Regressie Flashcards
Regressie
Stap verder dan correlatieanalyse, op zoek naar een causaal verband. Dus de invloed van variabele x op variabele y.
- bivariate analyse = 2 variabelen
- multivariate analyse = meerdere variabelen
Regressielijn
Bepaald door onafhankelijke variabele x
Residu
Storingen. Regressielijn wordt bepaald door de kleinste afstand tussen regressie en residuen.
Perfect model: residu = 0 ==> alle afhankelijke waarden (y) kunnen perfect verklaard worden door de onafhankelijke waarden (x)
Determinatiecoëfficiënt
Symbool = R²: hoeveel van de totale variantie verklaard kan worden door de onafhankelijke variabele. Gestandaardiseerde waarde tussen 0 (onafhankelijke variabele beïnvloedt de afhankelijke totaal niet) en 1.
ANOVA
Geeft aan hoeveel van de afhankelijke variabelen verklaard kan worden door de lineaire regressielijn.
Beta-coëfficiënt
Relatieve invloed van de onafhankelijke variabele. Gemeten in standaardafwijkingen ==> wanneer x met 1s stijgt, met hoeveel s’en neemt y dan toe?
Multivariate regressieanalyse
1 onafhankelijke variabele gemeten per keer.
Achterwaartse regressie
Multivariate analyse. 1) correlatiecoëfficiënten berekenen van variabelen 2) regressie berekenen van variabele met hoogste correlatie 3) andere variabele toevoegen
Voorwaartse regressie
Multivariate analyse. 1) alle correlatiecoëfficiënten tegelijk berekenen 2) die met het minste invloed verwijderen
Logaritmische regressieanalyse
Bij niet-lineaire verbanden tussen twee kardinale variabelen.