SET2 Flashcards

1
Q

Moet een chirurg, die een cytologische punctie gaat uitvoeren van een
necrotiserende klier, een tb-kapje op hebben, en waarom?

A

Ja, omdat er bij de procedure aërosolen kunnen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem drie testen die gebruikt worden om een latente infectie met
M. tuberculosis aan te tonen.

A

Quantiferon, T-spot/ELISPOT, Mantoux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij een virale rhinitis kan een jonge zuigeling ernstige ademhalingsproblemen krijgen
met forse dyspnoe, soms zelfs ademinsufficiëntie.
Wat is hiervoor de juiste verklaring?

A

Zuigelingen kunnen nog niet goed door de mond ademen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

xx Humorale factoren zijn verantwoordelijk voor opsonisatie van micro-organismen.

A

Humorale immuniteit wordt NIET alleen verzorgd door de adaptieve tak van het immuunsysteem, ook door bijv. complement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4x virus met risicofactor

A

mazelen=incomplete vaccinatiestatus
HIV=(sub)acute of chronische infectie
Epstein Barr Virus=immuun gecomprimitteerd
Arbovirus=reishistorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke ziekteverwekkers raak je na een infectie nooit kwijt?

A

Toxoplasma gondii, CMV, EBV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij immunofenotyperingsanalyse van een lymfeklierbiopt wordt een grote populatie
van afwijkende cellen gevonden die de volgende marker laat zien: CD20.

Om welk type cellen gaat het hier?

A

B-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Je bent kinderarts. Je ziet een meisje van 3 jaar met een forse paars-blauw
doorschemerende zwelling in de hals waar pus uit komt, met daar rondom nog wat
kleinere kliertjes. De waarschijnlijke diagnose bij dit meisje is een atypische
mycobacterie.

Wat is het aangewezen beleid?

A

Een expectatief beleid voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tegen welke pathogenen die meningitis veroorzaken vindt vaccinatie via het
RVP plaats?

A

alleen Haemophilus influenzae type b en Streptococcus pneumoniae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

xShigella is net als Campylobacter sterk geassocieerd met het nuttigen van
besmet kippenvlees.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke complement-component speelt een directe rol bij de fagocytose van bacteriën?

A

alleen C3b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke combinatie van receptoren zorgt ervoor dat fagocytose van geopsoniseerde bacteriën efficiënter verloopt dan
fagocytose van niet-geopsoniseerde bacteriën?

A

Fc-receptoren en complementreceptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de belangrijkste bron van ontstekingsmediatoren die zorgen voor verhoogde expressie van
adhesiemoleculen op endotheelcellen op de plaats van de ontsteking?

A

cellen in de ontstekingshaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

functie FC-gamma R
functie TLR

A

endocytose en activatie
activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

x B-cellen die affiniteitsmaturatie hebben ondergaan, hebben een zeer lange levensduur.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In externe secreten bevindt zich secretoir IgA, dat op een aantal punten verschilt van IgA dat in serum aanwezig is. Zo bevat secretoir IgA een J-keten en een secretoire component.
1. Door welk celtype wordt de secretoire component geproduceerd?

A

(mucosale) epitheelcellen

5
Q

Wat is de functie van de secretoire component? (mucosale) epitheelcellen

A

Bescherming tegen afbraak door proteolytische enzymen

6
Q

Wat geldt voor de thymocyten die zich in de cortex, het dichtst bij het kapsel van de thymus bevinden?

A

dubbelnegatief

7
Q

HLA klasse II moleculen komen constitutief tot expressie op (professionele) antigeen presenterende cellen.
Andere cellen brengen HLA II niet of nauwelijks tot expressie, maar hierop kan het onder invloed van cytokinen (met name
interferon-gamma) tijdelijk opgereguleerd worden.
Bij welk van de volgende celtypen is dit het geval?

A

T-lymfocyten

8
Q

De platen van Peyer bevatten zogenaamde M cellen.
Wat is de belangrijkste functie van M cellen?

A

transport van antigeen

9
Q

Op welke locaties worden de lymfoïde ophopingen tot het MALT gerekend?

A

darm en long

10
Q

Het celtype dat bij uitstek geschikt is om naïeve CD4+ T-lymfocyten te activeren is de…

A

dendritische cel

11
Q

DC is vooral aanwezig in de … van de lymfeklier.

A

paracortex

12
Q

Een belangrijk cytokine dat … (tijd) na activatie door de T-lymfocyt wordt
uitgescheiden is IL-1.

A

direct / meteen / enkele uren

13
Q

Een belangrijk cytokine dat enkele dagen na activatie door de T-lymfocyt wordt
uitgescheiden is … . Dit cytokine is ook nodig voor proliferatie van de T-lymfocyten zelf

14
Q

Wat is de belangrijkste plek in de lymfeklier voor presentatie van bacteriële antigenen en aan welke cellen worden
deze daar vooral gepresenteerd?

A

CD4+ T-cellen in de paracortext

15
Q

Bij de behandeling van patiënten met B-celleukemie wordt gebruik gemaakt van therapeutische antistoffen.
Tot welk isotype zullen dergelijke antistoffen doorgaans behoren en waarom?

A

IgG, omdat IgG o.a. kan leiden tot ADCC, CDC (complementafhankelijke cytotoxie), opsonisatie / fagocytose; al deze mechanismen kunnen
bijdragen aan het bestrijden van de leukemische cellen.

16
Q

Om effectiviteit van therapie bij leukemie vast te stellen wordt MRD (minimale restziekte) analyse gedaan. Hierbij wordt gebruikt
gemaakt van patiënt-specifieke DNA oligonucleotiden die de IG herschikking van de betreffende leukemie kunnen herkennen.
Waartegen zijn patiëntspecifieke DNA oligonucleotiden gericht?

A

junctional region

17
Q

ECZEEM, welke antistof nodig voor kind?

18
Q

Welke ontstekingsmediatoren hebben naast lokale ook systemische effecten

A

IL-1-beta
TNF-alpha

19
Q

Bij wel ziektebeelden wordt ter plaatse van de granulomen vrijwel nooit necrose gevonden

A

sarcoidose

20
Q

Een chirurgische huidincisie geneest onder optimale omstandigheden vrijwel zonder bindweefselvorming.
Hoe wordt dit type genezing genoemd?

A

genezing per primam

21
Q

Een 42-jarige man komt bij de MDL (maag-darm-lever) arts. Hij heeft al enige tijd pijn in de maagstreek en de huisarts heeft hem
verwezen voor een scopie (kijkonderzoek) van de maag en duodenum. De MDL-arts ziet een ulcus (zweer) in de maag en
besluit biopten te nemen. Deze biopten worden naar de afdeling Pathologie gestuurd voor onderzoek. De patholoog rapporteert
een ontsteking.
1. Welk type ontsteking is hier het meest waarschijnlijk?
2. welk begrip geeft aan dat de ontsteking door bactyerien komt?
3. welke bactyerie?

A
  1. chronische actieve ontsteking
  2. infectie
  3. helicobacter pylori