2 Beroepsgeheim Flashcards
Wat is de maatschappelijke context met betrekking tot beroepsgeheim en gezondheidsinformatie?
De maatschappelijke context rond beroepsgeheim en gezondheidsinformatie is aan verandering onderhevig. Er is steeds meer informatie beschikbaar over de gezondheidstoestand van individuen, en deze informatie wordt alsmaar gevoeliger, inclusief informatie over verleden, heden en zelfs toekomstige gezondheid. Factoren zoals predictieve medische genetica en onderzoek naar de impact van levensstijl dragen bij aan de toegenomen gevoeligheid van gezondheidsinformatie. Bovendien kan deze informatie nu eenvoudig worden verwerkt en overgedragen, onder andere door elektronische patiëntendossiers en internetverbindingen. De groeiende vraag naar gezondheidsinformatie wordt gedreven door zowel curatieve als extra-curatieve behoeften, zoals multidisciplinaire zorg, telegeneeskunde, verzekeringen, gezondheidsbeleid en wetenschappelijk onderzoek.
Waarom is er behoefte aan een geïntegreerde visie op privacybescherming met betrekking tot gezondheidsgegevens?
Er is behoefte aan een geïntegreerde visie op privacybescherming omdat de huidige regelgeving rond beroepsgeheim en privacybescherming verspreid is over verschillende strafrechtelijke bepalingen, EU-verordeningen, nationale wetten zoals de E-health-wet en de Kaderwet privacy, en deontologische codes per beroep en sector. Deze diverse regelgeving moet in onderlinge samenhang worden begrepen om een samenhangend en effectief kader voor privacybescherming te bieden voor gezondheidsgegevens. Een geïntegreerde visie kan helpen om de complexiteit van privacybescherming in de gezondheidszorg aan te pakken.
Welke uitdagingen ontstaan door de huidige regelgeving met betrekking tot beroepsgeheim en privacybescherming?
De huidige regelgeving met betrekking tot beroepsgeheim en privacybescherming is niet aangepast aan de huidige situatie waarin gezondheidsgegevens worden uitgewisseld en verwerkt binnen multidisciplinaire teams, complexe organisaties en elektronische systemen. De oorspronkelijke regelingen werden ontwikkeld in de 19e eeuw voor vrijwillige, duale, therapeutische relaties zonder geïnformatiseerde verwerking van gezondheidsgegevens. Tegenwoordig is er behoefte aan een geïntegreerde visie op privacybescherming die rekening houdt met de complexe en geavanceerde uitwisseling van gezondheidsinformatie.
Wat zijn de vereisten voor het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’ met betrekking tot bekendmaking aan een derde?
Voor het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’ met betrekking tot bekendmaking aan een derde gelden de volgende vereisten:
Bekendmaking omvat elke mededeling aan een derde, ongeacht de vorm. Het begrip "derde" verwijst naar iedereen behalve de patiënt zelf, inclusief zorgverleners, familie, vrienden, overheid, pers, enz. Wilsonbekwame patiënten hebben bepaalde vertegenwoordigers (bijvoorbeeld ouders) die recht hebben op informatie, tenzij de minderjarige tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is. Uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht kunnen gelden in gevallen waarin er een vertrouwenspersoon is aangewezen of wanneer uitdrukkelijke toestemming is verkregen van de patiënt. In andere gevallen moet het beroepsgeheim worden ingeroepen.
Wat zijn de vereisten voor het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’ met betrekking tot een toevertrouwd geheim?
Voor het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’ met betrekking tot een toevertrouwd geheim gelden de volgende vereisten:
Het moet gaan om informatie die als een "geheim" moet worden behandeld en niet noodzakelijk alle informatie die de geheimhouder ontvangt. Het begrip "geheim" wordt beoordeeld op basis van de aard van de informatie, de concrete omstandigheden en het al dan niet toevertrouwde karakter. Alle gezondheidsgegevens, inclusief diagnose, onderzoeksresultaten, opnameduur, enz., vallen onder het beroepsgeheim. Ook alle persoonsgegevens, zoals ID van de patiënt, geboortedatum, adres, geslacht, enz., worden als vertrouwelijke informatie beschouwd. Het beroepsgeheim geldt zelfs voor bevestiging van negatieve feiten, zoals het vermelden dat een patiënt niet lijdt aan een bepaalde aandoening.
Welke bronnen van geheime informatie vallen onder het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’?
Alle informatie die is verkregen in het kader van het beroep, ongeacht de bron, valt onder het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’. Dit omvat informatie die expliciet door de patiënt is toevertrouwd, informatie die door de zorgverlener is vastgesteld (bijvoorbeeld via medische onderzoeken), en zelfs informatie die toevallig is vernomen tijdens de uitoefening van het beroep. De bron van de geheime informatie is niet relevant voor de toepassing van het beroepsgeheim.
