Socialisatie Flashcards

1
Q

Input-output model

A

waarbij input, leren tijdens primaire en secundaire socialisatie (opvoeding, interactie, ervaringen), leidt tot output, meespelen in de maatschappij en eigenheid tonen (zelfstandig handelen en identiteitsvorming).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wederzijdse rolverwachtingen

A

gedragsregels die partijen van elkaar verwachten. Voorbeeld: Tamara als huisarts gedraagt zich anders dan als moeder of koorlid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mentale bagage

A
  1. Kennis van regels: wat hoort bij een rol 2. Vaardigheden: kunnen uitvoeren wat de rol vereist 3.Bereidheid: motivatie om aan verwachtingen te voldoen. Deze bagage is persoonlijk en zichtbaar in iemands gedrag. Reacties van anderen (goedkeuring/afkeuring) en zelfreflectie (schaamte/tevredenheid) spelen hierbij een rol.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Roltheorie

A

Suggereren dat mensen slechts regels volgen, maar in werkelijkheid interpreteren en vormen ze hun rollen actief. Spelers volgen regels, maar gebruiken deze ook om te winnen of te overtreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociale differentiatie

A

Mensen bewegen zich in verschillende levensgebieden (wonen, werken, vrije tijd), elk met eigen rolverwachtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Position set

A

De reeks levensgebieden waarin iemand actief is (bv. Tamara als moeder, arts, koorlid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Role set

A

De verschillende rollen binnen één levensgebied (bv. Tamara als arts én collega)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Status set

A

De status verschilt per levensgebied (bv. hoger als arts, lager als automobilist).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Socialisatie

A

Breed proces, inclusief onbewust leren (bv. imiteren van leeftijdsgenoten, media-invloed). Dit stopt niet bij volwassenheid. Individu staat centraal: gebruikt input actief om eigen gedrag en identiteit te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Primaire socialisatie

A

Waar iemand basisgewoonten en -waarden aanleert. Dit kan communiceren zijn of bijvoorbeeld cultuur. De buurt of andere externe factoren als economie en media vallen er ook onder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Secundaire socialisatie

A

Start wanneer iemand buiten de thuiswereld nieuwe levensgebieden betreedt (school, werk, hobby’s). Leeftijdsgenoten, leerplicht en eigen regels verwerken in nieuwe contexten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Idealisering van thuiswereld

A

Mensen verheerlijken of verwerpen vaak hun primaire socialisatie.
Realiteit: Socialisatie is een mix van meerdere (soms tegenstrijdige) invloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De significant other

A

Een belangrijke voorbeeldfiguur (ouder, leraar, idool) die invloed heeft op iemands socialisatie.
Primaire socialisatie: Ouders of andere nabije figuren (bv. Tamara’s vader leerde haar tafelmanieren).
Secundaire socialisatie: Leraren, sporthelden, popsterren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Habitus

A

(Bourdieu) De mentale bagage (gewoonten, smaak, denkwijzen) die iemand verwerft via socialisatie.
is wat je leert vanuit thuis of het onderwijs, zoals een social worker worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Veld

A

wat je bij habitus allemaal heb geleerd uitvoeren in het leven, dus werken als een social worker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Drie redenen waarom socialisatie geen eenvoudig aanpassingsproces is

A

1 Rolverwachtingen vullen elkaar zelden aan – Er is vaak strijd of onduidelijkheid over wat er verwacht wordt.
2 Mentale bagage is niet passief verkregen – Mensen verwerken input actief, zoals een lezer die een boek interpreteert.
3 Socialisatie leidt niet rechtstreeks tot “gewenste” output – Mensen kunnen zich op verschillende manieren ontwikkelen, ook buiten de norm.