Bronnen van het gerechtelijk recht Flashcards

1
Q

Wat met de grondwet en gerechtelijk recht?

A
  • Hier staat der grondslag van juridische bijstand. Van belang omdat elke hervorming getoetst wordt aan het artikel door het Grondwettelijk Hof. het beperkt op dat stuk de vrijheid van wetgever.
  • Organisatieregels: regels over bevoegdheid. Dus hier ook het onderscheid tussen rechterlijke macht in organieke zin en functionele zin. Grondwet gaat eerst de rechtsgeschillen aan de RM geven, die in de piramide zijn.
  • De rechters in die rechterlijke macht houden zich in hoofdzaak bezig met het beslechten van rechtsgeschillen. Dat is hun belangrijkste taak of functie; vandaar ook wel de rechterlijke macht in functionele zin genoemd. In organieke zin zijn de hoven en rechtbanken die zich bezighouden met rechtspraak. Onderscheid zou nutteloos zijn mochten die 2 perfect samen vallen.
  • De rechterlijke macht in organieke zin, alle mensen in de piramide, houden zich grotendeels bezig met rechtspraak. Maar soms ook andere dingen. Zoals organisatie van verkiezingen. Taak die geen rechtspraak is. Anderzijds stellen we vast dat een aantal rechters zich wel bezighouden met rechtspraak, maar zich niet in die rechterlijke macht, die piramide bevinden. Dit was al geconcipieerd in de grondwet. Namelijk al gedacht aan de Raad van State. Hiernaast ook het Grondwettelijk Hof. Ook nog tal van andere colleges, commissies, instanties, die niet bij hoven en rechtbanken bevinden.
    • Bijvoorbeeld allerlei administratieve rechtscolleges.
    • Bv verkiezingsbetwistingen, studievoortgangs-betwistingen, vergunnings- betwistingen. Niet door de RM in organieke zin, lees de RM in grondwettelijke zin, behandeld.
  • Hoge Raad voor Justitie staat ook in de Grondwet. Heel opvallend dat in plaats van groot basisprincipe, heel gedetailleerd. Reden daarvoor is dat dit artikel het resultaat is van moeilijk tot stand gekomen politiek compromis. Zodanig fundamenteel, dat van oordeel was dat dat moest gebetonneerd worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat met het gerechtelijk wetboek?

A
  • Het is geschreven door processualisten: grote stap vooruit op Code Napoleon.
  • Veel excepties van onbevoegdheid staan overal verspreid in het wetboek.
  • Procesrechtelijke regels staan soms in bijzondere wet: bv. gebruik van talen in gerechtszaken.
  • Er is maar 1 KB: KB over rechtsplegingsvergoeding: dit is de vergoeding die u moet betalen aan de tegenpartij als u verloren hebt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt artikel 2 Gerechtelijk wetboek in?

A
  • Artikel 2: het gerechtelijk wetboek geldt als een soort default: als een bepaalde processuele regels elders niet is uitgewerkt of een bepaald kan je altijd teruggrijpen naar het gerechtelijk wetboek.
  • Sommige vakgebieden hadden dat niet graag –> Veel restrictieve interpretaties van het artikel.
    • Bv. administratieve rechtscolleges die zeggen dat het voor hen niet van toepassing is. Dus enkel de rechterlijke macht in organieke zin.
    • Bij niet-contentieuze procedures: waar dus geen rechtsgeschil beslecht moet worden: daar geldt artikel 2 Ger. W. wel.
    • Dus voor alle contentieuze rechtspraak, niet-contentieus. Maar niet voor: rechters buiten de rechterlijke macht.
  • Wet voorziet zelf 2 uitzonderingen op het principe:
    1. Voor niet-uidrukkelijk opgeheven wetsbepalingen, alle wetbseplingen die toen al bestonden, die mochten blijven bestaan. Bv. wet op taalgebruik in gerechtszaken dateert van 1935: dit was een groot compromis. Alles wat vooraf al bestond, blijft als aparte regel gelden. Dit is wel op voorwaarde dat alles goed is geregeld, anders toch gerechtelijk wetboek.
    2. Voor algemene rechtbeginselen waarvan de toepassing niet verenigbaar zou zijn met het gerechtelijk wetboek:
      • Vooral voor het strafproces en strafrecht te beschermen.
      • Tegenspraak moet gegarandeerd zijn, maar dat is moelijk als er een deskundige wordt aangesteld: in de onderzoeksfase geen tegenspraak, maar wel in de vonnisfase.
  • Artikel 2 Ger. W. geldt in principe voor alles maar er zijn wat restrictieve interpretaties, soms onterecht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het internationaal procesrecht?

