sociale perceptie Flashcards
sociale perceptie
de manier waarop we ons een indruk vormen van en conclusies trekken over andere mensen
non-verbale communicatie
manier waarop mensen opzettelijk of onopzettelijk communiceren zonder woorden, non-verbale signalen zijn onder meer gelaatsuitdrukkingen, stemgeluid, gebaren, lichaamshouding en beweging, aanraking en oogcontact
spiegelneuronen
neuronen die reageren als wij zelf een bepaalde handeling verrichten en als we een ander deze handeling zien verrichten
coderen
uitdrukken of voortbrengen van non-verbaal gedrag, zoals glimlachen of iemand op de rug kloppen
decoderen
interpreteren van de betekenis van non-verbaal gedrag van andere mensen, zoals de conclusie dat een klopje op de rug een uitdrukking van minachting is, en niet van vriendelijkheid
vermenging van affect
een gelaatsuitdrukking waarin een deel van het gezicht de ene emotie uitdrukt, terwijl een ander deel van het gezicht een andere emotie uitdrukt
manifestatieregels
cultureel bepaalde regels over welke non-verbale gedragingen gepast zijn om te laten zien
emblemen
non-verbale gebaren met een duidelijk omschreven definitie binnen een bepaalde cultuur, meestal met een rechtstreeks verbaal equivalent, zoals de opgeheven duim
thin-slicing
betekenisvolle conclusies trekken over iemands persoonlijkheid op grond van extreem kortdurende uitingen van diens gedrag
primacy effect
als het aankomt op het vormen van een indruk, beïnvloeden de eerste indrukken die we van anderen krijgen hoe we informatie interpreteren die we later krijgen
belief perseverance
de neiging vast te houden aan een oorspronkelijk oordeel, zelfs wanneer we geconfronteerd worden met informatie die ons tot heroverweging zou moeten aanzetten
attributietheorie
beschrijving van de manier waarop mensen de oorzaken van hun eigen en andermans gedrag verklaren
interne attributie
gevolgtrekking dat iemand zich op een bepaalde manier gedraagt als gevolg van de persoon zelf, zoals attitude, karakter of persoonlijkheid
externe attributie
gevolgtrekking dat iemand zich op een bepaalde manier gedraagt als gevolg van de situatie waarin diegene zich bevindt; de aanname is dat de meeste mensen op dezelfde manier op zo’n situatie zouden reageren
covariatiemodel
theorie die stelt dat om een attributie te kunnen maken over de oorzaak van iemands gedrag, we systematisch kijken naar het patroon tussen de aan- of afwezigheid van mogelijke causale factoren en het al dan niet optreden van het gedrag