Grenspassage Flashcards

1
Q

Crisis

A

Pubers zetten zich af tegen de autoriteiten van hun ouders en richten zich meer op hun leeftijdsgenoten.
Dit leidt tot experimenteren en autonome keuzes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Experimenteren

A

Uitproberen van identiteiten via kleding, gedrag en sociale groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Autonome keuzes

A

Aan het einde van de fase maken jongeren zelfstandige beslissingen over hun toekomst (studie, carrière, relaties).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kritiek op Erikson

A
  1. Zijn model is te eenzijdig (gericht op middenklasse, westerse jongeren).
  2. Maatschappelijke factoren (armoede, cultuur) kunnen autonome keuzes belemmeren.
  3. In moderne samenlevingen is identiteit flexibeler
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de levensloop verdeeld in drie fasen

A
  1. Kindertijd – zorgeloos, weinig verantwoordelijkheden.
  2. Volwassenheid – meer verantwoordelijkheden (werk, gezin).
  3. Ouderdom – afname van activiteiten, levenseinde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Standaardlevensloop (Kohli)

A

Kohli beschouwt de standaardlevensloop als een sociale institutie (een vast patroon dat gedrag stuurt).
Kenmerken:
Leeftijdsgebonden rechten/plichten: school, werk, pensioen.
Gezinscyclus: kinderen krijgen → opvoeden → ‘leeg nest’ → ouderdom.
Invloed van moderniteit: langere levensverwachting en betere gezondheidszorg, wettelijke regelingen (leerplicht, pensioenleeftijd).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kritiek op Kohli

A

Het model past niet meer volledig door individualisering (scheidingen, latere gezinsvorming).
Toch blijft het een referentiekader: afwijkingen (bv. laat kinderen krijgen) vragen om uitleg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Keuzebiografie (Giddens & Beck)

A

In de risicomaatschappij (moderne samenleving met onvoorspelbare gevaren) is levensplanning minder vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken van risicomaatschappij

A
  1. Identiteit los van groepen: Minder bepaald door geslacht, afkomst of religie.
  2. Segmentatie: Verschillende rollen in werk, privé en vrije tijd.
  3. Mobiliteit: Mensen verhuizen en wisselen van baan vaker.
  4. Media-overload: Constante informatie over levensstijlen en risico’s.
  5. Relatiedruk: Relaties moeten ‘leuk’ en ‘stimulerend’ zijn, wat tot kortstondige verbintenissen leidt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gevolg: Reflectieve identiteit

A

Mensen moeten continu keuzes maken én verantwoorden.
Identiteit is geen vaststaand eindpunt, maar een verhaal dat steeds wordt bijgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uitzonderingen

A

Religieuze gemeenschappen (houden vast aan traditionele patronen), kwetsbare groepen (migranten, laagopgeleiden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verschil tussen Giddens & Beck en Kohli

A

Kohli benadrukt structurele patronen, Giddens & Beck focussen op individualisering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly