hoofdstuk 3 zuidoost Azië actueel Flashcards
assimilatie
proces waarbij immigranten de hele cultuur van de autochtone bewoners hebben overgenomen en de onderlinge verschillen verdwenen zijn
autocratisch regime
regeringsvorm waarbij ongelimiteerde mach wordt uitgeoefend door 1 persoon.
culturele minderheid
groep mensen met andere zeden en gewoonten en een andere taal en godsdienst dan de meerderheid van de bevolking
decentralisatie
onderdelen van een maatschappelijke instelling op bestuurlijk, staatkundig of economisch gebied meer zelfstandigheid verlenen
discriminatie
het ongelijk behandelen van personen of groepen op basis van kenmerken die in de gegeven situatie niet relevant zijn.
etnische minderheid
een groep mensen die zich door afkomst onderscheidt van de meerderheid van de bevolking
federale staat
staat waarin de soevereiniteit is verdeeld tussen het geheel en de deelstaten, die elk een eigen rechtsordening hebben. ook wel bondsstaat genoemd
federalisme
staatsvorm waarbij geen centraal staatsgezag wordt voorgestaan, maar waarin de afzonderlijke delen een zeer grote mate van zelfstandigheid wordt toegekend,
grensconflict
ruzies over grenzen
integratie
veelgebruikte term in de politiek om de samensmelting van meerdere bevolkingsgroepen in de maatschappij aan te duiden
nation building
het van overheidswege bevorderen van de culturele eenheid op nationaal niveau
regionale autonomie
zeer grote mate van zelfstandigheid van een gebied binnen een grotere staat
regionalisme
het streven naar een zekere autonomie of een eigen staat door een etnische of religieuze groep met een eigen identiteit die in een deel van een land woont.
religieus fundamentalisme
het vasthouden aan de grondbeginselen van een godsdienstig gedachtegoed waarbij men de normen en waarden aan de ander wil opleggen en waarbij er tevens geen ruimte is voor het wijzigen van die normen en waarden
separatisme
het streven naar een terugtrekking uit een bestaande organisatie of staat, en het oprichten van een eigen organisatie of staat