een akkoord bij meerzijdige rechtshandeling en dat is enige wat je nodig hebt. Hoeven geen getuigen bij te zijn. Belangrijk dat je nadenkt na akkoord want je bent gebonden
Plechtige rechtshandeling
rechtshandelingen die zo veel gevolgen hebben waarbij je plechtige handelingen nodig hebt, meestal bij uitzonderingen.
® Bijv bij adoptie, want dan heb je papieren
materieel recht
inhoud, materie. bijv testament, observeren van politie
formeel recht
vorm, procedure en regels, welke regels verbonden aan zelf testament maken.
○ Voorwaarden van het observeren van politie
Gemeenrecht
alle rechtsregels die in normale omstandigheden gelden (tot stand gebracht in het algemeen belang)
○ Rechtsregels die normaal gezien gelden. Schade van andermans goed. Valsheid in geschriften (bijv vals ID)
Uitzonderingsrecht:
rechtsregels die bedoeld zijn voor bijzondere gevallen of voor een specifieke groep van personen.
○ Vb: regeling voor huren en verhuren van zaken. Woning huren. Koop/verkoop. Fiscaalvalsheid in geschriften (belasting)
Hoe kan je weten als uitzonderingsrecht bestaat?
Overheid zegt dat.
Dwingend recht:
niet al het recht is dwingend. Maar dit recht dwingt bijv contract. Art 1:3.
○ Definitie = rechtsregels die vastgesteld zijn om de partij te beschermen die door het recht als zwakker wordt beschouwd. Misbruik willen voorkomen. Zou goed zijn als de twee zelfde machtspositie hebben maar meeste gevallen zit er een discrepantie van macht en dus is het fijn om een dwingende wet te hebben.
§ Bijv: als minderjarige word je als zwakker beschouwd. Kan gemakkelijk misbruik van gemaakt worden, geesteszieken, verslaafden (gokverslaving? Is op eigen risico), mensen die een economische zwakkere positie staan in vegeelijking tot de te tegenpartij.
Aanvullend/suppletief recht:
wilsaanvullend. Mag afwijken van wet.
○ Art 5:69 : een contract dat geldig tot stand is gekomen dat geldt voor de partij dat t contract heeft gesloten als wet.
§ Leven organiseert zoals jij dat wil. Voor alles wat niet dwingend wet is. Voor een aantal zaken ga je contracten sluiten. Enkel tegenpartij moet akkoord gaan. Een geldig tot stand gekomen contract geldt als wet tussen deze partijen. Dwingend? Nee je hebt het zelf gemaakt.
§ Waarom dan nog aanvullend recht? Mensen maken niet altijd contract. Mensen zijn ook niet advocaat of criminoloog, en dus wordt het opgesteld door een rechtsorgaan.
§ Trouwen: huwelijkscontract. Niet dwingend, want je bent gelijken en je hoeft het contract niet op te stellen. Alles wat je tijdens het huwelijk verwerft wordt van de twee.
Staatsrecht, publiekrecht
rechtsregels die de essentiele belangen van de staat of de gemeenschap raken.
Privaatrecht
de regels die de juridische grondslagen bepalen waarop onze maatschappij rust. Zoals de economische orde, sociale orde, orde van het leefmilieu, morele orde (= essentiele gedragsregels).
Wat verschilt dat van dwingend recht/ Wat is bijzonder aan openbare orde?: 3 elementen
- De sanctie als je zo’n regel overtreedt.
- Nietig. Je mag niet afwijken maar je doet het toch.
- ?? Beneden suppletief
Positief recht:
recht dat bestaat, recht dat er is.
Wenselijk recht:
bestaat niet, maar zo zou dat moeten zijn.
Materiële rechtsbronnen
- Materie, inhoud, bronnen die de inhoud van een rechtsregel kunnen verklaren. Waarom staat daar wat daar staat in het recht? Welke bron ligt daaraan ten grondslag.
○ Wrm is meerderjarig 18? Wrm is pensioenleeftijd 67?
○ Categorieen:
§ sociale bronnen: politieke partijen en hun standpunt, vakbonden/werkgevers,
§ Historische bronnen: veel van recht gaat terug naar romeinen.
§ Filosofische bronnen: etisch, “wat is juist?”
§ Feiten en omstandigheden (klimaat)
Formele rechtsbronnen
- vorm, procedurele. Vorm waarin het recht zich voordoet. Waarin het recht verschijnt.
○ Grootste categorie: Bijv uit materiele wetten. Schriftelijk voorschrift dat door een bevoegde overheid is uitgevaardigd en dat betrekking heeft op het zij iedereen. Een abstracte groep van personen en dat beoogt bij te dragen aan de rechtvaardigheid van de samenlevin (bijv. alle gepensioneerden)
Democratische staat
- Streeft naar model waarop het volk het volk regeert. Systeem van tegenwoordiging om dit waar te maken. Dmv verkiezingen? Juist maar onvolledig. Alleen als er regelmatig verkiezingen zijn. Bijv om de 5 jaar. Vrije verkiezingen belangrijk. En moet geheim zijn. Betekent dat wij niet kunnen checken of het waar is.
Fundamentale rechten moeten gewaarborgd zijn: in democratische staat
- Recht om mening te uiten
- Vrijheid van vergadering hebben.
- Vrijheid van vereniging hebben (moeten politieke partij kunnen oprichten)
Biijzondere meerderheidsregel:
□ Kamer en senaat in belgie. Meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke kamer en ook aanwezig is (Nederlands en frans).
□ Als je alle totaal van de ja stemmen neemt dat moet minstens 2/3 van de uitgebrachte stemmen zijn.
Omdat er gevoelige onderwerpen zijn tussen deze twee groepen.
