Hoofdstuk IX. Rechtsmiddelen Flashcards
1
Q
Wat zijn rechtsmiddelen?
A
- Voies de recours.
- Rechtsmiddelen zijn de bij wet georganiseerde technieken om rechterlijke beslissingen, ondanks het gezag van gewijsde, ongedaan te maken en het gezag weg te nemen: art. 20.
- Onderscheid tussen gewone en buitengewone rechtsmiddelen: art. 21:
- Gewone: verzet en hoger beroep
- Buitengewone: cassatie, derdenverzet, verzoek tot herroeping van gewijsde, verhaal op de rechter.
- Er zijn weinig juridische gevolgen aan dit onderscheid.
2
Q
Wat zijn de algemene uitsluitingen van rechtsmiddelen?
A
- Maatregelen van inwendige aard: art. 1046
- Berusting: art. 1044-1045: dit door gebrek aan belang
- Akkoordvonnis: art. 1043 en ook bekrachtigde of gehomologeerde akkoorden
3
Q
Wat met rechtsmiddelen tegen een maatregel van inwendige aard?
A
- Art. 1046 voor verzet en hoger beroep.
- Maatregelen van inwendige aard zijn beslissingen waarbij geen enkel feitelijk of juridisch geschilpunt wordt beslacht, gewoon procedurebeslissingen.
- Het gaat hier om een ontvankelijkheidsvereiste ratione personae want gebrek aan belang bij het bestrijden van een beslissing die geen onmiddellijk nadeel berokkent.
- Voorbeelden:
- Art. 88, §2: verdelingsincident
- Art. 735, §6, korte debatten
- Er mag geen hoger beroep tegen een beslissing over de aanvraag tot heropening der debatten, maar wel hoger beroep tegen een ambtshalve heropening.
4
Q
Wat met rechtsmiddelen en berusting?
A
- Berusting is de afstand van rechtsmiddelen (behalve incidenteel hoger beroep): art. 1044.
- Berusting is een daad van beschikking die uitdrukkeljke volmacht vereist. Zij is onmogelijk in gevallen die de openbare orde raken.
- Het is een eenzijdige rechtshandeling, die tegenover afstand van het geding niet moet worden aanvaard door de tegenpartij.
- Het vrijwillig en zonder voorbehoud uitvoeren van een vonnis dat niet voorlopig uitvoerbaar is, wordt vaak e-beschouwd als een berusting.
5
Q
Wat met rechtsmiddelen en akkoordvonnis?
A
- Rechtsmiddelen zijn uitgesloten voor een akkoordvonnis: art. 1043. Dit geldt ook voor andere bekrachtigde of gehomologeerde akkoorden.
- In geval van nietigheid kunnen zo’n vonnissen wel met een rechtsmiddel bestreden worden.
- Akkoordvonnis is niet hetzelfde als een proces-verbaal van minnelijke schikking.
- Een akkoordvonnis kan was na de instelling van de vordering.
- Maar ze bevatten wel allebei een dading, geen registratierechten en ze zijn uitvoerbaar.
6
Q
Hoe zit het met de termijnen van rechtsmiddelen?
A
- De termijnen zijn op straffe van verval voorgeschreven: art. 860: ze raken de openbare orde en het verstrijken van de termijn moet ambtshalve door de rechter worden ingeroepen. Het verval kan niet worden gedekt.
- Uitzondering: overmacht.
7
Q
Wat houdt verzet in?
A
- Het verzet is een gewoon rechtsmiddel dat openstaat voor de partij die op regelmatigde wijze werd verzocht te vershcijnen en die bij verstek is veroordeeld en die een nieuwe beslissing na een contradictoir debat wil.
- Ratio legis: recht van verdediging en recht op tegenspraak. De verstekmaker kan ongelukkig zijn.
- In Potpourri V heeft de wetgever bepaald dat het verzet beperkt is tot verstekvonnissen in laatste aanleg: art. 1047.
8
Q
Wat zijn de bijzondere uitsluitingen bij verzet?
A
-
Opposition sur opposition ne vaut
- Verzet is een kans die de versteklater maar 1 keer krijgt: art. 1049: je krijgt niet nog eens verzet nadat je opnieuw afwezig bent.
-
Electa una via, non datur recursus ad alteram:
- De verstekmaker kan verzet aantekenen, maar moet dit niet. Hij kan ineens voorziening in cassatie aantekenen. Dit is pas mogelijk na het verstrijken van de verzetstermijn: art. 1076.
- In geval van verzet is er geen cassatieberoep meer mogelijk en omgekeerd. Dit is geen algemeen rechtsbeginsel sensu stricto, maar volgt uit de wet.