A
  • Het procesrecht dat gehanteerd wordt in internationale rechtcolleges. De statuten van de internationale rechtscolleges zijn menselijk en hartverwarmend maar voor weinigen toepasselijk. Procedure gebeurt bijna helemaal schriftelijk.
  • Europees procesrecht: breed, hele reeks verdragen: bv. EVRM.
    • Europees burgerlijk procesrecht dat in tal van verordeningen staat. Voornamelijk belangrijk voor grensoverschrijdende gedingen. 10 % van de bevolking heeft vreemde nationaliteit dus het aantal grensoverschrijdende transacties in dagelijks leven is enorm: bv:
      • Bv. Ticket kopen met Ryanair naar Ibiza.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het principe van onmiddellijke uitwerking?

A
  • Wat gebeurt er als de wetgever en cours de route procesregels veranderd? Belangrijk voor rechtszekerheid.
    • Artikel 3 Ger. Wetboek = algemeen rechtsbeginsel is de onmiddellijke uitgang. De regels zijn meteen van toepassing op het proces dat hangende is.
    • Bv. je bent een zaak aan het pleiten voor de RB van eerste aanleg, er is intussen een verandering van termijn voor hoger beroep gepubliceerd, dan zal je op dat moment onmiddellijk die nieuwe termijn moeten respecteren. Zelfs als is je proces begonnen voor die nieuwe wet. Onmiddellijke uitwerking, heel belangrijk.
  • Uitzonderingen op artikel 3?
    • Eerbiedigende werking = alles wat rechtsgeldig was op moment dat rechtshandeling is gesteld, blijft rechtsgeldig.
      • Bv. niet zolang geleden zei Geens dat manier waarop conclusies worden geschreven anders moest, je moet nummeren. Paniek bij tal van advocaten: ik heb nog maar gisteren conclusies neergelegd en ik heb dat nog niet gedaan. Niets aan de hand, want was nog op moment dat regel van toepassing was.
      • Ander voorbeeld: bij vorige minister verloren vrederechters een aantal bevoegdheden bv. rond echtscheidingen, dat is allemaal naar RB eerste aanleg gegaan. De procedure die voordat de wet in werking trad correct was ingeleid bij de vrederechter, blijft bij de vrederechter. Hij wordt niet zomaar onbevoegd. Die wordt verzacht. De vrederechter blijft bevoegd.
    • De andere uitzondering is wanneer men in speciale overgangsregelingen voorziet. Aantal zaken veranderen zodanig dat Geens beslist dat de het anders te agressief is dus voorziet hij in een overgang.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het onderscheid tusssen de algemene beginselen procesrecht?