Wat zijn de vereisten voor het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’ met betrekking tot informatie die gekoppeld is aan een geïdentificeerde of identificeerbare persoon?
Voor het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’ moet de bekend gemaakte informatie gekoppeld kunnen worden aan een geïdentificeerde of identificeerbare persoon. Dit betekent dat de informatie moet kunnen worden herleid tot een specifieke persoon. Indien de informatie geanonimiseerd is en op geen enkele manier kan worden gelinkt aan een bepaalde persoon, valt deze niet onder het beroepsgeheim. Er is geen schending van het beroepsgeheim als de informatie niet kan worden gelinkt aan een identificeerbare persoon.
Welk moreel bestanddeel is vereist voor het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’ met betrekking tot opzettelijke bekendmaking?
Voor het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’ met betrekking tot opzettelijke bekendmaking is opzet vereist. Dit betekent dat de bekendmaking opzettelijk en wetens moet zijn gedaan. Als de bekendmaking het gevolg is van onvoorzichtigheid of onachtzaamheid, wordt dit niet beschouwd als een schending van het beroepsgeheim. In dergelijke gevallen kunnen echter andere juridische consequenties, zoals burgerlijke fouten, tuchtrechtelijke sancties of boetes onder de GDPR, van toepassing zijn.
Wie wordt beschouwd als een “geheimpligtige” en kan worden vervolgd voor het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’?
: Personen die als “geheimpligtige” kunnen worden vervolgd voor het misdrijf ‘Schending Beroepsgeheim’ omvatten in de eerste plaats artsen, apothekers, vroedvrouwen en anderen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd. Bovendien worden andere beroepen met een noodzakelijke vertrouwensrelatie, zoals advocaten en boekhouders, ook beschouwd als geheimpligtigen. Stagiairs en studenten in zorgopleiding kunnen ook onder deze categorie vallen. Daarnaast kunnen sommige functies/personen uitdrukkelijk worden gebonden door beroepsgeheim in bijzondere wetgeving, zelfs als er geen directe vertrouwensrelatie is. Dit omvat onder andere preventie-adviseurs, controle-artsen in opdracht van werkgevers, ombudspersonen, leden van ethische comités in ziekenhuizen, leden van 112-centra, leden van de Orde der Artsen, personeelsleden van OCMW, medewerkers van CAW en mutualiteiten, arts-inspecteurs van RIZIV, personeel van FMO en anderen. Er blijft echter discussie bestaan over of administratief en technisch personeel in zorginstellingen en medische praktijken als geheimpligtigen kunnen worden beschouwd, aangezien zij niet altijd een directe vertrouwensrelatie hebben met patiënten, maar wel toegang hebben tot vertrouwelijke informatie. Zij zijn in ieder geval onderworpen aan de GDPR en contractuele discretieverplichtingen, waardoor schending van het beroepsgeheim niet straffeloos is.
g: Wat zijn enkele algemene uitzonderingsgronden op het beroepsgeheim?
Enkele algemene uitzonderingsgronden op het beroepsgeheim zijn:
Wanneer de wet, het decreet of de ordonnantie de zorgverlener verplicht of toestaat om geheime informatie bekend te maken. Dit principe is gebaseerd op het legaliteitsbeginsel. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR), met name in de artikelen 6 en 9, voorziet diverse algemene rechtmatigheidsgronden voor gegevensverwerking. Deze gronden omvatten onder andere het vitaal belang van de betrokkene, therapeutische noodzaak (diagnose, preventie, gezondheidszorg), en het recht van verdediging.
De aanwezigheid van dergelijke rechtmatigheidsgronden kan het doorbreken van het beroepsgeheim rechtvaardigen in overeenstemming met de geldende wetten en regelgeving.
Hoe wordt toestemming van de geheimgerechtigde (de patiënt) beschouwd als uitzondering op het beroepsgeheim?
Traditioneel werd toestemming van de geheimgerechtigde (de patiënt) niet beschouwd als een geldige uitzondering op het beroepsgeheim omdat het beroepsgeheim wordt beschouwd als een kwestie van openbare orde en de zieke niet zou kunnen beschikken over het beroepsgeheim. Er werd gesteld dat toestemming van de patiënt niet voldoende was om de zorgverlener van zijn zwijgplicht te ontslaan.
Echter, de functionele benadering van het beroepsgeheim benadrukt de bescherming van de privacy van de patiënt en het belang van de informatie-autonomie van de patiënt. In recente ontwikkelingen, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR), de E-Health-wet, en aanpassingen in medische deontologische codes, wordt het belang van toestemming van de patiënt erkend.
Toestemming van de patiënt moet aan bepaalde criteria voldoen, zoals voorafgaand, vrij, specifiek, uitdrukkelijk, geïnformeerd, en mag niet lichtzinnig worden verleend. Het is belangrijk dat de patiënt begrijpt waarvoor hij of zij toestemming geeft en dat dit schriftelijk wordt vastgelegd als er twijfel is.
