reeks 3 Flashcards
beroepsprocedures
schorsing
opeising
De opeising is het publiekrechtelijke procedé waarbij de overheid zich in uitzonderlijke (burgerlijke of militaire) omstandigheden van de medewerking van burgers verzekert of zich bepaalde zaken tijdelijk toe-eigent.
>< In normale omstandigheden beschikt de overheid daartoe over de gemeenrechtelijk rechtsmiddelen (zoals via het sluiten van een overeenkomst van huur, bruikleen, of, waar het personen betreft, het sluiten van een arbeidsovereenkomst of een dienstverlenings-overeenkomst, etc.).
- Bijvoorbeeld: In normale situatie als de overheid wagens wil huren voor een Europese Top kunnen de wagens worden ingehuurd volgens een huur of bruikleencontract.
In uitzonderlijke omstandigheden kan zij naar buitengewone middelen grijpen zoals de opeising (of opvordering) van goederen en diensten.
De opeising kan zowel betrekking hebben op zaken als personen.
- Betreft het zaken (roerende goederen) dan kan de opeising naast het gebruik van het goed ook betrekking hebben op het eigendomsrecht ervan.
- Betreft het onroerende goederen dan beperkt de opeising zich tot het gebruik ervan (cfr. onteigening: eigendomsoverdracht onroerend goed vereist onteigeningsprocedure).
Rechtsgrond: er is steeds een uitdrukkelijke wettelijke of decretale grondslag vereist Recht op vergoeding?
-
-
2.
De vergoeding is geen essentieel element van de opeising al wordt er in de regel wel in voorzien. Dat is in elk geval zo wanneer de opeising het eigendomsrecht van het (roerend) goed tot voorwerp heeft (zie supra artikel 1 van het eerste protocol bij het EVRM (tweede norm). Indien zij het gebruiksrecht betreft, valt de opeising onder de derde nom van diezelfde bepaling. In dat geval is de vraag of een vergoeding noodzakelijk is afhankelijk van de concrete omstandigheden die moeten worden meegenomen in de proportionaliteitstoets.
Anders dan bij de onteigening, geschiedt de betaling ervan niet noodzakelijk op voorhand en is niet ook niet noodzakelijk volledig,
inhouse opdracht
Aanbestedende overheden kunnen zelf ook aannemer, leverancier of dienstverlener zijn wanneer zij economische handelingen stellen in het kader van een overeenkomst ten bezwarende titel (vb. de VDAB die een opleidingsopdracht voor De Lijn vervult in het kader van een overeenkomst)➔WOO geldt in beginsel evenzeer wanneer zij dergelijke overheidsopdrachten wensen uit te voeren.
Echter, WOO geldt evenwel niet voor opdrachten ‘in eigen regie’ of zgn. (quasi) ‘in house’ – opdrachten tussen twee aanbestedende diensten wanneer aan drie cumulatieve voorwaarden is voldaan:
(1.) Toezicht zoals op de eigen diensten;
(2.) Merendeelcriterium voor wat de door de gecontroleerde rechtspersoon uitgeoefende activiteiten betreft 80% en
(3.) Er mag (in beginsel) geen directe participatie van privékapitaal in de gecontroleerde rechtspersoon zijn (artikel 30 WOO 2016 zgn. ‘Inhouse-toezicht’).
Bijvoorbeeld: kan de VDAB een opleidingsopdracht voor De Lijn vervullen in het kader van een inhouse- opdracht? Ze voldoen niet aan de cumulatieve voorwaarden. Dus is het geen inhouse opdracht.
Bijvoorbeeld: Wanneer de staat een rechtspersoon opricht zoals de VZW Smals, die IT diensten levert aan de Belgische staat, de Belgische staat heeft hetzij alleen hetzij met andere publiekrechtelijke rechtspersonen waarop zij toezicht uitoefent, controle. Omdat hij de meerderheidsaandeelhouder is. En die VZW zou IT diensten verlenen voor meer dan 80 procent aan Belgische staat en controlerende rechtspersonen en er is geen privé kapitaal die de controle doorkruist dan is het een inhouse opdracht. En alleen dan is WOO toepassen niet nodig. Heel uitzonderlijk.
decentralisatie + soorten
beheersvorm
gepersonaliseerde
openbare instellingen
publiekrechtelijke