A
  • Algemene rechtsbeginselen sensu stricto:
    • Beginselen die normatief karakter hebben. Ze hoeven niet in de wet staan om zich te kunnen opdringen aan rechtssubjecten.
  • Algemene rechtsbeginselen sensu lato:
    • Bv. Art. 2 Ger. Wet niet toepassen in strafzaken wanneer het echt in strijd zou zijn met algemene rechtsbeginselen in het strafzaak. Sensu stricto zou te beperkend zijn hier.
    • Alle grote principes van een bepaalde rechtstak ongeacht of ze uit hun eigen normatieve kracht hebben. In elk handboek vindt u grote principes, maar kan je niet allemaal inroepen als geschonden norm bij cassatie. Vaak zijn het normen uitgedacht door academici, die hebben een didactische waarde. Wij gaan u duidelijk zeggen wanneer het het ene of andere is.
    • Onthoud dat: dat is belangrijk, want dat betekent dat ze ook toepasselijk kunnen zijn als u ze niet in de Belgische wet terugvindt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de functionele onafhankelijkheid?

A
  • Rechters hebben een functionele onafhankelijkheid bij het beslechten van rechtsgeschillen, vanaf dat hij gevat is voor een geschil is hij onafhankelijk en mag niemand ertussen komen voor de uitoefening van de opdracht. De rechter mag geen interferentie toelaten. HIj heeft het recht op zijn ideologische voorkeuren maar mag geen instructies van aannemeen.
    • Hij mag geschillen die hij behandelt niet voorleggen aan anderen en moet zichzelf beschermen van druk van buitenaf.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de structurele onafhankelijkheid?

A
  • Rechters zit in een structuur die volledig is ageschermd van de hele wereld of de rest van de overheid. Wij hebben dat niet in België en er zijn ook maar weinig landen dat dat echt hebben.
    • Bv. Engeland een deeltje want een eigen budget en dus deels structureel onafhankelijk.
    • Meeste landen hebben dit niet omdat het niet efficiënt zou zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doe je met magistraten die niet goed werken?

A
  • Moeilijk want ze zijn voor het leven benoemd: dit staat in de grondwet dus je kan ze niet zomaar ontslaan of verplatsen.
    • Dit geldt wel enkel voor rechters van de rechterlijke macht en niet in functionele zin: in administratieve rechtscolleges zijn ze niet levenslang benoemd.
  • Artikel 6 EVRM: gaat enkel over functionele onzafhankelijkheid dus niet per se structurele onafhankelijkheid. Er is geen enkele instelling die zegt dat rechters voor het leven benoemd moeten zijn: dit is dus een garantie maar ook een obstakel.
  • Ontslag is enkel mogelijk als tuchtsanctie, maar dit is al heel extreem. Men is nu bezig met een evaluatiesysteem voor niet-functionerende magistraten.
  • De onafhankelijkheid is een obstakel voor efficiënt personeelsmanagement en belet de mobiliteit van rechters.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de nabijheidssituatie?

A
  • België proportioneel veel meer rechtsgebouwen dan andere landen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt de territoriale schaalvergroting in?

A
  • Territoriale schaalvergroting ging niet door parlementairen dus de rechtbanken gaan niet fusioneren maar de vestigingsplaatsen, de lokale rechtbanken worden onder 1 korpschef geplaatst maar iedereen mag blijven werken waar hij zit, hetzelfde voor elke andere provincie. Ze worden vestigingseenheden van een grotere rechtbank.
  • Dus al die afgeschafte rechtbanken blijven bestaan, niet als rechtbank maar als afdeling an een rechtbank maar de schaalvergroting blijft maar beperkt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt de inhoudelijke verdeling in?

A
  • Dit is op basis van specialisaties: een rechtbank is niet alleen territoriaal verdeeld, maar ook inhoudelijk: er zijn specialisaties. Bv. Rechtbank van 1ste aanleg: die heeft formeel vastgelegde indelingen: burgerlijk, correctioneel,…
    • Dit zijn dus nu secties.
  • Een rechtbank is dus ingedeeld in afdelingen = territoriale vestigingen en secties = gespecialiseerde onderdelen van de rectbank. Elke sectie dan nog eens ingedeel din kamers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoeveel rechters zijn er in een gewone kamer?

