RECHTEN EN PLICHTEN VAN BEROEPSBEOEFENAARS Flashcards
Wat is de wettelijke grondslag voor de diagnostische en therapeutische vrijheid van gezondheidszorgbeoefenaars in België?
De diagnostische en therapeutische vrijheid van gezondheidszorgbeoefenaars in België is wettelijk verankerd in de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (ZIV-wet) en de Kwaliteitswet voor de Gezondheidszorgberoepen. Deze wetten bepalen dat zorgverleners in volle vrijheid en naar eigen inzicht beslissingen moeten nemen over de verzorging van patiënten, met inachtneming van de geldende bevoegdheden en zorgvuldigheid.
Wat zijn enkele beperkingen van de diagnostische en therapeutische vrijheid van gezondheidszorgbeoefenaars in België?
Enkele beperkingen van de diagnostische en therapeutische vrijheid zijn:
De vrijheid is gebonden aan medische indicatie en de plicht om zorgvuldig te handelen. Beperkingen moeten zich houden aan relevante wetenschappelijke gegevens en expertise van de zorgverlener. De voorkeuren van de patiënt moeten worden gerespecteerd. Overconsumptie van medische diensten is verboden en kan leiden tot sancties.
Hoe wordt de diagnostische en therapeutische vrijheid beschermd op verschillende niveaus in België?
De diagnostische en therapeutische vrijheid wordt beschermd op zowel horizontale als verticale relaties. Horizontale relaties omvatten zorginstellingen en collega’s, waarbij clausules die deze vrijheid schenden als nietig worden beschouwd. Verticale relaties omvatten de overheid, het RIZIV, en andere instanties die geen reglementaire beperkingen mogen opleggen aan gezondheidszorgbeoefenaars.
Hoe verschilt de diagnostische en therapeutische vrijheid van professionele autonomie in de gezondheidszorg?
Diagnostische en therapeutische vrijheid verwijst naar het recht om diagnostische en therapeutische middelen te kiezen binnen de geldende bevoegdheden en zorgvuldigheid. Professionele autonomie gaat verder en omvat het recht van de arts om onafhankelijke beslissingen te nemen in de relatie met de patiënt, inclusief het kiezen van therapie en diagnose. Professionele autonomie omvat bredere aspecten van het beroep.
Wat is de wettelijke basis voor het recht op een honorarium voor gezondheidszorgbeoefenaars in België?
Het recht op een honorarium voor gezondheidszorgbeoefenaars in België is vastgelegd in artikel 35 van de Wet op de Uitoefening van de Gezondheidszorgberoepen (WUG). Dit recht geldt voor artsen, tandartsen, apothekers, vroedvrouwen, klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen.
Wat zijn enkele voorwaarden waaraan moet worden voldaan om recht te hebben op een honorarium als gezondheidszorgbeoefenaar in België?
Enkele voorwaarden voor het recht op een honorarium zijn:
Het leveren van een gezondheidszorgverstrekking (de bewijslast ligt bij de zorgverlener die het honorarium claimt). Het uitvoeren van een geoorloofde prestatie (bijvoorbeeld niet tijdens schorsing, zonder toestemming van de patiënt, enz.). Het leveren van een zorgvuldige prestatie (indien er sprake is van een medische fout, kan het principe 'exceptio non adimpleti contractus' worden ingeroepen).
Wat is een ‘No Show Fee’ in de context van het recht op een honorarium voor gezondheidszorgbeoefenaars?
Een ‘No Show Fee’ is een vergoeding die door sommige gezondheidszorgbeoefenaars kan worden toegepast wanneer een patiënt niet opdaagt voor een geplande afspraak zonder tijdige annulering of een geldige reden. Het is geen recht op honorarium, omdat er geen prestatie is geleverd, maar eerder een schadevergoeding voor het financiële verlies dat de zorgverlener heeft geleden als gevolg van het niet opdagen van de patiënt.
Welke voorwaarden moeten worden nageleefd voor het instellen van een ‘No Show Beding’ door een gezondheidszorgbeoefenaar?
