SR boek notities Flashcards
vrijheidsberoving
- Art 5 EVRM, 9IVBPR en 12GW waarborgen aan eenieder het principiele recht op persoonlijek vrijheid, maar houden tezelfdertijd de mogelijkheid tot virjheidsberoving in
○ =virjehidsberoving van een persoon die wordt verdacht van plegen van een strafbaar feit, maar die heirvoor nog niet schuldig is verklaard door een definitieve rechtelrijke uitspraak.
§ Gegrond op maatschaepplijke noodzaak
§ Niet stirjdig met vermoeden van onschuld art 6.2 evrm.
§ Verdahcte beschikt tijdens periode van arrestatie over drie materiele rechtne;
- Gearresteerde verdachte in beginsel het rehc top een vertrouwelijk gesprek advocaat voorafgaand eerste verhoor en bijstand advo tijdens verhoor
2. Rehc tom door hem aangeduide derde persoon op de hoogte te latne brengen van arrestatie art 2bis §7 WVH. & lid 2 WVH
3. Gearresteerede heeft ook recht op medische bijstand en het subsidiaire recht op een medisch onderozek op zijn kosten door een arts van zijn keuze art 2bis §8 WVH
○ Bevel tot medebrenging art 3-15 WVH
§ Is een gemotiveerd bevel van de onderzoeksrechter dat ertoe strekt een persoon onder dwang voor hemt e brengen met het oog op een ondervraging
art 12gw
○ Voorwaarden voor bevel tot aanhouding:
§ Materiele voorwaarden: art 16 §1 WVH beginselverkarling
§ Bevel tot aanhouding slechts mogelijk indien de wet voor dit feit een correctioneel hoofdgeevanngenisstraf van een jaar f meer voorziet art 16 §1 lid 1 WVH
ernstige aanwijzingen van shculd art 16 §5 WVH en art 5.1.c EVRM. Geen inbruek op vermoeden van onschuld.
Slechts mogelijk wnnr dit volstrekt noodzaklijk is voor openbare veiligheid art 16 §1 WVH
§ Gronden die de voorlopige hechtenis mogelijk maken:
Bevel tot aanhouding mogelij kvoor zover ernstige redenen bestaan die doen vrezen:
a. Dat de in virjheid gelaten verdachte nieuwe misdaden of wanbedrijven ozu plegne
b. Dat hij zich aan et optreden van het gerecht te onttrkeken
c. Dat hij zou pogen bewijzen t elaten verdwijnen of zich zou verstaan met derden
(als de straf onder max 15 jaar zit)
® Hoeven niet samen vervuld te zijn. Indien het max van de voorziene straf de 15 jaar opsluiting te boven gaat is de invullign van openbare veiligheid niet limitatief gebonden aan deze drie omstandighedne.
§ Aanhouding bij verstek:
vermijdt dat tav een persoon die itjdens een ger onderzoek niet voor de onderzoeksrechter kon wordne gbracht en die men pas na afsluiten van egr onderzoek aantreft,m geen voorlopige hechtenis meer mogelijk is bij gebrek aan rechtsmacht van de OR
□ Europees aanhoudingsbevel 212:
europees aanhoudingsbevel :gerechtelijke beslissing genomen door bevoegde rechtelrijke autoriteit van een lidstaat van EU met oog op aanhouding en overlevering door de bevoegde rechtelrijke arutoriteit vna een andere lidstaat van een persoon gezocht met het oog op de instelling van strafvervolging of de tenuitvoerlegging van een virjehdisbenemende straf of veiigheidsmaatrelg
- Onwerkdadige voorl hechtneis: .
vergoeding hierovor niet gestoeld op een begane fout. In dit geval is de voorlopige hecthenis correct toegepast, maar wegens bepaalde omstandigheden onafhankelijlk van de wil van hen die de voorl hechtenis gelastten, blijkt deze achteraf onnodig te zijn geweest. □ Geldt niet voor ene persoon die een bepaalde tijd in voorl hecthtnis heeft gezeten en die nader schulder wordt verklaart maar niet veroordeelt tot een vijrheidsstraf of een virjheidsstraf opgelegt krijft waarvan de duur korter is dan deze van de ondergane voorl hechtneis.
a. Voorwaarden schadevergoeidng onwerkdadige voorl hechtenis
® Duur van voorl hechtnei msoet minsens acht deagen hebben bedragen
® Niet te wijten geweest aan het gedrag van betrokkene zelf
® Vereist is dat de betrokkene zich bevindt in een van de derie gevallen die limitatief in de wet zijn bepaald; 1) betrokkene werd vrijgesproekn (motivering is irrelevant) 2) de bertrokkene werd buiten vervolging gesteld, 3) de betrokkene werd aangehouden of verder in voorl hechtenis gehouden na het verval van de strafvordering door verjaring.
borgsom
een invrijheidsstelling mits zekerheidstelling. Beslissingw aarbij de hechtnis gehandhaafd blijft tot de vereiste zekerheid betaald is. Borgsom is geen voorwaard ein zin van art 35 §1 WVH.
denaturatie
ii. Denaturatie: houdt in dat het onderzoeksgerecht voor een bepaald feit verzachtende omstandigheden of een strafverminderende verschoningsgrond aanneemt en hierdoor het feit omvormt tot een misdrijf van een lagere categorie, in functie van de veriwjzing van de zaak naar de rechtbank die bevoegd is voor de lagere misdrijfcategorie
} Brengt een wijziging van de bevoegdheid met zich mee
} De verschoningsgrond of verz oms zijn bindend voor het vonnisgerehct. Mag het bestaan er van niet afwijzen art 3 wet 4 okt 1867.
Heeft terugwerkende kracht
} Contraventionalisatie:
feit wanbedrijf? -> art 100 sw bepaald welke verz omst mogelijk zijn. Gaat van correcitonele rechtbank naar politierechtbnak
} Correctionalisering?
Feit msidaad en strafbaar > 20 jaar of omschreven in art 2 lid 3 2º tot 14º wet verzachtende omstandigheden waardoor het naar correctionele straf gaat wordt verwezne naar correctionele rechtbank.
} Denaturatie door vonnisgerecht:
vonnisrechter kan kwalificatiecontrole zelf verz omst eof verschoningsgrondne aanneemt wnnr hij denkt dat misdaad of wanebdrijf niet gecorrectionaliseerd of gecontraventionaliseerd werd (art 3 lid 3 en art 5 lid 3 wet 4 okt 1867.
} Denautratie via OM:
PK kan wnnr hij denkt dat wegens verz omst of reden van verschoning geen grond is om hogere straf te vorderen dan een correctioenel straf, de beklaagde rechtstreeks naar corr rechtbank dag kan vaardigen art 2 lid 2 Verz Omst.
– Vorm van denaturatie zonder tussenkomst vna onderzoeksgerechten.
– Aanduiding is niet bindend art 3 lid 2 wet Verz Omst.