Samenvatting h1 Systeem Aarde Vwo5 Flashcards
Lagen
- Lithosfeer (hard)
- asthenosfeer (zacht)
- binnenmantel (vast gesteente)
- buitenkern (vloeibaar)
- binnenkern (hard gesteente)
De aarde heeft inwendige en uitwendige warmte
- inwendig: meteorietinslagen, warmte opgehoopt in de aarde. Wordt langzaam naarbuiten getransporteerd via heet gesteente. Soms breekt heet gesteente door de korst heen: vulkanisme
- uitwendig: de zon
Soorten gesteenten
- metamorfe gesteenten
- stollingsgesteenten
- sedimentgesteenten
Stollingsgesteente
Door afkoeling en stolling van magma
- ganggesteente
- uitvloeiingsgesteente
- dieptegesteente
Dieptegesteente
Langzame stolling in de mantel, grote kristallen, graniet
Uitvloeiingsgesteente
Snelle stolling van lava aan aardoppervlak, zeer kleine kristallen, basalt
Ganggesteente
Tussenvorm, in kraterpijp, grote en zeer kleine kristallen, andesiet
Sedimentgesteenten
- klastische sedimentgesteenten
- chemische en organische sedimentgesteenten
Klastische sedimentgesteenten
Door druk van bovenliggende worden zand en verhard tot zandsteen/kleisteen
Chemische en organische sedimentgesteenten
Door neerslaan van mineralen, druk en verharding. (Zout in zee wordt steenzout) of ophoping van organisch materiaal (kalk in zee wordt kalksteen
Metamorfe gesteenten
Door grote druk en hoge temperaturen verandert samenstelling van gesteente in een ander gesteente (door gebergtevorming)
Kalksteen -> marmer
Dry typen bewegingen van platen leiden tot drie typen breuklijnen
- Divergente breuklijn
- Convergente breuklijn
- Transversale breuklijnen
Divergente breuklijn
- 2 Oceanische platen van elkaar af
2. 2 continentale platen van elkaar af : bodem zakt weg
Convergente breuklijn
- Oceanisch botst tegen continentaal ; subductie -> slabpull -> trog
- 2 Oceanische platen botsen. Oudste heeft hogere dichtheid en duikt onder jongere; trog en Eilandenboog vulkanen (zeebeving kan tsunami veroorzaken)
- 2 continentale platen botsen ; geen subductie. Platen worden verfrommeld tot hoge bergen. Metamorfose
Transversale breuklijn
Twee platen langs elkaar. Geen subductie, geen vulkanen maar zware aardbevingen
Centrale uitbarstingen
Via kraterpijp en krater
Vulkanen
- schildvulkanen
- stratovulkanen
- caldeira’s
Hotspot
Keten van vulkanen, restant van een mantelpluim
Schildvulkanen
- divergente breukzones, mid-Oceanische ruggen en hotspots
- flauwe hellingen
- rustige uitbarstingen van vloeibaar lava
Stratovulkaan
- lagen as en lava
- subductiezones
- kraterpijp verstopt door taai, stroperig magma. Bij zeer hoge druk: zeer explosieve vulkanische uitbarsting (vanwege CO2 in water extra explosief)
- steile hellingen
- stroperige lava
- pyroclastische stromen
Caldeira’s
- ingestorte daken van lege magmakamers/haard
- komvormig gebied tot wel 50 km doorsnede
Spleeterupties
Via scheuren van tientallen kilometers komt lava aan de oppervlakte.
-bij hot spots, mantelpluimen en mid-Oceanische ruggen
Black smoker
Schoorstenen van mineralen die heet water uitstoten bij subductiezones en mid-Oceanische ruggen.