Snelrecht Flashcards
Wat zijn de middelen om het gewone proces te bespoedigen?
- De manieren om het gewone proces te bespoedigen, om sneller dan gebruikelijk een rechterlijke uitspraak te verkrijgen.
- Verkorting dagvaardingstermijn
- Provisioneel vonnis
- Korte debatten
- Schriftelijke behandeling
Wat houdt de verkorting van de dagvaardingstermijn in?
- Art. 700 juncto artikel 43 – ‘default procedure’
- Er moet dan een dag dagvaardingstermijn in acht worden genomen, dit is een termijn van acht vrije dagen, tussen het moment van de betekening van de dagvaarding en de inleidende zitting. Ratio legis: verweerder toe te laten om verdediging voor te bereiden, zijn verweer te organiseren.
- Eerste middel: art. 708 laat laat toe om de dagvaardingtermijn van acht dagen te verkorten. Wanneer?
- Spoedeisende gevallen. Hof van Cassatie heeft hier een definitie van gegeven.
- Artikel 708, lid 1, in fine: kan zelfs op dezelfde dag.
‘Een partij legt een verzoek neer om een dagvaardingstermijn te verkorten.’ Kan dit?
Nee, want het artikel zegt dat dit enkel kan door een advocaat of een gerechtsdeurwaarder. Lees het artikel dus grondig.
Wat zijn de korte debatten?
- Op een inleidende zitting kan de rechter de procedure 2 trajecten induwen:
- Lange traject: ingereedheidbrenging, artikel 747, minnelijke conclusiekalender, rechterlijke conclusiekalender.
- Korte debatten: artikel 735. Geen synoniem voor dringende zaken en ook geen synoniem voor zaken van geringe waarde. Het zijn zaken die redelijke wijze niet voor ernstige betwistingen vatbaar zijn; zaken waarvoor het niet nodig is om het lange traject te bewandelen. Zaken die perfect op de inleidende zitting kunnen worden gepleit. Artikel 735 goed lezen: 10 jaar geleden gewijzigd door de wet van 26 april 2007.
Wanneer kunnen korte debatten worden bewandeld?
- Als beide partijen akkoord zijn, dan zal de rechter zich daarbij neerleggen en de korte debatten bewandelen.
- Aantal situaties in art. 735, §2, tweede lid die van rechtswege automatisch via korte debatten gaan. Vordering bedoeld in art. 19, tweede lid: taalwijzigingen, de regeling van geschillen van bevoegdheid, een vordering van uitstel van betaling, tenzij dat de partijen daar samen zich tegen verzetten.
- Als een van de partijen, meestal de eiser, dat vraagt. Als de tegenpartij hier niet mee akkoord is zal de rechter hierover beslissen. Dit komt vaak voor bij factuur invordering, als de factuur wordt ingevorderd zal er vaak standaard in de geding inleidende akte staan dat de eiser verzoekt om de zaak in korte debatten te behandelen. En dan zal het ervan afhangen of het al dan niet wordt betwist.
Wat is de schriftelijke behandeling?
- Artikel 755 Ger. W.
- Het gewone klassieke geding; inleidingszitting, ingereedheidbrenging, maar de pleitzitting valt weg! Als de partijen hebben geconcludeerd, na de minnelijke of rechterlijke route te hebben bewandeld met betrekking tot de ingereedheidbrenging, richten de partijen een verzoek aan de rechter; “rechter we hebben alles gezegd, alles staat op papier, maak uw vonnis”, geen pleitzitting.
- Dit wordt naar mijn smaak veel te weinig gebruikt. In de cursus is het genuanceerder, maar volgens mij is de pleitzitting in sommige gevallen tijdverspilling. In de praktijk wordt het zeer weinig toegepast.
Wat is de voorlopige regeling?
- Artikel 19, derde lid: een voorafgaande maatregel om de vordering te onderzoeken of een tussengeschil te regelen of om da toestand voorlopig te regelen.
- Dit kan in elke stand van de rechtspleging = op elk moment tijdens de ingereedheidbrenging, uiteraard uiteraard niet tijdens het beraad.
- Bv. bij onrechtmatige daden met een zwaar letsel en dat je dan voorlopig een voorschot krijgt op je schadevergoeding.
- Als je dan de schadevergoeding krijgt, wordt die verrekend. Anders moet je die terugbetalen.
Wat is de blijvende saisine van de rechter?
- Artikel 19, derde lid.
- De rechter kan altijd worden gevat als er met betrekking tot dat provisioneel vonnis om met die onderzoeksmaatregel een probleem is.
- Bv. Als de rechter een deskundige aanstelt en die moet vervangen worden omdat hij ziek is kan je altijd teruggaan naar de rechter ofdat die een nieuwe kan aanstellen.
- Verband artikel 1050, lid 2 van de appelabiliteit van een vonnis alvorens recht te doen.
- Verkorten van de dagvaardingstermijn en het provisioneel vonnis, artikel 19 derde lid, die worden soms gecombineerd. En als je dat doet dan kan je wel op heel korte termijn een provisioneel/voorlopig vonnis bekomen. Dat artikel 19 derde lid is zeer belangrijk, niet alleen met betrekking tot dat provisioneel vonnis en maatregelen alvorens recht te doen, maar ook met betrekking tot de terminologie eindvonnis, geschilpunt, eindbeslissing…
- Hiervan kan je gebruik van maken in een gewoon geding.
Kan je naar de rechter stappen enkel en alleen op basis van artikel 19, derde lid zonder dat u een bodemprocedure opstart?
- Dat is betwist. Sommigen zeggen nee. Andere, zoals ik, zeggen dat dat perfect mogelijk is. Ik zie geen enkele reden waarom dat niet mogelijk zou zijn. Maar in de rechtspraak wordt dat soms betwist. Men zegt dat het enkel mogelijk is als u een procedure ten gronde hebt opgestart. Het kan niet het enige voorwerp zijn van uw vordering wanneer u beroep doet op de rechter. Het wordt betwist.
- Bij kort geding is er urgentie nodig. Er is meer en meer rechtspraak die poneert dat als er een bodemgeding is, en er is een mogelijkheid om gebruik te maken van artikel 19 dat u dan de kortgeding niet moet lastigvallen. De kortgeding rechter zal zeggen dat er geen urgentie is, de vordering afwijzen als onontvankelijk als de kortgedingrechter weet dat er een bodemgeding is waarvan gebruik kan gemaakt worden van artikel 19 derde lid.
- Dus artikel 19 derde lid is een valabel alternatief voor het kort geding. Het is een gemakkelijker alternatief voor het kort geding, omdat u in tegenstelling tot een kort geding procedure geen urgentie moet aantonen.
Wat is kort geding?
- Onderscheid tussen kort geding sensu lato en kort geding sensu stricto:
- Kort geding sensu stricto is een contraditoire en tegensprekelijke kort geding-procedure.
- Kort geding sensu lato is een kort geding-procedure op eenzijdig verzoekschrift. Elke niet-noodzakelijke contradictoire urgentieprocedure voor de voorzitter. Een deelverzameling van die grotere verzameling zijn die kort geding procedures op tegenspraak.
- In de regel is een kort geding procedure tegensprekelijk: je moet je opponent dagvaarden. Die moet mee in de procedure worden betrokken.
- Maar in zeer spoedeisende gevallen kan u gebruik maken van die kort geding procedure via een eenzijdig verzoekschrift, niet-contradictoir. De tegenpartij weet dan niet dat u die kort geding procedure opstart. Maar een kort geding procedure is en blijft in de regel tegensprekelijk zoals een gewone procedure.
Wat houdt urgentie in?
- Artikel 584: de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, voorzitter van de arbeidsrechtbank, de voorzitter van de rechtbank van koophandel kunnen optreden als kort geding rechter.
- Artikel 584, eerste lid: de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg doet in de gevallen die hij spoedeisend acht bij voorraad uitspraak in alle zaken, behalve die welke de wet aan de rechterlijke macht onttrekt.
- Artikel 584, derde lid: de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel. Dus die voorzitters van die rechtbank die zijn bevoegd voor die kort geding procedures.
Wat is de sanctie als er geen urgentie is?
- Verschillende meningen: sommigen hielden voor dat die urgentie de bevoegdheid en gegrondheid tret, maar het gaat heir over de toegang tot de kortgedingrechter. Als je een beroep doet op de kortgedingrechter, kan je dat enkel doen als het urgent is, daadwerkelijk urgent. Dan mag je de file bij de gewone procedure niet voorbij steken.
- Geen urgentie –> Geen toegang tot de kortgedingrechter. Enkel toegang bij de gewone rechter.
- Dus dit is de onontvankelijkheid van de vordering. Omdat die urgentie beetrekking heeft op de toegang tot de snelrechter.
- Urgentie die de onontvankelijkheid raakt, moet er niet alleen zijn op het ogenblik dat je de kortgedingrechter vat, op het moment van de gedinginleiding, maar ook op het moment van het einde, als de kortgedingrechter uitspraak doet.
- Dus tot wanneer de kortgedingrechter beslist moet er urgentie zijn. Dit is vaste rechtspraak zijn van het Hof van Cassatie.