A
  • In een gemiddelde Kamer heb je vaak 3 rechters: het idee van collegiale zetel was de norm.
    • Uitzondering: unus iudex = alleenzetelende rechter, maar dit heeft men dus aangepast en nu gaat men dit veralgemenen.
  • Nu is het uitgangspunt dat je berecht wordt door 1 rechter: zowel in eerste aanleg als in het Hof van Beroep.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt het statuut van magistratuur in?

A
  • Tot ‘90 was de magistratuur gepolitiseerd: selecties gebeurde door de uitvoerende macht, verdeelsleutel politiek bepaald.
  • Bij Witte Mars heel veel ergernis over de politisering: ook bij de magistraten. Weinig beoordeling op instrinsieke kwaliteiten.
  • Dus nu creatie van een Hoge Raad voor Justitie voor een geobjectiveerde toegang: zowel voor benoeming als voor bevordering. De Hoge Raad doet een onafhankelijke controle en schuift een kandidaat naar voren:
    • Als de minister het niet eens is moet hij een speciale motivatie hebben en de Hoge Raad moet dan een nieuwe voordracht doen. Minister kan de kandidaat enkel terugsturen.
    • Minister kan het ook niet eens zijn zonder specifieke motivatie: de minister kan dan hoogstens vragen of de vacature opnieuw bekend gemaakt worden.
  • Heel moeilijk om een politieke benoeming te doen. Maar het traject duurt lang.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe toegang tot de magistratuur?

A
  1. Vergelijkend toegangsexamens:
    • Je moet in de top 30 eidnigen en dan gerechtelijke stage en dan in het arrondissement naar keuze op voorwaarde dat er plaats is. Opleiding tot magistraat. 3 jaar stage als je in de zetelende magistratuur (rechter) en 1,5 jaar voor staande magistratuur.
  2. Niet-vergelijkend bekwaamheidsexamen:
    • Dit is voor mensen met voldoende ervaring. Ook een examen en als ze geslaagd zijn gaan ze na of er plaats. Ze moeten ook geen stage meer doen, ze worden meteen magistraat.
  3. Mondelinge evaluatie-examen:
    • Minister Onckelinx gecreërd: dit is voor mensen met 20 jaar anciënniteit: maar dit is voor maximum 12 % van de plaatsen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kan een magistraat aansprakelijk worden gesteld?

A
  1. Strafrechtelijk:
    • Rechter is niet immuun, hij kan strafrechtelijk vervolgd worden. Maar de rechter heeft wel voorrang van rechtsmacht (privilège jurisdiction), maar hierdoor verliezen ze een aanleg en ook geen controle door Raadkamer en KI want meteen op het niveau van het Hof van Beroep.
    • Grondwettelijk Hof heeft gezegd dat het verantwoord is, dus geen schending vna het gelijkheidsbeginsel.
    • Men moet ook garanderen dat zo een magsitraat correct, onafhankelijk en objectief wordt behandeld.
  2. Tuchtrechtelijk
  3. Burgerrechtelijk aansprakelijkheid:
17
Q

Hoe zit het met de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van rechters?

A
  • Rechters zijn in grote mate immuun: enkel een “verhaal op de rechter” –> Dit is in heel uitzonderlijke gevallen: bv. fraude.
  • Wat wel gaat: staatsaansprakelijkheid sinds het Anca-arrest.
  • Enkel schadevergoeding voor een fout van de magistratuur als de beslissing van die rechter intussen is ingetrokken of vernietigd omwille van gezag van gewijsde. Gezag van gewijse = vermoeden van waarachtigheid tot bewijs van het tegendeel. Dus als je schadevergoeding wil moet je eerst het foutief karakter van de beslissing aantonen.
    • Maar dan moest je heel de procedure doorlopen: eerste aanleg, hoger beroep en cassatie. Dat kan heel lang duren.
    • Europees Hof van Justitie heeft gezegd in het arrest Kôbler dat dit niet kan: het kan niet zijn dat dit een absolute vereiste is. Overheden zijn aansprakelijk voor fouten en als die fout overduidelijk is, kan je een partij niet zomaar verplichten om daarop te wachten.
  • Het lukt ook iet altijd om een foute beslissing te vernietigen of te hervormen. Als het duidelijk is dat je geen rechtsmiddel meer hebt, dan zal er toch een schadevergoeding kunnen zijn, ook al is er gezag van gewijsde (Cassatie): Grondwettelijk Hof heeft dit bevestigd.
18
Q

Wanneer is de staat aansprakelijk?

