Puber Flashcards
40% 4 vragen
Informatieverwerkingstheorie
Nieuwe cognitieve ontwikkeling het resultaat van geleidelijke veranderingen in het vermogen om informatie op te nemen, te gebruiken en op te slaan
Meta-cognitie
Het vermogen om de eigen denkprocessen te volgen en hun eigen cognitie te volgen
Cognitief egocentrisme (botsen)
Alleen vanuit jezelf kunnen denken; onvermogen om in denkwijze van een ander te verplaatsen.
Imaginair publiek (botsen)
Pubers hebben het gevoel steeds bekeken en beoordeeld te worden, maakt onzeker
Persoonlijk fabel (botsen)
In extremen denken; zichzelf als uniek ervaren dat een overschatten van zichzelf of situatie plaatsvindt slechte risicoanalyse
Zwart - wit denken
Moeite met nuanceren en denken in simpele oplossing slecht risicoanalyse
Identiteitsstatussen
De vier manieren hoe pubers een keuze maken over hun identiteit
Identity achievement
Uitproberen en onderzoeken welke identiteit bij mij past (via crisis)
Identity foreclosure
Identiteit overgenomen die anderen het best vonden (zonder crisis)
Moratorium
Geëxperimenteerd maar geen identiteit gevonden die past (nerveus/psychisch conflict).
Identity diffusion
Überhaupt geen identiteit overwogen of niet tot een keuze komen: losbandig, zorgeloos, moeilijk om hechte relaties aan te gaan.
Epigenetisch principe
De mens groeit volgens een basisschema. Hierin ligt vast welke fasen, welke dingen ontstaan en hoe ze gaan bijdragen aan het functioneren van het geheel.