Bronnen van het gerechtelijk recht Flashcards
1
Q
Wat met de grondwet en gerechtelijk recht?
A
- Hier staat der grondslag van juridische bijstand. Van belang omdat elke hervorming getoetst wordt aan het artikel door het Grondwettelijk Hof. het beperkt op dat stuk de vrijheid van wetgever.
- Organisatieregels: regels over bevoegdheid. Dus hier ook het onderscheid tussen rechterlijke macht in organieke zin en functionele zin. Grondwet gaat eerst de rechtsgeschillen aan de RM geven, die in de piramide zijn.
- De rechters in die rechterlijke macht houden zich in hoofdzaak bezig met het beslechten van rechtsgeschillen. Dat is hun belangrijkste taak of functie; vandaar ook wel de rechterlijke macht in functionele zin genoemd. In organieke zin zijn de hoven en rechtbanken die zich bezighouden met rechtspraak. Onderscheid zou nutteloos zijn mochten die 2 perfect samen vallen.
- De rechterlijke macht in organieke zin, alle mensen in de piramide, houden zich grotendeels bezig met rechtspraak. Maar soms ook andere dingen. Zoals organisatie van verkiezingen. Taak die geen rechtspraak is. Anderzijds stellen we vast dat een aantal rechters zich wel bezighouden met rechtspraak, maar zich niet in die rechterlijke macht, die piramide bevinden. Dit was al geconcipieerd in de grondwet. Namelijk al gedacht aan de Raad van State. Hiernaast ook het Grondwettelijk Hof. Ook nog tal van andere colleges, commissies, instanties, die niet bij hoven en rechtbanken bevinden.
- Bijvoorbeeld allerlei administratieve rechtscolleges.
- Bv verkiezingsbetwistingen, studievoortgangs-betwistingen, vergunnings- betwistingen. Niet door de RM in organieke zin, lees de RM in grondwettelijke zin, behandeld.
- Hoge Raad voor Justitie staat ook in de Grondwet. Heel opvallend dat in plaats van groot basisprincipe, heel gedetailleerd. Reden daarvoor is dat dit artikel het resultaat is van moeilijk tot stand gekomen politiek compromis. Zodanig fundamenteel, dat van oordeel was dat dat moest gebetonneerd worden.
2
Q
Wat met het gerechtelijk wetboek?
A
- Het is geschreven door processualisten: grote stap vooruit op Code Napoleon.
- Veel excepties van onbevoegdheid staan overal verspreid in het wetboek.
- Procesrechtelijke regels staan soms in bijzondere wet: bv. gebruik van talen in gerechtszaken.
- Er is maar 1 KB: KB over rechtsplegingsvergoeding: dit is de vergoeding die u moet betalen aan de tegenpartij als u verloren hebt.
3
Q
Wat houdt artikel 2 Gerechtelijk wetboek in?
A
- Artikel 2: het gerechtelijk wetboek geldt als een soort default: als een bepaalde processuele regels elders niet is uitgewerkt of een bepaald kan je altijd teruggrijpen naar het gerechtelijk wetboek.
- Sommige vakgebieden hadden dat niet graag –> Veel restrictieve interpretaties van het artikel.
- Bv. administratieve rechtscolleges die zeggen dat het voor hen niet van toepassing is. Dus enkel de rechterlijke macht in organieke zin.
- Bij niet-contentieuze procedures: waar dus geen rechtsgeschil beslecht moet worden: daar geldt artikel 2 Ger. W. wel.
- Dus voor alle contentieuze rechtspraak, niet-contentieus. Maar niet voor: rechters buiten de rechterlijke macht.
- Wet voorziet zelf 2 uitzonderingen op het principe:
- Voor niet-uidrukkelijk opgeheven wetsbepalingen, alle wetbseplingen die toen al bestonden, die mochten blijven bestaan. Bv. wet op taalgebruik in gerechtszaken dateert van 1935: dit was een groot compromis. Alles wat vooraf al bestond, blijft als aparte regel gelden. Dit is wel op voorwaarde dat alles goed is geregeld, anders toch gerechtelijk wetboek.
- Voor algemene rechtbeginselen waarvan de toepassing niet verenigbaar zou zijn met het gerechtelijk wetboek:
- Vooral voor het strafproces en strafrecht te beschermen.
- Tegenspraak moet gegarandeerd zijn, maar dat is moelijk als er een deskundige wordt aangesteld: in de onderzoeksfase geen tegenspraak, maar wel in de vonnisfase.
- Artikel 2 Ger. W. geldt in principe voor alles maar er zijn wat restrictieve interpretaties, soms onterecht.
4
Q
Wat is het internationaal procesrecht?
A
- Het procesrecht dat gehanteerd wordt in internationale rechtcolleges. De statuten van de internationale rechtscolleges zijn menselijk en hartverwarmend maar voor weinigen toepasselijk. Procedure gebeurt bijna helemaal schriftelijk.
