SET8 Flashcards

1
Q

X Fagocytose is het belangrijkste effectormechanisme van de
algemeen
innate afweer. De deeltjes die gefagocyteerd worden, zijn in het
groter dan deeltjes die middels endocytose worden opgenomen. Het fagocytoseproces verloopt efficiënter wanneer tijdens het
proces complement aanwezig is.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

igm
ige
igg
iga

A

pentameer
mestecelactivatie
kan placenta passeren
dimeer/kan door epitheel worden getransporteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

x De FDC heeft complementreceptoren op zijn oppervlak.

A

NF-kappaB de productie van proinflammatoire cytokinen stimuleert, die dus remmen en zo rem je ontsteking ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

x Th17 cellen worden gekenmerkt door de productie van onder andere
IL-22 . Th17 cellen beïnvloeden vooral
en zijn voornamelijk betrokken bij de immuunrespons tegen
schimmels

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke drie van de volgende factoren zijn geassocieerd met het ontstaan van endogene infecties?

A

gebruik AB
verminderde afweer
intraveneuze lijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf in minder dan 50 woorden het verschil tussen het begrip sterilisatie en desinfectie

A

Sterilisatie betekent dat er geen levend micro-organisme aanwezig is d.w.z. een proces waarbij alle micro-organismen (inclusief
bacteriesporen) zijn geëlimineerd.
Echter, desinfectie betekent dat het aantal micro-organismen wordt verminderd d.w.z. bepaalde micro-organismen (waaronder
bacteriesporen) kunnen het desinfectieproces overleven. Of: het aantal micro-organismen wordt door desinfectie tot een aanvaardbaar
niveau gereduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Enterovirussen kunnen veel verschillende klinische ziektebeelden veroorzaken, waaronder ontsteking van de hartspier (myocarditis).
Leg uit hoe besmetting met enterovirus kan leiden tot ontsteking van de hartspier. Besteed in je antwoord aandacht aan de
transmissieroute, tropisme en aan de manieren waarop schade ontstaat. Maak bij de manieren waarop schade ontstaat
onderscheid tussen directe en indirecte schade.

A

-na feco-orale transmissie viremie
- bindt aan receptor op hartspier (tropisme)
-directe schade door virus
- indirecte schade door reactie immuunsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is kenmerk van een obstructieve shock?

A

hoge CVD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een patholoog bekijkt een coupe van een biopt van hartweefsel van een patiënt, die is overleden aan een hartinfarct. Na het infarct heeft de
patiënt nog 7 dagen geleefd. Het biopt is direct na het overlijden genomen.
1. Welk type leukocyt zal direct na het plaatsvinden van het hartinfarct het weefsel infiltreren?
2. Welk type leukocyt zal 7 dagen na het plaatsvinden van het hartinfarct vooral in het weefsel aanwezig zijn?

A

neutrofiele granulocyt
macrofaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Endotheelcellen van de HEV zorgen voor
wervelingen in de bloedstroom ter plekke van de HEV.
Tevens is de stroomsnelheid van het bloed in de HEV wat
vertraagd .
De lymfocyten botsen hier vaker tegen de bloedvatwand dan op de meeste andere plekken in het lichaam het geval is.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

doel van probiotica

A

normaliseren van de darmflora

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aciclovir is een antiviraal middel tegen herpes simplex virus (HSV).
Wat is het werkingsmechanisme van aciclovir?

A

Aciclovir remt de synthese van HSV DNA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Heeft IgG deficiëntie een effect op complementactivatie in deze patiënt? Zo nee, waarom niet, zo ja, welke route wordt het
meest beïnvloed?

A

IgG deficiëntie heeft wel een effect op complementactivatie, de klassieke activatieroute wordt het meest beïnvloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 4 belangrijke effectorfuncties van IgG. Daarmee wordt bedoeld, een functie die niet beter wordt uitgevoerd door
een ander immunoglobuline isotype.

A

Neutralisatie van antigeen
Opsonisatie
Vergroten van de gevoeligheid voor killing door NK-cellen
Activatie van het complementsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

xEen thymusonafhankelijke respons kan worden opgewekt door een groot molecuul met een repeterende sequentie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem 3 factoren die er in een bepaalde situatie voor zorgen dat IFN-gamma een pro- dan wel anti-inflammatoir effect
heeft

A

De concentratie van IFN-gamma
Timing, dus op welk moment IFN-gamma aanwezig is
De cel waarop het effect wordt uitgeoefend

13
Q

x De cellen die negatieve selectie ondergaan, zijn
epitheelcellen de meest belangrijke rol.
enkelpositieve thymocyten. Bij het proces van negatieve selectie spelen
medullaire epitheelcellen
de meest belangrijke rol.

A

Gordelroos wordt veroorzaakt door reactivatie van latent varicella zoster virus

14
Q

Welke mediatoren spelen een rol bij het ontstaan van endotheellekkage tijdens de acute ontstekingsreactie?

A

histamine, TNF-a

14
Q

een dendritische cel (DC) presenteert een antigeen aan een naïeve T-cel. De T-cel herkent het antigeen, en
ontvangt costimulatie van de DC.
Wat is het gevolg van het feit dat de naïeve T-cel deze twee signalen ontvangt?

A

De T-cel gaat alleen prolifereren

14
Q

Welke twee eiwitketens zijn wel aanwezig in secretoir IgA, maar niet in IgA dat in serum aanwezig is? Geef van een van deze eiwitketens aan in welk celtype dit eiwit geproduceerd wordt

A

J-keten: door de plasmacel; secretoire component: door de (mucosale) epitheelcel

14
Q

Je bent longarts. Een 72- jarige vrouw komt op de SEH. Sinds ruim een week heeft ze typische COVID-19 klachten van hoesten, koorts en
reukverlies. Sinds een dag heeft ze last van hevige kortademigheid die snel toeneemt. Er wordt een CT-thorax gemaakt.
Welke van de onderstaande bevindingen is het minst typisch voor COVID-19?

A

pleuravocht

15
Q

Een 21 jarige man, altijd goed gezond, komt bij de huisarts met keelpijn. Er blijkt sprake van een faryngitis.
Noem vier verschillende verwekkers die faryngitis kunnen veroorzaken. Verdeel ze in bacteriële en virale verwekkers

A

Viraal: Rhinovirus, HIV, EBV,
Bacterieel: Streptokokken groep A, Streptokokken groep G, Corynebacterium (C.) diphteriae, Neiseria (N.) gonorrhoeae

15
Q

Wat is of zijn kenmerken van een infectieuze lymfeklier? 2

A

De huid boven de klier is rood of paars.
C De klier is goed afgrensbaar van de onderlaag.