interpersoonlijke aantrekkelijkheid Flashcards

1
Q

nabijheidseffect

A

hoe meer we mensen zien en met ze omgaan, hoe groter de kans dat ze onze vrienden worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

blootstellingseffect (mere exposure effect)

A

hoe meer we worden blootgesteld aan een stimulus, hoe groter de kans is dat we er sympathie voor gaan opbrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

halo-effect

A

het halo-effect is een cognitieve bias waarbij de perceptie van een positieve eigenschap bij een individu ertoe leidt dat we makkelijker geloven dat dit individu ook anders ( zelfs ongerelateerd) positieve eigenschappen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

evolutionaire psychologie

A

de poging om sociaal gedrag te verklaren aan de hand van genetische factoren die in de loop der tijd zijn geëvolueerd volgens de principes van natuurlijke selectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kameraadschappelijke liefde

A

de intimiteit en affectie die we voelen als we veel om iemand geven, maar geen passie of opwinding voelen in zijn of haar aanwezigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hartstochtelijke liefde

A

een intens verlangen dat we naar iemand voelen, dat gepaard gaat met fysieke opwinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hechtingsstijlen

A

de verwachtingen die mensen ontwikkelen ten aanzien van relaties met anderen, gebaseerd op de relatie die zij als baby hadden met hun primaire verzorger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

veilige hechtingsstijl

A

een hechtingsstijl die wordt gekenmerkt door vertrouwen, het ontbreken van angst om in de steek gelaten te worden en het gevoel dat men geliefd is en de moeite waard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vermijdende hechtingsstijl

A

een hechtingsstijl die wordt gekenmerkt door moeite met het aangaan van een intieme relatie, veroorzaakt door het afgewezen zijn bij eerdere pogingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

angstig-ambivalente hechtingsstijl

A

een hechtingsstijl die wordt gekenmerkt door de angst dat anderen het verlangen naar intimiteit niet zullen beantwoorden, wat leidt tot een hogere dan gemiddelde mate van angst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gedesorganiseerde gedesoriënteerde hechtingsstijl

A

een hechtingsstijl die wordt gekenmerkt door inconsistent en vaak tegenstrijdig gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sociale uitwisselingstheorie (social exchange theory)

A

het idee dat de gevoelens die mensen over een relatie hebben afhankelijk zijn van hun perceptie van de kosten en baten van die relatie, van het soort relatie dat ze verdienen en van hun lansen op een betere relatie met iemand anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vergelijkingsniveau

A

de verwachtingen van mensen over de kosten en baten die hun in een bepaalde relatie ten deel zullen vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vergelijkingsniveau voor alternatieven

A

de verwachtingen van mensen over de kosten en baten waarmee men te maken krijgt indien men de huidige relatie zou inruilen voor een andere relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

investeringsmodel

A

de theorie die stelt dat de commitment aan een relatie niet alleen afhankelijk is van hoe tevreden mensen zijn met de relatie maar ook van wat ze in de relatie hebben geïnvesteerd; een investering die verloren gaat als de relatie wordt beëindigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gelijkheidstheorie

A

het idee dat mensen het gelukkigst zijn met relaties waarin de waargenomen kosten en baten en de bijdragen die beide partijen leveren ongeveer gelijk zijn

16
Q

uitwisselingsrelaties

A

relaties waarin sprake is van een behoefte aan gelijkheid (dat wil zeggen, aan een gelijke verhouding tussen kosten en baten)

17
Q

communale relaties

A

relaties waarin mensen vooral willen inspringen op de behoeften van een ander

18
Q

fatale aantrekkelijkheid

A

er is sprake van fatale aantrekkingskracht als we eigenschappen van een partner die we aanvankelijk aantrekkelijk vonden gaan verafschuwen