Representatieve instellingen
vertegenwoordigende instellingen. Vertegenwoordigen heel de bevolking, niet enkel de kiezers.
* Volksvertegenwoordiging vertegenwoordigen het volk -> macht opdragen aan verkozen personen
○ Parlemetn vertegenwoordigt ons en spreken namens ons en creeren beleidsverklaring
.4. Gerationaliseerd parlementair regime
stelsel waarbij alleen het parlement wordt verkozen, en niet de regering. Die regering moet op elk moment verantwoording afleggen aan het parlement. Regering heb je niet gekozen.
* Representatieve instelling ≠ parlementaire regime
2 types Gerationaliseerd parlementair regime
a. Presidentiele regime: hebben we niet in belgie. VS heeft dat. Democratie omdat hij wordt verkozen door de bevolking. President kiest vervolgnes zijn regering en zijn ministers.
b. Semi-presidentieel: frankrijk, hij is verkozen. Hij maakt regering, maar die regering is ook verantwoording verschuldigd aan franse parlement.
a. Presidentiele regime:
a. Presidentiele regime: hebben we niet in belgie. VS heeft dat. Democratie omdat hij wordt verkozen door de bevolking. President kiest vervolgnes zijn regering en zijn ministers.
b. Semi-presidentieel:
frankrijk, hij is verkozen. Hij maakt regering, maar die regering is ook verantwoording verschuldigd aan franse parlement.
- Federaal parlement bestaat uit 2 kamers:
a. Kamers van volksvertegenwoordigers (150 leden)
Senaat
Rechtsstaat
3 grote kwesties
- De overheid is gebonden door het objectieve recht dat zij zelf maakt. Moeten eigen regels volgen.
2. De machten van de overheid in een rechtsstaat worden altijd beperkt door fundamentele rechten van de burger.
§ Vind je in grondwet, internationale verdragen.
3. De burger moet altijd de kans hebben om zijn recht te kunnen afdwingen tegenover de overheid bij een onafhankelijke rechter.
Rechter moet overheid kunnen terugfluiten.
Erfelijke grondwettelijke monarchie
belgie is een koningrijk. Wat de koning wel en niet mag staat in grondwet. Als de koning dood gaat bepaald de grondwet wie er daar voor id plaats komt. Art 85 en 86 GW hoef je niet te kennen maar kan interessant zijn.
- Kenmerken van de koning:
- Politiek onbekwaam en politiek onverantwoordelijk.
§ Koning kan nooit alleen een handeling stellen met een politieke betekenis.
§ Moet altijd gedekt zijn door een federale minister/hele federale regering. Je kan de koning nergens tot verantwoording roepen. Die minister kan dat wel krijgen door de handelingen die de koning doet.
2. Onafhankelijkheid en onpartijdig
3. Onschendbaarheid, immuniteit: absolute onmogelijkheid on rechtszaak tegen de koning te voeren. Kan niet strafrechtelijk vervolgen. Of rechtsprocedure tegen aanspannen.
§ Kan wel tegen familie
§ Pleegt misdrijf -> afzetting (strafrechtelijk)
Geen proces tegen koning, maar wel tegen intendant (=burgerrechtelijk)
organen van de gewesten
vlaams, waals, brussels gewest
vlaams gewest
nederlands taalgebied
waals gewest
frans en duits taalgebied * 75 leden waals parlement, dubbele job zitten ook in parlement franse gemeenschap.
Toegewezen bevoegdheden
een bepaalde domein wordt toegewezen aan een specifieke overheid. Alles wat je niet hebt toegewezen blijft bij federale staat.
Residuaire bevoegdheden
de rest vd bevoegdheden is voor een andere overheid en wordt niet gespecifieerd. Alles wat je niet hebt toegewezen is hier, en ligt dus bij federale overheid.
Het stelsel van exclusieve bevoegdheden als uitgangspunt
als je een domein toewijst (beleidsdomein ad gemeenschappen/gewesten) doe dat dan volledig.
Bijv jeugd, wijs dat toe ad gemeenschappen maar wijs dan alles toe over de jeugd.
GEDEELDE EXCLUSIEVE BEVOEGDHEDEN
groot deel exclusief voor 1 soort overheid, ander deel voor andere overheid.
1 maatschappelijk domein (bv vluchtelingenopvang)
CONCURRERENDE BEVOEGDHEDEN
twee overheden zijn bevoegd over hetzelfde. Wegverkeer. Als je dan bijv twee gewesten daarover bevoegd maakt en zij andere regels hebben. -> chaos
* Concurrenderende bevoegdheden: federale normen gaan voor op de deelstatelijke normen maar alleen voor concurrerende bevoegdheden.
○ In veel federale staten is het principe is dat het bondsrecht voorrang heeft op landrecht. Alleen voor concurerende aspecten. Voor alle andere domeinen staan de regels gelijk.
. Beperkte concurrerende bevoegdheden
gaat over situatie waarin 1 overheid basisregels bepaald en waarbij een andere overheid/gewest dat kader vervolgens mag invullen.
Integrale concurrerende bevoegdheden
domein waarin de overheid bevoegd is, alsook de 3 gewesten en 3 gemeenschappen. Dit maakt dat de 7 overheden bevoegd zijn, dit is eerder uitzonderlijk. BELASTINGEN
2 kanttekeningen. Integrale concurrerende bevoegdheden
- Belgie past dit domein toe op 1 bepaald domein, nl belastingen. Kan dus niet door deelstaat gebeuren. Als deelstaat kan je alleen belastingen op heffen als de federale overheid daar nog geen belasting op heft. Bijv Leegstand. Huizen is absoluut subjectief recht.
- De gemeenschappen/gewesten verliezen hun bevoegdheid op het moment dat de federale overheid zijn bevoegdheid toepast.