A
  • De staat is niet aansprakelijk voor elke fout van de rechter: het recht is ongelooflijk complex.
  • Wanneer een rechter bij de toepassing van eht materieel recht een fout maakt, dat noemt men een error in iudicando, dan is de staat enkel aansprakelijk als dat werkelijk onzorgvuldig was. Het volstaat niet dat hij het recht gewoon niet goed heeft toegepast.
    • Er moet een bijkomend element van onzorgvuldigheid: er moet een blunder zijn.
  • Wanneer de rechter echter het gerechtelijk recht niet goed kent en procesrechtelijke fouten maakt, dan zegt het Hof van Cassatie dat er sowieso aansprakelijkheid is: de erroris in procedendo. De toetssteen is veel strenger bij procesrechtelijke fouten.
19
Q

Wat is de rol van het Openbaar Ministerie in burgerlijke zaken?

A
  • Artikel 138bis: hier een aantal foute vertalingen: wege van rechtsvordering moet rechtsvordering zijn want een vertaling van action.
  • Als het OM optreedt bij wege van rechtsvordering, vordering of rechtsmiddel, dan wordt het procespartij: dan wordt OM een daadwerkelijke procespartij in een burgerlijke procedure met alle gevolgen: bv. verschil met betrekking tot kosten: mara daar zijn uitzonderingen op. Belangrijk dat men optreedt als procespartij.
  • Men oefent de rechtsvordering uit door middel van het instellen van de vordering en dan wordt men procespartij.
20
Q

Wat is een verdelingsincident?

A
  • Artikel 88, §2: Dit is als de zaak wordt ingeleid bij de verkeerde sectie of afdeling. Dit is dus niet bij de foute rechtbank want dat is een bevoegdheidsprobleem.
  • Bij een verdelingsincident is er een porbleem met het dispatchen van de zaak tussen de sub-entiteiten van eenzelfde entiteit: dit is geregeld in het Bijzonder Reglement of het Zaakverdelingsreglement.
    • Het OM kan een bepaalde beslissing nemen en optreden als er een verdelingsincident is.
    • Dit is ook een voorbeeld van het optreden van het OM bij wege van rechtsvordering = vordering.
21
Q

Wat als het OM optreedt bij wege van vordering?

A
  • Dit is een verkeerde vertaling van het woord “requisition”.
  • Hierbij wordt men geen procespartij: zie artikel 138ter-139. Het Om volgt absthalve de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing Dat is een vordering.
  • Dit gebeurt niet veel: OM geen procespartij.
    • Heel vaak OM in burgerlijke zake bij wege van advies: eenvriend van de rechter = amicus curiae (heel gebruikelijk in de VS).
  • Bij ons treedt het OM op als neutrale derde die objectief een advies zal geven. Die adviezen zijn niet bindend en het Hof moet zich daar niet aan houden.
    • Kan schriftelijk of mondeling zijn. De partijen moeten wel een mogelijkheid krijgen om te antwoorden op dat advies = recht op tegenspraak.
  • Artikel 764: verloop van het geding: 2 luiken: verplichte mededeling en verplicht advies. Eerste luik heeft men behouden in Potpourri I.
22
Q

Wat is het statuut van de leden van het OM?

