Levensbeschouwing H2 Flashcards

1
Q

Wanneer heeft Mohammed geleefd?

A

In de zesde en / of zevende eeuw n Chr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar geloofde Mohammed in?

A

Hij geloofde in één God en hij zag zichzelf als zijn profeet en boodschapper.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar en wanneer was het eerste islamitische rijk gevormd?

A

Op het Arabische schiereiland in de 6e en 7e eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verspreidde het eerste islamitische rijk zich naar Azië, Afrika en Europa?

A

Door middel van handel en oorlogsvoering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij welke familie hoorde Mohammed?

A

de Koerasji, een invloedrijke familie in mekka.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe zag mekka eruit rond de tijd van de geboorte van mohammed?

A

Er leefde veel polytheïstische mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor werd de kaäba gebruikt door de polytheïstische mensen?

A

Voor handel, mensen konden daar tegen betalingen godenbeelden aanbidden. (Hierdoor werdt de stad heel rijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom waren de inwoners van mekka niet blij met de islam?

A

Omdat de islam ervoor zorgde dat mensen niet meer godenbeelden gingen aanbidden en dat verslechterde de handel. En de vele polytheïstische mensen vonden dat de islam niet klopte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom leefde de groep van Mohammed in eerste instantie in vrede met de joden in Medina?

A

Omdat het allebei monotheïstische godsdiensten waren en ze allebei gemeenschappelijke kenmerken hadden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was de eerste scheuring in de islam?

A

Toen Mohammed overleed gingen de moslims bepalen wie de nieuwe leider van de islam ging worden. Dit zorgde voor de eerste scheuring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat onstont er van de eerste scheuring in de islam?

A

twee groepen:
- Soennisten
- sjiieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het belangrijkste verschil tussen soennisten en sjiieten?

A

soennisten: De religieuze leider van de islam (imam) hoeft niet uit de bloedlijn van Mohammed te komen. Zij kozen Aboe Bakr (Vriend en schoonvader van Mohammed) om de opvolger van Mohammed te worden.

sjiieten: De imam moet uit de bloedlijn van Mohammed komen. Zij kozen de neef van Mohammed als opvolger zijn naam was Ali.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In welke taal is de Koran geschreven?

A

Arabisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe is de Koran ontstaan?

A

De engel Jibriel gaf de boodschap van Allah aan Mohammed. Deze openbaring was de eerste boodschap van God. (Deze zal hij voor de rest van zijn leven blijven ontvangen) Deze teksten werden opgeschreven later en samengevoegd tot de Koran.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een kalifaat?

A

Het gebied waar de moslims over heersten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe heet de leider van een kalifaat?

A

een kalief

17
Q

Hoe groeide het islamitische rijk na de dood van Mohammed?

A

Het rijk groeide en al in de 8e eeuw veroverde de islamitische moren een deel van Europa en ook in Azië en het noorden van Afrika verspreidde de islam.

18
Q

Waarom is de 8e tot 13e eeuw het gouden tijdperk van de islam?

A
  1. Trigonometrie en algebra zijn uitgevonden
  2. brillen glazen werden uitgevonden
  3. De kunst kwam in bloei
  4. Veel dingen gingen goed en kwamen in bloei
19
Q

Wat waren de kruistochten?

A

Gewapende pelgrimstochten van christene.

20
Q

Hoe hadden de kruistochten invloed op Jeruzalem?

A

Jeruzalem was van de moslims al in 638 tussen 1096 en 1272 vonden 9 kruistochten plaats om Jeruzalem over te nemen omdat de christenen vonden dat ze Jeruzalem moesten bevrijden.

21
Q

Hoe verliepen de kruistochten?

A

Het lukte de christenen om jeruzalem over te nemen maar elke keer wonnen de moslims het terug.

22
Q

Wat is godsdienstvrijheid?

A

Dat je mag geloven in wat je wil

23
Q

Wat is theocratie?

A

Dat er geen scheiding is tussen staat en kerk en er staat een religieuze leider aan het hoofd van het land.

24
Q

Waar komen de meeste moslims vandaan in Nederland?

A

Marokko, Turkije

25
Q

Waarom groeide de moslimbevolking in nederland in de 20e eeuw?

A

Omdat marrokanen en turken naar nl kwamen om te werken.