Kruistabellen Flashcards
Nulhypothese
= H0: omgekeerde van de hypothese (H1). Er is geen verband
Degree of freedom
= n (=totaal aantal waarden) - 1.
Vb. opgooien van een muntstuk. 2 mogelijke uitkomsten. Als je munt gooit, weet je automatisch dat de andere uitkomst kop is. ==> Je hebt maar 1 onafhankelijke waarde nodig om de andere waarde te kennen
Expected values
Verwachte waarden (=95% van de waarden) die de nulhypothese steunen.
P-waarde
Kans dat de waarden in de verwerpingsregio van de H0 liggen. Moet kleiner zijn dan 0,05. Hoe kleiner de p-waarde, hoe groter de kans dat de nulhypothese niet waar is
Chi-kwadraat test
Symbool = X²
Waarbij verwachte waarde (e) = geobserveerde waarde (o). X² = 0 ==> nulhypothese klopt
Voorwaarden:
- waarden nooit kleiner dan 1, dus geen lege cellen
- 20% van de waarden mogen kleiner dan 5 zijn
Fishers exact test
Alternatief voor X²-test, maar minder gevoelig voor kleine frequenties
Cramer’s V test
Symbool = V
Weergeeft sterkte van het verband door waarde tussen 0 en 1, waarbij 0 geen samenhang betekent
Simpson’s paradox
Zwakke V betekent niet sowieso dat de hypothese fout is, soms ligt het aan het aggregatieniveau.