SK 2.2 Flashcards

1
Q

Wat is mengen?

A

Het combineren van stoffen zonder verandering in stofeigenschappen. De moleculen van de beginstoffen zijn dus nog steeds aanwezig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is reageren?

A

Het combineren van stoffen met verandering in stofeigenschappen. –> Een nieuwe stof ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe heet een gebeurtenis waarbij een stof verdwijnt en een andere ontstaat?

A

Een chemische reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heten de stoffen die ontstaat tijdens het reageren?

A

De reactieproducten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is een faseovergang geen reactie?

A

Bij een faseovergang veranderen de stofeigenschappen van de stof niet, de moleculen blijven namelijk hetzelfde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe geef je een reactie weer?

A

Met een reactieschema.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt een reactieschema?

A

Eerst noteer je de beginstoffen. De pijl naar rechts geeft de verandering aan. Na de pijl volgen de namen van de reactieproducten.

Achter de naam van elke stof schrijf je in welke fase de stof zich bevindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noteer je de fase van een stof in een reactieschema?

A

Vaste stof –> (s)
Vloeistof –> (l)
Gas –> (g)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef het reactieschema van de verbranding van magnesium. Hierbij ontstaat een witte vaste stof, magnesiumoxide.

A

magnesium(s) + zuurstof(g) = magnesiumoxide(s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat heeft een faseovergang dat een reactie ook heeft?

A

Een energie-effect. Bijvoorbeeld:

magnesium + zuurstof = fel licht en warmte (vuurwerk) = exotherm, er komt energie vrij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly