Spreidingsmaten Flashcards
1
Q
Variatiebreedte
A
Spreiding rond de modus
Verschil tussen minimum- en maximumwaarde. Beïnvloed door uitschieters
2
Q
Kwartielafstand
A
Spreiding rond de mediaan
Variatiebreedte rond de middenmoot. Met Q2 = de mediaan; Q1 = de mediaan van de eerste helft; en Q3 = de mediaan van de tweede helft. Kwartielafstand = Q3 - Q1
3
Q
Variantie
A
Spreiding rond het gemiddelde.
Gemiddelde van alle gekwadrateerde afwijkingen van he gemiddelde.
- totale populatie = sigma²
- steekproef = s²
4
Q
Standaardafwijking
A
Spreiding rond het gemiddelde.
Vierkantswortel van de variantie.
symbool = s (steekproef) en sigma (populatie)
5
Q
Variantiecoëfficiënt
A
Genormaliseerde standaardafwijking, dus s gedeeld door gemiddelde