Samenvatting Elchardus flashcards

1
Q

Waar werden sociologen het over eens?

A

hoe moeilijk het is om sociologie te definiëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe omschrijft Max Weber de sociologie?

A

wetenschappelijke poging om het menselijke handelen te begrijpen, met de bedoeling op die manier tot een causale verklaring van het verloop en de effecten van dat handelen te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 2 kanttekeningen horen bij de definitie van sociologie van Weber?

A

de taak die Weber voor de sociologie opeist is wat de psychologie, antropologie en politologie proberen te doen

de sociologische verklaring moet volgens Weber causaal of oorzakelijk zijn, verklaren neemt de vorm aan van oorzaak-gevolg relaties, definitie is te algemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvoor worden definities gebruikt?

A

niet om te begrijpen, maar om een verschijnsel vast te leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De belangrijkste les van de sociologie

A

alles is contingent, maar daarom nog niet arbitrair of willekeurig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

contingent

A

iets is contingent als het noodzakelijk noch onmogelijk is en dus ook anders had kunnen zijn dan het nu is (bijv. huwelijk, monogamie vs polygamie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Howard Becker

A

Besefte het bestaan van contingentie. Contingentie speelt een belangrijke rol in sociologie. Afwijkend gedrag wordt door de samenleving geproduceerd. Becker wilde duidelijk maken dat de sociologie een dubbele taak heeft bij dit afwijkende:
- verklaren waarom individuen tot afwijkend gedrag komen
- verklaren waarom bepaalde gedragingen in bepaalde samenlevingen voorkomen en in anderen niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rousseau

A

vroeg zich af hoe mensen de wet kunnen eerbiedigen als ze er zich van bewust zijn dat ze die wet zelf gemaakt hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Contrat social van rousseau:

A

mensen zullen wetten pas respecteren en hun plichten naleven als een religie hen daartoe aanzet en motiveert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

civiele religie

A

nieuwe religie die aandacht burgerdeugd centraal stelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was het gevolg van het besef van contingentie?

A

dat men de organisatie van de samenleving - de wetten en vorm van instellingen als het huwelijk - niet langer op rekening van goddelijke wil of natuurlijke noodzaak kan schrijven, wij zijn de makers ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Karl Marx

A

mensen maken hun eigen geschiedenis, maar niet onder voorwaarden die ze zelf kiezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verlichting

A

verwierp een beroep op religie als handhaver van de orde

Verwierp een beroep op religie als handhaver
van de orde -

Geseculariseerd, geindividualiseerd en
gerationaliseerd denken -

Het goede samenleven was niet meer
afhankelijk van het volgen van goddelijke
voorschriften, maar van het volgen van de
eigen rede en het eigen redeneervermogen - -
Kennis via wetenschap
Die kennis bevordert redelijk gedrag
Bijdragen tot geluk/vooruitganhg/rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tegen-verlichting

A

Vreesde dat het redelijke handelen
wel eens tot egoisme, sociale
ontreddering en vervreemding zou
kunnen leiden -
Godsdienst en gezag noodzakelijk
om het samenleven te regelen -
Geen positief beeld van de mens -
Geen natuur
Mens moet naar (zijn) natuur leven -
Limieten opleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Comte

A

Grondlegger van de sociologie, omdat hij de term bedacht en voor het eerst gebruikte om zijn intellectueel werk te omschrijven

Sociologie op natuurwetenschappelijke manier onderzoeken

Kennis en theorie waren er om waargenomen feiten te coördineren tot grotere gehelen

verlichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Positivisme

A

Volgens comte de zakelijke, op strakke wetenschappelijke observatie en logica gesteunde sociologie

17
Q

3 opeenvolgende stadia menselijke ontwikkeling volgens comte

A
  1. Religieuze (theologische)
    waargenomen verschijnselen worden verklaard uit de werking
    van bovennatuurlijke krachten die niet door de mens kunnen worden beïnvloedt.
  2. Metafysische (kennisstadium) verklaring van gebeurtenissen vindt vooral plaats door te
    verwijzen naar onpersoonlijke abstracties.
  3. Wetenschappelijk denken (positivistische)
    kennisverwerving vindt plaats door middel van
    waarneming en vergelijking van verschijnselen om zo relaties van oorzaak en gevolg en
    uiteindelijk wetenschappelijke wetten te ontdekken waaraan de werkelijkheid is
    onderworpen (door de rede geleid).
18
Q

Op welke gebieden is comte gevoelig voor de argumenten van de tegenverlichting?