A
  • Het statuut is hetzelfde van de zittende magistratuur.
  • Manieren om lid te worden van OM is net hetzelfde, maar de voorwaarden zijn iets minder streng: de stage is korter.
  • De leden van het OM behoren tot de rechterlijke orde, maar bij het Hof van Cassatie heeft het Europees Hof gezegd dat het kniet kan dat het OM op dezelfde hoogte zit als de rechter.
23
Q

Wat zijn referendarissen en parketjuristen?

A
  • Clerks in het Angelsaksische systeem.
    • Referendarissen voor de zittende magistratuur.
    • Parketjurist voor de staande magistratuur = OM.
  • Ze zijn geen deel van de rechterlijke orde, maar sinds Popourri kunnen bepaalde parketjusisten die een aantal jaren in dienst zijn, die kunnen onder welbepaalde omstandigheden als het substituut-Procureur des Konings zetelen op de zitting. Griffier wel deel van het gerechtspersoneel.
  • Artikel 162: ze helpen bij de voorbereiding.
  • Ook Hof van Cassatie en grondwettelijk Hof heeft referandarissen: artikel 135bis.
24
Q

Wat is de griffie?

A
  • Griffier is de notiaris van de zitting. Griffier is wel een orgaan van de rechterlijke macht. Als er iets gebeurd op de zitting dan is het de griffier die dat zal acteren:
    • Bij wraking, als er een incident is gaat de griffier dat acteren.
  • De griffier moet ook het vonnis ondertekenen, het arrest ondertekenen anders is het niet geldig. Ht is ook de griffier die expedities aflevert, vonnis, rechterlijke uitspraken, bekleed met het formulier van tenuitvoerlegging.
    • Dus de griffier maakt deel van de rechterlijke macht, maar werrkt ook voor de rechter. Dus werkt in ondergeschikt verband.
    • Griffier ondersteunt ook de rechter bij het maken van die uitspraken.
  • Dat leidt soms tot een spenning: je kan dan vragen aan de griffier om te laten acteren en anders kan je de stafhouder erbij halen.
  • Wat de griffier acteert heeft authentieke bewijswaarde!
25
Q

Wat is de rol van de advocaat?

A
  • Een advocaat pleit en vertegenwoordigt een cliënt: artikel 439: advocaten die zijn ingeschreven om het tableau van de orde mogen pleiten voor alle gerechten van het Rijk:
    • Uitzondering: Hof van Cassatie: alleen advocaten van het Hof van Cassatie mogen hier pleiten. Tenzij fiscale zaken en strafzaken, daar mogen alle advocaten optreden. Je moet een getuigschrift hebben om als advocaat cassatieberoep aan te tekenen.
    • Die advocaten worden benoemd bij KB.
    • Maar dus in fiscale zaken en strafzaken geen certificaat nodig.
26
Q

Wat houdt de pleitmonopolie in?

A
  • Artikel 440: pleiten is verschijnen, uw zaak mondeling toelichten en cliënt vertegenwoordigen.
  • Voor alle gerechten hebben alleen de advocaten het recht om te pleiten. De advocaat verschijnt als gevolgmachtigde van de partij, zonder dat hij van enige volmacht moet doen blijken, behalve indien de wet bijzondere informatie vereist.
    • Alleen advocaten hebben het recht om te pleiten.
  • De advocaat heeft een wettelijk vermoeden dat die een volmacht heeft van een cliënt.
    • Vertegenwoordiging ad litem: een wettleijk vermoeden.
    • Uitzondering: daden van beschikking: hier wel een volmacht voor nodig:
      • Dit is bv. als je afstand doet van een vordering of een rechtsvordering of u sluit een dading of u berust in een vonnis, dan moet je over een volmacht van uw cliënt beschikken.
27
Q

Wat is de ontkentenis van rechtshandeling?