Voor een ‘No Show Beding’ moeten de volgende voorwaarden worden nageleefd:
De patiënt moet vooraf op de hoogte worden gesteld en akkoord gaan met de clausule. De schadevergoeding moet evenredig zijn aan het financiële verlies van de zorgverlener. Er moet wederkerigheid zijn, wat betekent dat als de patiënt te laat komt of een afspraak niet nakomt, hij ook recht heeft op een schadevergoeding onder vergelijkbare voorwaarden. Dit zorgt voor eerlijkheid en gelijkheid in de regeling.
Wat zijn de nomenclatuur en akkoorden in België in relatie tot het recht op een honorarium voor gezondheidszorgbeoefenaars?
In België zijn er nomenclatuur en akkoorden die betrekking hebben op het recht op een honorarium voor gezondheidszorgbeoefenaars. Er zijn twee belangrijke sociaal-statutaire categorieën van zorgverleners:
Geconventioneerd: Deze zorgverleners zijn verplicht om officiële RIZIV-tarieven na te leven. Er wordt om de twee jaar onderhandeld tussen de beroepssector en het RIZIV over de prijzen van medische procedures en consultaties, en zorgverleners krijgen financiële voordelen als ze deze tarieven accepteren. Niet-geconventioneerd: Niet-geconventioneerde zorgverleners zijn niet gebonden aan officiële RIZIV-tarieven en hebben principiële honorariumvrijheid. Ze kunnen hun eigen tarieven vaststellen. Dit systeem staat bekend als het "opting-out" systeem.
Wat zijn enkele beperkingen met betrekking tot ereloonsupplementen in ziekenhuizen in België?
In België zijn er beperkingen met betrekking tot ereloonsupplementen in ziekenhuizen:
In tweepersoons- of meerpersoonskamers mogen er geen ereloonsupplementen worden aangerekend. In een eenpersoonskamer is er principieel wel ereloonsupplement mogelijk, tenzij bepaalde uitzonderingen van toepassing zijn. Deze uitzonderingen kunnen betrekking hebben op de medische toestand van de patiënt, beschikbaarheid van tweepersoonskamers, opname op intensieve zorg of spoed buiten de wil van de patiënt en de duur van het verblijf. Ook gelden er uitzonderingen voor kinderen die samen met een begeleidende ouder in het ziekenhuis verblijven, tenzij de ouder uitdrukkelijk kiest voor een eenpersoonskamer.
: Welke statutaire en contractuele beperkingen kunnen van invloed zijn op het ereloon van gezondheidszorgbeoefenaars in België?
Statutaire en contractuele beperkingen kunnen van invloed zijn op het ereloon van gezondheidszorgbeoefenaars in België. In sommige ziekenhuizen kunnen er afspraken zijn over ereloontarieven, zoals verplichting om aan conventietarief te werken, vooral tijdens bepaalde uren. Deze beperkingen kunnen variëren en zijn afhankelijk van de overeenkomsten tussen zorgverleners en ziekenhuizen.
Onder welke omstandigheden kan een rechter of tuchtrechter beperkingen opleggen aan het ereloon van een gezondheidszorgbeoefenaar in België?
Een rechter of tuchtrechter kan beperkingen opleggen aan het ereloon van een gezondheidszorgbeoefenaar in België, maar dit gebeurt in uitzonderlijke gevallen. De beoordeling van de hoogte van het honorarium kan afhankelijk zijn van verschillende criteria, zoals het belang van de prestatie, de faam van de arts, de economische toestand van de patiënt en eventuele bijzondere eisen of omstandigheden. De controle hierop is echter marginaal en komt niet vaak voor.
Wat is het belang van Artikel 4 van de Wet Patiëntenrechten in België met betrekking tot de medewerking van de patiënt?