Parallelle bevoegdheden:
gaat over elke soort overheid, bevoegdheden die meefietsen met de andere bevoegdheden. Bevoegheden die u nodig hebt om de andere bevoegdheden op een goede wijze te kunnen uitoefenen. wetenschappelijk onderzoek. Internationale verdragen afsluiten binnen uw domein.
Complementaire bevoegdheden
gaat over gemeenschappen en gewesten, niet federale overheid. Gaat over deelstaten. Logica is zelfde als bij parallele bevoegdheden. Bepaalde extra bevoegdheden geven om de andere bevoegdheden goed uit te voeren.
○ (komt in examen) Vb: art 11 bijzondere wet 8 augustus 1980 (blz 142).
○ Bijv jacht (bevoegdheid gewest)-> vlaanderen heeft jachtdecreet
○ Strafprocesrecht bijv milieu (bevoegdheid gewest) -> normen bepaald = politie begreep ze niet goed -> eigen specialisten inzetten met politietaak (=vaststellingsbevoegdheid - pv maken, maar bewijswaarde regelen - huiszoekingen doen om vaststellingen te kunnen doen)
Accessoire bevoegdheden
dat dat kan helpen om de normen van uw bevoegdheden af te dwingen. Strafrecht als bijkomend instrument om uw andere bevoegdheden op een daadkrachtige manier uit te voeren.
decreten=
art 10 BWHI Normen van gemeenschappen en gewesten die vastgesteld worden door parlement. Die kunnen artikelen bevatten in aangelegenheden waarin de parlementen niet bevoegd zijn. Zeer zeldzame gevallen waarin je niet anders kan dan beetje buiten je bevoegdheid gaan.
IMPLICIETE BEVOEGDHEDEN
Art 10 bijzondere wet van 8 aug 1980. decreten= normen van gemeenschappen en gewesten die vastgesteld worden door parlement. Die kunnen artikelen bevatten in aangelegenheden waarin de parlementen niet bevoegd zijn. Zeer zeldzame gevallen waarin je niet anders kan dan beetje buiten je bevoegdheid gaan. Bijv de bossen/wouden. Bevoegdheid van gewesten. Hoe zorgen we voor geen bosbranden, mag je kamperen, mag je ontbossen. Maar wanneer er wegverkeer in het bos besproken moet worden is dat een federale bevoegdheid. Maar federaal boeit het hen niet hoe een paarrrijder door het bos gaat. Maar de gewesten boeit dat wel. Dus door art 10 is de gewest daar technisch gezien niet voor bevoegd, maar omdat het wel nodig is kunnen zij daar over bepalen.
- Drie staatsmachten
- Federale Wetgevende macht:
- Federale Uitvoerende macht:
- Federale Rechtelijke macht:
- Federale Wetgevende macht:
art 36 GW. Kamer van volksvertegenwoordigers, senaat en koning.
- Federale Uitvoerende macht:
art 37 Gw. Betekent dus eigenlijkd at het over de regering gaat want d ekoning kan volgens de grondwet niet veel. Gebruikt woord koning maar bedoelt eigenlijk regering want de koning kan handelen via zijn ministers.
Federale Rechtelijke macht:
art 40 Gw. zijn hoven en rechtbanken. Niet gaan tegenkomen bij de gewesten(?).
scheiding der machten (tussen uitvoerende wetgevende en rechtelijke):
houden elkaar in evenwicht. Systeem van waarborgen en controle. Evenwicht van machten geen waterdichte scheiding.
exclusieve federale bevoegdheden:
economische en financiele materies. Waar dus alleen de federale overheid bevoegd toe is. Bepaling rond banken, munten, bijv voorkomen dat een bank failliet gaat. Regels over beleggen, hoeveel geld een bank altijd als buffer moet hebben. Vrijheid van handel, vrijverkeer van goederen, prijsbeleid, economische marktbescherming.
○ Leger en de politie: bevoegdheden etc.
○ Ambtenaren: pensioen, lonen, etc.
○ Sociale zekerheid(na tweede wereldoorlog in werking getreden om bijv werkloosheid, ziekte etc als collectief te dragen) was eerst ook volledig federaal. Nu zit er een uitzondering bij: kindergeld zit er niet meer bij en is overgedragen naar gemeenschappen.
gEDEELDE EXCLUSIEVE BEVOEGDHEDEN
Delen met de gewesten en gemeenschappen. Maatschappelijke domeinen waar de federale nog wel bevoegd is maar niet geheel exclusief. Hoe vind je dat terug?
GEDEELDE EXCLUSIEVE BEVOEGDHEDEN Tussen federale overheid en Gewesten
- Art 6 bijzondere wet 8 aug 1980. in paragraaf 1: I tot XXII. Aantal aspecten zijn gedeeld exclusief voor sommige van die 12 romeinse cijferes,
G EDEELDE EXCLUSIEVE BEVOEGDHEDEN tussen federale overheid en Gemeenschappen
• Art 127 en 130 Gw. Art 4 en art 5 bijzondere wet 8 aug 1980
Art 127 onderwijs voor gemeenschappen. Behalve de punten die benoemd staan in art 5 §1 II 6º, die punten worden door federale overheid geregeld.
CONCURRERENDE BEVOEGDHEDEN
- Meerdere overheden bevoegd maken.
- 2 soorten
- Integraal
- Beperkt concurerend
- 2 soorten
Beperkte concurrerende bevoegdheden tussen federale overheid en Gewesten/Gemeenschappen
- Bevoegdheden waarbij de federale overheid de basisregels vastlegt, daarbinnen kunnen de gemeenschapen/gewesten hun eigen accenten zetten zonder dat ze federalen regel mogen wijzigen of opheffen vb. buitenlandse werkkrachten, hierbij moet het wel duidelijk zijn wat basis is en wat niet
. Integrale concurrerende bevoegdheden tussen federale overheid en Gewesten/Gemeenschappen
Volle concurrentie binnen verschillende beleidsniveau, in België hebben we dit wel maar op 1 beleidsdomein namelijk belastingen -> de deelstaten kunnen dit alleen als de federale overheid geen belastingen uitoefent -> de federale overheid heeft een soort van voorrang.
