SET5B Flashcards

1
Q

Wat zal in een tijdsbestek van 48 uur de reactie van de keratinocyten en de Langerhanscellen zijn? Zal een
ontstekingsreactie op gang komen?

A

Keratinocyten en Langerhanscellen worden beide geactiveerd. Beide celtypen produceren cytokinen en een ontstekingsreactie
komt op gang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit waarom deze pleiotrope effecten van NO tegengesteld zijn. Gebruik in je antwoord de woorden pro-inflammatoir en
anti-inflammatoir.

A

Bevorderen van fagocytose van micro-organismen is bevorderen van de opruiming van het schadelijke agens. Dit gaat gepaard met
productie pro-inflammatoire mediatoren. Remmen van de adhesie van leukocyten aan het endotheel zorgt dat er minder cellen komen om
het schadelijke agens op te ruimen, dit is anti-inlammatoir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je ben internist, en ziet een patiënt, waarvan in de differentiaal diagnose de ziektebeelden tuberculose en sarcoïdose staan. In het
pathologierapport van een lymfklierbiopt lees je dat er een granulomateuze ontsteking zonder necrose is gevonden.
Welke van deze twee ziekten is nu waarschijnlijker en waarom?

A

Sarcoïdose, want die geven granulomen zonder necrose terwijl tuberculose granulomen met necrose geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

X Na het proces van V(D)J-recombinatie vindt transcriptie plaats.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hieronder staan verschillende effecten van IL-6. Geef voor elk van deze effecten aan, of dit pro- of anti-inflammatoir is.

A

Pro-inflammatoir
activeert endotheel
remt Treg

Anti-inflammatoir
stimuleert productie van IL-10
remt IL-1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tijdens presentatie van antigeen door de dendritische cel aan de CD4+ Th-cel vinden verschillende interacties plaats tussen beide cellen.
Welk van de volgende interacties leidt hierbij tot activatie van de dendritische cel?

A

CD40 <—-> CD40L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt bedoeld met kruispresentatie door dendritische cellen?

A

Extracellulaire eiwitten worden door dendritische cellen in MHC klasse I gepresenteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cellen waarvan met name de celmembraan is aangekleurd zijn vooral
aanwezig in de …
Cellen waarvan het cytoplasma sterk is aangekleurd zijn vooral aanwezig in
de …
Het gebied van de lymfeklier met de minste cellen die positief zijn
aangekleurd, is de …

A

outer cortex
medulla
paracortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

x Affiniteitsmaturatie vindt plaats in de outer cortex van de lymfeklier.

A

B-cellen die affiniteitsmaturatie hebben ondergaan, hebben IgG op hun oppervlak, in plaats van IgM.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk type onderzoek is het meest geschikt om de effectiviteit van therapie bij een patiënt met chronische lymfatische
leukemie te kunnen volgen?

A

patiënt-specifieke PCR analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

X Th1 cellen produceren met name IFN-gamma en IL-2.

A

IL-4 stimuleert de proliferatie van Th2 cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

klonaliteitsanalyse

A

diagnostiek van leukemie of een lymfoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

x Prebiotica zijn
niet-verteerbare voedingscomponenten die een positief effect hebben op de gastheer door het selectief
de groei en/of verandering van de metabole activiteit van bacteriën in het
stimuleren van
colon en daardoor de gezondheid van de gastheer kunnen
verbeteren.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

MALT 2X

A

mediastinale lymfeklieren, die de longen draineren
para-oesofagiale lymfeklieren, die de slokdarm draineren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

doel cytomorfologisch onderzoek 3x

A

aantal blasten
uitrijpingsstadium
classificatie van de leukemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

cytogenetisch onderzoek

A

afwijkingen DNA/RNA aantonen
helpt niet bij effectiviteit van therapie

8
Q

3x Bij gesegmenteerde RNA virussen vindt antigene drift plaats.

A

De enige DNA virussen die in het cytoplasma kunnen repliceren zijn pokvirussen.
RNA afhankelijk DNA polymerase moet aanwezig zijn in viruspartikels van retrovirussen.

9
Q

Noem 5 virussen, die als oncogeen zijn te beschouwen

A

hepatitis B virus, hepatitis C virus, humaan papilloma virus, Epstein-Barr virus, humaan herpes virus 8

9
Q

Epstein-Barr virus

A

Fijn exantheem, koorts, keelpijn en pijnlijke halsklieren passen goed bij mononucleosis infectiosa (ziekte van Pfeiffer), veroorzaakt door EBV.
Vermoeidheid is een typisch symptoom bij EBV-infectie.
EBV wordt overgedragen via speeksel, wat past bij een vakantievriendje (zoenen als transmissieroute).

10
Q

Welk van de onderstaande mechanismen is het meest verantwoordelijk voor het remmen van aanhechting van bacteriën aan
een immuuncel, aan het begin van het fagocytoseproces?

A

aanwezigheid bacterieel kapsel

11
Q

x Op de huid bevinden zich vooral grampositieve bacteriën , zoals stafylokokken . Daarnaast komen er vaak
gisten voor op de huid

12
Q

x abces=bacterieel=kweek

13
Q

Een 85-jarige vrouw heeft sinds een dag koorts, buikkrampen, en diarree met bloed- en slijmbijmenging. Ze meldt zich bij de huisarts.
Is behandeling met antibiotica bij deze patiënte aangewezen?

A

Ja, het betreft hier een oudere vrouw waarbij het risico op complicaties bij een bacteriële gastro-enteritis verhoogd is, welke met
antibiotica voorkomen kunnen worden.

14
Q

streptococcus pneumoniae = hoog virulent

A

enterococcus faecium = laag virulent

15
Q

x Vergrote cervicale klieren passen het beste bij een primo infectie.
Reactivatie treedt op bij sterk verminderde cellulaire afweer.

16
Q

Noem drie redenen waarom de PCR in de diagnostiek van virale infecties niet altijd kan worden gebruikt

A

Virus kan al verdwenen zijn als er nog symptomen zijn.
Plaats van virus is niet altijd (makkelijk) bereikbaar.
Detectie limiet.
Mutaties in de primer binding site voor PCR/probe

17
Q

De immuunrespons in de lever als gevolg van een chronische virale infectie heeft als doel het virus te onderdrukken / elimineren maar heeft
helaas ook schadelijke gevolgen.
1. Welke gevolgen zijn dit?
2. Hoe komen deze gevolgen tot stand?
3. Hoe hangen deze gevolgen met elkaar samen?

A
  1. De immuunrespons geeft schade aan de levercellen (hepatocyten).
  2. Het voortdurende proces van regeneratie als gevolg van deze schade leidt tot verlittekening van de lever (=cirrose).
  3. De verhoogde replicatie van levercellen in het regeneratie proces zorgt er voor dat mutaties zich opstapelen en deze kunnen uiteindelijk
    leiden tot hepatocellulair carcinoom (HCC).
18
Q

Wat is de meest voorkomende cardiale complicatie bij MIS-c?

A

Myocard dysfunctie

19
Q

Met welke methode kan indirect een virale infectie worden aangetoond?

A

HIV antistoffen op bloed

20
Q

Welk van de onderstaande virale verwekkers veroorzaakt vrijwel uitsluitend bij immuungecompromitteerde patiënten een
meningo-encefalitis?

A

Epstein Barr virus

21
Q

Ct waarde

A

verschil ct > 2^(verschil)

22
Q

wie hebben bijdragen aan de beschermende werking van SARS-CoV-2
mRNA vaccins

A

B cellen
T cellen
natural killer cellen
macrofagen

23
Q

x Neisseria meningitidis kan infecties van gewrichten veroorzaken.