- Europees procesrecht: breed, hele reeks verdragen: bv. EVRM.
- Europees burgerlijk procesrecht dat in tal van verordeningen staat. Voornamelijk belangrijk voor grensoverschrijdende gedingen. 10 % van de bevolking heeft vreemde nationaliteit dus het aantal grensoverschrijdende transacties in dagelijks leven is enorm: bv:
- Bv. Ticket kopen met Ryanair naar Ibiza.
- Europees burgerlijk procesrecht dat in tal van verordeningen staat. Voornamelijk belangrijk voor grensoverschrijdende gedingen. 10 % van de bevolking heeft vreemde nationaliteit dus het aantal grensoverschrijdende transacties in dagelijks leven is enorm: bv:
5
Q
Wat is het principe van onmiddellijke uitwerking?
A
- Wat gebeurt er als de wetgever en cours de route procesregels veranderd? Belangrijk voor rechtszekerheid.
- Artikel 3 Ger. Wetboek = algemeen rechtsbeginsel is de onmiddellijke uitgang. De regels zijn meteen van toepassing op het proces dat hangende is.
- Bv. je bent een zaak aan het pleiten voor de RB van eerste aanleg, er is intussen een verandering van termijn voor hoger beroep gepubliceerd, dan zal je op dat moment onmiddellijk die nieuwe termijn moeten respecteren. Zelfs als is je proces begonnen voor die nieuwe wet. Onmiddellijke uitwerking, heel belangrijk.
- Uitzonderingen op artikel 3?
- Eerbiedigende werking = alles wat rechtsgeldig was op moment dat rechtshandeling is gesteld, blijft rechtsgeldig.
- Bv. niet zolang geleden zei Geens dat manier waarop conclusies worden geschreven anders moest, je moet nummeren. Paniek bij tal van advocaten: ik heb nog maar gisteren conclusies neergelegd en ik heb dat nog niet gedaan. Niets aan de hand, want was nog op moment dat regel van toepassing was.
- Ander voorbeeld: bij vorige minister verloren vrederechters een aantal bevoegdheden bv. rond echtscheidingen, dat is allemaal naar RB eerste aanleg gegaan. De procedure die voordat de wet in werking trad correct was ingeleid bij de vrederechter, blijft bij de vrederechter. Hij wordt niet zomaar onbevoegd. Die wordt verzacht. De vrederechter blijft bevoegd.
- De andere uitzondering is wanneer men in speciale overgangsregelingen voorziet. Aantal zaken veranderen zodanig dat Geens beslist dat de het anders te agressief is dus voorziet hij in een overgang.
- Eerbiedigende werking = alles wat rechtsgeldig was op moment dat rechtshandeling is gesteld, blijft rechtsgeldig.
6
Q
Wat is het onderscheid tusssen de algemene beginselen procesrecht?
A
- Algemene rechtsbeginselen sensu stricto:
- Beginselen die normatief karakter hebben. Ze hoeven niet in de wet staan om zich te kunnen opdringen aan rechtssubjecten.
- Algemene rechtsbeginselen sensu lato:
- Bv. Art. 2 Ger. Wet niet toepassen in strafzaken wanneer het echt in strijd zou zijn met algemene rechtsbeginselen in het strafzaak. Sensu stricto zou te beperkend zijn hier.
- Alle grote principes van een bepaalde rechtstak ongeacht of ze uit hun eigen normatieve kracht hebben. In elk handboek vindt u grote principes, maar kan je niet allemaal inroepen als geschonden norm bij cassatie. Vaak zijn het normen uitgedacht door academici, die hebben een didactische waarde. Wij gaan u duidelijk zeggen wanneer het het ene of andere is.
- Onthoud dat: dat is belangrijk, want dat betekent dat ze ook toepasselijk kunnen zijn als u ze niet in de Belgische wet terugvindt.
7
Q
Wat is de functionele onafhankelijkheid?
A
- Rechters hebben een functionele onafhankelijkheid bij het beslechten van rechtsgeschillen, vanaf dat hij gevat is voor een geschil is hij onafhankelijk en mag niemand ertussen komen voor de uitoefening van de opdracht. De rechter mag geen interferentie toelaten. HIj heeft het recht op zijn ideologische voorkeuren maar mag geen instructies van aannemeen.
- Hij mag geschillen die hij behandelt niet voorleggen aan anderen en moet zichzelf beschermen van druk van buitenaf.
8
Q
Wat is de structurele onafhankelijkheid?
A
- Rechters zit in een structuur die volledig is ageschermd van de hele wereld of de rest van de overheid. Wij hebben dat niet in België en er zijn ook maar weinig landen dat dat echt hebben.