○ Zowel in beperkte als integrale concurrentie geld de regel bondensrecht bie landensrecht, bij vele landen is dit altijd zo maar in België staat de federale overheid op hetzelfde niveau als de gewesten en gemeenschappen dus alleen bij concurrerende bevoegdheid.
PARALLELLE BEVOEGDHEDEN
kan een bevoegdheid door verschillende overheden tegelijkertijd worden uitgeoefend, zonder dat de ene overheid afbreuk kan doen aan de regeling van de andere overheid. Er is geen hiërarchie tussen de regelgeving die elke overheid afzonderlijk heeft uitgevaardigd.// Federale heeft ook parallele bevoegdheden. Wetenschappelijk onderzoek. Gevangenissen. Internationale verdragen sluiten.
HET FUNCTIONEEL BICAMERALISME
tweekamer, kamer van volksvertegenwoordigers en de senaat. Zelfde als in nl (eerste en tweede kamer)
○ 1830-1993 was er een gewoon bicameralisme en die hadden identiek hetzelfde beveogdheden.
○ 1993-2014 functioneel bicameralisme ingevoerd. We blijven met twee kamers werken maar die gaan niet precies hetzelfde doen. Je had volksvertegenwoordigers
§ Wetgever gaat niet volledige rol hebben maar we gaan de senaat wel inschakelen als een reflectiekamer
○ 2014 - nu : senaat zelf niet meer actief.
. DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
VI.3.2.1. Samenstelling
- Via verkiezingen samengesteld. Bij de senaat is dat niet zo. 150 leden kamer, gekozen door bevolking.
art 61GW
○ Art 61 Gw. Om te mogen kiezen zijn er 3 eisen: (kamer van volksvertegenwoordigers)
- belg zijn om te stemmen (hoeft niet in belgie te wonen),
2. boven 18 jaar,
3. mag zich niet verkeren in 1 vd gevallen door uitsluiting die door de wet wordt bepaald (hoeft deze niet te kennen). Gaat niet over straf maar gaat over een bepaalde veroordeling. Bijv iedereen die met een criminele straf veroordeeld is.
dubbele regel samenstelling kamer van volksvertegenwoordigers
§ evenredige vertegenwoordiging: splitst zetels op.
§ en een kiesdrempel van 5 procent: partijen die er niet in slagen om minstens 5 procent van de stemmen te krijgen, krijgen geen zetels.
○ Wie kan zich verkiesbaar stellen?:
- minstens 18 jaar,
- moet belg zijn,
- moet in belgie wonen,
- genot hebben van burgerlijke en politieke rechten (kan je kwijtspelen door bepaalde veroordelingen)
Werking kamr van volksvertegenwoordigers
- Samengesteld in 11 commissies, bijv justitie, binnenlandse zaken, daar zitten een deel van 150. alle partijen zijn daar in vertegenwoordigd.
Monocamerale aangelegenheden
- Die federale domeinen waar de overheid bevoegd voor is daar wordt de beslissing gemaakt door de kamer en alleen door de kamer, niet door de senaat. (basisregel) art. 74 Gw gaat over monocameraal. Alles wat niet in art 77 en 78 staat wordt geregeld door monocameralisme.
bevoegdheden kamer van vertegenwoordigers
monocamerale aangelegendheden, bicamerale aangel. gedeeltelijk bicamerale aangel
Bicamerale aangelegenheden
- Art 77 = bicameralisme.
- In art 4 staat kamerS, is kamer en senaat.
- Art 77 kan gewijzigd worden. Verwijderen en toevoegen.
Gedeeltelijk bicamerale aangelegenheden
- Art 78: de senaat kan een rol spelen maar het hoeft niet. Het is optioneel.
○ Lid 4:
1. evocatierecht :
2. Amenderingsrecht:
○ Sommige van de wetten van lid 2 vallen ook onder art 77.
§ Onder voorbehoud van art 77: als er tegenstrijdigheid is dan gaat 77 voor.
evocatierecht
Het evocatierecht is een mechanisme in het Belgische parlement dat sinds de staatshervorming 1993 aan de Senaat de mogelijkheid geeft zich uit te spreken over wetsontwerpen en wetsvoorstellen die werden aangenomen door de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Amenderingsrecht
aanpassen, recht om wet aan te passen.
senaat samenstelling
v * Art 67 Gw. 60 senatoren, worden nu niet meer verkozen.
○ 50 deelstaatsenatoren (29 nl brussels parlement of vlaams parlement, 20 frans (8 waalse gewest, 2 brussels gewest frans, 10 franse gemeenschap), 1 (duits).
○ 10 gecoöpteerde senatoren:
§ 4 worden gekozen door de 20 Franse senatoren
§ 6 worden gekozen door de 29 ndl senatoren -> een vangnet voor politieke partijen
om mensen die niet verkozen zijn toch nog te gebruiken (vroeger belangrijker toen de senaat nog andere functie had)
werking en bevoegdheden senaat
- Senaat speelt een rol bij het tot stand komen van wetten waarbij het bicamerisme nodig is (redelijk beperkt want bicamerisme is nog maar weinig nodig)
- Komt 8 keer per jaar samen, in sommige wetgeving een rol spelen. Rol spelen bij belangenconflicten. Senator kan schriftelijke vragen stellen aan de regering. Sneaat heeft geen recht van onderzoek. Art 56 Gw zegt alleen de kamer
vorming van regering
. Art 96 Gw. “De koning benoemt en ontslaat zijn ministers.” klopt eigenlijk niks van. De manier waarop de regereing gevormd wordt ongeschreven grondwettelijke gewoonte. Gewoonterecht.