Artikel 4 van de Wet Patiëntenrechten in België legt de verplichting op aan beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg om de bepalingen van de wet na te leven. Dit betekent dat gezondheidszorgbeoefenaars verplicht zijn de rechten van de patiënt, zoals vastgelegd in de wet, te respecteren en te beschermen. Anderzijds is er ook een plicht voor de patiënt om actief en zorgvuldig mee te werken aan zijn of haar behandeling, zodat de beroepsbeoefenaar de wet kan naleven. Het niet naleven van deze medewerkingsplicht door de patiënt kan de verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaar verminderen als het gaat om mogelijke schendingen van de wet.
Hoe wordt behandelingsweigering door een patiënt behandeld in België volgens de Wet Patiëntenrechten?
In België heeft een patiënt in beginsel het recht om een voorgestelde medische behandeling te weigeren, zoals vastgelegd in Artikel 8 van de Wet Patiëntenrechten. Dit recht kan echter uitzonderingen hebben, zoals verplichte inentingen bij bepaalde infectieziekten of quarantainemaatregelen bij ernstige infecties. Als een patiënt ervoor kiest om een behandeling te weigeren of een medische instelling tegen medisch advies in te verlaten, moet de arts de patiënt voorzien van de nodige informatie om een geïnformeerde beslissing te nemen. In dergelijke gevallen wordt ook vaak verwacht dat de patiënt een verklaring ondertekent waarin staat dat hij of zij op eigen risico handelt en dat het advies van de arts niet wordt opgevolgd.
Wat is de verantwoordelijkheid van de patiënt als hij of zij niet volledig of correct meewerkt aan zijn of haar behandeling?
Als een patiënt niet volledig of correct meewerkt aan zijn of haar behandeling, kan dit gevolgen hebben voor de verantwoordelijkheid van de patiënt. Dit kan zich uiten in verschillende vormen, zoals het achterhouden van informatie, het niet naleven of opvolgen van de instructies van de arts, of het negeren van medisch advies. In dergelijke gevallen heeft de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg nog steeds een plicht om zorgvuldig te handelen en de juiste vragen te stellen om de gezondheid van de patiënt te waarborgen. De patiënt kan echter niet de beroepsbeoefenaar verwijten dat deze de patiëntenrechten niet naleeft als de patiënt niet meewerkt aan zijn of haar behandeling.
Welke uitzonderingen zijn er op het recht van een patiënt om een behandeling te weigeren in België?
Hoewel patiënten in België in beginsel het recht hebben om een voorgestelde medische behandeling te weigeren, zijn er enkele uitzonderingen waarin behandeling kan worden verplicht. Voorbeelden van dergelijke uitzonderingen zijn:
Verplichte inentingen bij bepaalde infectieziekten. Quarantainemaatregelen bij ernstige infectieziekten. In deze gevallen kan de wetgeving verplichte medische interventies opleggen om de volksgezondheid te beschermen.
Wat waren enkele van de belangrijkste aanleidingen voor de invoering van de Kwaliteitswet in België?
De invoering van de Kwaliteitswet in België werd mede aangedreven door verschillende factoren, waaronder:
Uitspraak van het Grondwettelijk Hof (22/6/2013): Het Grondwettelijk Hof vernietigde een Vlaams Decreet dat kwaliteitseisen oplegde aan private praktijken, vooral gericht op esthetische privéklinieken. Het probleem was dat de decreetgever niet bevoegd was voor deze materie. Federaal Regeerakkoord 2014: Er was een dringende behoefte aan een grondige herziening van de Wet Uitoefening Gezondheidszorgberoepen (vroeger bekend als 'KB nr. 78'). Dit omvatte de invoering van een wettelijk kader voor een betere multidisciplinaire samenwerking tussen gezondheidszorgbeoefenaars en het bevorderen van kwaliteit en doelmatigheid in de zorg. Omzetting van Europese Richtlijnen en Aanbevelingen: België moest Europese richtlijnen omzetten, waaronder de Richtlijn 2011 betreffende de patiëntenrechten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg. Lacunes in Bestaande Wetgeving: Er waren tekortkomingen in de bestaande wetgeving, zoals de Wet Uitoefening Gezondheidszorgberoepen, die geen adequaat kader voor kwaliteitscontrole bood. Er was behoefte aan meer proactieve maatregelen voor kwaliteitsborging en handhaving van de patiëntenrechten.
