Hoofdstuk 1 Systeem Aarde Vwo5 Flashcards
Aardbeving
Schokkende of trillende beweging van de aardkorst door de werking van onderaardse krachten
Aardkern
Het binnenste gedeelte van de aarde, deels vast, deels vloeibaar
Aardkorst
Dunne, vaste schil van de aarde met een dikte van 5 km onder de oceanen tot 50 km onder de continenten
Aardmantel
Dikke, plastische laag onder de aardkorst waarin de convectiestromen voorkomen
Actualiteitsprincipe
Natuurwetten in het verleden zijn hetzelfde als die in het heden
Asthenosfeer
Zachtere, vrij plastische laag in de aardmantel
Basaltstromen
Uitgestrekte basaltplateaus, opgebouwd uit honderden jaren basalt uit spleeterupties
Black smoker
Schoorsteentjes van mineralen bij breukzones in de oceaan die heet water uitstoten
Breukgebergte
Gebergte dat ontstaat in een gebied met een sterke breukactiviteit
Caldeira
Zeer grote vulkaankrater, ontstaan door het instorten van het dak van de leeggelopen magmakamer
Convectiestromen
Stromingen van plastisch gesteente in de aardmantel
Convergente breuklijn
Lijn waar de platen naar elkaar toe bewegen
Divergente breuklijn
Lijn waar de platen uit elkaar bewegen
Effusieve uitbarsting
Rustige vulkaanuitbarstingen van vloeibaar lava
Epicentrum
Punt aan de oppervlakte, direct boven de aardbevingshaard
Explosieve uitbarsting
Zeer krachtige vulkaanuitbarsting van taai lava, vulkaanbommen en as
Geologische tijdschaal
Indeling van de geschiedenis van de aarde in geologische tijdperken
Gesteente
Mengels van vaste mineralen en/of organische stoffen organische stoffen waaruit de aarde is opgebouwd
Gesteentecyclus
Kringloop van de opbouw en de afbraak van de gesteente op aarde
Horsten en slenken
De hoger en lager gelegen gebieden tussen breuken in een breukgebergte
Hotspot
Restant van een mantelpluim, waarbij op de aardkorst een vulkaan wordt gevormd
Hypocentrum
Aardbevingshaard
Lithosfeer
Harde, vaste buitenlaag van de aarde (aardkorst en deel van de aardmantel)
Magnitude
Maat voor de energie die bij een aardbeving vrijkomt
Mantelpluim
Grote hoeveelheid magma die vanuit de diepe aardmantel opstijgt en door de korst kan breken
Metamorf gesteente
Gesteente dat van samenstelling is veranderd nadat het langere tijd onder hoge druk en hoge temperatuur heeft gestaan
Mineraal
Chemische verbinding die de bouwsteen van gesteente kan vormen
Paleomagnetisme
Wetenschap die zich bezighoud met wijzigingen in de richting van gemagnetiseerde mineralen in de loop van de aardgeschiedenis
Platentektoniek
Processen waarbij platen ontstaan, bewegen en verdwijnen
Plooiingsgebergte
Gebergte dat ontstaat door plooiing van de aardkorst
Pyroclastische stromen
Gloeiende wolken van as en stof die bij een heftige vulkaanuitbarsting van de hellingen afrollen
Ridge push
Wegduwen van nieuwe lithosfeer van de mid-oceanische rug door de zwaartekracht
Schaal van Mercalli
Schaal die de intensiteit en de schade van een aardbeving meet
Schild
Uitgestrekt,stabiel gebied op een continent met zeer oud gesteente
Schildvulkaan
Lage, brede vulkaan met flauwe hellingen bestaande uit lagen vloeibaar lava
Sedimentgesteente
Afzettingsgesteente
Slab pull
Het door de convectiestromen naar de diepte trekken van de oceanische lithosfeer bij de subductiezone
Spleeteruptie
Lava die via scheuren van tientallen kilometers lengte aan de oppervlakte komt
Stollingsgesteente
Gesteente dat ontstaat door afkoeling en stolling van vloeibaar aardmantel materiaal
Stratovulkaan
Vulkaan met steile hellingen, opgebouwd uit lagen lava en pyroclastisch materiaal
Subductie
Gebied waar een plaat onder een andere plaat duikt
Superpositie
Een bovenliggende laag gesteente is, bij ongestoorde lagen, jonger dan een onderliggende laag
Transversale breuklijn
Lijn waar de platen langs elkaar bewegen
Trog
Diepe kloof in de oceaanbodem bij de subductiezone
Tsunami
Hoog opstijgende golf bij de kust, die ontstaat door een aardbeving in de oceaan