Verkiezingen.
7 stappen vormen regering
- Raadplegingsronde, maandag na de verkiezing. Koning nodigt alle partij voorzitters 1 voor 1 uit en ook aantal mensen uit sociaal economisch leven. En vragen hoe zij naar de verkiezingsuitkomsten aankijken. Door iedereen apart uit te nodigen krijgt hij als enige een algemeen beeld van alle partijen bij elkaar.
- Koning kiest informateur uit. Politicus die info geeft zonder ambitie om minister te worden. Die moet in overleg met alle partijen een advies geven voor een coalitievorming.
- Formateur wordt aangeduid, moet een regering vormen.
- Die onderhandelingen moeten leiden tot een regeerakkoord; wat gaan wij van beleid voeren, wat is ons programma, welke partij krijgt welke minister.
- Eed aflegging bij de koning
- Regeringsverklaring: 76 kamerleden die vertrouwen geven is genoeg (beter wat meer anders bij 1 lid dat overloop -> geen regering)
§ Je hebt geen meerderheid in de taalgroepen nodig) (dus er kan weinig rekening houden met een taalgroep
§ De investituur: een gewone meerderheid mits meerderheid van kamer aanwezig is. - Infrastructuur, vragen van de kamer naar hun bevoegdheid van govermental power
§ In principe voor 5 jaar
§ Vertrouwen kan ingetrokken worden
samenstelling van de regering
• De federale regering bestaat uit ten hoogste 15 ministers. Hiernaast kunnen er ook nog staatssecretarissen worden toegevoegd aan de regering. Deze regering is samengesteld uit evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen, eventueel de eerste minister uitgezonderd
○ De ministers en staatssecretarissen zijn de medewerkers van de koning als hoofd van de uitvoerende macht. Gezien de ministeriële verantwoordelijkheid is de regering het politieke hoofd (niet het juridische) van de uitvoerende macht.
- Gewone meerderheid voor de stemmen (helft +1).
- Minister en staatssecretarissen. Art 104, art 99 Gw.) max 15 ministers, zegt niks over staatsecretarissen. De eerste minister evt uitgezonder => als je voor max van 15 gaat is niet verplicht, dan zal je 7 nl 7 frans en 1 is minister aanneemt dat die op taalkundig vlak neutraal is mag beide zijn.
ministerraad wordt gevormd door
alle ministers van een regering, dus zonder eventuele staatssecretarissen of onderministers. De ministerraad bepaalt over regeringsbeleid en besluiten worden meestal door meerderheid genome
Kroonraad
niet ministerraad. Is een orgaan (voorgezeten door de koning) met ministers van staat. Kroonraad komt eigenlijk iet samen. In 1960 samengeroepen voor congo, daarna nooit meer. Is dus niet meer echt nodig
HET STATUUT VAN DE MINISTERS
- Art 97 98 Gw.
- Kunnen parlementsleden lid vd regering zijn? (vraag tentamen): kunnen geen lid zijn omdat de kamer de regering controleert. De regering moet verantwoordelijk afleggen aan kamer van volksvertegenwoordigers.
Maar als je dan verkozen bent als kamerlid? Dan moet je ambt neerleggen. Daarom heb je ook opvolgers in de kieslijst staan.
- Kunnen parlementsleden lid vd regering zijn? (vraag tentamen): kunnen geen lid zijn omdat de kamer de regering controleert. De regering moet verantwoordelijk afleggen aan kamer van volksvertegenwoordigers.
Bevoegdheid regering
uitvoerende macht, beleid en wetten utivoeren. Met regeerakkoord. Wetten worden gewijzigd. Kan voorstel lanceren, maar niet zelf wetten veranderen want zijn geen wetgevende macht.
Kabinet bevoegdheden
persoonlijke medewerkers vd ministers die zijn uitgekozen die achter de minister staan.
Kernkabinet bevoegedheid
eerste minister plus de vice eerste ministers. Elke partij die in de regeringn zit draagt een persoon aan als vice eerste minister. Volgt eigen vakdomein op maar algemene beleid vd regering. Kleinere groep, gevoelige dossiers besproken kijken of je het aar naar een akkoord brengt voordat je het naar de regering brengt.
Impact van ontbinding
=eindigen overeenkomst) kamers van volksvertegenwoordigers op regering. Geen automatische ontbinding van de senaat. Why not? Senaat bestaat uit deelstaat senatoren, die noem je omdat het legislatuurparlementen zijn uit de deelstaten.
in geval van grondwet herziening
worden kamer en senaat wel tegelijk ontbonden. b. Art 73 Gw. Senaat mag alleen maar vergaderen in zittingsperiode vd kamer. Vanaf de periode van ontbinding van de kamer tot aan de eerste zitting van de nieuwe verkozen kamer, mogen de senaat niet vergaderen.
drie gemeenschappen
- Art 2 Gw. Alle gemeenschappen zelfde bevoegdheden. Brussel is geen gemeenschap.
hoe omschrijven we de gemeenschappen
Taalgebieden art 4 Gw. Belige is opgesplitst in taalgebieden. Zone die je op de landkaart kan aanduiden. Waarin de overheid verplicht is om een taal te gebruiken om evt twee talen in haar interne werking en in haar contacten met de bevolking.
4 taalgebieden
NL= west/oost vlaanderen, limburg, vlaamsbrabant, antwerpen. Duits taalgebied : oostcantous
frans taalgebied= henegouwen, luxemburg, namen, waals brabant, niet heel de provincie luik, andere deel zit in duits taalgebied. Tweetalig gebied brussel hoofdstad.