A
  • Desaveu = artikel 838: het mechanisme als er iets misloopt met de vertegenwoordiging van de advocaat.
  • Dit is de situatie dat een advocaat maar had moeten beschikken over een volmacht ene proceshandeling stelt waarbij die de volmacht voor daden van beschikking niet heeft. Of als uw advocaat een andere proceshandeling heeft gesteld die je niet wilt.
  • Artikel 848: moeilijke en vreemde procedure.
    • Je moet aan de rechter verzoeken om die handeling van onwaarde te verklaren.
    • Gebeurt niet veel.
28
Q

Wat is het wettelijk vermoeden van vertegenwoordiging van advocaten?

A
  • Artikel 46/1: dit is nieuw sinds PPT: als het kennisgeving is bij gewone brief is het voldoende aan dee advocaat te sturen: dat bespaart kosten.
  • HIj wordt vermoed, anaf dat er iemand optreedt in een proces als advocaat, dat u als cliënt woonplaatskeuze doet bij die advocaat. Communicatie gebeurt dus via advocaat, maar enkel bij gewone brief!
    • Als het aangetekend moet zijn wel aan de cliënt zelf.
29
Q

Wat zijn uitzonderingen op het pleitmonopolie?

A
  • Je kan als cliënt zelf optreden: artikel 728: dit is op de inleidende zitting.
  • Je kan verschinen en ook zelf pleiten: partijen mogen zelf hun conclusies en hun verweermiddelen voordragen (art. 758, 2e lid): rechter kan dit ontzeggen indien de persoon buiten staat is.
  • Artikel 703: een rechtspersoon moet via lasthebber verschinen.
  • Specifieke uitzondering: artikel 728, §2-§3:
    • Dit is als een procespartij kan verschinen door iemand anders dan een advocaat, maar nkel door specifieke categorie van mensen en soms enkel voor een specifieke rechtbank. Dit is niet voor de rechtbank van eerste aanleg.
    • Je moet houder zijn van een schriftelijke volmacht en de rechter moet het toelaten.
30
Q

Hoe is de balie georganiseerd?

A
  • Binnen elk arrondissement is een orde van advocaten waar je je bij moet aansluiten, er zijn twee overkoepelende balies ook. Binnen elk arronidssement is een orde van advocaten. Vroeger had je 27 ordes van advocaten. Dat heeft ook een impact gehad op die blaies in die zin dat die balies al dan niet vrijwillig konden fusioneren. Vroeger had je orde van advocaten van Brugge, Ieper, Veurne en Kortrijk. Die gaan nu fusioneren, het wordt een orde van advocaten. Om de eerdere evolutie van de schaalvergroting van die rechtbanken te volgen.
  • Overkoepelend zijn er twee balies
    • Vlaanderen: de Orde van Advocaten van Vlaamse Balies
    • Wallonie: L’ordre des barraeux francophones et germanophones.
31
Q

Wat is het statuut van de advocaat?

A
  • Een advocaat is onafhankelijk: gevolg daarvan is dat de advocaat een zelfstandige is en dus een BTW-nummer en ondernemingsnummer nodig hebt: art. 437,1e lid.
  • Ook het pleidooi is immuun, je kan hier niet voor worden vervolgd: art. 444-445: er is een uitzondering, als een advocaat in zijn pleidooi kwaadwillig de monarchie, de GW of de wetten van het Belgisch evolk kan de griffier het optekenen in een PV.
  • Advocaat heeft een afzonderlijk disciplinair statuut: art. 456: tuchstatuut.
  • Twee belangrijke bepalingen:
    • Art. 440-446ter: de advocaten moeten hun ereloon begroten met de bescheidenheid van hun functie: als je dat niet doet kan dat aanleiding geven tot een incident. De raad van de orde kan dat dan verminderen.
    • Belangrijk: je mag geen beding opnemen dat je ereloon uitsluitend verbonden is aan de uitslag: dat is verboden. Dit is heel gebruikelijk in de VS (contingency fees).
      • Dit doet afbreuk aan de onafhankelijkheid.
      • Wel een bonus als je wintis mogelijk.