- Alleen conservatoir kan het andere rechtsmiddel worden ingezet, voor het geval het ene ontvankelijk wordt verklaard.
- Ingeval van verzet kan daarna nog een voorziening in cassatie worden aangewend tegen de beslissing op verzet (maar dus niet teggen het oorspronkelijke verstekvonnis).
- Vroeger was er een keuze tussen verzet en hoger beroep, maar verzet staat sinds PPV enkel open in laatste aanleg.
9
Q
Heeft verzet schorsende werking?
A
- Artikel 1397, tweede lid: het instellen van verzet schorst de tenuitvoerlegging van het vonnis, tenzij de rechter dat vonnis met bijzondere redenen beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaart of tenzij de wet in een uitzondering voorziet.
- Het lopen van de verzetstermijn schorst de tenuitvoerlegging.
- In 2015 is de schorsende werking van het hoger beroep afgeschaft, maar verzet is behouden. De wetgever heeft dit verantwoord omdat een tenuivoerlegging tegen een versteklatende partij die te goeder trouw was grotere risico’s meebrengt.
10
Q
Wat houdt hoger beroep in?
A
- Een rechter kan verschillen maken:
-
Errores in iudicando = vergissingen bij het toepassen van de regels op het geschil dat de partijen verdeelt: de feiten, rechtsgevolgen, rechtshandelingen, rechtsfeiten sensu stricto, het toepasselijke recht.
- Dit is dan een hervormingsberoep, de zaak krijgt een nieuwe kans, door de rechter of appelrechter.
-
Errores in procendo = formeelrechtelijke fouten, waarbij een vonnis, ongeacht zijn inhoud niet volgens de regels van de kunst is tot stand gekomen en dus het recht op behoorlijkee rechtsbedeling.
- Het hoger beroep = annulatie of vernietigingsberoep. Dit is dan geen tweede aanleg, maar een eerste behoorlijke aanleg.
-
Errores in iudicando = vergissingen bij het toepassen van de regels op het geschil dat de partijen verdeelt: de feiten, rechtsgevolgen, rechtshandelingen, rechtsfeiten sensu stricto, het toepasselijke recht.
- Het onderscheid tussen hervormings- en een eennulatieberoep blijft academisch.
11
Q
Wat zijn de soorten hoger beroep?
A
- Incidenteel hoger beroep:
- Artikel 1054: dit is een beroep als zodanig door iemand tegen wie reeds hoger beroep werd aangetekend. Het is een vaak een reactie op het principaal hoger beroep van de appellant.
- 2 uitzonderingen:
- Incidenteel appellant mag terugkomen op zijn eventuele berusting, als die voor de betekening heeft plaatsgevonden
- Geen vervaltermijn en kan ook bij conclusie worden ingesteld.
- Hoofd-of principaal hoger beroep = elk hoger beroep dat geen incidenteel hoger beroep.
12
Q
Is er een grondrecht op dubbele aanleg?
A
- Het hoger beroep is geen grondrecht. Ook niet volgens artikel 6 EVRM in burgerlijke zaken. Voor strafzaken is het hoger beroep wel een grondrecht.
- Maar het is een algemeen rechtsbeginsel sensu lato. Dus een lotuer materiële bron van recht.
- Het recht op hoger beroep kan dus gemakkelijk beperkt worden in de wet.
13
Q
Wat houdt de derde aanleg in?
A
- Artikel 1070: er kan hoger beroep worden aangetekend tegen een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg, waarin, op hoger beroep tegen een vonnis van de vrederechter vastgelegd wordt dat niet de vrederechter, maar de rechtbank bevoegd was.
14
Q
Wat houdt de ontvankelijkheid van het hoger beroep algemeen in?
A
- Ontvankelijkheid of toelaatbaarheid betekent toegang tot de rechter, hier appelrechter. Dit raakt de openbare orde = ontvankelijkheid van het hoger beroep in burgerlijke zaken.
- Gevolg: de ontvankelijkheid van het hoger beroep ambtshalve moet worden onderzocht en de niet-ontvankelijkheid ambtshalve moet worden opgeworpen.
- Dus ook voor het eerst in Cassatie!
15
Q
Wat is de ontvankelijkheid ratione materiae van het hoger beroep?
A
- Gebrek aan belang heeft de niet-appellabiliteit tot gevolg.
- Alleen de beslechting van bevoegdheidsgeschillen door de in eerste aanleg aangesproken feitenrechter is appellabel, maar niet onmiddellijk en op voorwaarde dat het hoger beroep niet om andere redenen wordt uitgesloten (bv. akkoordvonnis).