A

Hij geloofde niet dat het volgen van rede automatisch tot een geregelde en goede
samenleving zou leiden. - -

Ook stelde hij de vraag: hoe en waarom mensen wetten en normen zouden respecteren als
zij inzien dat dit slechts conventies zijn, beperkingen die worden opgelegd aan het individuele handelen en die dikwijls de belangen van de machtigen blijken te dienen.

Een maatschappelijke orde vloeit niet spontaan voort uit individueel redelijk gedrag en evenmin door dwang alleen in stand kan worden gehouden, maar dat respect voor de
wetten en de maatschappelijke orde een irrationele grondslag heeft. Maar het is wel een
soort volksverlakkerij.

19
Q

welke religie probeerde comte te grondvesten?

A

de religie van de mensheid

20
Q

Wat is de centrale vraag in het debat tussen Habermas en Luhmann?

A

waarom en in welke mate is de door de mens geschapen maatschappelijke orde niet willekeurig, niet abritrair en ons vertrouwen en inzet waard?

21
Q

Habermas

A

Pro-wetenschap - kan ons vertellen hoe we iets het beste kunnen aanpakken, maar niet waarom we eerder het ene dan het ander moeten doen

wetenschap reikt ons een methode aan om open met elkaar te leren communiceren. Deze communicatie zorgt ervoor dat redelijke mensen tot dezelfde conclusies komen. Hierop kunnen we prioriteiten afstellen voor het beleid.

Sluit zich aan bij verlichting, maar ziet dit als onvoltooid proces. Volgens hem moeten we een stap zetten in de ontwikkeling van het denken . Op deze manier zouden de regels en de instellingen die we zelf maken, ophouden willekeurig en artbitrair te zijn, want alle eerlijke en redelijke mensen zullen ze accepteren. Hierdoor kan je het arbitraire laten verdwijnen.

22
Q

Luhmann

A

gelooft niet dat we het arbitraire kunnen laten verdwijnen. We moeten met het contingente leren leven door het abritraire op een aantal punten te aanvaarden. Omdat we het toch niet eens gaan worden, is de meerderheidsregel bedacht (chaos en willekeur verminderen)

Een andere manier om het arbitraire te aanvaarden is het rechtspositivisme.

Over wat rechtvaardig is zullen we het volgens hem nooit eens worden. Hij plaatst zich in het verlengde van de tegen-verlichting. We kunnen nooit iedereen tevreden maken.

de chaos kan vermeden worden door de keuzemogelijkheden van mensen op de een-of andere manier te beperken (bijv. door religie, natuurlijk, traditie)

23
Q

rechtspositivisme

A

een wet verdient respect, ongeacht de inhoud of doelen die de wet dient, als deze op de correcte wijze, volgens de voorziene procedure tot stand gekomen is

24
Q

Waar verwijst het sociologische probleem van orde naar?

A

niet naar het behoud van bestaande machtsverhoudingen, wetten, regels, gewoonten en instellingen, maar naar het behoud van de mogelijkheid om tot nageleefde regels te komen

  • voorspelbaarheid
  • berekenbaarheid
25
Q

de 2 fundamentele sociologische vragen

A
  1. probleem van de orde: hoe worden voorspelbaarheid en een mate van orde gerealiseerd?
  2. Probleem van niet-arbitraire- contingentie: welke regels zijn absoluut nodig en dus niet-arbitrair?
26
Q

3 legitimerende derden

A

natuur - genetica, fysiek organisme, beperkingen
geschiedenis - mens leeft noodgedwongen met zijn geschiedenis, het is ook een manier om keuzes te beperken.

samenhang -
bijv, gezin en economie (niet alle vormen zijn mogelijk)
- rol man vs vrouw
- einde traditionele rol
-