Wanneer is de Kwaliteitswet in België grotendeels in werking getreden en welke specifieke bepalingen traden later in werking?
De Kwaliteitswet in België trad grotendeels in werking op 1 januari 2022. Sommige specifieke bepalingen, zoals die met betrekking tot permanentie, toegang tot gezondheidsgegevens, het register van praktijkvoering, en de Toezichtscommissie, traden echter pas in werking op 1 juli 2022, na een herziening van het toezichts- en controlestelsel via een ‘reparatiewet’ die op 30 juli 2022 werd aangenomen. Dit betekent dat deze bepalingen pas afdwingbaar werden na de inwerkingtreding op 1 juli 2022.
Wie zijn er allemaal onderworpen aan de Kwaliteitswet in België, en op welke soorten gezondheidszorg is de wet van toepassing?
De Kwaliteitswet is van toepassing op verschillende categorieën van gezondheidszorgbeoefenaars volgens de Wet Uitoefening Gezondheidszorgberoepen, waaronder artsen, verpleegkundigen, zorgkundigen, klinisch psychologen, beoefenaars van paramedische beroepen, enzovoort. Daarnaast is de wet ook van toepassing op beoefenaars van niet-conventionele praktijken zoals osteopaten, chiropractors, acupuncturisten en homeopaten.
De wet is van toepassing op alle soorten gezondheidszorg, zowel curatief (therapeutisch noodzakelijk) als extra-curatief (esthetisch, palliatief, enz.), zowel intramuraal als ambulant, en zowel op terugbetaalde als niet-terugbetaalde zorg. De wet stelt specifieke reglementering in voor medische en kwaliteitsvolle omkadering, maar stelt geen voorwaarden voor niet-medische omkadering.
De Kwaliteitswet legt verplichtingen op aan individuele zorgbeoefenaars, maar indirect hebben de bepalingen ook invloed op zorginstellingen, aangezien alle beroepsbeoefenaars die daar werken gebonden zijn aan de verplichtingen van de wet.
Hoe verhoudt de Kwaliteitswet zich tot andere bestaande wetgeving in België?
: De Kwaliteitswet staat niet op zichzelf maar vult andere bestaande wetgeving aan. Hier zijn enkele belangrijke aspecten van de relatie tussen de Kwaliteitswet en andere wetgeving:
Wet Uitoefening Gezondheidszorgberoepen (WUG, ex KB nr. 78): De Kwaliteitswet heeft geen impact op de specifieke regels die per beroepsgroep zijn vastgesteld in de WUG. De afbakening van bevoegdheden tussen beroepsbeoefenaars blijft behouden. Beroepsbeoefenaars moeten echter niet alleen wettelijk bevoegd zijn, maar ook aantonen dat ze de nodige bekwaamheid en ervaring hebben om de gezondheidszorg te verstrekken. Wetgeving inzake esthetische geneeskunde: De Kwaliteitswet heeft bepalingen die relevant zijn voor esthetische geneeskunde, maar er is specifieke wetgeving die van toepassing is op dit gebied. Wetgeving inzake geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, enz.: De Kwaliteitswet bevat bepalingen die relevant zijn voor het gebruik van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, maar er zijn specifieke wetten die deze onderwerpen reguleren. Wet Patiëntenrechten: De Kwaliteitswet voorziet aanvullende bepalingen met betrekking tot patiëntenrechten, zoals de inhoud van het patiëntendossier, toegang tot gezondheidsgegevens en zorgcontinuïteit. In geval van tegenstrijdigheid tussen de Kwaliteitswet en de Wet Patiëntenrechten, heeft de Kwaliteitswet voorrang omdat deze als "lex specialis" wordt beschouwd.
Wat zijn enkele van de belangrijkste kwaliteitsnormen die worden behandeld in de Kwaliteitswet?
