Hoofdstuk 2 Systeem Aarde Vwo5 Flashcards

1
Q

Aardverschuiving

A

Het plotseling naar beneden schuiven van grote hoeveelheden aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Albedo

A

Deel van de zonnestraling dat door een oppervlak wordt teruggekaatst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Atmosfeer

A

Dampkring, bestaande uit gassen die de aarde omringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bergstorting

A

Het van een berghelling omlaag schieten van een grote massa stenen. Heet ook wel gesteentelawine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Biosfeer

A

De ruimte waarin het aardse leven voorkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Chemische verwering

A

Verwering waarbij de samenstelling van gesteente verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Deltakust

A

Opeenhoping van sedimenten bij de monding van een rivier in een zee of meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

El Niño

A

Het tijdelijk stoppen van het opwellen van koud zeewater bij de kust van Peru

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Energiebalans (of stralingsbalans)

A

Verhouding tussen de kortgolvige instraling (zonlicht) op aarde, de naar het heelal teruggekaatste straling en de langgolvige uitstraling (warmte) van de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Erosie

A

Uitschurende werking van sediment dat getransporteerd wordt door rivieren, ijs, zee of wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fysische verwering

A

Uiteenvallen van gesteente waarbij de samenstelling van het gesteente niet verandert, heet ook wel mechanische verwering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hogedrukgebied

A

Gebied met een dalende luchtbeweging en een luchtdruk van meer dan 1.013 hPa met meestal weinig neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hydrosfeer

A

Gedeelte van de aarde dat uit water bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Intertropische convergentiezone (ITC)

A

Het lagedrukgebied in de tropen waar zowel winden uit het zuiden als uit het noorden bij elkaar komen (het tropisch minimum)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Karstverschijnselen

A

Ontstaan van landschapselementen door de oplossing van kalkgesteente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Klimaat

A

Gemiddelde weerstoestand over een langere periode (30 jaar) en een groot gebied

17
Q

Koolstofkringloop

A

Verhoudingen en overgangssituaties tussen de hoeveelheden koolstof in atmosfeer, biosfeer, lithosfeer en hydrosfeer

18
Q

Lagedrukgebied

A

Gebied met een stijgende luchtbeweging en een luchtdruk van minder dan 1.013hPa met meestal veel neerslag

19
Q

Meanderen

A

Het kronkelen van rivieren

20
Q

Moesson

A

Halfjaarlijkse land- of zeewind

21
Q

Passaat

A

Bestendige, relatief droge wind in de subtropen

22
Q

Puinwaaier

A

Massa puin die aan de voet van een berg of heuvel wordt gesedimenteerd door rivieren of zwaartekracht

23
Q

Thermohaline circulatie

A

Diepzeestroom en oppervlaktezeestroom veroorzaakt door zwaar (koud en zout) afzinkend water en wind

24
Q

Troposfeer

A

Onderste laag van de atmosfeer waarin de weersverschijnselen zich afspelen.

25
Q

Verwering

A

Uiteenvallen van gesteente onder invloed van atmosferische verschijnselen en vegetatie

26
Q

Vlechtende rivier

A

Rivier die zich manifesteert als een vlechtwerk. Komt meestal voor bij rivieren met een onregelmatig debiet. Heet ook wel verwilderde rivier

27
Q

Waterkringloop

A

Verhouding en overgangssituaties van water in atmosfeer, hydrosfeer, lithosfeer en biosfeer

28
Q

Wind

A

Bewegende lucht bij drukverschillen