27
Q

de empirisch analytische taak

A

de cijferaar

we moeten betrouwbare kennis verkrijgen over de samenleving. Deze kennis moeten we in beeld brengen. We moeten inzicht verwerven over de samenhangen die er zijn
- niet veronderstellen dat… maar onderzoeken wat, hoe, wanneer

  • betrouwbare kennis samenleving, inzicht samenhang, vat op regelmaten en oorzaak-gevolg relaties
  • concrete beleidsvragen/algemene vragen betreffende de aard van de hedendaagse samenleving

waarnemingen ook toegankelijk maken voor andere onderzoekers.

Het moeilijkste hierbij is om interpretatie van bevindingen. Hiervoor gebruiken sociologen theorieën

28
Q

theorieën

A

algemene uitspraken over het menselijke gedrag, waarvan de verbijzondering of specificatie de waarnemingen kan verklaren

onderzoeker interpreteert uiteindelijk zijn vaststellingen in het licht van bestaande sociologische theorieën -> theorieën worden als het waren toegepast op concrete beleidsvragen

andere onderzoekers vertrekken vanuit die theorieën. Gaan na welke implicaties die theorieën hebben, welke hypothesen kunnen worden afgeleid, en onderzoeken of die hypothesen ook daadwerkelijk door waarnemingen worden bevestigd -> meestal verfijnen of bijstellen van de theorie

29
Q

functionalistische theorie

A

de vorm van de instelling wordt bepaald door de vorm van andere instellingen of dat de vorm van 1 instelling functioneel moet zijn voor die van andere instellingen

30
Q

hypothese

A

de stelling die van een theorie wordt afgeleid en die door empirisch onderzoek moet worden getoetst

31
Q

onderzoekscyclus

A

theorie, hypothese, observatie en aanpassing van de theorie

32
Q

de kritische taak

A

mythejager

achter de werkelijkheid zoals deze lijkt te zijn, toont hij een diepere werkelijkheid, die mensen soms liever niet onder ogen zien.

de kritische functie steunt op de hoop dat een zo nuchter mogelijke kijk op de werkelijkheid uiteindelijk de beste kansen biedt op welvaart, welzijn en vrijheid voor iedereen

33
Q

welke onderdelen horen bij de kritische taak van de socioloog?

A

het problematiseren van het vanzelfsprekende (dieperliggende werkelijkheid die de mensen soms niet onder ogen willen zien)

met zijn onderzoeksresultaten en theorieën tegen belagen en voordelen ingaan

hoop dat een nuchtere/realistische kijk op de werkelijkheid de beste kansen biedt op welvaart, welzijn en vrijheid

34
Q

Nietzsche

A

niet alleen zozeer de juistheid/validiteit van een uitspraak is belangrijk, maar of die overtuiging/dat geloof mensen helpt te leven. Zo is aandacht/respect een mogelijke positieve functie van mythe, bijgeloof en onberedeneerd ervaring
tegen-verlichting

35
Q

De praktische taak

A

kennis moet niet alleen dienen om te beheersen en te veranderen. We moeten het ook leren begrijpen, waarderen en genieten

  • kritiek verdwijnt niet noodzakelijk, maar krijgt meer esthetiserende betekenis
  • niet alleen meet inzicht, maar ook begrip voor anderen en waardering subtiliteiten van het samenleven
  • kennis
36
Q

belangstelling voor samenhang

A

verschijnsel kan niet op zich worden begrepen, maar in het licht van de vorm en dynamiek van andere maatschappelijk instellingen

onderlinge samenhang en wederzijdse beïnvloeding

37
Q

Marcel Mauss

A

was van oordeel dat we sociale verschijnselen in hun totaliteit, als totale feiten moet bestuderen. Hij was ervan overtuigd dat we pas tot echte inzichten in de samenleving komen als we de samenhang tussen sociale feiten leren te zien

38
Q

gifteconomie

A

verplicht te geven, verplicht gift te aanvaarden. Verplicht om geschenk op langere termijn terug te geven (reciprociteit). De gift moet gelijkwaardig of beter zijn dan wat werd verkregen