De Kwaliteitswet in België bevat verschillende kwaliteitsnormen en bepalingen. Hier is een overzicht van enkele belangrijke kwaliteitsnormen die in de wet worden behandeld:
A) Therapeutische vrijheid: Dit principe houdt in dat gezondheidszorgbeoefenaars de vrijheid hebben om de meest geschikte therapie voor hun patiënten te kiezen op basis van hun professioneel oordeel.
B) Bekwaamheid, visum en portfolio: Gezondheidszorgbeoefenaars moeten aantonen dat ze de nodige bekwaamheid en ervaring hebben om gezondheidszorg te verlenen. Ze moeten een portfolio bijhouden waaruit blijkt dat ze over deze bekwaamheid beschikken, en ze moeten een visum hebben dat kan worden ingetrokken als ze niet voldoen aan de bekwaamheidseisen.
C) Karakterisatie: Deze norm heeft betrekking op het beschrijven van de verstrekte gezondheidszorg en samenwerkingsverbanden, zoals werken in solo-praktijk of in een groepspraktijk.
D) Omkadering: Dit omvat de vereisten voor de omkadering van gezondheidszorgverlening, zowel fysiek als organisatorisch.
E) Anxiolyse en anesthesie: De wet regelt het gebruik van anxiolyse (kalmerende middelen) en anesthesie (verdoving) in de gezondheidszorg.
F) Continuïteit: Deze norm gaat over het waarborgen van continuïteit in de gezondheidszorg, zodat patiënten zorg blijven ontvangen, zelfs als hun zorgverlener tijdelijk afwezig is.
G) Voorschriften: De wet stelt eisen aan de manier waarop voorschriften worden uitgegeven en bewaard.
H) Permanentie: De wet bevat bepalingen met betrekking tot permanente beschikbaarheid van gezondheidszorgbeoefenaars.
I) Praktijkinformatie: Deze norm heeft betrekking op de manier waarop gezondheidszorgbeoefenaars informatie verstrekken over hun beroepspraktijk.
J) Nieuwe regels voor patiëntendossiers: De wet introduceert nieuwe regels met betrekking tot de inhoud van patiëntendossiers.
K) Toegang tot gezondheidsgegevens: De wet regelt wie toegang heeft tot gezondheidsgegevens en onder welke voorwaarden.
Wat houdt de doorverwijzingsplicht in volgens de Kwaliteitswet in België?
De doorverwijzingsplicht is een belangrijk aspect van de Kwaliteitswet in België. Deze plicht bevestigt het beginsel van universele doorverwijzing voor gezondheidszorgbeoefenaars “wanneer de gezondheidsproblematiek de grenzen van hun eigen bekwaamheid overschrijdt.” Hier zijn enkele belangrijke aspecten van de doorverwijzingsplicht:
Evolutie: Aanvankelijk werd doorverwijzing gezien als een algemene zorgvuldigheidsnorm en een deontologische norm voor gezondheidszorgbeoefenaars. In 2015 werd het principe opgenomen in de gewijzigde Wet Uitoefening Gezondheidszorgberoepen (WUG), en nu is het een uitdrukkelijke kwaliteitsnorm in de Kwaliteitswet. Belang voor medische aansprakelijkheidsdiscussies: De doorverwijzingsplicht is van groot belang in discussies over medische aansprakelijkheid. Het bepaalt wanneer een gezondheidszorgbeoefenaar verplicht is om een patiënt door te verwijzen naar een andere zorgverlener met meer gespecialiseerde kennis of vaardigheden. Wanneer overschrijden de grenzen van eigen bekwaamheid? Het blijft echter een uitdaging om vast te stellen vanaf welk punt de gezondheidsproblematiek de eigen bekwaamheid overschrijdt. Dit kan variëren afhankelijk van de context en het type zorgverlener. Bijvoorbeeld, in algemene ambulante praktijken zoals huisartsen kan de drempel anders zijn dan in tertiaire centra met subspecialisten.