- Bv. Engeland een deeltje want een eigen budget en dus deels structureel onafhankelijk.
- Meeste landen hebben dit niet omdat het niet efficiënt zou zijn.
9
Q
Wat doe je met magistraten die niet goed werken?
A
- Moeilijk want ze zijn voor het leven benoemd: dit staat in de grondwet dus je kan ze niet zomaar ontslaan of verplatsen.
- Dit geldt wel enkel voor rechters van de rechterlijke macht en niet in functionele zin: in administratieve rechtscolleges zijn ze niet levenslang benoemd.
- Artikel 6 EVRM: gaat enkel over functionele onzafhankelijkheid dus niet per se structurele onafhankelijkheid. Er is geen enkele instelling die zegt dat rechters voor het leven benoemd moeten zijn: dit is dus een garantie maar ook een obstakel.
- Ontslag is enkel mogelijk als tuchtsanctie, maar dit is al heel extreem. Men is nu bezig met een evaluatiesysteem voor niet-functionerende magistraten.
- De onafhankelijkheid is een obstakel voor efficiënt personeelsmanagement en belet de mobiliteit van rechters.
10
Q
Wat is de nabijheidssituatie?
A
- België proportioneel veel meer rechtsgebouwen dan andere landen.
11
Q
Wat houdt de territoriale schaalvergroting in?
A
- Territoriale schaalvergroting ging niet door parlementairen dus de rechtbanken gaan niet fusioneren maar de vestigingsplaatsen, de lokale rechtbanken worden onder 1 korpschef geplaatst maar iedereen mag blijven werken waar hij zit, hetzelfde voor elke andere provincie. Ze worden vestigingseenheden van een grotere rechtbank.
- Dus al die afgeschafte rechtbanken blijven bestaan, niet als rechtbank maar als afdeling an een rechtbank maar de schaalvergroting blijft maar beperkt.
12
Q
Wat houdt de inhoudelijke verdeling in?
A
- Dit is op basis van specialisaties: een rechtbank is niet alleen territoriaal verdeeld, maar ook inhoudelijk: er zijn specialisaties. Bv. Rechtbank van 1ste aanleg: die heeft formeel vastgelegde indelingen: burgerlijk, correctioneel,…
- Dit zijn dus nu secties.
- Een rechtbank is dus ingedeeld in afdelingen = territoriale vestigingen en secties = gespecialiseerde onderdelen van de rectbank. Elke sectie dan nog eens ingedeel din kamers.
13
Q
Hoeveel rechters zijn er in een gewone kamer?
A
- In een gemiddelde Kamer heb je vaak 3 rechters: het idee van collegiale zetel was de norm.
- Uitzondering: unus iudex = alleenzetelende rechter, maar dit heeft men dus aangepast en nu gaat men dit veralgemenen.
- Nu is het uitgangspunt dat je berecht wordt door 1 rechter: zowel in eerste aanleg als in het Hof van Beroep.
14
Q
Wat houdt het statuut van magistratuur in?
A
- Tot ‘90 was de magistratuur gepolitiseerd: selecties gebeurde door de uitvoerende macht, verdeelsleutel politiek bepaald.
- Bij Witte Mars heel veel ergernis over de politisering: ook bij de magistraten. Weinig beoordeling op instrinsieke kwaliteiten.
- Dus nu creatie van een Hoge Raad voor Justitie voor een geobjectiveerde toegang: zowel voor benoeming als voor bevordering. De Hoge Raad doet een onafhankelijke controle en schuift een kandidaat naar voren:
- Als de minister het niet eens is moet hij een speciale motivatie hebben en de Hoge Raad moet dan een nieuwe voordracht doen. Minister kan de kandidaat enkel terugsturen.
- Minister kan het ook niet eens zijn zonder specifieke motivatie: de minister kan dan hoogstens vragen of de vacature opnieuw bekend gemaakt worden.
- Heel moeilijk om een politieke benoeming te doen. Maar het traject duurt lang.
15
Q
Hoe toegang tot de magistratuur?
A
- Vergelijkend toegangsexamens:
- Je moet in de top 30 eidnigen en dan gerechtelijke stage en dan in het arrondissement naar keuze op voorwaarde dat er plaats is. Opleiding tot magistraat. 3 jaar stage als je in de zetelende magistratuur (rechter) en 1,5 jaar voor staande magistratuur.
- Niet-vergelijkend bekwaamheidsexamen:
- Dit is voor mensen met voldoende ervaring. Ook een examen en als ze geslaagd zijn gaan ze na of er plaats. Ze moeten ook geen stage meer doen, ze worden meteen magistraat.
- Mondelinge evaluatie-examen:
- Minister Onckelinx gecreërd: dit is voor mensen met 20 jaar anciënniteit: maar dit is voor maximum 12 % van de plaatsen.