Hierdoor wordt de onbeschikbaarheid van toestemming niet langer als houdbaar beschouwd, maar blijft bescherming van de patiënt en verantwoorde gegevensverwerking essentieel.
Wat houdt de specifieke uitzonderingsgrond van “therapeutische noodzaak” in?
De specifieke uitzonderingsgrond van “therapeutische noodzaak” houdt in dat gegevensverwerking en gegevensdoorgifte van gezondheidsgegevens is toegestaan wanneer deze nodig is voor therapeutische doeleinden. Dit omvat onder andere:
Preventieve of arbeidsgeneeskunde. Het beoordelen van arbeidsongeschiktheid. Het stellen van medische diagnoses. Het verstrekken van gezondheidszorg of sociale diensten of behandelingen.
Deze grondslag is vastgelegd in artikel 9, lid 2, h) van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR) en maakt het mogelijk om gezondheidsgegevens te verwerken en door te geven in het kader van de medische behandeling van een patiënt, zowel binnen als buiten de zorginstelling.
Het is belangrijk om te benadrukken dat de gegevensverwerking moet plaatsvinden met inachtneming van de relevante wettelijke voorschriften en met de verantwoordelijkheid om te motiveren dat de verwerking therapeutisch noodzakelijk was.
Wat houdt de specifieke uitzonderingsgrond van “gedeeld beroepsgeheim” in?
De specifieke uitzonderingsgrond van “gedeeld beroepsgeheim” staat toe dat verschillende zorgverleners die elk hun eigen beroepsgeheim hebben, geheime informatie kunnen delen wanneer ze betrokken zijn bij de zorg voor dezelfde patiënt. Deze uitzondering is erkend door de rechtspraak en rechtsleer en is nu ook verankerd in de Kwaliteitswet en artikel 9 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR).
Voor deze uitzondering gelden bepaalde voorwaarden:
Alle betrokkenen moeten gebonden zijn door het beroepsgeheim. Ze moeten optreden met dezelfde finaliteit, dat wil zeggen dat ze betrokken zijn bij de zorg voor dezelfde patiënt. Hun handelen moet in het belang van de patiënt zijn. De informatieoverdracht moet beperkt zijn tot relevante informatie. Er moet minstens impliciete toestemming van de patiënt zijn, wat kan variëren afhankelijk van de omstandigheden.
Deze uitzondering is van toepassing bij multidisciplinair werken en is bedoeld om een naadloze samenwerking tussen zorgverleners te ondersteunen terwijl de privacy van de patiënt wordt beschermd.
Wat zijn enkele voorbeelden van overige specifieke wettelijke uitzonderingen op het beroepsgeheim?
: Enkele voorbeelden van overige specifieke wettelijke uitzonderingen op het beroepsgeheim zijn:
Het bezorgen van een registratiedocument aan de Euthanasiecommissie in het kader van euthanasieprocedures. Het verstrekken van medische informatie in verband met het sluiten en uitvoeren van verzekeringscontracten. Het doen van aangifte van besmettelijke ziekten om volksgezondheidsredenen. Het doen van aangifte van geboorte door artsen of vroedvrouwen. Het doen van aangifte van overlijden door de vaststellende arts. Het opstellen van omstandige geneeskundige verslagen in het kader van gedwongen opnames. Het vaststellen van medische feiten met betrekking tot dronkenschap of intoxicatie voor juridische doeleinden, zoals bij verkeersongevallen.
Deze specifieke wettelijke uitzonderingen kunnen het beroepsgeheim doorbreken en vereisen naleving van de relevante wettelijke voorschriften bij het verstrekken van informatie of gegevensverwerking.
Wat houdt de specifieke uitzonderingsgrond van “getuigenis in rechte” in met betrekking tot het beroepsgeheim?
De specifieke uitzonderingsgrond van “getuigenis in rechte” houdt in dat een zorgverlener, zoals een arts, kan worden opgeroepen om als getuige te verschijnen in een gerechtelijke procedure, zoals voor een rechter, vrederechter, of een parlementaire onderzoekscommissie. In dit geval heeft de geheimplichtige een “spreekrecht,” maar geen verplichting, om te getuigen en informatie te verstrekken.
Belangrijke aspecten van deze uitzondering zijn:
Het geldt niet voor politionele verhoren. De geheimplichtige heeft het recht om te weigeren om te antwoorden op vragen, maar kan ervoor kiezen om vrijwillig informatie te delen als dit in het belang van de patiënt is. De geheimplichtige moet oordelen of het delen van informatie in het belang van de patiënt is en of het niet wordt misbruikt om een misdrijf te verhullen. Er is een nieuwe bepaling in de Artsencode die stelt dat de arts die in rechte getuigt, enkel in het belang van zijn patiënt een zwijgplicht kan inroepen.
Deze uitzondering op het beroepsgeheim stelt het recht op een eerlijk proces en het recht op verdediging in gerechtelijke procedures voorop.