Duitstalige gemeenschap
alle inwoners van duits taalgebied.
Vlaamse gemeenschap=
alle inwoners van het nederlands taalgebied plus de inwoners van brussel hoofdstad die zich tot de vlaamse gemeenschap bekennen
Franse gemeenschap
alle inwoners in frans taalgebied plus de inwoners van brussel hoofdstad die zich tot de franse gemeenschap bekennen. Staat politieke strijd achter.
Subnationaliteit
vlaamse streven dit. Franstalige zeiden dat zullen wij nooit aanvaarden want dat gaat naar splitsing aan van het land.
bevoegdheid van de gemeenschappen
Ratione loci= plaats, materiele bevoegdheid. Teritoriale bevoegdheid. Op welke deel van de belgisvhe grond voer ik die bevoegdheid uit.
1) Culturele aangelegenheid. Art. 127 par 1 Gw, art. 130 par 1 Gw, art. 4 bijz wet 8-8-80
2) Onderwijs art. 127 130 Gw.
3)persoonsgebonden aangelegenheden:128 Gw en 130 Gw
4)Justitiehuizen en diensten:
5)Gezinsbijslagen
6) Filmkeuring
7) Taalregeling (art 129 - 130 Gw)
8) samenwerking tussen gemeenschappen. 127 en 128 Gw
- Culturele aangelegenheid.
Art. 127 par 1 Gw, art. 130 par 1 Gw, art. 4 bijz wet 8-8-80. bijzodnere wet omschrijft op basis van de grondwet, beide taalgroepen zijn altijd nodig.
Onderwijs
art. 127 130 Gw. Niet in bijzondere wet.
Art 127 par 2 Gw. Gelden in brussel alleen voor de instellingen die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd als uitsluitend te behorentot de franses of vlaamse gemeenschap. □ Alleen ten aan zien van instellingen niet personen.
□ Onderwijs dat zich tweetalig organiseert in brussel: de fedrale overheid, want dat voldoet niet aan de art 127 GW par 2. maatregelen die zich richten tot de brusselaars, regelt de federale overheid. Culturele instellignen die zich duidelijk tot 2 gemeenschappen richten, dat de federale overheid dat regelde leide tot onvrede omdat men zei de federale overheid investeert daar te weinig in. Dat heeft geleid tot een bepaling art 135 bis gw samenlezen met art 4 brussel wet.
Biculturele instellingen
niet tot een gemeenschap richten. Tot 2014 was bevoegdhied federale overheid. Nu moeilijker omdat het brede betekenis is, art 135bis Gw.
Persoonsgebonden aangelegenheden:
128 Gw en 130 Gw. Omschreven in bijzondere wet omdat dat niet taalgebonden is. Art 5 bijzondere wet 8 8 80. 1. Gezonheidsbeleid is aan de gemeenschappen toevertrouwt. Examenvraag gaat over bepaald aspect. Weten door wie het bevoegd is.
2. Bijstand aan personen. Bevoegheid van de gemeenschappen. Lid 6 7 en 8 belangrijk voor criminologen.
Justitiehuizen en diensten:
□ Melden aan federaal niveau als het tweetalig zou zijn (GGC). Rechter geeft werkstraf op maar als dat niet wordt nageleegd moet dat gevangenisstraf worden. Maar federaal niveau zegt nee we zitten vol dus wordt veranderd door elektronisch toezicht (enkelaband).
§ Justitiehuizen/diensten -> 128 par 2, eentalig frans? Valt onder franse gemeenschap. Eentalig nl-> vlaams. Geen afwijking op bijzondere wet 128.
Melden aan federaal niveau. Rechter geeft werkstraf op maar als dat niet wordt nageleegd moet dat gevangenisstraf worden. Maar federaal niveau zegt nee we zitten vol dus wordt veranderd door elektronisch toezicht (enkelaband).
“unicommunautaire instellingen”
zijn instellingen die “wegens hun activiteiten” of “wegens hun organisatie”, beschouwd moeten worden als uitsluitend behorend tot één van beide Gemeenschappen.
○ De bipersoonsgebonden ordonnanties vertonen twee verschilpunten met de regionale ordonnanties:
- Ze moeten worden aangenomen met een meerderheid van stemmen in elke taalgroep. Als de meerderheid niet gehaald wordt, wordt een tweede stemming gehouden. In dat geval worden ze aangenomen bij volstrekte meerderheid van de stemmen van de verenigde vergadeirng en met minstens een derde van de stemmen in elke taalgroep
- Ze zijn niet onderworpen aan het administratief toezicht van de federale regering
Gezinsbijslagen
kindergeld, groeipremie. Naar deelstaten, gemeenschappen zijn volledig bevoegd.
Filmkeuring
Filmtkeuring: gemeenschappelijke gemeenscommissie. -> want kan niet via criteria van art 128 GW. Per domein kijken wat er in brussel gebeurd en kijken of het een afwijking is van de bijzondere wet.
Taalregeling
(art 129 - 130 Gw) vlaamse en franse gemeenschao zijn bevoegd om het gerbuik van de talen te regelen in drie materies.
1. Bestuurszaken
2. Onderwijs
3. sociale relaites tussen werknemers.
Samenwerking tussen gemeensvhappen.
127 en 128 Gw zegt dat met elkaar kunnen samen werken op gebied van onderwijs cultuur etc.
De organen van de Gemeenschappen
- 6/7 regeringen, parlementen 3 omdat 3 gemeenschappen
Het Vlaams Parlement
- Art 115 Gw, bijzondere wet 8 aug 1980 -> art 24. vlaams parlement bestaat uit 124 leden. Rechtstreeks moeten gekozen worden. De 6 mensen in dat groepje worden gekozen in brussel en die ook in brussel wonen.