- Dit kan dus de bevoegdheid niet raken. Omdat de bevoegdheid enkel wordt beoordeeld op het ogenblik van de gedinginleiding. Precies omdat de urgentie ook moet worden beoordeeld op het einde van het geding kan het geen betrekking hebben op de bevoegdheid en raakt het de ontvankelijkheid
Heeft de voorzitter van eerste aanleg voorwaardelijke volheid van bevoegdheid?
- Nee, voorzitter heeft een onvoorwaardelijke volheid van bevoegdheid: artikel 584, lid 1: voorzitter is algemeen bevoegd in alle zaken, ook wanneer de zaak tot de bevoegdheid behoort van de voorzitter van de rechtbank van koophandel en de voorzitter van de arbeidsrechtbank.
- Tenzij dat die voorzitter van de rechtbank van koophandel en de voorzitter van de arbeidsrechtbank exclusief bevoegd zijn. Enkel dan is die voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg niet bevoegd.
- Voorzitter van rechtbank van eerste aanleg neemt kennis van alle zaken in kortgeding, alles, ook als de voorzitters van de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel bevoegd zijn, tenzij wanneer die voorzitters van de rechtbank van koophandel en de arbeidsrechtbank exclusief bevoegd zijn.
- Enkel dan kan er een bevoegdheidsgeschil zijn.
- Dus die notie bevoegdheid bij kortgeding, heeft betrekking op de situatie dat bevoegdheidsproblemen zich voordoen tussen de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, voorzitter van de rechtbank van koophandel en de voorzitter van de arbeidsrechtbank. Enkel dan is er sprake van een bevoegdheidsgeschil.
- Artikel 584, 2e lid is later toegevoegd:
- Als de zaak behoort tot de bevoegdheid van de familierechtbank, wordt deze enkel in geval van volsterkte noodzakelijkheid bij de voorzitter aanhangig gemaakt. Dus daar moet u mee opletten.
- Als het gaat over een zaak die behoort tot de bevoegdheid van de familierechtbank of jeugdrechtbank, dan is het de voorzitter van de familierechtbank of de jeugdrecht die bevoegd is.
- Heel belangrijk die urgentie. Urgentie raakt niet de bevoegdheid, urgentie niet de gegrondheid.
Wanneer is er sprake van urgentie?
- Hof van Cassatie heeft daar een definitie van gegeven. “Wanneer een onmiddellijke beslissing wenselijk is om schade van een zekere omvang of ernstige ongemakken te voorkomen”.
- 2 voorwaarden:
- Urgentie moet worden ingeroepn door de eiser: de eiser moet zeggen dat het urgent is, dringend. Als hij dat niet doet, dan heeft hij geen toegang tot kortgedingrechter en zal de rechter zijn vordering afwijzen als onontvankelijk.
- Er moet ook effectief urgentie zijn. Het is niet alleen voldoende dat de eiser die urgentie inroept, er moet ook effectief urgentie zijn. En de rechter moet dit ambtshalve nagaan. Zelfs als het niet wordt betwist door de tegenpartij, als de tegenpartij hier geen woord over rept, dan moet de rechter ambtshalve nagaan, op basis van de feiten, bewijsstukken die de partijen voorleggen, of er al dan niet urgentie is. Als dat niet is, onontvankelijk.
- In de praktijk komt dit neer op een in concreto beoordeling. Urgentie moet er zijn op het moment van de inleiding, maar ook op het moment dat de rechter uitspraak doet.
Wat als de tegenpartij in hoger beroep gaat en tijdens de beroepsprocedure er geen urgentie meer is?
- Eerste optie: vordering onontvankelijk: de appelrechter kan zeggen dat de vordering onontvankelijk is maar hij kan nog wel steeds de wettigheid beoordelen van de maatregel die de eerste rechter heeft bevolen, ook al is die ondertussen al uitgevoerd.
- 2009: Arrest van Hof van Cassatie: “Als de appelrechter vaststelt dat er geen urgentie meer is, dan is het gedaan, dan moet de appelrechter niets meer doen.” Franstalige collega’s vonden dit maar niets. Het Hof van Cassatie bibberde en is volledig veranderd.
- Dat is ook logisch: de kortgedingrechter legt een bepaalde maatregel op, er komt beroep, er is geen urgentie, dat is goed en wel, maar het kan zijn dat een van de partijen voor die maatregel as such kosten heeft gemaakt. Je moet nog altijd de mogelijkheid hebben voor de appelrechter om de wettigheid van die maatregel te beoordelen. Zelfs al werd deze reeds uitgevoerd.