- Mandaat van 5 jaar, legislatuur parlement. Kan niet vroegtijdig worden ontbonden
- Voorwaarden:
- Wonen in vlaams gewest of die voor 6 in brussels gewest
- Kan niet in kamer van volksvertegenwoordigers zitten en vlaams parlement tegelijk.
- Bevoegdheden vlaams parlement:
- Wetten maken, decreten (wetgevende normen van gemeenschappen) voor eigen bevoegdheidsdomein
2. Regering controleren
De Vlaamse Regering
- Worden gevormd na verkiezingen
- Niet zeflde samenstelling van federale regering
- Art 63 Gw van bijzondere wet 8 8 80.
- Max 11 leden (10-1)
○ (1 Moet in brussel hoofdstad wonen)
○ 1 is Minister president
Bevoegdheden vlaamse regering
- Regeer akkoord uitvoeren
2. Budget beheren
3. Beleid voeren voor bevoegdheden
Het Parlement van de Franse Gemeenschap
- Art 24 bijz wet 8 8 80 par 3, 94 leden. 75=leden van waals parlement, 19 = franse taalgroep
- Asymetrische opbouw gemeenten en gewesten
- 138 Gw bevoegdheden overdraagt naar enerzijds parlement waals gewest, en anderzijds brussels gewest (Franse taalgroep daarvan)
De Franse Gemeenschapsregering
- Art 63 bijz wet 8 8 80, (3+1) leden met 1 iemand van brussel.
DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
- Regering en parlement. Heel klein. 4 regeringen
De bevoegdheid van de Gewesten
art 3, art 6 bijz wet 8 8 80, romeinse cijfers 12 rubrieken en dan heb je de bevoegdheden.
De organen van de Gewesten
vlaams gewest, waals gewest, brussels gewest
HET VLAAMSE GEWEST
- Nl taalgebied. Symmetrie tussen gewesten en gemeenschappen.
- Die 6 brusselse gemeenschappen van gemeenschappen nederlandse parlement mogen zich niet bemoeien over gewest
HET WAALSE GEWEST
- Franse + duitse taalgebied
- 75 leden waals parlement, dubbele job zitten ook in parlement franse gemeenschap.
De Waalse Gewestregering
- 7 leden
- Parlement = wetgevende, wordt verkozen
- Regering=uitvoerende en verantwoording afleggen aan parlement
HET BRUSSELSE GEWEST[3]
- 19 gemeenten
- Franstaligen wilden dit gewest hebben, vlamingen wilde dit niet omdat zde franstalige dan zich bij walonie zou trekken (2 tegen 1 idee). Geduurd tot 12 jan 1989
- Specifieke bescherming voor nederlandstalige (vlamingen) in brussel omdat zij met minder zijn. Onderdeel van het compromis.
- Brussel is geen gemeenschap maar moeten die gemeenschapsbevoegdheden wel uitvoeren.
Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement
- Art 10 BWBI en 20 par 2, 89 leden
- Zoveel omdat reden bescherming vlamingen en omdat zij veel moeten doen. 89 wroden voor de verkiezingen opgesplitst tussen (72 en 17)
- 72 wordt de franse taalgroep, 17 is nl,
- Tweede reden: brusselse parlementleden doen meer dna enkel gemeenschaps bevoegdheden uitvoeren, brussel is geen provincie dus moeten dat soort gemeenschappen ook uitgevoerd worden
de vergadering van de franse gemeenschapscommissie.
72 Franse taalgroep in brussel hoofdstedelijk parlement. Parlementsleden hebben ook parlement en gemeenschapsbevoegdheden ookal is het geen gemeenschap.
BRUSSEL HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT : Inrichtende macht voor gemeenschapsbevoegdheden
onderwijs cultuur en persoonsgebonden aangelegenheden, kruisverwijzing naar art 64 §1 1 BWBI. Gaat over 4 zaken:
1. programmering uitwerken en uitvoeren van infrastructuur met betrekking tot aangelegenehden waarover het gaat”.
2. Gaat over onderwjis cultuur en persoonsgebodnen aangelegenheden, infrastructuur van onderwijs turnzalen lokalen etc. cultuurhuizen.
3. Aanbevelingen en adviezen: inrichtende macht geen een richtingsverkeer,
4. Initiatieven nemen cultuur persoonsgebonden aangelegenheden.
▪ Bevoegdheden uitvoeren van parlement van de gemeenschap.
Gemeenschapscommissie aansturen. Adviezen geven (brussel). Verordeningen uitvaardigen. Waarbij je de decreten concretiseert voor brussel. Onder bestuurlijk toezicht van eigen gemeenschap. Juridisch bindend instrument .
De vergadering van de vlaamse gemeenschapscommissie
○ Samenvoeging twee gemeenschapscommissie :17 nl leden. Niet als gewest parlement, maar als gemeenschapsparlement. Zelfde 89. samenstelling zelfde als parlement, maar verschil in werking.
Werking m, vergadering van de vlaamse gemeenschapscommissie
gemeenschapscommissie houdt zich bezig met materie van de gemeenschappen en niet met gewestmateries. Ookal zijn zelfde 89. zelfde poppetjes houden zich n bezig met iets anders. Tweede verschil: specieke bescherming van nederlandstalige. Art 72 lid 4 BWBI. Heb je voor gemeenschapsmateries en niet gewestmateries. Beslist meerderheid van stemmen in elke taalgroep (nl en frans) -> betekent dat voor die materies je altijd minstens 9 van de 17 vlaamse vertegenwoordigers meot hebben die ja stemmen. Maakt niet uit als je wel alle 72 hebt van de franse en 8 van de 17 nl, dan gaat het niet door. Die 89 als die als gewestparlement materie vergaderen (milieu ruimtelijke ordening etc) dan heb je meerderheid van 89 nodig hebben.
▪ Wat doet gemeenschappelijk egmeeenschapscommissie: 2 soorten bevoegdheden:
1) Treedt ook op als inrichtende macht maar niet namens 1 vd twee gemeenschappen of samen, nee namens de federale overheid. Verorderingnen uitvaardigen.
2) Treedt op als soort van vierde gemeenschap. Bindende normen uitvaardigen in de vorm van ordonanties. Brussel maakt geen decreten maar ordonanties. Vlaamse/frans/waals=decreten, brrussel=ordanties.
a) regionale ordonanties=
gewest. Komt van het brussels hoofdstdelijk parlement. Volksvertegenwoordiger maar met gewest parlement. Art 6 bijz wet 8 8 80. vlamingen zijn daarin niet beschermd, omdat je een gewone meerderheid hebt binnen 89, 45 is al genoeg ooka lzijn alle nl tegen.
cormunotaire ordonanties:
gemeenschap. Zijn zelfde mensen als brussels parlement maar met andere pet op en andere regels. Gaat over gemeenschapsmatteries, en wel een bescherming van vlamingen. Meerderheid en bij tweede stemming 1/3 in elke taalgroep.
Twee soorten ordonanties:
a) regionale ordonantie
b) cormunotaire ordonnanties
Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie:
□ Cultuur. Gaat over activiteiten 127 gw die niet uitsluiten tot vlaamse en franse gmeeenschap richten.
□ Onderwijs zelfde verhaal, federaal idee maar ggc inrichtende macht maar geen normen want die zijn federaal.
Persoongsgebonden aangelegenheden 128 par 2 gw;
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering
Art 34 brussel wet en 41 BWBI. Regering met 5 leden met bescherming voor vlamingen, 2 franstaligen, 2 nederlandstaligen en 1 voorzitter min presi, maar die 5 worden aangevuld met 3 gewestelijke taalsecretarisen, met minstens 1 iemand van de 3 uit de kleinste taalgroep (nl taalgroep) maar behoren niet tott de regering
Gemengd systeem: voor alle gemeenschapsmateries. (brussel)
○ Vergadering Vlaamse gemeenschapscommssie 17 die besproken zijn, op regering niveau nederalndstallige ministers en franse taalsecretaris treden als uitvoerige macht. College van vlaamse ggc kan besluiten uitvaardigen uit te werken, ordonanties komen niet aan de orde. Franse ggc is zelfde: 72 kunnen veroderningen uitvaardigen, franstalige ministers en die kunnen besluiten maken. Zelfde dus voor nl kant.
○ De gemeenschappelijk ggc 89 = verenigd college, de brusselse regering kan besluiten uitvaardigen.
○ Zal niet vragen besluit van franse ggc maar als
Belangenconflict
politiek conflict. U blijft binnen bevoegdheid en wordt niet overschreden, alleen vind een andere gelegenheid in de staat dat u de belangen schendt. Maar het is in schending met federale belangen van 143 gw.
○ Niet te verwarren met bevoegdheidsconflict (=juridisch conflict).
=juridisch conflict
bevoegdheidsconflict. Gaat over bijv federale overheid die zijn bevoegdheid geschonden heeft. Of dat vlaamse gemeenschap een pensioensregeling gaat maken waarvoor zij niet bevoegd zijn.
vMechanismen en procedures met het oog op samenwerking
Vertegenwoordiging, Samenwerkingsakkoorden, Gezamenlijke wetskrachtige normen,m Overlegcomité comeback gevonden in coronaperiode, Interministeriele conferentie
Vertegenwoordiging (art 92ter van bijz 8 8 80): 2 bewegingen:
- De gemeenschappen en de gewesten kunnen vertegenwoordigers sturen naar beslissingsorganen van federale instellingen of organisaties. Enkel om stem te laten horen. Bijv NMBS kunnen vertegenwoordigers van de gewesten/gemeenschappen mee aan tafel komen zitten.
2. Deelstatelijke instellingen of organen waar vertegewnoordigers waarbij federale veregenwoordigers mee aan tafel kunnen zitten
Samenwerkingsakkoorden
art 92bis bijzondere wet 8 8 80, (zat ook in examen)akkoord waarbij federale staat de gemeenschappen en de gewesten met elkaar kunnen afspreken hoe zij hun bevoegdheden gaan uitoefenen. Partners lijven hun bevoegdheid houden maar zij gaan met elkaar overleggen hoe zij de bevoegdheden gaan uitvoeren. Kan dus alleen worden uitgevoerd door waarvoor je bevoegd voor ben.
§ Bijvoorbeeld akkoord tussen federale staat en vlaamse gemeenschap over sociale hulpverlening aan gedetineerden gericht op bijv reintegratie.
Gezamenlijke wetskrachtige normen
(art 92bis/1 van 8 8 80) : (komt wss ook examen) gaat over gemeenschappen en gewesten zouden als zij dat willen kunnen beslissen om gezamenlijke decreten te maken of gezamenlijke ordonantie (als brussel erbij zit). Minstens 2 parties nodig. Ingevoerd op vraag van fransen, band maken tussen franstalige gemencshap en franstalig deel van brussel. Moet onderscheid maken tussen nesotium en instrumenta
Negotium
onderhandelen, inhoud norm vastleggen van wet. Maakt voor elk apart een wetgevend instrument.
Instrumenta
Komt niet op 1 document neer, maar 2 of 3 maar met identieke tekst. Gewesten maken zelf hun document decreet of ordantie maar teks is compleet hetzelfde. Verschil met samenwerkingsakkoord.